Motor
Displaymeldingen
+
Koelmiddel bijvul‐
Koelmiddel bijvul‐
len zie
len
zie handleiding
handleiding
?
?
Koelmiddel Stoppen
Koelmiddel
Stoppen
Motor uit
Motor uit
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en M M oplossingen
Het koelvloeistofpeil is te laag.
! Lange ritten met te weinig koelvloeistof in het motorkoelsys-
teem vermijden. Anders is er gevaar voor schade aan de motor.
Koelvloeistof bijvullen, daarbij de waarschuwingsaanwijzingen
X
in acht nemen (
pagina 304).
Y
Als vaker koelvloeistof moet worden bijgevuld, het koelsysteem
X
laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.
De ventilateurmotor is defect.
Bij een koelvloeistoftemperatuur onder 120 † kan naar de
X
dichtstbijzijnde gekwalificeerde werkplaats worden verder
gereden.
Daarbij hoge motorbelasting (bijvoorbeeld het rijden in de ber-
X
gen) en stop-and-go-verkeer vermijden.
De koelvloeistof is te warm.
Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.
G
WAARSCHUWING
Niet met een oververhitte motor rijden. Dit kan ertoe leiden dat
vloeistoffen, die door een lekkage of morsen in de motorruimte
terecht zijn gekomen, ontsteken.
De stoom van de oververhitte motor kan bovendien ernstige
brandwonden veroorzaken, zelfs als alleen de motorkap wordt
geopend.
Er bestaat gevaar voor letsel!
Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk
X
stoppen en de motor afzetten.
De auto tegen wegrollen beveiligen (
X
Wachten tot de motor is afgekoeld.
X
De luchttoevoer naar de radiateur mag niet worden beïnvloed
X
door bijvoorbeeld bevroren natte sneeuw; dit controleren.
Pas als de displaymelding verdwijnt en de koelvloeistoftempe-
X
ratuur tot onder 120 † is gedaald de motor weer starten.
Anders kan de motor worden beschadigd.
Op de koelvloeistoftemperatuurmeter letten.
X
Als de temperatuur opnieuw stijgt, meteen naar een gekwalifi-
X
ceerde werkplaats toe gaan.
Tijdens normale rijomstandigheden en bij de voorgeschreven hoe-
veelheid koelvloeistof mag de weergave oplopen tot 120 †.
Displaymeldingen
pagina 170).
Y
257
Z