De auto op een helling stoppen
G
WAARSCHUWING
Als de koppeling oververhit raakt, ontkoppelt
de elektronica automatisch. Daardoor wordt
de krachtoverbrenging onderbroken. Op bij-
voorbeeld een helling kan de auto terugrollen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen!
De auto nooit op hellingen vasthouden door
het indrukken van het gaspedaal.
Als de auto door het indrukken van het gas-
pedaal op hellingen wordt tegengehouden,
kan de koppeling oververhit raken. Als de
koppeling oververhit is klinkt een waarschu-
wingssignaal.
Alle auto's (behalve auto's in AMG-uitvoe-
ring): Op het multifunctioneel display ver-
schijnt de displaymelding
pen Schakelstand P kiezen Motor
pen Schakelstand P kiezen Motor
laten
laten draaien
draaien. Verder rijden is pas mogelijk
na afkoeling van de koppeling en doven van
de displaymelding op het multifunctioneel
display.
Auto's in AMG-uitvoering: Op het multifunc-
tioneel display verschijnt de displaymelding
Transmissieolie
Transmissieolie oververhit
oververhit Voorzich‐
tig
tig doorrijden
doorrijden.
De auto nooit op hellingen vasthouden door
het indrukken van het gaspedaal. In plaats
daarvan de auto op hellingen altijd tegenhou-
den door het:
indrukken van het rempedaal of
R
activeren van de HOLD-functie of
R
inschakelen van de elektrische parkeer-
R
rem.
Kickdown
Auto's in AMG-uitvoering: De kickdown is
alleen in het kortstondig handmatig schakel-
programma M mogelijk. Meer informatie over
het handmatig schakelprogramma M
(
pagina 163).
Y
Voertuig stop‐
Voertuig stop‐
Voorzich‐
Automatische transmissie
Als u maximaal wilt accelereren, de kickdown
gebruiken:
Het gaspedaal tot voorbij het drukpunt
X
indrukken.
De automatische transmissie schakelt
afhankelijk van het motortoerental in een
lagere versnelling.
Gas terug nemen als de gewenste snelheid
X
is bereikt.
De automatische transmissie schakelt
weer op.
Rijden met een aanhangwagen
Bij de volgende modellen is rijden met een
aanhangwagen niet mogelijk:
CLA 180 BlueEFFICIENCY Edition
R
CLA 45 AMG 4MATIC.
R
Bij bergopwaarts rijden de motor in het
X
middelste toerengebied laten draaien.
Afhankelijk van de hellingsgraad (bergop-
X
waarts of bergafwaarts) een lagere versnel-
ling inschakelen (
Y
ingeschakelde TEMPOMAAT, DISTRONIC
PLUS of SPEEDTRONIC.
Programmakeuzetoets
Algemene aanwijzingen
Met de programmakeuzetoets kan tussen
schakelprogramma's met verschillende rij-
eigenschappen worden gekozen.
Programmakeuzetoets (voorbeeld)
pagina 174), ook bij
Z
161