Opname via sfeerselectie
U kunt de sfeer selecteren die u voor de opname wilt gebruiken,
behalve wanneer de basismodus <A>, <7> of <G> is ingesteld.
Sfeer
Standaard
Levendig
Soft
Warm
Intens
Koel
Helderder
Donkerder
Monochroom
92
8
C
2 3 4 5 6 F
k k k k k k k Geen instelling
k k k k k k k Zwak/Standaard/Sterk
k k k k k k k Zwak/Standaard/Sterk
k k k k k k k Zwak/Standaard/Sterk
k k k k k k k Zwak/Standaard/Sterk
k k k k k k k Zwak/Standaard/Sterk
k k k k k k k Zwak/Normaal/Sterk
k k k k k k k Zwak/Normaal/Sterk
k k k k k k k Blauw/Z/W/Sepia
Stel de opnamemodus in op <C> of <8>.
1
Als de opnamemodus <8> is, stelt u
een van de volgende opties in: <2>,
<3>, <4>, <5>, <6> of <F>.
Zet de schakelaar voor Live view-/
2
movie-opnamen op <A>.
Geef het Live view-beeld weer.
3
Druk op de knop <0> om de Live
View-opname weer te geven.
Selecteer in het scherm Snel
4
instellen de gewenste sfeer.
Druk op de knop <Q> (7).
Druk op de toets <V> om [
Standaard] te selecteren.
[Sfeeropnamen] wordt weergegeven
op het scherm.
Druk op de knop <U> om de
gewenste sfeer te selecteren.
Sfeereffect