Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Uitgebreide gebruikershandleiding
NL
CEL-SZ2KA280
© CANON INC. 2023

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon EOS R100

  • Pagina 1 Uitgebreide gebruikershandleiding CEL-SZ2KA280 © CANON INC. 2023...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding..........8 Inhoud van de verpakking.
  • Pagina 3 Panmodus........... 107 Close-upmodus.
  • Pagina 4 Aspect ratio van foto's......... . 213 Belichtingscompensatie/AEB-instellingen.
  • Pagina 5 Servo AF voor video's......... . 324 Digitale zoom.
  • Pagina 6 Bladeren door beelden met het wiel....... . 430 Weergave-informatiescherm........432 AF-puntweergave.
  • Pagina 7 Bestandsnummering......... . . 575 Formatteren van de kaart.
  • Pagina 8: Inleiding

    Bekijk de beelden nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en beelden niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden overgedragen, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
  • Pagina 9: Inhoud Van De Verpakking

    Inhoud van de verpakking Controleer voor gebruik of de volgende items in de verpakking zijn inbegrepen. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Camera (met cameradop (Canon R-F-5)) Accu LP-E17 (met beschermdeksel) Acculader LC-E17 Draagriem Bij de camera wordt geen geheugenkaart ( ), interfacekabel of HDMI-kabel geleverd.
  • Pagina 10: Aanvullende Informatie

    Aanvullende informatie Raadpleeg de volgende website voor informatie over lenzen die compatibel zijn met de camerafuncties en voor aanvullende informatie over de camera. https://cam.start.canon/H001/...
  • Pagina 11: Compatibele Accessoires

    Compatibele accessoires Controleer de volgende website voor details over compatibele accessoires. https://cam.start.canon/H002/...
  • Pagina 12: Instructiehandleidingen

    Instructiehandleiding (meegeleverd met de camera) Bevat basisinstructies over de camera. Uitgebreide gebruikershandleiding Volledige instructies vindt u in deze Uitgebreide gebruikershandleiding. Raadpleeg voor de nieuwste Uitgebreide gebruikershandleiding de volgende website. https://cam.start.canon/C015/ Lens-/software-instructiehandleiding Download vanaf de volgende website en lees de aanvullende informatie. https://cam.start.canon/ Opmerking Selecteer [ : Handleiding/software URL] om de QR-code op het camerascherm...
  • Pagina 13: Verkorte Handleiding

    Verkorte handleiding Plaats de accu ( Laad na aankoop de accu op om deze te kunnen gebruiken ( Plaats de kaart ( Plaats de kaart met de etiketzijde naar de voorkant van de camera gericht totdat deze vastklikt.
  • Pagina 14: Zet De Aan-/Uitschakelaar Op Programmakeuzewiel In Op

    Bevestig de lens ( Zorg ervoor dat de rode bevestigingsmarkering op de lens en die op de camera zich op één lijn bevinden als u de lens wilt bevestigen. Zet de aan-/uitschakelaar op < > en stel vervolgens het programmakeuzewiel in op < >...
  • Pagina 15: Stel Scherp Op Het Onderwerp

    Stel scherp op het onderwerp ( Op elk gedetecteerd gezicht verschijnt een trackingkader [ ] voor AF. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp. Als < > op het scherm knippert, breng de ingebouwde flitser dan handmatig omhoog.
  • Pagina 16: Over Deze Handleiding

    Over deze handleiding Pictogrammen in deze handleiding Uitgangspunten voor bedieningsinstructies en voorbeeldfoto's Pictogrammen in deze handleiding > Geeft het wiel aan. < < > < > Geeft aan in welke richting u op de pijltjestoetsen (< >) moet drukken. < >...
  • Pagina 17: Uitgangspunten Voor Bedieningsinstructies En Voorbeeldfoto's

    Uitgangspunten voor bedieningsinstructies en voorbeeldfoto's Controleer of de aan-/uitschakelaar is ingesteld op < > ( ) voordat u instructies volgt. Aangenomen wordt dat alle menu-instellingen en persoonlijke voorkeuzen op de standaardinstellingen zijn ingesteld. Als voorbeeld is er in de illustraties in deze handleiding een RF-S18-45mm F4.5-6.3 IS STM-lens op de camera bevestigd.
  • Pagina 18: Compatibele Geheugenkaarten

    Compatibele geheugenkaarten De volgende kaarten kunnen met de camera worden gebruikt, ongeacht de capaciteit. Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren ( SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten UHS-I-kaarten worden ondersteund.
  • Pagina 19: Veiligheidsmaatregelen

    Veiligheidsmaatregelen Zorg dat u deze veiligheidsmaatregelen leest om het product veilig te kunnen gebruiken. Houd u aan deze veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat de gebruiker van het product of anderen verwondingen of letsel oplopen. WAARSCHUWING: Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
  • Pagina 20 Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u in de winkel verkrijgbare accu's of bijgeleverde accupacks gebruikt. • Gebruik accu's/accupacks alleen voor het product waarvoor ze bedoeld zijn. • Verwarm accu's/accupacks niet en stel ze niet bloot aan vuur. • Laad batterijen alleen op met goedgekeurde batterijladers. •...
  • Pagina 21 WAARSCHUWING: Volg onderstaande aanwijzingen op die aanzetten tot voorzichtigheid. Als u dat niet doet, kan dit resulteren in letsel of beschadiging van eigendommen. Gebruik de flitser niet in de buurt van de ogen. Dit kan pijn doen aan de ogen. Kijk niet langdurig naar het scherm of door de zoeker.
  • Pagina 22: Tips En Waarschuwingen Voor Het Gebruik

    De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem onmiddellijk contact op met een Canon Service Center als de camera nat wordt. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een schone, licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
  • Pagina 23 De camera kan warm worden na herhaalde malen continue opname of fotograferen/ video-opnamen gedurende een langere periode. Dit is geen defect. Een felle lichtbron binnen of buiten het beeldgebied kan reflecties veroorzaken. Indien u met achtergrondbelichting opneemt, houd de zon dan voldoende weg van de beeldhoek.
  • Pagina 24: Scherm En Zoeker

    Scherm en zoeker Het volgende heeft geen invloed op de beelden die door de camera worden opgenomen. Hoewel het scherm en de zoeker zijn gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve pixels hebben, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen en kunnen er ook zwarte, rode of andere gekleurde vlekken voorkomen.
  • Pagina 25 Lens Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, plaatst u de lens met de achterkant naar boven en bevestigt u de achterste lensdop om krassen op het lensoppervlak en de elektrische contacten te voorkomen (1).
  • Pagina 26: Vegen Op De Beeldsensor

    Als er vegen zichtbaar zijn op het beeld, raden wij u aan de sensor te laten reinigen door een Canon Service Center bij u in de buurt.
  • Pagina 27: Namen Van Onderdelen

    Namen van onderdelen De draagriem bevestigen (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) (18) (19) (21) (20) (22) (26) (23) (24) (25)
  • Pagina 28 Programmakeuzewiel < >-wiel Ontspanknop Video-opnameknop Markering RF lensvatting Beeldsensor Greep Contacten Lensvatting (10) Ingebouwde flitser (11) Microfoon (mono) (12) Luidspreker (13) < > Scherpstelvlakmarkering (14) Bevestigingspunt draagriem (15) AF-hulplicht/rode-ogenreductie/zelfontspanner/afstandsbediening lampje (16) Aansluitingenklepje (17) Lensontgrendelingsknop (18) Lensvergrendelingsstift (19) < > IN-aansluiting externe microfoon (20) Aansluiting afstandsbediening (21)
  • Pagina 29 (14) (20) (15) (21) (10) (16) (22) (11) (17) (12) (18) (13) (19)
  • Pagina 30 Flitsschoen Oogschelp Zoekeroculair Scherm < > aan-/uitschakelaar Zoekersensor Aansluitingenklepje Lees-/schrijfindicator < > Infoknop (10) < > Snel instellen-/instelknop (11) < > Knop voor links/ISO-snelheid (12) < > Knop voor omlaag/zelfontspanner/transportmodusselectie (13) < > Afspeelknop (14) < > Knop voor AE-vergrendeling/FE-vergrendeling/vergroten (15) <...
  • Pagina 31 Programmakeuzewiel Functies op het programmakeuzewiel zijn gegroepeerd in basismodi, creatieve modi en video-opnamemodi. (1) Basismodi U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. De camera stelt alles in en zorgt dat de instellingen zijn afgestemd op het onderwerp of de scène. : Automatisch/scène ( : Hybride auto ( : Speciale scène (...
  • Pagina 32 (2) Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen naar wens vast te leggen. AE-programma AE met sluitertijdvoorkeuze AE met diafragmavoorkeuze Handmatige belichting (3) Video-opname Voor allerlei video-opnamen (...
  • Pagina 33 Acculader LC-E17 Lader voor accu LP-E17 ( Stekker Laadlampje Lampje “volledig opgeladen” Accusleuven...
  • Pagina 34: De Draagriem Bevestigen

    De draagriem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door het bevestigingspunt van de draagriem en steek het vervolgens door de gesp van de riem zoals afgebeeld. Trek de draagriem strak en zorg ervoor dat deze goed vastzit in de gesp.
  • Pagina 35: Software/Apps

    Software/apps Overzicht software/apps Computersoftware installeren Smartphone-apps installeren Software-instructiehandleidingen Overzicht software/apps In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van de software die met EOS-camera's wordt gebruikt. Houd er rekening mee dat u voor het installeren van de software een internetverbinding nodig hebt. De software kan niet worden geïnstalleerd in omgevingen zonder internetverbinding.
  • Pagina 36: Computersoftware Installeren

    Download de software. Maak vanaf een computer verbinding met internet en ga naar de volgende Canon-website. https://cam.start.canon/ Afhankelijk van de software moet u mogelijk het serienummer van de camera invoeren. Het serienummer bevindt zich aan de onderkant van de camera.
  • Pagina 37: Smartphone-Apps Installeren

    Smartphone-apps installeren Installeer altijd de laatste versie. Er kunnen apps worden geïnstalleerd via Google Play of de App Store. U hebt vanaf de volgende Canon-website ook toegang tot Google Play en App Store. https://cam.start.canon/...
  • Pagina 38 Software-instructiehandleidingen Bekijk de volgende website voor software-instructiehandleidingen. https://cam.start.canon/...
  • Pagina 39: Voorbereiding En Basisbediening

    Voorbereiding en basisbediening In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen voor het maken van opnamen en de basis camerahandelingen beschreven. • De accu opladen • De accu en kaart invoeren/verwijderen • De camera inschakelen • RF/RF-S-lenzen bevestigen en verwijderen • EF/EF-S-lenzen bevestigen en verwijderen •...
  • Pagina 40: De Accu Opladen

    De accu opladen Verwijder het beschermdeksel van de accu. Plaats de accu volledig in de lader. Doe het tegenovergestelde om de accu te verwijderen.
  • Pagina 41 Laad de accu op. Klap de contactpunten van de acculader naar buiten en steek de acculader in het stopcontact. Het opladen begint automatisch en het laadlampje (1) wordt oranje. Als de accu volledig is opgeladen, wordt het lampje “volledig opgeladen” (2) groen. Het opladen van een lege accu duurt ca.
  • Pagina 42 De acculader kan ook in het buitenland worden gebruikt. De acculader is compatibel met een voedingsbron van 100 VAC tot 240 VAC, 50/60 Hz. Indien nodig kunt u een in de handel verkrijgbare stekkeradapter voor het desbetreffende land of de desbetreffende regio gebruiken. Sluit geen draagbare spanningsomvormer aan op de acculader.
  • Pagina 43: De Accu En Kaart Invoeren/Verwijderen

    De accu en kaart invoeren/verwijderen Plaatsen De kaart formatteren Verwijderen Plaats een volledig opgeladen accu LP-E17 en kaart in de camera. De vastgelegde beelden worden opgeslagen op de kaart. Plaatsen Verschuif de vergrendeling van het kaart-/accucompartimentklepje en open het klepje. Plaats de accu.
  • Pagina 44 Plaats de kaart. Plaats de kaart met de etiketzijde naar de voorkant van de camera gericht totdat deze vastklikt. Waarschuwing Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje (1) van de kaart omhoog staat, zodat schrijven en wissen mogelijk is. Sluit het klepje. Druk het klepje dicht en verschuif de vergrendeling van het kaart-/ accucompartimentklepje om te vergrendelen.
  • Pagina 45: De Kaart Formatteren

    De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren (...
  • Pagina 46: Verwijderen

    Verwijderen Verschuif de vergrendeling van het kaart-/accucompartimentklepje en open het klepje. Zet de aan-/uitschakelaar op < >. Controleer of de lees-/schrijfindicator (1) uit is en open vervolgens het kaart-/accucompartimentklepje. Sluit de klep als [Opslaan...] op het scherm wordt weergegeven. De accu verwijderen. Druk de accuvergrendelingshendel in de richting van de pijl en verwijder de accu.
  • Pagina 47 Verwijder de kaart. Druk de kaart voorzichtig in de camera en laat de kaart vervolgens los om deze uit te werpen. Trek de kaart recht uit de camera en sluit het klepje. Waarschuwing Verwijder de kaarten niet onmiddellijk na de weergave van een rood pictogram ] terwijl u opneemt.
  • Pagina 48 Waarschuwing Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat beelden op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgedragen. Maak het kaart-/accucompartimentklepje niet open. Verricht nooit een van de volgende handelingen wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, om beschadiging van beeldgegevens, kaarten of de camera te voorkomen.
  • Pagina 49: De Camera Inschakelen

    De camera inschakelen De datum, tijd en tijdzone instellen De weergavetaal instellen Indicator accuniveau < > De camera wordt ingeschakeld. U kunt nu foto's maken en video's opnemen. < > De camera is uitgeschakeld en werkt niet. Zet de aan-/uitschakelaar op deze positie wanneer u de camera niet gebruikt.
  • Pagina 50: De Weergavetaal Instellen

    De weergavetaal instellen Taal voor het wijzigen van de interfacetaal.
  • Pagina 51 Indicator accuniveau Wanneer de aan-/uitschakelaar is ingesteld op < >, wordt het accuniveau aangegeven. De accu is vol. Het accuniveau is laag, maar de camera kan nog worden gebruikt. De accu is bijna leeg (knippert). Laad de accu op. Opmerking De accu raakt sneller leeg wanneer u een van de volgende handelingen verricht: •...
  • Pagina 52: Rf/Rf-S-Lenzen Bevestigen En Verwijderen

    RF/RF-S-lenzen bevestigen en verwijderen Een lens bevestigen Een lens verwijderen Waarschuwing Kijk niet rechtstreeks naar de zon door een lens. Dit kan het gezichtsvermogen beschadigen. Stel de aan-/uitschakelaar van de camera in op < > wanneer u een lens bevestigt of verwijdert. Als het voorste deel (de scherpstelring) van de lens tijdens het automatisch scherpstellen draait, raak het draaiende deel dan niet aan.
  • Pagina 53: Een Lens Bevestigen

    Een lens bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop (1) en cameradop (2) door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven. Bevestig de lens. Zorg ervoor dat de rode bevestigingsmarkering op de lens en die op de camera zich op gelijke hoogte bevinden en draai de lens in de richting van de pijl totdat deze vastklikt.
  • Pagina 54 Stel de scherpstelmodus in op < >. < > staat voor Auto Focus, oftewel automatische scherpstelling. < > staat voor Manual Focus, oftewel handmatige scherpstelling. Automatische scherpstelling is uitgeschakeld. Voor RF-lenzen zonder scherpstelmodusknop Stel [ : Scherpstelmodus] in op [AF]. Opmerking Niet beschikbaar in de modus <...
  • Pagina 55 Voor RF-lenzen met scherpstelmodusknop Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op < >. Omdat de instelling op de lens voorrang krijgt, heeft de camera-instelling geen effect. Verwijder de voorste lensdop.
  • Pagina 56: Een Lens Verwijderen

    Een lens verwijderen Druk op de lensontgrendelingsknop en draai de lens in de richting van de pijl. Draai de lens totdat deze niet meer verder kan en koppel de lens los. Bevestig de achterste lensdop op de lens die u hebt verwijderd.
  • Pagina 57: Ef/Ef-S-Lenzen Bevestigen En Verwijderen

    EF/EF-S-lenzen bevestigen en verwijderen Een lens bevestigen Een lens verwijderen U kunt alle EF- en EF-S-lenzen gebruiken door de optionele vattingadapter EF-EOS R te bevestigen. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-lenzen. Een lens bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop (1) en cameradop (2) door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
  • Pagina 58 Bevestig de lens aan de adapter. Zorg ervoor dat de rode of witte bevestigingsmarkering op de lens zich op gelijke hoogte bevindt met die op de voedingsadapter en draai de lens in de richting van de pijl totdat deze vastklikt. (3) Rode markering (4) Witte markering Bevestig de adapter op de camera.
  • Pagina 59 Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op < >. < > staat voor Auto Focus, oftewel automatische scherpstelling. < > staat voor Manual Focus, oftewel handmatige scherpstelling. Automatische scherpstelling is uitgeschakeld. Verwijder de voorste lensdop.
  • Pagina 60 Een lens verwijderen Druk op de lensontgrendelingsknop en draai de adapter in de richting van de pijl. Draai de lens totdat deze niet meer verder kan en koppel de lens los. Ontkoppel de lens van de adapter. Houd de ontgrendelknop op de adapter ingedrukt en draai de lens linksom.
  • Pagina 61: De Zoeker Gebruiken

    De zoeker gebruiken Dioptrische aanpassing Kijk door de zoeker om deze te activeren. U kunt ook de weergave beperken tot het scherm of de zoeker ( Dioptrische aanpassing Verschuif de schuifregelaar voor dioptrische aanpassing. Schuif de knop naar links of rechts zodat de zoekerweergave scherp is. Waarschuwing De zoeker en het scherm kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld.
  • Pagina 62: Basisbediening

    Basisbediening De camera vasthouden Ontspanknop < >-wiel < > Bedieningsring < > Infoknop...
  • Pagina 63: De Camera Vasthouden

    De camera vasthouden Voor scherpe beelden houdt u de camera stil om cameratrilling te minimaliseren. (1) Horizontale opname (2) Verticale opname 1. Houd de camera met uw rechterhand stevig vast aan de cameragreep. 2. Ondersteun de lens van onderaf met uw linkerhand. 3.
  • Pagina 64: Ontspanknop

    Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en de diafragmawaarde instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragmawaarde) wordt gedurende circa 8 seconden op het scherm of de zoeker weergegeven (meettimer/ Helemaal indrukken De sluiter ontspant en de opname wordt gemaakt.
  • Pagina 65 Opmerking De camera zal nog steeds pauzeren voordat u een opname maakt als u de ontspanknop volledig indrukt zonder deze eerst tot de helft in te drukken, of als u de ontspanknop tot de helft indrukt en onmiddellijk volledig indrukt. Zelfs bij menuweergave of het afspelen van beelden kunt u direct teruggaan naar de opnamestand door de ontspanknop half in te drukken.
  • Pagina 66 < >-wiel Kijk naar het scherm terwijl u aan het wiel < > draait. Gebruik dit wiel om de sluitertijd, de diafragmawaarde, enzovoort, in te stellen.
  • Pagina 67: Bedieningsring

    < > Bedieningsring U kunt belichtingscompensatie instellen door aan de bedieningsring van RF-lenzen te draaien terwijl u de ontspanknop half indrukt in de modus <P>, <Tv>, <Av> of <M>. Waarschuwing : Scherpstel-/bedieningsring] moet worden ingesteld als u lenzen gebruikt met een combinatie van scherpstelring/bedieningsring, maar zonder schakelaar om tussen deze functies te schakelen ( De bedieningsring van de vattingadapter met bedieningsring EF-EOS R heeft geen effect.
  • Pagina 68 < > Infoknop Met elke druk op de knop < > verandert de weergegeven informatie. De volgende voorbeeldschermen zijn voor foto's. * In de basismodi wordt het scherm bij (5) niet weergegeven.
  • Pagina 69: Schermweergaveniveau Instellen

    Schermweergaveniveau instellen Menuweergave Uitleg voor opnamemodus Uitleg U kunt naar wens instellen hoe informatie op het scherm wordt weergegeven. Wijzig de instellingen naar wens. Geef de hoofdtabbladen weer. Druk op de knop < > om het menuscherm weer te geven.
  • Pagina 70: Menuweergave

    Selecteer het tabblad [ Draai het wiel < > of druk op de toetsen < >< > om het tabblad [ ] te selecteren en druk vervolgens op < >. Menuweergave U kunt kiezen uit [Standaard] of [Met uitleg] als type menuweergave. Als dit is ingesteld op [Met uitleg], geeft de camera hoofdtabbladbeschrijvingen weer nadat u op de knop <...
  • Pagina 71 Selecteer het type weergave. (1) Hoofdtabbladen Opmerking Het tabblad [ ] (tabblad My Menu) wordt niet weergegeven als [Met uitleg] is ingesteld. Voor toegang tot My Menu ( ) wijzigt u het menuweergaveniveau in [Standaard].
  • Pagina 72: Uitleg Voor Opnamemodus

    Uitleg voor opnamemodus U kunt een korte beschrijving van de opnamemodus weergeven wanneer u schakelt tussen opnamemodi. De standaardinstelling is [Inschakelen]. Selecteer [ : Modusuitleg]. Selecteer [Inschakelen]. Draai aan het programmakeuzewiel. Een beschrijving van de geselecteerde opnamemodus verschijnt.
  • Pagina 73 Druk op de toets < >. De rest van de beschrijving verschijnt. Als u de modusuitleg wilt wissen, drukt u op < >. In de modus < >/< > kunt u het opnamemodus- selectiescherm weergeven.
  • Pagina 74 Uitleg U kunt een korte beschrijving van de functies en items weergeven wanneer u de Snel instellen- of menuopties gebruikt. De standaardinstelling is [Inschakelen]. Selecteer [ : Uitleg]. Selecteer [Inschakelen].
  • Pagina 75 Voorbeeldschermen Scherm Snel instellen Menuscherm (1) Uitleg Opmerking Als u een beschrijving wilt wissen, gaat u door met het uitvoeren van bewerkingen.
  • Pagina 76: Menubewerkingen En -Instellingen

    Menubewerkingen en -instellingen Menuscherm Procedure voor het instellen van het menu Gedimde menu-items < >-knop < >-knop Scherm < >-knop < >-wiel...
  • Pagina 77: Menu [Scherm]

    Menuscherm De weergegeven menutabbladen en -opties variëren met de opnamemodus. Basismodi Video-opname Creatieve modi Secundaire tabbladen Menu-instellingen Menu-items...
  • Pagina 78: Procedure Voor Het Instellen Van Het Menu

    Procedure voor het instellen van het menu Bij instelling op [ : Menuweergave: Met uitleg] Geef de hoofdtabbladen weer. Als u op de knop < > drukt, verschijnen de hoofdtabbladen (1) en een beschrijving van het geselecteerde tabblad. Selecteer een hoofdtabblad. Draai het wiel <...
  • Pagina 79 Selecteer een secundair tabblad. Gebruik de toetsen < >< > of draai het wiel < > om een secundair tabblad te selecteren. Selecteer een item. Gebruik de toetsen < >< > om een item te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 80 Stel een optie in. Druk op de knop < > om hem in te stellen. Als u de standaardinstelling wijzigt, wordt dit aangegeven in blauw (alleen beschikbaar voor de menu-items op het tabblad [ Verlaat de instelling. Druk twee keer op de knop < >...
  • Pagina 81 Bij instelling op [ : Menuweergave: Standaard] Geef het menuscherm weer. Druk op de knop < > om het menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de knop < > om te schakelen tussen de hoofdtabbladen (1). Gebruik de toetsen < ><...
  • Pagina 82: Gedimde Menu-Items

    Gedimde menu-items Voorbeeld: Bij instelling op [Lichte tonen prioriteit] Gedimde menu-items kunnen niet worden ingesteld. Menu-items worden gedimd weergegeven als een andere functie-instelling voorrang heeft. U kunt de overschrijffunctie weergeven door het gedimde menu-item te selecteren en op de knop < >...
  • Pagina 83: Snel Instellen

    Snel instellen Tijdens opnamen maken Tijdens afspelen U kunt de instellingen die worden weergegeven op het scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Tijdens opnamen maken Druk op de knop < > ( Selecteer een item. Druk op de toetsen < >< >...
  • Pagina 84 Selecteer een optie. Draai het wiel < > of druk op de toetsen < >< > om de instelling aan te passen. Sommige items worden ingesteld door daarna op een knop te drukken. Druk op de knop < > om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm.
  • Pagina 85: Tijdens Afspelen

    Tijdens afspelen Druk op de knop < >. Selecteer een item. Druk op de toetsen < >< > om te selecteren. Selecteer een optie. Draai het wiel < > of druk op de toetsen < >< > om de instelling aan te passen. Sommige items worden ingesteld door daarna op een knop te drukken.
  • Pagina 86 Opmerking Voor beelden van andere camera's kunnen de beschikbare opties beperkt zijn.
  • Pagina 87: Basismodi

    Basismodi In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken; de camera stelt alles automatisch in. •...
  • Pagina 88: Scene Intelligent Auto

    Scene Intelligent Auto Opnamen maken van bewegende onderwerpen Scènepictogrammen Opnemen met toegepaste effecten (Creatieve hulp) < > is een volledig automatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan op het niet-bewegende of bewegende onderwerp door de beweging van het onderwerp te detecteren ( Stel het programmakeuzewiel in op <...
  • Pagina 89 Richt de camera op wat u wilt opnemen (het onderwerp). In essentie stelt de camera scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp. AF-punten (1) worden weergegeven op alle gedetecteerde gezichten of ogen. Als een kader (AF-punt) op het scherm wordt weergegeven, plaatst u dit op het onderwerp.
  • Pagina 90 Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. Het gemaakte beeld wordt circa 2 seconden op het scherm weergegeven. Als u de ingebouwde flitser wilt inklappen, duwt u de flitser met uw vingers naar beneden. Waarschuwing Bewegingen van het onderwerp (of het onderwerp nu stilstaat of beweegt) worden mogelijk niet goed gedetecteerd voor sommige onderwerpen of...
  • Pagina 91: Veelgestelde Vragen

    Veelgestelde vragen Scherpstellen is niet mogelijk (aangegeven door een oranje AF-punt). Richt het AF-punt op een gedeelte met goed contrast en druk de ontspanknop vervolgens half in ( ). Als u te dicht bij het onderwerp bent, gaat u iets achteruit en maakt u een nieuwe opname.
  • Pagina 92: Opnamen Maken Van Bewegende Onderwerpen

    Opnamen maken van bewegende onderwerpen Als u de ontspanknop half indrukt, worden bewegende onderwerpen gevolgd om ze scherp te houden. Houd het onderwerp op het scherm terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt, en druk op het beslissende moment de ontspanknop helemaal in.
  • Pagina 93 Scènepictogrammen De camera detecteert het scènetype en alles wordt automatisch ingesteld. Bij foto's maken wordt linksboven in het scherm een pictogram weergegeven dat het gedetecteerde type scène weergeeft (...
  • Pagina 94: Opnemen Met Toegepaste Effecten (Creatieve Hulp)

    Opnemen met toegepaste effecten (Creatieve hulp) Druk op de knop < >. Lees de melding en selecteer [OK]. Selecteer een effect. Gebruik het wiel < > of de toetsen < >< > om een effect te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 95 Selecteer het effectniveau en andere details. Stel in met het wiel < > of de toetsen < >< > en druk op de knop < >. Als u de instelling opnieuw wilt instellen, drukt u op de knop < > en selecteert u [OK].
  • Pagina 96: Effecten Van Creative Assist

    Effecten van Creative Assist ] Voorinstelling Selecteer een van de vooraf ingestelde effecten. [Verzadiging], [Kleurtoon 1] en [Kleurtoon 2] zijn niet beschikbaar bij [B&W]. ] Achtergrond wazig Pas de onscherpte van de achtergrond aan. Kies hogere waarden om achtergronden scherper te maken. Kies lagere waarden om de achtergrond te vervagen. Met [Auto] past u de onscherpte van de achtergrond aan de helderheid aan.
  • Pagina 97: Hybride Auto

    Hybride auto Type digest-video In de modus < > kunt u een korte video maken van de dag door alleen foto's te maken. De camera neemt clips van 2–4 seconden op voorafgaand aan elke opname, die later worden gecombineerd tot een digest-video ( Stel het programmakeuzewiel in op <...
  • Pagina 98 Opmerking Houd voor indrukwekkender digest-video's de camera op onderwerpen gericht gedurende ongeveer 4 seconden voordat u een foto maakt. De levensduur van de accu is in deze modus korter dan in de modus < >, omdat er voor elke opname digest-video's worden opgenomen. Een digest-video wordt mogelijk niet opgenomen als u een foto maakt vlak nadat u de camera hebt ingeschakeld, als u de modus <...
  • Pagina 99 Type digest-video Zowel foto's als clips worden opgenomen wanneer u in de modus < >-modus opneemt, maar u kunt opgeven of u de foto's wilt opnemen in de resulterende digest-video. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Selecteer [ : Digest-type].
  • Pagina 100 Selecteer een optie. Met foto's Digest-video's bevatten foto's. Geen foto's Digest-video's bevatten geen foto's.
  • Pagina 101: Modus Speciale Scène

    Modus Speciale scène De camera kiest automatisch de juiste instellingen wanneer u een opnamemodus voor uw onderwerp of scène selecteert. * < > staat voor Special Scene, oftewel Speciale scène. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Druk op de knop < >.
  • Pagina 102 Opmerking U kunt de opnamemodus ook instellen in [ : Opnamemodus]. Als [ : Modusuitleg] is ingesteld op [Uitschakelen], drukt u na stap 1 op de knop < > om het scherm Snel instellen te openen, gebruikt u het wiel < > of de toetsen <...
  • Pagina 103: Beschikbare Opnamemodi In De Modus

    Beschikbare opnamemodi in de modus <SCN> Opnamemodus Portret Voedsel Landschap Nacht portret Sport Nachtopnamen uit hand Pannen HDR-tegenlicht Close-up Stille modus...
  • Pagina 104: Portretmodus

    Portretmodus Gebruik de modus [ ] (Portret) om de achtergrond onscherp te maken en de persoon die u opneemt te laten opvallen. Ook worden de huidtinten en het haar zachter gemaakt. Opnametips Selecteer de locatie waar de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond het grootst is.
  • Pagina 105: Landschapsmodus

    Landschapsmodus Gebruik de modus [ ] (Landschap) voor panoramafoto's, om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauw- en groentinten en scherpe en heldere beelden. Opnametips Gebruik bij een zoomlens de groothoekkant. Stel bij gebruik van een zoomlens deze in op groothoekkant om onderwerpen dichtbij en veraf scherp te krijgen.
  • Pagina 106: Sportmodus

    Sportmodus Gebruik de modus [ ] (Sport) om bewegende onderwerpen op te nemen, zoals hardlopers of rijdende auto's. Opnametips Gebruik een telelens. Om opnamen vanaf een afstand mogelijk te maken wordt het gebruik van een telelens aanbevolen. Volg het onderwerp binnen het gebieds-AF-kader. Er wordt een gebieds-AF-kader weergegeven nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt.
  • Pagina 107: Panmodus

    Panmodus Met pannen kunt u een snelheidsindruk geven door de achtergrond onscherp te maken. Bevestig een lens die compatibel is met de modus [ ] (Pannen) om de wazigheid van het onderwerp te verminderen en onderwerpen duidelijk en scherp te houden. Opnametips Draai de camera om het bewegende onderwerp te volgen.
  • Pagina 108 Overweeg om stofwisdata te verkrijgen voordat u opnamen maakt. ( Ga naar de website van Canon voor meer informatie over lenzen die compatibel zijn met de modus [ Sluitertijden zijn trager. Daarom is de panmodus niet geschikt, tenzij u pant terwijl u opnamen maakt.
  • Pagina 109: Close-Upmodus

    Close-upmodus Gebruik de modus [ ] (Close-up) voor close-ups of kleine onderwerpen, zoals bloemen. Gebruik een macrolens (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Met een eenvoudige achtergrond komen kleine objecten zoals bloemen beter tot hun recht.
  • Pagina 110: Voedselmodus

    Voedselmodus Gebruik de modus [ ] (Voedsel) voor culinaire fotografie. De foto wordt scherp en aantrekkelijk. De roodachtige tint die wordt veroorzaakt door de lichtbron, wordt bovendien onderdrukt in opnamen die worden gemaakt bij kunstlicht, enzovoort. Opnametips Pas de kleurtoon aan. [Kleurtoon] kan worden aangepast.
  • Pagina 111: Nachtportretmodus

    Nachtportretmodus Gebruik [ ] (Nacht portret)-modus voor heldere, mooie opnamen van mensen met nachtopnamen op de achtergrond. Houd er rekening mee dat voor opnamen in deze modus de ingebouwde flitser of een Speedlite nodig is. U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
  • Pagina 112 Waarschuwing Vraag onderwerpen zich even niet te bewegen nadat er is geflitst. Scherpstellen kan moeilijk zijn als gezichten van de gefotografeerde personen er donker uitzien als u de foto maakt. Stel in een dergelijk geval de scherpstelmodus in op MF ( ) en stel handmatig scherp.
  • Pagina 113: Modus Nachtopnamen Uit Hand

    Modus Nachtopnamen uit hand De modus [ ] (Nachtopnamen uit hand) maakt het maken van opnamen uit de hand voor nachtopnamen mogelijk. In deze opnamemodus worden voor elke opname vier foto's achter elkaar gemaakt. Deze worden vervolgens gecombineerd en opgeslagen als één beeld met verminderde cameratrilling.
  • Pagina 114 Waarschuwing Vergeleken met andere opnamemodi is het beeldgebied kleiner. RAW-beeldkwaliteit kan niet worden ingesteld. Automatisch scherpstellen bij avond of met een donkere achtergrond kan moeilijk zijn als er lichtpunten in het AF-punt aanwezig zijn. Stel in een dergelijk geval de scherpstelmodus in op MF ( ) en stel handmatig scherp.
  • Pagina 115: Modus Hdr-Tegenlicht

    Modus HDR-tegenlicht Gebruik de modus [ HDR-tegenlicht) voor scènes met tegenlicht en zowel lichte als donkere gebieden. Bij het maken van opnamen in deze modus worden drie opeenvolgende beelden met verschillende belichtingen gemaakt, die worden gecombineerd om een enkel HDR-beeld te maken waarin details in schaduwen worden weergegeven die anders verloren kunnen gaan vanwege tegenlicht.
  • Pagina 116: Stille Sluitermodus

    Stille sluitermodus Wanneer u stilte nodig hebt, kunt u opnamen maken zonder pieptonen of sluiterknopgeluiden. Tijdens het fotograferen wordt tijdelijk een wit kader rond het scherm weergegeven. Opnametips Maak enkele testopnamen. Overweeg vooraf enkele testopnamen te maken, want aanpassing van het diafragma van de lens en scherpstelling kan onder sommige opnameomstandigheden hoorbaar zijn.
  • Pagina 117: Modus Creatieve Filters

    Modus Creatieve filters Kenmerken van creatieve filters Het miniatuureffect aanpassen U kunt opnamen maken terwijl creatieve filtereffecten worden toegepast. Filtereffecten kunnen worden weergegeven voordat u een opname maakt. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Druk op de knop < >.
  • Pagina 118 Selecteer een filtereffect. Gebruik het wiel < > of de toetsen < >< > om een filtereffect ) te selecteren en druk op de knop < >. De opname wordt weergegeven met het desbetreffende filtereffect toegepast. Pas het effect aan en maak de foto. Druk op <...
  • Pagina 119 Opmerking Met [Korrelig Z/W] zal het korrelige voorbeeld enigszins afwijken van het uiterlijk van uw opnamen. Met de opties [Softfocus] of [Miniatuureffect] kan het voorbeeld met wazig effect enigszins afwijken van het uiterlijk van uw opnamen. Er wordt geen histogram weergegeven. Een vergrote weergave is niet beschikbaar.
  • Pagina 120: Kenmerken Van Creatieve Filters

    Kenmerken van creatieve filters Korrelig Z/W Maakt het beeld korrelig en zwart-wit. Door het contrast aan te passen kunt u het zwart- witeffect veranderen. Softfocus Geeft het beeld een zachte uitstraling. Door de scherpte aan te passen bepaalt u de zachtheid van het beeld.
  • Pagina 121 HDR-kunst olieverf De kleuren zijn het meest verzadigd, waardoor het onderwerp er echt uitspringt en de opname er als een olieverfschilderij uitziet. HDR-kunst embossed De kleurverzadiging, de helderheid, het contrast en de gradatie zijn beperkt, wat ervoor zorgt dat de opname er vlak, vervaagd en oud uitziet. De onderwerpcontouren hebben intense heldere (of donkere) randen.
  • Pagina 122 Het miniatuureffect aanpassen Verplaats het scènekader. Gebruik het scènekader om een gebied in te stellen dat scherp wordt. Druk op de knop < > om beweging van het scènekader mogelijk te maken, dat oranje wordt. Als u de oriëntatie van het scènekader wilt wisselen, gebruikt u de toetsen <...
  • Pagina 123 Verplaats het AF-punt zoals gewenst en maak de opname. Het AF-punt wordt oranje en kan worden verplaatst. Druk op de toetsen < >< >< >< > om het AF-punt te verplaatsen naar de positie waarop moet worden scherpgesteld. Het wordt aanbevolen om het AF-punt en het scènekader uit te lijnen. Druk op de knop <...
  • Pagina 124: Creatieve Modi

    Creatieve modi Creatieve modi geven u de vrijheid om diverse opnamen te maken door de sluitertijd, diafragmawaarde, belichting, enzovoort, van uw keuze te maken. Als u de beschrijving van de opnamemodus die wordt weergegeven wanneer u aan het programmakeuzewiel draait, wilt wissen, drukt u op de knop < >...
  • Pagina 125: P: Ae-Programma

    P: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en de diafragmawaarde in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen. * <P> staat voor programma. * AE staat voor Auto Exposure, oftewel automatische belichting. Stel het programmakeuzewiel in op <P>. Stel scherp op het onderwerp.
  • Pagina 126 Waarschuwing Wanneer de sluitertijd 30" en de kleinste diafragmawaarde knipperen, wijst dat op onderbelichting. Verhoog de ISO-snelheid of gebruik de flitser. Wanneer de sluitertijd 1/4000 en de hoogste diafragmawaarde knipperen, wijst dat op overbelichting. Verlaag de ISO-snelheid of gebruik een ND-filter (afzonderlijk verkrijgbaar) om de hoeveelheid licht die op de lens valt te verminderen.
  • Pagina 127: Tv: Ae Met Sluitertijdvoorkeuze

    Tv: AE met sluitertijdvoorkeuze In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch de diafragmawaarde in om de standaardbelichting te verkrijgen die bij de helderheid van het onderwerp past. Een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp als het ware bevriezen. Een langere sluitertijd geeft een wazig effect, wat de indruk van beweging wekt.
  • Pagina 128 Stel de gewenste sluitertijd in. Draai aan het wiel < > om de instelling te kiezen. Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in. Bekijk de weergave en maak een opname. Zolang de diafragmawaarde niet knippert, wordt de standaardbelichting gebruikt.
  • Pagina 129 Opmerking Weergave van de sluitertijd Geef voor sluitertijden die langzamer zijn dan 1/4 sec., wijzigingen in de noemernotatie weer als ". 0"5 staat bijvoorbeeld voor 0,5 sec. en 15" voor 15 sec.
  • Pagina 130: Av: Ae Met Diafragmavoorkeuze

    Av: AE met diafragmavoorkeuze In deze modus stelt u de gewenste diafragmawaarde in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die overeenkomt met de helderheid van het onderwerp. Bij een hoger f-getal (een kleiner diafragma) vallen de voorgrond en achtergrond meer samen binnen de acceptabele scherpstelling.
  • Pagina 131 Stel de gewenste diafragmawaarde in. Draai aan het wiel < > om de instelling te kiezen. Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in. Bekijk de weergave en maak een opname. Zolang de sluitertijd niet knippert, wordt de standaardbelichting verkregen.
  • Pagina 132 Opmerking Weergave van de diafragmawaarde Hoe hoger de waarde, hoe kleiner de diafragmaopening. De weergegeven diafragmawaarde kan variëren, afhankelijk van de lens. Als geen lens op de camera is bevestigd, wordt F00 als diafragmawaarde weergegeven.
  • Pagina 133 Scherptedieptecontrole Het diafragma verandert alleen op het moment dat u een opname maakt, en blijft op andere momenten open. Daardoor lijkt het scherptediepteveld op het scherm smal of ondiep. Als u het gebied waarop is scherpgesteld, wilt controleren, wijst u [ ] (scherptedieptecontrole) aan toe aan een knop en drukt u erop.
  • Pagina 134: M: Handmatige Belichting

    M: Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde naar wens in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau of gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting te bepalen. * <M> staat voor Manual, oftewel handmatig. Stel het programmakeuzewiel in op <M>.
  • Pagina 135 Stel de gewenste diafragmawaarde in. Druk op de toets < > om de diafragmawaarde te selecteren en draai vervolgens aan het < >-wiel om een waarde in te stellen. Stel scherp op het onderwerp. (1) Standaardbelichtingsindex (2) Markering belichtingsniveau Druk de ontspanknop half in. Controleer de markering voor het belichtingsniveau [ ] om te zien hoe ver het huidige belichtingsniveau van het standaardbelichtingsniveau is verwijderd.
  • Pagina 136 Stel de belichting in en maak de opname. Controleer de indicator voor het belichtingsniveau en stel de gewenste sluitertijd en de diafragmawaarde in. ] of [ ] verschijnt aan de uiteinden van de indicator voor belichtingsniveau als het niveau ±3 stops verder gaat dan standaardbelichting.
  • Pagina 137: Belichtingscompensatie Met Iso Auto

    Belichtingscompensatie met ISO auto Als de ISO-snelheid is ingesteld op [AUTO] voor opnamen met handmatige belichting, kunt u belichtingscompensatie ( ) als volgt instellen: : Bel.comp./AEB] Draai aan de bedieningsring terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt ( Waarschuwing De belichting is mogelijk niet als verwacht wanneer ISO auto is ingesteld, omdat de ISO-snelheid wordt aangepast om standaardbelichting te garanderen voor de door u ingevoerde sluitertijd en diafragmawaarde.
  • Pagina 138: Lange Belichtingstijden (Bulb)

    Lange belichtingstijden (bulb) In deze modus blijft de sluiter open zolang u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt. Zodra u de ontspanknop loslaat, gaat de sluiter dicht. Gebruik de instelling voor bulb-belichting voor nachtopnamen, opnamen van vuurwerk, de sterrenhemel en andere opnamen waarvoor een lange belichting is vereist.
  • Pagina 139 Maak de opname. De belichting blijft ingesteld zolang u de ontspanknop geheel ingedrukt houdt. De verstreken belichtingstijd wordt weergegeven op het scherm. Waarschuwing Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera.
  • Pagina 140: Instellingen Voor Af, Transport En Belichting

    Instellingen voor AF, Transport en Belichting In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u instellingen voor AF, transportmodus, meetmethode en gerelateerde instellingen kunt configureren. Waarschuwing < > staat voor Auto Focus, oftewel automatische scherpstelling. < > staat voor Manual Focus, oftewel handmatige scherpstelling. •...
  • Pagina 141: Af-Werking

    AF-werking 1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen Servo AF voor bewegende onderwerpen AF-hulplicht U kunt de eigenschappen selecteren voor de AF-werking die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp passen. In basismodi wordt automatisch de optimale AF-bediening voor de betreffende opnamemodus ingesteld. Draai het programmakeuzewiel naar een creatieve modus.
  • Pagina 142 Selecteer [ : AF-werking]. Selecteer een optie. Druk op de toetsen < >< >. : 1-beeld AF : Servo AF...
  • Pagina 143: Opnamen Met De Scherpstelvergrendeling

    1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen Deze AF-werking is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera slechts één keer scherp. Nadat op het onderwerp is scherpgesteld, wordt dat AF-punt groen en begint de camera te piepen. Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF-punt oranje. De scherpstelling blijft behouden terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt zodat u een nieuwe beeldcompositie kunt maken voordat u de opname maakt.
  • Pagina 144 Nadat het AF-punt waarop is scherpgesteld groen is geworden, houdt u de ontspanknop half ingedrukt en bepaalt u opnieuw de compositie. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
  • Pagina 145: Servo Af Voor Bewegende Onderwerpen

    Servo AF voor bewegende onderwerpen Deze AF-werking is geschikt voor bewegende onderwerpen. Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt, blijft de camera voortdurend scherpstellen op het onderwerp. Nadat op het onderwerp is scherpgesteld, wordt het AF-punt blauw. De pieptoon klinkt zelfs niet als op het onderwerp is scherpgesteld.
  • Pagina 146: Af-Hulplicht

    AF-hulplicht Het AF-hulplicht ( ) kan aangaan wanneer u de ontspanknop half indrukt bij weinig licht of onder soortgelijke omstandigheden om het scherpstellen te vereenvoudigen. Configureer bij een Speedlite de instelling naar wens op de Speedlite. Waarschuwing De flitser zendt geen AF-hulplicht uit als de AF-werking is ingesteld op [Servo AF]. Opmerking Als u AF-hulplicht wilt uitschakelen, stelt u [ : AF-hulplicht] in op [Uitschak.].
  • Pagina 147: Af-Methode

    AF-methode De AF-methode selecteren Oogdetectie Vergrote weergave Tips voor AF-opname Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld AF-bereik U kunt de AF-methode selecteren die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp past. De camera probeert scherp te stellen op de gezichten van iedereen binnen een AF- punt of zone AF-kader.
  • Pagina 148 : Spot AF De camera stelt scherp op een kleiner gebied dan [1-punt AF]. : 1-punt AF De camera stelt scherp met één AF-punt [ : Zone-AF Stelt scherp in een breed zone-AF-kader, waardoor u makkelijker op onderwerpen kunt scherpstellen dan met [1-punt AF]. Geeft voorrang aan scherpstellen op het dichtstbijzijnde onderwerp.
  • Pagina 149: De Af-Methode Selecteren

    De AF-methode selecteren Selecteer [ : AF-methode]. Selecteer een optie. Opmerking U kunt de AF-methode ook instellen zonder menu door op de knop < > te drukken en daarna nogmaals op < >.
  • Pagina 150 +volgen: De camera detecteert en stelt scherp op gezichten van mensen. Indien een gezicht beweegt, beweegt het AF-punt [ ] mee om het gezicht te volgen. Als [Oogdetectie] is ingesteld op [Inschak.], kunt u kunt opnemen terwijl op de ogen van het onderwerp is scherpgesteld ( * De volgende instructies zijn van toepassing op de camera wanneer AF-werking is ingesteld op [1- beeld AF] (...
  • Pagina 151 Stel scherp en maak de opname. Zodra u de ontspanknop half hebt ingedrukt en op het onderwerp hebt scherpgesteld, wordt het AF-punt groen en laat de camera een pieptoon horen. Een oranje AF-punt geeft aan dat de camera niet kon scherpstellen op onderwerpen.
  • Pagina 152 Opmerking Het actieve [ ] kan ook alleen een deel van het gezicht dekken. De grootte van het AF-punt wordt gewijzigd, afhankelijk van het onderwerp. Een AF-punt traceert gezichten of ogen waarop is scherpgesteld als u de instelling [Selectie te registreren onderw.] in Aangepaste bediening in Persoonlijke voorkeuze (C.Fn) hebt geconfigureerd ( Als u scherpstellen wilt activeren nadat er een AF-punt [ ] is verschenen op...
  • Pagina 153 Spot AF/1-punt AF/Zone-AF U kunt het AF-punt of het zone AF-kader handmatig instellen. Hier worden 1 punt AF- schermen als voorbeeld gebruikt. Controleer het AF-punt. Het AF-punt (1) wordt weergegeven. Met Zone-AF wordt het Zone-AF- kader weergegeven. Verplaats het AF-punt. Als u het AF-punt wilt verplaatsen, drukt u op de knop <...
  • Pagina 154 Stel scherp en maak de opname. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF- punt oranje.
  • Pagina 155: Oogdetectie

    Oogdetectie Met de AF-methode ingesteld op [ +volgen] kunt u kunt opnemen terwijl op de ogen van het onderwerp is scherpgesteld. Selecteer [ : Oogdetectie]. Selecteer [Inschak.].
  • Pagina 156 Richt de camera op het onderwerp. Er wordt een AF-punt weergegeven rond de ogen. Als het door u geselecteerde oog niet wordt gedetecteerd, wordt er automatisch een oog geselecteerd om op scherp te stellen. U kunt een oog of gezicht selecteren om op scherp te stellen met de toetsen <...
  • Pagina 157: Vergrote Weergave

    Vergrote weergave Als u de scherpstelling wilt controleren wanneer de AF-methode anders is dan [ +volgen], vergroot u de weergave circa 5 of 10 keer door op de knop < > te drukken en vervolgens op < >. De vergroting is gecentreerd op het AF-punt voor [Spot AF] of [1-punt AF] en op het Zone AF-kader voor [Zone-AF].
  • Pagina 158: Tips Voor Af-Opname

    Tips voor AF-opname Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaals scherpgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt. Voor en na het automatisch scherpstellen kan de helderheid van het beeld veranderen. Afhankelijk van het onderwerp en de opnameomstandigheden kan het langer duren voordat de camera scherpstelt of kan de continue opnamesnelheid lager liggen.
  • Pagina 159 Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe lucht en effen, platte oppervlakken of wanneer hoge lichten of schaduwpartijen geen detail meer hebben. Onderwerpen bij weinig licht. Strepen en andere patronen met alleen een horizontaal contrast. Onderwerpen met zich herhalende patronen (bijvoorbeeld: vensters in een wolkenkrabber, toetsenborden, enzovoort).
  • Pagina 160: Handmatige Scherpstelling

    Handmatige scherpstelling Als er met automatische scherpstelling geen scherpstelling kan worden bereikt, volgt u de onderstaande procedure voor handmatige scherpstelling. Stel de scherpstelmodus in op < >. Voor RF-lenzen zonder scherpstelmodusknop Stel [ : Scherpstelmodus] in op [MF].
  • Pagina 161 Voor RF-lenzen met scherpstelmodusknop Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op < >. Vergroot het beeld. Als u op de knop < > en daarna op < > drukt, verandert de vergrotingsverhouding als volgt. Het vergrote gebied verplaatsen. Gebruik de toetsen < ><...
  • Pagina 162: Mf-Peaking-Instellingen (Contouren Benadrukken)

    Stel handmatig scherp. Draai terwijl u naar het vergrote beeld kijkt, aan de scherpstelring op de lens om scherp te stellen. Nadat u hebt scherpgesteld, drukt u op de knop < > om naar de normale weergave terug te keren. MF-peaking-instellingen (contouren benadrukken) Tijdens opnamen kunt u randen van onderwerpen waarop is scherpgesteld, in kleur weergeven om het scherpstellen te vereenvoudigen.
  • Pagina 163 Stel het niveau en de kleur in. Stel dit naar wens in. Waarschuwing In vergrote weergave wordt peakingweergave niet getoond. Tijdens HDMI-uitgang wordt peakingweergave niet weergegeven op apparatuur die is aangesloten via HDMI. MF-pieken kunnen moeilijk te onderscheiden zijn bij hoge ISO-snelheden, vooral wanneer ISO vergroten is ingesteld.
  • Pagina 164: Transportmodus

    Transportmodus Selecteer [ : Transportmodus]. Selecteer een optie. ] Enkelbeeld Wanneer u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt, wordt er slechts één opname gemaakt. ] Continue opname Als u de ontspanknop geheel ingedrukt houdt, kunt u continu opnemen met een snelheid van max. ca. 6,5 opnamen/sec. terwijl u de knop ingedrukt houdt. Met AF- werking ingesteld op [Servo AF] is de snelheid bij continue-opnamesnelheid maximaal ca.
  • Pagina 165: De Zelfontspanner Gebruiken

    De zelfontspanner gebruiken Selecteer [ : Transportmodus]. Selecteer een optie. : Opname na 10 sec. Opnamen maken met de afstandsbediening is ook mogelijk ( : Opname na 2 sec. Opnamen maken met de afstandsbediening is ook mogelijk ( : Maak continue opnamen na 10 sec. voor het opgegeven aantal opnamen Druk op de toetsen <...
  • Pagina 166 Maak de opname. Stel scherp op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop helemaal in. Om de bediening te controleren kijkt u naar het zelfontspannerlampje, luistert u naar pieptonen of kijkt u naar de aftelling in seconden op het scherm. Het zelfontspannerlampje gaat ongeveer 2 seconden voor de opname sneller knipperen.
  • Pagina 167: Opnamen Maken Met De Afstandsbediening

    Opnamen maken met de afstandsbediening Draadloze afstandsbediening BR-E1 Afstandsbediening RS-60E3 Voor het maken van opnamen met de afstandsbediening kunt u de draadloze afstandsbediening BR-E1 of de afstandsbediening RS-60E3 (respectievelijk Bluetooth- en kabelverbindingen; afzonderlijk verkrijgbaar) gebruiken. Draadloze afstandsbediening BR-E1 U kunt opnamen maken tot op een afstand van circa 5 meter van de camera. Nadat u de camera en BR-E1 ( ) hebt gekoppeld, stelt u de transportmodus in op [ Raadpleeg de instructiehandleiding van de BR-E1 voor bedieningsinstructies.
  • Pagina 168 Afstandsbediening RS-60E3 Nadat u deze schakelaar hebt verbonden met de camera, kunt u hiermee op afstand fotograferen via een kabelverbinding. Raadpleeg de instructiehandleiding van de RS-60E3 voor bedieningsinstructies. Open het aansluitingenklepje. Sluit de stekker aan op de aansluiting voor de afstandsbediening.
  • Pagina 169: Meetmethode

    Meetmethode Er zijn vier meetmethoden beschikbaar om de helderheid van het onderwerp te meten. Meestal wordt meervlaksmeting aanbevolen. Meervlaksmeting wordt automatisch ingesteld in de basismodi (behalve in de modus < :  > die centrum gewicht gemiddeld gebruikt). Selecteer [ : Meetmethode]. Selecteer een optie.
  • Pagina 170 : Centrum gew. gemiddeld De meting over het scherm wordt gemiddeld, waarbij het midden van het scherm zwaarder weegt. Waarschuwing (meervlaksmeting) is ingeschakeld, wordt de belichtingsinstelling vergrendeld (AE-vergrendeling) wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt terwijl u opnamen maakt met [1-beeld AF]. Met (deelmeting), (spotmeting) (centrum gewicht gemiddeld) wordt de belichtingswaarde ingesteld op het...
  • Pagina 171: Belichtingscompensatie

    Belichtingscompensatie Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (verminderde belichting) te maken. Belichtingscompensatie is beschikbaar in de modi <P>, <Tv>, <Av> en <M>. Zie Belichtingscompensatie met ISO auto voor details over belichtingscompensatie als de modus <M>...
  • Pagina 172 Waarschuwing Als [ : Auto Lighting Optimizer/ : Auto optimalisatie helderheid] ( ) is ingesteld op een andere instelling dan [Uitschak.], kan het beeld er nog licht uitzien, zelfs als een verkleinde belichtingscompensatie is ingesteld voor donkerdere beelden. Opmerking De belichtingsbelichtingscompensatiewaarde blijft van toepassing, ook nadat u de camera hebt uitgezet.
  • Pagina 173: Belichtingsvergrendeling (Ae-Vergrendeling)

    Belichtingsvergrendeling (AE-vergrendeling) U kunt de belichting vergrendelen als u de opname afzonderlijk wilt scherpstellen en belichten of wanneer u meerdere opnamen wilt maken met dezelfde belichtingsinstelling. Druk op de knop < > om de belichting te vergrendelen, maak vervolgens een nieuwe compositie en maak de opname.
  • Pagina 174: Effecten Van Ae-Vergrendeling

    Effecten van AE-vergrendeling AF-puntselectie ( Meetmethode ( Automatische selectie Handmatige selectie Belichting gecentreerd op het Belichting gecentreerd op het scherpgestelde AF-punt is vergrendeld. geselecteerde AF-punt is vergrendeld. AE-vergrendeling wordt toegepast op het middelste AF-punt. * Centrum gewicht belichting is vergrendeld wanneer [ ] is ingesteld met de camera geconfigureerd voor handmatige scherpstelling ( Opmerking...
  • Pagina 175: Opnamen Maken Met De Flitser

    Opnamen maken met de flitser In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u opnamen kunt maken met de ingebouwde flitser of een externe flitser (Speedlites uit de EL-/EX-serie). rechts van paginatitels geeft functies aan die alleen in Creatieve modi (<P>, <Tv>, <Av>...
  • Pagina 176: Opnamen Maken Met Behulp Van De Ingebouwde Flitser

    Opnamen maken met behulp van de ingebouwde flitser Opnamen maken met FE-vergrendeling Het gebruik van de ingebouwde flitser wordt aanbevolen wanneer het pictogram [ ] in de zoeker of op het scherm verschijnt, wanneer onderwerpen bij dagopnamen tegenlicht hebben of wanneer u bij weinig licht fotografeert. Klap de flitser met de hand uit.
  • Pagina 177 Maak de opname. De flitser gaat af zodra is scherpgesteld en u de ontspanknop volledig indrukt. Om de ingebouwde flitser na het maken van opnamen in te trekken duwt u deze met uw vingers omlaag, totdat hij vastklikt. Opnametips Verlaag de ISO-snelheid bij fel licht. Verlaag de ISO-snelheid als de belichtingsinstelling in de zoeker knippert.
  • Pagina 178: Opnamen Maken Met Fe-Vergrendeling

    FE-vergrendeling. Nadat u de juiste flitsbelichting voor de juiste helderheid van het onderwerp hebt ingesteld, kunt u een nieuwe compositie maken (het onderwerp bij de rand plaatsen) en de opname maken. Deze functie kan ook worden gebruikt met een Canon Speedlite uit de EL-/EX-serie.
  • Pagina 179 Druk op de knop < > ( Centreer het onderwerp in de zoeker en druk vervolgens op de knop < >. Een voorflits wordt geactiveerd door de flitser en de flitsoutput die voor de opname vereist is, wordt onthouden. ] verschijnt op het scherm. Telkens wanneer u op de knop <...
  • Pagina 180 Waarschuwing Het pictogram [ ] knippert wanneer het onderwerp te ver weg is en uw foto's donker zouden worden. Ga dichter bij het onderwerp staan en herhaal de stappen 2 t/m 4.
  • Pagina 181: Flitsfunctie-Instellingen

    Flitsfunctie-instellingen Flitsen E-TTL II-flitslichtmeting Rode-ogen-reductie Langzame synchronisatie Functie-instellingen ingebouwde flitser Instellingen van de externe flitser Persoonlijke voorkeuze-instellingen van externe flitser Flitsfunctie-instellingen wissen/Persoonlijke voorkeuze voor flitser Functies van de ingebouwde flitser of externe flitser van de EL/EX-serie Speedlites kunnen worden ingesteld vanuit menuschermen op de camera. Voordat u functies van externe Speedlites instelt, moet u de Speedlite aansluiten en inschakelen.
  • Pagina 182 Selecteer een optie.
  • Pagina 183 Flitsen Stel de optie in op [ ] (in basismodi of de modus <P>) om de flitser automatisch te activeren op basis van de opnameomstandigheden. Stel de optie in op [ ] om de flitser bij elke opname te activeren. Selecteer [ ] (in de creatieve modi) om te voorkomen dat de flitser wordt geactiveerd of als u het AF-hulplicht wilt gebruiken.
  • Pagina 184: E-Ttl Ii-Flitslichtmeting

    E-TTL II-flitslichtmeting Stel in op [Eval (Gez.vrk.)] voor flitslichtmetingen die geschikt zijn voor opnamen van mensen. Stel deze optie in op [Evaluatief] voor flitslichtmeting die de nadruk legt op het flitsen bij continue opnamen. Als [Gemiddeld] is ingesteld, wordt een gemiddelde flitsbelichting voor de gehele gemeten scène gebruikt.
  • Pagina 185: Rode-Ogen-Reductie

    Rode-ogen-reductie Stel deze optie in op [Inschak.] om de rode ogen te verminderen door het lampje voor rode- ogen-reductie te laten branden voordat de flitser wordt geactiveerd.
  • Pagina 186: Langzame Synchronisatie

    Langzame synchronisatie U kunt de flitssynchronisatiesnelheid voor flitseropnamen instellen in de modus <Av> en <P>. ] 1/250-30 sec. auto De flitssynchronisatiesnelheid wordt automatisch ingesteld in een bereik van 1/250 tot 30 seconden, afhankelijk van de lichtomstandigheden. Fotograferen met langzame synchronisatie wordt gebruikt bij weinig licht (onder bepaalde opnameomstandigheden), en de sluitertijd wordt automatisch verlaagd.
  • Pagina 187: Functie-Instellingen Ingebouwde Flitser

    Functie-instellingen ingebouwde flitser Flitsmodus Stel deze optie in op [E-TTL II] om opnamen te maken in E-TTL II/E-TTL volledig automatische flitsermodus. Stel deze optie in op [Manual flash] om handmatig de gewenste flitsoutput op te geven in flitsoutput]. • Alleen beschikbaar in de modus <Tv>/<Av>/<M>.
  • Pagina 188 Sluiter sync. Stel deze optie normaliter in op [1e-gordijn], zodat er direct na het begin van de opnamen wordt geflitst. Stel deze optie in op [2e-gordijn] en gebruik lange sluitertijden voor natuurlijk ogende opnamen van bewegingssporen van het onderwerp, zoals de koplampen van een auto. Waarschuwing Stel bij opnamen met [2e-gordijn] een sluitertijd in van 1/60 sec.
  • Pagina 189 bel.comp. Stel de flitsbelichtingscompensatie in als de helderheid van het onderwerp niet naar wens is (zodat u de flitsoutput wilt aanpassen) bij flitsfotografie. U kunt de flitsbelichtingscompensatie maximaal instellen op ±2 stops met tussenstappen van 1/3 stop. Selecteer [ bel.comp.]. Stel de waarde voor de compensatie in.
  • Pagina 190 Waarschuwing Het instellen van [ : Auto Lighting Optimizer/ : Auto optimalisatie helderheid] ( ) op een optie anders dan [Uitschak.] kan nog steeds lichte beelden opleveren, zelfs als u negatieve flitsbelichtingscompensatie hebt ingesteld voor donkerdere belichting. Als flitsbelichtingscompensatie met een externe Speedlite (afzonderlijk verkrijgbaar, ) is ingesteld, kunt u de flitsbelichtingscompensatie niet op de camera instellen (Snel instellen of instelling externe flitser).
  • Pagina 191: Instellingen Van De Externe Flitser

    Instellingen van de externe flitser De weergegeven informatie op het scherm, de positie van de weergave en de beschikbare opties variëren afhankelijk van het model Speedlite, de persoonlijke voorkeuze-instellingen, de flitsmodus en andere factoren. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw flitsapparaat voor meer informatie over de functies ervan.
  • Pagina 192 Flitsmodus U kunt de flitsmodus selecteren die geschikt is voor flitsfotografie. • [E-TTL II] is de standaardmodus voor het maken van opnamen met de automatische flitser met Speedlites uit de EL/EX-serie. • [Manual flash] is een modus om de instelling [Flits output] van Speedlite handmatig in te stellen.
  • Pagina 193: Draadloze Functies

    Draadloze functies U kunt radio- of optische draadloze transmissie gebruiken om opnamen te maken met draadloze meervoudige flitslichttechniek. Raadpleeg voor meer informatie over wireless flitsen de instructiehandleiding van een Speedlite die compatibel is met wireless flitsfotografie. Regeling flitsverhouding Met een macroflitser kunt u de flitsverhouding regelen. Raadpleeg de instructiehandleiding van de macroflitser voor meer informatie over de regeling van de flitsverhouding.
  • Pagina 194: Sluitersynchronisatie

    Sluitersynchronisatie Stel deze optie normaliter in op [Synchronisatie 1e gordijn], zodat er direct na de opnamen wordt geflitst. Stel deze optie in op [Synchronisatie 2e gordijn] en gebruik lange sluitertijden voor natuurlijk ogende opnamen van bewegingssporen van het onderwerp, zoals de koplampen van een auto. Stel deze optie in op [Hogesnelheidssynchronisatie] voor flitsfotografie bij kortere sluitertijden dan de maximale flitsersynchronisatietijd.
  • Pagina 195: Flitsbelichtingsbracketing

    Waarschuwing Als flitsbelichtingscompensatie op de Speedlite is ingesteld, kunt u de flitsbelichtingscompensatie niet op de camera instellen. Houd er rekening mee dat de instelling van de Speedlite voorrang heeft op die van de camera als beide tegelijkertijd zijn ingesteld. Flitsbelichtingsbracketing Speedlites die zijn uitgerust met flitsbelichtingsbracketing (FEB), kunnen de externe flitseroutput automatisch wijzigen, aangezien er drie opnamen tegelijk worden gemaakt.
  • Pagina 196: Persoonlijke Voorkeuze-Instellingen Van Externe Flitser

    Persoonlijke voorkeuze-instellingen van externe flitser Raadpleeg de instructiehandleiding van de externe Speedlite voor meer informatie over de persoonlijke voorkeuze-instellingen van de Speedlite. Waarschuwing Wanneer op een Speedlite uit de EL/EX-serie de aangepaste functie [Flits meetmethode] is ingesteld op [1:TTL] (automatische flits), werkt de Speedlite altijd op vol vermogen.
  • Pagina 197: Flitsfunctie-Instellingen Wissen/Persoonlijke Voorkeuze Voor Flitser

    Flitsfunctie-instellingen wissen/Persoonlijke voorkeuze voor flitser Selecteer [Wis instellingen]. Selecteer de instellingen die u wilt wissen. Selecteer [Wis inst. interne flitser], [Wis inst. externe flitser] of [Wis C.Fn's externe flitser]. Selecteer [OK] op het bevestigingsscherm om alle flitsinstellingen of persoonlijke voorkeuze-instellingen te wissen.
  • Pagina 198: Opnemen Met Speedlites

    Opnemen met Speedlites EL/EX-serie Speedlites voor EOS-camera's Canon Speedlites die niet tot de EL/EX-serie behoren Niet-Canon-flitseenheden EL/EX-serie Speedlites voor EOS-camera's De camera ondersteunt flitsfotografie met gebruik van alle functies van de EL/EX series Speedlites (afzonderlijk verkrijgbaar). Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite uit de EL/EX-serie voor instructies.
  • Pagina 199: Synchronisatiesnelheid

    Niet-Canon-flitseenheden Synchronisatiesnelheid De camera kan synchroniseren met compacte niet-Canon-flitsers bij maximaal 1/250 sec. Met grote studioflitsers is de flitsduur langer dan die van een compacte flitser en afhankelijk van het model. Voordat u gaat fotograferen, moet u controleren of de flitsersynchronisatie correct wordt uitgevoerd door enkele testopnamen te maken met een synchronisatiesnelheid van ongeveer 1/60 seconden tot 1/30 seconden.
  • Pagina 200: Fotograferen En Opnemen

    Fotograferen en opnemen In dit hoofdstuk worden het maken van foto's en opnemen van video's en de menuopties op het tabblad Opname ([ ]) beschreven. • Foto's maken • Video-opname...
  • Pagina 201: Foto's Maken

    Foto's maken rechts van paginatitels geeft functies aan die alleen in Creatieve modi beschikbaar zijn. • Tabbladmenu's: Foto's maken • Beeldkwaliteit • Aspect ratio van foto's • Belichtingscompensatie/AEB-instellingen • Instellingen ISO-snelheid voor foto's • Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) •...
  • Pagina 202 • Zoekerweergaveformaat • Weergaveprestaties • Algemene aandachtspunten bij het maken van foto's...
  • Pagina 203: Tabbladmenu's: Foto's Maken

    Tabbladmenu's: Foto's maken Opnamen maken 1 Beeldkwalit. Hoogte/breedte foto Bel.comp./AEB ISO-snelheidsinst. Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid Lichte tonen prioriteit Opnamen maken 2 Flitsbesturing Meetmethode Witbalans Handmatige witbalans WB Shift/Bkt. Kleurruimte...
  • Pagina 204 Opnamen maken 3 (1) Beeldstijl Beeldstijlselectie Aanpassen van beeldstijlen Beeldstijlen registreren Lensafwijkingscorrectie Ruisred. lange sluitertijd Hoge ISO-ruisreductie Stofwisdata Opnamen maken 4 AF-werking AF-methode Oogdetectie Continue AF Scherpstelmodus...
  • Pagina 205 Opnamen maken 5 MF-peaking-instellingen AF-hulplicht Objectief elektronische MF Scherpstel-/bedieningsring Opnamen maken 6 Transportmodus IS (beeldstabilisatie)-modus Duur terugkijken Meettimer Bel.simulatie...
  • Pagina 206 Opnamen maken 7 Opname-infoscherm Formaat VF-weerg. Weerg.prestaties Opnamen maken 8 Movie-opn.kwal. Geluidsopname ISO-snelheidsinst. Servo AF v. mov. Auto. langzame sluiter Functie sluiterknop v. movies In de basismodi verschijnen de volgende schermen. De beschikbare opties zijn afhankelijk van de opnamemodus.
  • Pagina 207 Opnamen maken 1 Opnamemodus Beeldkwalit. Hoogte/breedte foto Flitsbesturing Opnamen maken 2 AF-methode Oogdetectie Continue AF Scherpstelmodus...
  • Pagina 208 Opnamen maken 3 MF-peaking-instellingen AF-hulplicht Opnamen maken 4 Transportmodus IS (beeldstabilisatie)-modus Duur terugkijken Opname-infoscherm...
  • Pagina 209 Opnamen maken 5 Formaat VF-weerg. Weerg.prestaties Digest-type Geg. Creatieve hulp behoud. Opnamen maken 6 Movie-opn.kwal. Geluidsopname Servo AF v. mov. Functie sluiterknop v. movies...
  • Pagina 210: Beeldkwaliteit

    Beeldkwaliteit RAW-beelden Richtlijnen voor instellingen voor beeldkwaliteit Maximale opnamereeks voor continue opname Selecteer [ : Beeldkwalit.]. Stel de beeldkwaliteit in. Voor RAW-beelden draait u aan het wiel < > en voor JPG's drukt u op de toetsen < >< >. Druk op de knop < >...
  • Pagina 211 Als een vorige versie van DPP versie 4.x op uw computer is geïnstalleerd, downloadt u en installeert u de nieuwste versie van DPP van de Canon-website om deze bij te werken ( ), die de vorige versie zal overschrijven.
  • Pagina 212: Richtlijnen Voor Instellingen Voor Beeldkwaliteit

    Richtlijnen voor instellingen voor beeldkwaliteit Raadpleeg Bestandsgrootte/aantal beschikbare opnamen Maximale opnamereeks (circa opnamen) voor meer informatie over bestandsgrootte, aantal beschikbare opnamen, maximale opnamereeks en andere geschatte waarden. Maximale opnamereeks voor continue opname De geschatte maximale opnamereeks wordt boven aan het opnamescherm weergegeven. Opmerking Als de maximale opnamereeks bij foto's maken wordt weergegeven als 99, kunt u 99 of meer continue opnamen maken.
  • Pagina 213: Aspect Ratio Van Foto's

    Aspect ratio van foto's U kunt de aspect ratio van de opname wijzigen. Selecteer [ : Hoogte/breedte foto]. Stel de aspect ratio in. Selecteer een aspect ratio en druk vervolgens op de knop < >. JPEG-beelden De opnamen worden samen met de ingestelde aspect ratio opgenomen. RAW-beelden De opnamen worden altijd met de aspect ratio [3:2] opgenomen.
  • Pagina 214 Aspect ratio 16:9 Opmerking RAW-beelden die zijn vastgelegd met een aspect ratio van [4:3], [16:9] of [1:1], worden tijdens afspelen getoond met lijnen die de betreffende aspect ratio aangeven. Deze lijnen worden niet in het beeld opgenomen.
  • Pagina 215: Belichtingscompensatie/Aeb-Instellingen

    Belichtingscompensatie/AEB-instellingen U kunt drie beelden opnemen met verschillende sluitertijden, diafragmawaarden en ISO- snelheden zoals aangepast door de camera. Dit heet AEB. * AEB staat voor Auto Exposure Bracketing, oftewel automatische belichtings bracketing. Selecteer [ : Bel.comp./AEB]. Stel het AEB-bereik in. Draai aan het wiel < >...
  • Pagina 216 Maak de opname. Standaardbelichting Verminderde belichting Langere belichting Drie bracketed opnamen worden overeenkomstig de ingestelde transportmodus in deze volgorde gemaakt: standaardbelichting, verminderde belichting en langere belichting. AEB wordt niet automatisch geannuleerd. Om AEB te annuleren volgt u stap 2 om de weergave van het AEB-bereik uit te schakelen. Waarschuwing Belichtingscompensatie in AEB is mogelijk minder effectief wanneer [ : Auto...
  • Pagina 217 Opmerking Als de transportmodus is ingesteld op [ ], moet u de ontspanknop driemaal indrukken voor elke opname. In de modus [ ] houdt u de ontspanknop volledig ingedrukt om drie beelden vast te leggen, de ene na de andere, voordat de camera automatisch stopt met fotograferen.
  • Pagina 218: Instellingen Iso-Snelheid Voor Foto's

    Instellingen ISO-snelheid voor foto's Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op het gewenste omgevingslichtniveau. In de basismodi wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld. ISO-snelheid tijdens video-opname voor informatie over de ISO-snelheid bij video- opnamen. Druk op de toets < >.
  • Pagina 219: Richtlijnen Voor De Iso-Snelheid

    Richtlijnen voor de ISO-snelheid Lage ISO-snelheden beperken de beeldruis maar kunnen het risico vergroten van het trillen van camera/onderwerp of het gebied waarop is scherpgesteld beperken (minder scherptediepte) onder sommige opnameomstandigheden. Hoge ISO-snelheden maken opnemen bij weinig licht mogelijk, een groter scherpstelgebied (meer scherptediepte) en een groter flitsbereik, maar ze kunnen ook de beeldruis versterken.
  • Pagina 220: Maximale [Auto] Iso-Snelheid

    Maximale [AUTO] ISO-snelheid Voor ISO Auto kunt u de maximumlimiet voor ISO-snelheid instellen tussen ISO 400–12800. Selecteer [ :  ISO-snelheidsinst.]. Selecteer [Max voor auto]. Selecteer [Max voor auto] en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer de ISO-snelheid. Selecteer een ISO-snelheid en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 221: Auto Lighting Optimizer (Auto Optimalisatie Helderheid)

    Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) Helderheid en contrast kunnen automatisch worden gecorrigeerd als opnamen donker lijken of het contrast te hoog of te laag is. Selecteer [ : Auto Lighting Optimizer/ : Auto optimalisatie helderheid]. Stel een correctieoptie in.
  • Pagina 222 Waarschuwing Ruis kan toenemen en de vermeende resolutie kan veranderen onder bepaalde opnameomstandigheden. Als het effect van Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) te sterk is en de opname komt niet overeen met uw gewenste helderheid, stelt u in op [Zwak] of [Uitschak.].
  • Pagina 223: Lichte Tonen Prioriteit

    Lichte tonen prioriteit U kunt overbelichte, uitgeknipte hooglichten verminderen. Selecteer [ : Lichte tonen prioriteit]. Stel een optie in. [Inschak.]: verbetert het verloop in hoge lichten. De overgang tussen grijstinten en hoge lichten wordt geleidelijker. [Vergroot]: beperkt overbelichte hoge lichten nog meer dan [Inschak.] onder bepaalde opnameomstandigheden.
  • Pagina 224: Witbalansinstellingen

    Witbalansinstellingen Witbalans ] Automatische witbalans ] Handmatige witbalans ] Kleurtemperatuur Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling Auto [ (Sfeerprioriteit) of [ ] (Witprioriteit) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling Auto geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u een witbalans selecteren die bij de lichtbron past of de witbalans handmatig instellen door een opname van een wit voorwerp te maken.
  • Pagina 225: Witbalans

    (Circa) Weergave Modus Kleurtemperatuur (K: Kelvin) Auto: Sfeerprioriteit 3000–7000 Auto: Witprioriteit Daglicht 5200 Schaduw 7000 Bewolkt, schemer, zonsondergang 6000 Kunstlicht 3200 Wit TL licht 4000 Flitser Automatisch ingesteld* Custom 2000–10000 Kleurtemp. 2500–10000 * Van toepassing op Speedlites met een functie voor overdracht van kleurtemperatuur. In andere gevallen wordt de kleurtemperatuur vast ingesteld op circa 6000 K.
  • Pagina 226: Automatische Witbalans

    ] Automatische witbalans Met [ ] kunt u de intensiteit van de warme kleurzweem van het beeld vergroten wanneer u scènes in kunstlicht opneemt. Als u [ ] selecteert, kunt u de intensiteit van de warme kleurzweem van het beeld verkleinen.
  • Pagina 227 Waarschuwing Aandachtspunten bij instelling op [ De warme kleurzweem van onderwerpen kan vervaagd lijken. Als meerdere lichtbronnen in de scène zijn opgenomen, wordt de warme kleurzweem van het beeld mogelijk niet verminderd. Als u de flitser gebruikt, is de kleurtoon dezelfde als bij [...
  • Pagina 228: Handmatige Witbalans

    ] Handmatige witbalans Met handmatige witbalans kunt u de witbalans handmatig instellen voor de specifieke lichtbron van de opnamelocatie. Zorg ervoor dat u deze procedure uitvoert onder de lichtbron op de plaats van opname. Fotografeer een wit voorwerp. Richt de camera op een vlak wit voorwerp zodat het scherm met wit is gevuld.
  • Pagina 229 Importeer de witbalansgegevens. Gebruik de toetsen < >< > om het in stap 1 vastgelegde beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer [OK] om de gegevens te importeren. Selecteer [ : Witbalans]. Selecteer [ Waarschuwing Als de bij stap 1 verkregen belichting sterk afwijkt van de standaardbelichting, kan dit een incorrecte witbalansinstelling tot gevolg hebben.
  • Pagina 230 Opmerking In plaats van een opname van een wit voorwerp te maken kunt u ook een opname van een grijskaart of een standaard reflector met 18% grijs (in de handel verkrijgbaar) maken.
  • Pagina 231 ] Kleurtemperatuur Selecteer [ : Witbalans]. Stel de kleurtemperatuur in. Selecteer [ Draai aan het wiel < > om de kleurtemperatuur te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. De kleurtemperatuur kan worden ingesteld van circa 2500 K tot 10.000 K (in stappen van 100 K).
  • Pagina 232: Witbalanscorrectie

    Witbalanscorrectie Witbalanscorrectie Automatische witbalansbracketing Witbalanscorrectie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuurconversiefilter of kleurcompensatiefilter. Witbalanscorrectie Selecteer [ : WB Shift/Bkt.].
  • Pagina 233 Stel de witbalanscorrectie in. Voorbeeldinstelling: A2, G1 Druk op de toetsen < > of < > om het symbool “■” op het scherm naar de gewenste positie te verplaatsen. B staat voor blauw, A voor amber, M voor magenta en G voor groen. De witbalans wordt gecorrigeerd in de richting waarin u de markering verplaatst.
  • Pagina 234: Automatische Witbalansbracketing

    Automatische witbalansbracketing Met witbalansbracketing kunt u drie beelden tegelijk vastleggen met verschillende kleurtonen. Instelling van de witbalansbracketingwaarde B/A-afwijking ±3 niveaus Als u in stap 2 van Witbalanscorrectie aan het wiel < > draait, verandert de markering “■” op het scherm in “■ ■ ■” (3 punten). Als u het hoofdinstelwiel naar rechts draait, wordt B/A-bracketing ingesteld en als u het wiel naar links draait, is de instelling magenta/groen (M/G).
  • Pagina 235 Opmerking Bracketing wordt toegepast op de beelden in de volgende volgorde: 1. standaardwitbalans, 2. meer blauw (B) en 3. meer amber (A), of 1. standaardwitbalans, 2. meer magenta (M) en 3. meer groen (G). U kunt ook de witbalanscorrectie en AEB samen met witbalansbracketing instellen. Als u kiest voor AEB in combinatie met witbalansbracketing, worden er van een enkele opname negen versies opgeslagen.
  • Pagina 236: Kleurruimte

    Kleurruimte Adobe RGB Het bereik van reproduceerbare kleuren wordt “kleurruimte” genoemd. Voor normale opnamen wordt sRGB aanbevolen. Selecteer [ : Kleurruimte]. Stel een optie voor de kleurruimte in. Adobe RGB Deze kleurruimte wordt voornamelijk gebruikt voor commercieel drukwerk en andere professionele toepassingen. Aanbevolen bij het gebruik van apparatuur zoals schermen die compatibel zijn met Adobe RGB of printers die compatibel zijn met DCF 2.0 (Exif 2.21 of later).
  • Pagina 237: Beeldstijlselectie

    Beeldstijlselectie Kenmerken van beeldstijlen Symbolen Door een vooraf ingestelde beeldstijl te selecteren kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen. Selecteer [ : Beeldstijl]. Selecteer een beeldstijl.
  • Pagina 238: Kenmerken Van Beeldstijlen

    Kenmerken van beeldstijlen ] Automatisch De kleurtoon wordt automatisch aangepast aan de omstandigheden. In natuur- en buitenopnamen en opnamen van zonsondergangen zien de kleuren er levendig uit, zoals voor blauwe luchten, bomen en struiken, en zonsondergangen. Opmerking Gebruik een andere beeldstijl als de gewenste kleurtoon niet wordt verkregen met [Automatisch].
  • Pagina 239 ] Gebruiker 1–3 U kunt een nieuwe stijl toevoegen die is gebaseerd op instellingen die vooraf zijn ingesteld, zoals [Portret] of [Landschap] of een beeldstijlbestand, en deze vervolgens naar wens aanpassen ( ). Opnamen gemaakt met een stijl die u nog niet hebt aangepast, hebben dezelfde kenmerken als de standaardinstelling [Automatisch].
  • Pagina 240 Symbolen Pictogrammen op het selectiescherm voor beeldstijl staan voor [ Sterkte], [ Details] en Drempel] voor [ Scherpte] naast [ Contrast] en andere parameters. De nummers geven de waarden weer voor deze instellingen voor de betreffende beeldstijl. Sterkte Scherpte Details Drempel Contrast Verzadiging...
  • Pagina 241: Aanpassen Van Beeldstijlen

    Aanpassen van beeldstijlen Instellingen en effecten ] Monochroom aanpassen U kunt elke beeldstijl aanpassen door de standaardinstellingen te wijzigen. Voor meer informatie over aanpassing van [Monochroom] raadpleegt u ] Monochroom aanpassen. Selecteer [ : Beeldstijl]. Selecteer een beeldstijl. Selecteer de beeldstijl die u wilt aanpassen en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 242 Selecteer een optie. Voor meer informaties over instellingen en effecten raadpleegt u Instellingen en effecten. Stel het effectniveau in. Stel de waarde in en druk vervolgens op < >. Druk op de knop < > om de aangepaste instelling op te slaan en terug te keren naar het selectiescherm voor Beeldstijl.
  • Pagina 243: Instellingen En Effecten

    Instellingen en effecten 0: Zwak benadrukken van de 7: Sterk benadrukken van de Sterkte contouren contouren Scherpte 1: Fijn 5: Korrelig Details* 1: Laag 5: Hoog Drempel* -4: Laag contrast +4: Hoog contrast Contrast -4: Lage verzadiging +4: Hoge verzadiging Verzadiging -4: Roodachtige huidtint +4: Geelachtige huidtint...
  • Pagina 244: Monochroom Aanpassen

    ] Monochroom aanpassen [ Filtereffect] U kunt op een monochroom beeld witte wolken of groene bomen meer laten afsteken door een filtereffect toe te passen. Filter Voorbeeldeffecten N:Geen Normaal zwart-witbeeld zonder filtereffecten. Ye:Geel Blauwe lucht ziet er natuurlijker uit en witte wolken lijken scherper. Or:Oranje De blauwe lucht ziet er iets donkerder uit.
  • Pagina 245 [ Toningeffect] Door een toningeffect toe te passen kunt u een monochroom beeld in de geselecteerde kleur maken. Dit is handig wanneer u onvergetelijke beelden wilt maken.
  • Pagina 246: Beeldstijlen Registreren

    Beeldstijlen registreren U kunt een basis beeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1] - [Gebruiker 3]. Dat is handig wanneer u meerdere beeldstijlen maakt met verschillende instellingen. Beeldstijlen die u in de camera hebt vastgelegd via EOS Utility (EOS-software, ) kunnen hier ook worden aangepast.
  • Pagina 247 Druk op de knop < >. Zorg dat [Beeldstijl] geselecteerd is en druk op de knop < >. Selecteer een basis beeldstijl. Selecteer de basis beeldstijl. Selecteer op deze manier ook stijlen bij het aanpassen van stijlen die op de camera zijn vastgelegd met EOS Utility (EOS-software). Selecteer een optie.
  • Pagina 248 Stel het effectniveau in. Aanpassen van beeldstijlen voor meer informatie. Druk op de knop < > om de aangepaste instelling op te slaan en terug te keren naar het selectiescherm voor Beeldstijl. De basis beeldstijl wordt rechts van [Gebruiker *] weergegeven. Blauwe stijlnamen geven aan dat u de standaardwaarden van instellingen hebt gewijzigd.
  • Pagina 249: Lensafwijkingscorrectie

    Lensafwijkingscorrectie Correctie helderheid randen Vervormingscorrectie Digitale lensoptimalisatie Correctie chromatische aberratie Diffractiecorrectie Lichtverval, beeldvervorming en andere problemen kunnen worden veroorzaakt door optische kenmerken van de lens. De camera kan deze verschijnselen corrigeren door gebruik te maken van [Lensafwijkingscorrectie]. Selecteer [ : Lensafwijkingscorrectie]. Selecteer een optie.
  • Pagina 250: Correctie Helderheid Randen

    Selecteer [Inschak.]. Bevestig dat de naam van de bevestigde lens en [Correctiegegevens beschikbaar] worden weergegeven (behalve wanneer [Diffractiecorrectie] is ingesteld). Als [Correctiegeg. niet beschikbaar] of een [ ] wordt weergegeven, raadpleegt u Digitale lensoptimalisatie. Correctie helderheid randen Vignettering (donkere hoeken van beelden) kan worden gecorrigeerd. Waarschuwing Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis aan de randen van een beeld ontstaan.
  • Pagina 251: Vervormingscorrectie

    Vervormingscorrectie Vervorming (beeldkromming) kan worden gecorrigeerd. Waarschuwing Het aangeven van de vervormingscorrectie kan de beeldhoek licht veranderen, met als gevolg beelden die een beetje zijn gesneden en iets minder scherp lijken. De hoeveelheid van het bijgesneden beeld kan verschillen tussen foto's en video's. Opmerking Met RF-lenzen wordt vervormingscorrectie tijdens video-opnamen ondersteund.
  • Pagina 252: Digitale Lensoptimalisatie

    Digitale lensoptimalisatie Diverse afwijkingen van de optische eigenschappen van een lens kunnen worden gecorrigeerd, samen met diffractie en resolutieverlies. Als [Correctiegeg. niet beschikbaar] of [ ] wordt weergegeven door [Digit. lensoptimalisatie], kunt u EOS Utility gebruiken om de correctiegegevens voor de lens aan de camera toe te voegen.
  • Pagina 253: Correctie Chromatische Aberratie

    Correctie chromatische aberratie Chromatische aberratie (kleurranden rond onderwerpen) kan worden gecorrigeerd. Opmerking [Corr. chromat. afw.] wordt niet weergegeven wanneer [Digit. lensoptimalisatie] is ingesteld op [Inschak.].
  • Pagina 254: Diffractiecorrectie

    Waarschuwing Algemene voorzorgsmaatregelen voor lensafwijkingscorrectie Lensafwijkingscorrectie kan niet worden toegepast op bestaande JPEG-beelden. Wanneer u een niet-Canon-lens gebruikt, wordt aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uitschak.], zelfs als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven. Bij vergroting van de randen van het beeld kan een deel van het beeld worden weergegeven dat niet wordt opgenomen.
  • Pagina 255 Opmerking Algemene opmerkingen voor lensafwijkingscorrectie Het effect van lensafwijkingscorrectie varieert afhankelijk van de gebruikte lens en de opnameomstandigheden. Daarnaast is het effect is soms moeilijk te zien, afhankelijk van de gebruikte lens, de opnameomstandigheden, enz. Als de correctie niet goed te zien is, is het raadzaam het beeld te vergroten en te controleren.
  • Pagina 256: Functies Voor Ruisreductie

    Functies voor ruisreductie Ruisreductie lange sluitertijd Hoge ISO-ruisreductie Ruisreductie lange sluitertijd Ruis die zich voor neigt te doen bij lange belichtingen met een sluitertijd van één seconde of langer, kan worden verminderd. Selecteer [ : Ruisred. lange sluitertijd].
  • Pagina 257 Stel een reductieoptie in. ] Auto Bij beelden met een belichtingstijd van 1 seconde of langer wordt ruisreductie automatisch uitgevoerd wanneer er ruis wordt gedetecteerd die typerend is voor lange belichting. Deze instelling is in de meeste gevallen afdoende. ] Inschak. Ruisreductie wordt toegepast voor alle beelden met belichtingstijden van 1 seconde of langer.
  • Pagina 258: Hoge Iso-Ruisreductie

    Hoge ISO-ruisreductie U kunt de gegenereerde beeldruis verminderen. Deze functie is met name effectief bij het maken van opnamen met hoge ISO-snelheden. Bij opnamen met lage ISO-snelheden kan de ruis in de donkerdere gedeelten van het beeld (de schaduwpartijen) verder worden gereduceerd.
  • Pagina 259 Waarschuwing Aandachtspunten bij instelling op [Ruisond. bij meerd. opn.] Als de beelden door cameratrilling erg zijn verschoven, is het ruisreductie-effect mogelijk kleiner. Kijk uit voor cameratrilling als u vanuit de hand fotografeert. U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Als u een opname van een bewegend onderwerp maakt, kunnen door de beweging van het onderwerp nabeelden ontstaan.
  • Pagina 260: Stofwisdata Toevoegen

    Stofwisdata toevoegen Voorbereiding Verwerving stofwisdata Stofwisdata toevoegen Stofwisdata die worden gebruikt om stofplekken rw verwijderen, kunnen op beelden worden toegepast. Digital Photo Professional (EOS-software) gebruikt de stofwisdata om stofplekken automatisch te verwijderen. Voorbereiding Gebruik een RF- of EF-lens. Zorg voor een effen wit voorwerp, zoals een vel papier. Stel de brandpuntsafstand van de lens in op 50 mm of meer.
  • Pagina 261: Verwerving Stofwisdata

    Verwerving stofwisdata Selecteer [ : Stofwisdata]. Selecteer [OK].
  • Pagina 262 Fotografeer een effen wit voorwerp. Fotografeer een effen wit voorwerp (zoals een nieuw vel wit papier) dat het scherm vult op een afstand van 20–30 cm. Aangezien het beeld niet wordt opgeslagen, kunnen de gegevens nog altijd worden opgehaald, ook al is er geen kaart in de camera geplaatst. Nadat de foto is gemaakt, verzamelt de camera de stofwisdata.
  • Pagina 263 Stofwisdata toevoegen Als Stofwisdata eenmaal is aangeschaft, wordt het toegepast op alle foto's die vanaf dat moment worden gemaakt. Het wordt aanbevolen om stofwisdata te verkrijgen voordat u opnamen maakt. Raadpleeg de Digital Photo Professional Instructiehandleiding voor informatie over het gebruik van dit programma (EOS-software) voor het verwijderen van stofplekken.
  • Pagina 264: Continue Af

    Continue AF Deze functie houdt het onderwerp algemeen scherp. De camera is klaar om direct scherp te stellen als u de ontspanknop half indrukt. Selecteer [ : Continue AF]. Selecteer [Inschak.]. Waarschuwing Er zijn minder opnamen beschikbaar wanneer dit op [Inschak.] is ingesteld, omdat de lens continu wordt aangestuurd en de accustroom wordt verbruikt.
  • Pagina 265: Scherpstelmodus

    Scherpstelmodus U kunt de scherpstelmethode opgeven (scherpstelmodus). Selecteer [ : Scherpstelmodus]. Selecteer een optie. [AF]: Automatische scherpstelling [MF]: Handmatige scherpstelling Waarschuwing : Scherpstelmodus] wordt niet weergegeven wanneer de scherpstelpositie zich bevindt in het effectieve bereik exclusief voor handmatige scherpstelling (MF). Draai de scherpstelring naar oneindig (met de klik mee zoals gezien vanaf de voorkant van de camera) om de scherpstelpositie te verplaatsen totdat : Scherpstelmodus] verschijnt.
  • Pagina 266: Af-Hulplicht

    AF-hulplicht U kunt het AF-hulplicht van de camera inschakelen. Selecteer [ : AF-hulplicht]. Selecteer een optie. ] Inschak. Schakelt gebruik van het AF-hulplicht in als dat nodig is. ] Uitschak. Schakelt gebruik van het AF-hulplicht uit. Stel dit in als het AF-hulplicht niet moet worden geactiveerd.
  • Pagina 267: Lens Elektronische Mf

    Lens elektronische MF Voor lenzen die zijn uitgerust met elektronische handmatige scherpstelling, kunt u opgeven hoe handmatige scherpstelling wordt gebruikt met 1-beeld AF. Selecteer [ : Objectief elektronische MF]. Selecteer een item. Uitschakelen na One-Shot AF Na de AF-werking wordt handmatige scherpstelling uitgeschakeld. Inschakelen na One-Shot AF U kunt na de AF-werking handmatig scherpstellen als u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
  • Pagina 268: Scherpstellen/Bedieningsring

    Scherpstellen/bedieningsring Schakelen van de functionaliteit van de lensscherpstelling/bedieningsring met het menu. Waarschuwing Beschikbaar als u lenzen gebruikt met een combinatie van scherpstelring/ bedieningsring, maar zonder schakelaar om tussen deze functies te schakelen. Selecteer [ : Scherpstel-/bedieningsring]. Selecteer de functies die u wilt gebruiken. [Gebruik als scherpstelring] De ring werkt als een scherpstelring.
  • Pagina 269: Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) (Is-Modus)

    Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) (IS-modus) Beeldstabilisatie door de lens vermindert cameratrilling bij het maken van opnamen. Om lens-IS te activeren bij het gebruik van IS-lenzen zonder IS-schakelaar stelt u [IS modus] in op [Aan]. Doe dit als volgt: Merk op dat de instelling [IS modus] niet wordt weergegeven als u IS-lenzen gebruikt die een IS-schakelaar hebben.
  • Pagina 270 Opmerking Digitale beeldstabilisatie van video's voor informatie over beeldstabilisatie bij video-opnamen.
  • Pagina 271: Duur Terugkijken

    Duur terugkijken Stel dit in op [Vastzetten] om het opgenomen beeld te blijven weergeven na de opname, of stel in op [Uit] als u liever geen opnamen wilt laten weergeven. Selecteer [ : Duur terugkijken]. Stel een tijdoptie in. Opmerking Als [Vastzetten] is ingesteld, worden beelden weergegeven totdat de ingestelde tijd in [ : Spaarstand] is verstreken.
  • Pagina 272: Meettimer

    Meettimer U kunt instellen hoe lang de meettimer actief is (wat de duur van de belichtingswaardeweergave bepaalt) nadat deze automatisch is geactiveerd door een actie zoals het half indrukken van de ontspanknop. Selecteer [ : Meettimer]. Stel een tijdoptie in.
  • Pagina 273: Belichtingssimulatie

    Belichtingssimulatie Met belichtingssimulatie komt de helderheid van het beeld beter overeen met de werkelijke helderheid (belichting) van uw opnamen. Selecteer [ : Bel.simulatie]. Selecteer een optie. [Inschak.] ( De helderheid van het getoonde beeld is bijna gelijk aan de werkelijke helderheid (belichting) van de gemaakte opname. Wanneer u belichtingscompensatie instelt, wordt de helderheid van het beeld dienovereenkomstig aangepast.
  • Pagina 274: Weergave Met Opname-Informatie

    Weergave met opname-informatie Informatie op het scherm aanpassen Informatie in de zoeker aanpassen Verticale zoekerweergave Raster Histogram Instellingen wissen U kunt de details en schermen met informatie aanpassen die tijdens het opnemen wordt weergegeven op het scherm of in de zoeker. Informatie op het scherm aanpassen Selecteer [ : Opname-infoscherm].
  • Pagina 275 Selecteer schermen. Druk op < >< > om informatieschermen te selecteren die op de camera moeten worden weergegeven. Voor informatie die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop < > om het vinkje [ ] te wissen. Druk op de knop < >...
  • Pagina 276: Informatie In De Zoeker Aanpassen

    Informatie in de zoeker aanpassen Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [VF-info/ schakelinstellingen]. Selecteer schermen. Druk op de toetsen < >< > om informatieschermen te selecteren die u in de zoeker wilt weergegeven. Voor informatie die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop < >...
  • Pagina 277 Bewerk het scherm. Druk op de toetsen < >< > om opties te selecteren voor weergave op het informatiescherm in de zoeker. Voor items die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop < > om het vinkje [ ] te wissen. Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen.
  • Pagina 278 Verticale zoekerweergave U kunt selecteren hoe zoekerinformatie wordt weergegeven als u staande foto's maakt. Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Vert. weergave VF].
  • Pagina 279 Selecteer een optie. Informatie wordt automatisch gedraaid zodat deze gemakkelijker te lezen is. Informatie wordt niet automatisch gedraaid.
  • Pagina 280 Raster Op het scherm en in de zoeker kan een raster worden weergegeven. Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Rasterweergave]. Selecteer een optie.
  • Pagina 281 Histogram U kunt de inhoud en de weergavegrootte van het histogram selecteren. Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Histogram]. Selecteer een optie. Selecteer de ([Helderheid] of [RGB]) van de inhoud en de weergavegrootte ([Groot] of [Klein]).
  • Pagina 282: Instellingen Wissen

    Instellingen wissen Selecteer [ : Opname-infoscherm]. Selecteer [Reset]. Selecteer [OK].
  • Pagina 283: Zoekerweergaveformaat

    Zoekerweergaveformaat Selecteer [ : Formaat VF-weerg.]. Selecteer een optie.
  • Pagina 284: Weergaveprestaties

    Weergaveprestaties U kunt de prestatieparameter selecteren die prioriteit moet krijgen op de schermweergave voor foto's. Selecteer [ : Weerg.prestaties]. Selecteer een optie. Spaarstand Schermweergave verbruikt minder energie. Vloeiend Zelfs snel bewegende onderwerpen worden soepel weergegeven.
  • Pagina 285: Algemene Aandachtspunten Bij Het Maken Van Foto's

    Algemene aandachtspunten bij het maken van foto's Tijdens opnamen maken Informatiedisplay Tijdens opnamen maken Waarschuwing Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera.
  • Pagina 286 Opnameresultaten In de vergrote weergave worden de sluitertijd en de diafragmawaarde oranje weergegeven. Als u de foto in de vergrote weergave maakt, is het mogelijk dat de belichting niet naar wens is. Keer naar de normale weergave terug voordat u een foto maakt.
  • Pagina 287 Opmerking Gebruik een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel om beelden op een televisie weer te geven ( ). Houd er rekening mee dat geen geluid wordt uitgevoerd.
  • Pagina 288 Informatiedisplay Scherm voor foto's maken voor informatie over de pictogrammen die voor het maken van foto's worden weergegeven. Opmerking Als het pictogram [ ] in het wit wordt weergegeven, betekent dit dat uw opnamen ongeveer even helder zullen zijn als het weergegeven beeld. Als het pictogram [ ] knippert, betekent dit dat het beeld vanwege te donkere of te heldere lichtomstandigheden met een andere helderheid wordt weergegeven...
  • Pagina 289: Video-Opname

    Video-opname Voor video-opnamen stelt u het programmakeuzewiel in op < >. Waarschuwing Wanneer u overschakelt van foto's maken naar video-opnamen, moet u de camera-instellingen controleren voordat u video-opnamen gaat maken. Opmerking U kunt ook video's opnemen door tijdens het maken van foto's op de video- opnameknop te drukken.
  • Pagina 290: Tabbladmenu's: Video-Opname

    Tabbladmenu's: Video-opname Opnamen maken 1 Opnamemodus Movie-opn.kwal. Geluidsopname Opnamen maken 2 Bel.comp. ISO-snelheidsinst. Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid Lichte tonen prioriteit Auto. langzame sluiter...
  • Pagina 291 Opnamen maken 3 Witbalans Handmatige witbalans WB-correctie (4) Beeldstijl Beeldstijlselectie Aanpassen van beeldstijlen Beeldstijlen registreren Lensafwijkingscorrectie Time-lapse-movie Opnamen maken 4 AF-methode Oogdetectie Scherpstelmodus MF-peaking-instellingen...
  • Pagina 292 Opnamen maken 5 Objectief elektronische MF Servo AF v. mov. Scherpstel-/bedieningsring Opnamen maken 6 Zelfontsp. movie Afst.bediening...
  • Pagina 293 Opnamen maken 7 IS (beeldstabilisatie)-modus Digitale zoom Functie sluiterknop v. movies Meettimer Opname-infoscherm Opnamen maken 8 Formaat VF-weerg. HDMI-info weergeven...
  • Pagina 294: Video-Opname

    Video-opname Video-opname met automatische belichting Video-opname met handmatige belichting ISO-snelheid bij opnamen met handmatige belichting Foto's maken Informatieweergave (video-opname) Video-opname met automatische belichting Belichting wordt automatisch aangepast aan de helderheid. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Selecteer [ : Opnamemodus].
  • Pagina 295 Selecteer [Autom. moviebelich.]. Stel scherp op het onderwerp. Voordat u een video opneemt, stelt u met AF scherp ( ) of handmatig Standaard is [ : Servo AF v. mov.] ingesteld op [Inschak.], zodat de camera voortdurend scherp stelt ( Als u de ontspanknop half indrukt, wordt scherpgesteld met de huidige AF-methode.
  • Pagina 296 Neem de video op. Druk op de video-opnameknop om een video-opname te starten. Tijdens de video-opname wordt het pictogram [ REC] in de rechterbovenhoek van het scherm weergegeven. Geluid wordt opgenomen door de ingebouwde microfoon ( Druk nogmaals op de video-opnameknop om de video-opname te beëindigen.
  • Pagina 297: Iso-Snelheid In De Modus

    ISO-snelheid in de modus [ De ISO-snelheid is automatisch ingesteld. Zie ISO-snelheid tijdens video-opname voor informatie over de ISO-snelheid. Opmerking U kunt de belichting vergrendelen (AE-vergrendeling) door op de knop < > te drukken ( ). Druk opnieuw op de knop < >...
  • Pagina 298: Video-Opname Met Handmatige Belichting

    Video-opname met handmatige belichting U kunt de sluitertijd, de diafragmawaarde en de ISO-snelheid voor video-opname handmatig instellen. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Selecteer [ : Opnamemodus]. Selecteer [Handm. moviebelich.].
  • Pagina 299 Stel de ISO-snelheid in. Druk op < >. Het scherm met ISO-snelheidsinstellingen wordt weergegeven. Stel in met het wiel < > of de toetsen < >< >. Stel de sluitertijd en de diafragmawaarde in. Druk de ontspanknop half in en controleer de indicator voor het belichtingsniveau.
  • Pagina 300 Stel scherp en start de video-opname. Hetzelfde als stap 4 in Video-opname met automatische belichting. Waarschuwing Tijdens video-opname moet u wijziging van de sluitertijd, diafragmawaarde of de ISO-snelheid vermijden, omdat dit wijzigingen in de belichting kan vastleggen of meer ruis kan veroorzaken bij hoge ISO-snelheden. Bij het opnemen van een video of een bewegend onderwerp wordt een sluitertijd van circa 1/25 seconde tot 1/125 seconde aanbevolen.
  • Pagina 301: Iso-Snelheid Bij Opnamen Met Handmatige Belichting

    ISO-snelheid bij opnamen met handmatige belichting U kunt de ISO-snelheid handmatig instellen of [ ] selecteren. Zie ISO-snelheid tijdens video-opname voor informatie over de ISO-snelheid. Foto's maken Er kunnen geen foto's worden gemaakt tijdens video-opnamen. Om foto's te maken draait u aan het programmakeuzewiel om naar een andere opnamemodus te wisselen. Informatieweergave (video-opname) Video-opnamescherm voor informatie over de pictogrammen op het video-...
  • Pagina 302: Video-Opnamekwaliteit

    Video-opnamekwaliteit Video-opnameformaat 4K-video-opname Framerate (fps: frames per seconde) Compressiemethode Opname-indeling voor video's Kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen Hoge framerate Videobestanden die groter zijn dan 4 GB Totale video-opnametijd en bestandsgrootte per minuut Limiet voor video-opnametijd U kunt het opnameformaat, de framerate en de compressiemethode instellen in : Movie-opn.kwal.].
  • Pagina 303 Video-opnameformaat ] 3840×2160 De video wordt opgenomen in 4K-kwaliteit. De aspect ratio is 16:9. ] 1920×1080 De video wordt opgenomen met een Full High-Definition-opnamekwaliteit (Full HD). De aspect ratio is 16:9. ] 1280×720 De video wordt opgenomen met HD-opnamekwaliteit (High-Definition). De aspect ratio is 16:9.
  • Pagina 304 Waarschuwing Contrastdetectie wordt gebruikt om scherp te stellen bij het opnemen van 4K- video's. Scherpstellen kan langer duren dan bij het opnemen van HD- of Full HD- video's.
  • Pagina 305: Framerate (Fps: Frames Per Seconde)

    Framerate (fps: frames per seconde) ] 59,94 fps/[ ] 29,97 fps/[ ] 23,98 fps Ingesteld voor gebieden waar het NTSC-tv-systeem wordt gebruikt zoals Noord- Amerika, Japan, Zuid-Korea en Mexico. ] 50,00 fps/[ ] 25,00 fps Ingesteld voor gebieden waar het PAL-tv-systeem wordt gebruikt zoals Europa, Rusland, China en Australië.
  • Pagina 306 Kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen Minimumvereisten voor de kaart (video-opnamen) [schrijf-/leessnelheid] voor details over kaarten die op elk niveau van video-opnamekwaliteit kunnen vastleggen. Test kaarten door een paar video's op te nemen om ervoor te zorgen dat u correct kunt opnemen met het door u opgegeven formaat ( Waarschuwing Formatteer kaarten voordat u 4K-video's opneemt (...
  • Pagina 307 Hoge framerate U kunt video's opnemen met een hoge framerate van 119,88 fps of 100,00 fps door [Hoge framerate] in [ : Movie-opn.kwal.] in te stellen op [Inschak.]. Dit is ideaal voor video- opnamen die vertraagd worden afgespeeld. De maximale opnametijd per video is 7 minuten en 29 seconden. Video's worden opgenomen in - of -kwaliteit.
  • Pagina 308 Videobestanden die groter zijn dan 4 GB Wanneer u een video opneemt die groter is dan 4 GB, kunt u zonder onderbreking blijven opnemen. SD/SDHC-kaarten gebruiken die zijn geformatteerd met de camera FAT32-formattering wordt toegepast wanneer de camera wordt gebruikt om SD/SDHC- kaarten te formatteren.
  • Pagina 309: Limiet Voor Video-Opnametijd

    Totale video-opnametijd en bestandsgrootte per minuut Geschatte opnametijd en bitsnelheid/bestandsgrootte voor video's voor details over bestandsgroottes en de beschikbare opnametijd voor elk video-opnameformaat. Limiet voor video-opnametijd Tijdens het opnemen van 4K/Full HD/HD-video's De maximale opnametijd per video is 29 minuten en 59 seconden. Nadat 29 min. en 59 sec.
  • Pagina 310: Geluidsopname

    Geluidsopname Geluidsopname/Geluidsopnameniveau Windfilter Demper U kunt video's opnemen terwijl u geluid opneemt met de ingebouwde microfoon of een externe microfoon. U kunt het geluidsopnameniveau naar wens instellen. Gebruik [ : Geluidsopname] om geluidsopnamefuncties in te stellen. Waarschuwing Geluiden van Wi-Fi-handelingen kunnen worden opgenomen met de ingebouwde of externe microfoon.
  • Pagina 311: Automatisch

    Opmerking In de basismodi zijn de beschikbare instellingen voor [Geluidsopname] de opties [Aan] en [Uit]. Stel [Aan] in voor automatische aanpassing van het opnameniveau. Audio wordt tevens uitgevoerd wanneer de camera is aangesloten op een televisie via HDMI, behalve wanneer [Geluidsopname] is ingesteld op [Uitschak.]. Geluid wordt opgenomen met een samplingfrequentie van 48 kHz/16-bits.
  • Pagina 312 Windfilter Ingesteld op [Inschak.] om geluidsvervorming automatisch te verminderen bij winderige buitenopnamen. Alleen geactiveerd als de ingebouwde microfoon van de camera wordt gebruikt. Wanneer de windfilterfunctie is geactiveerd, worden ook lage bastonen verminderd. Demper Met deze functie wordt geluidsvervorming die door harde geluiden ontstaat, automatisch onderdrukt.
  • Pagina 313: Time-Lapse-Video's

    Time-lapse-video's Tijd bij benadering beschikbaar voor het opnemen van time-lapse-video's Foto's die worden opgenomen met het ingestelde interval, kunnen automatisch achter elkaar worden gezet om een 4K- of Full HD-time-lapse-video te maken. Een time-lapse-video geeft weer hoe een onderwerp verandert in een veel kortere tijd dan de daadwerkelijke tijd. Dit is efficiënt bij de observatie op een vast punt van een steeds veranderende scène, groeiende planten, de beweging van hemellichamen, enzovoort.
  • Pagina 314 Selecteer een scène. Selecteer een scène volgens de opnamesituatie. Als u meer vrijheid wilt bij het handmatig instellen van het opname- interval en het aantal opnamen, selecteert u [Custom]. Stel de opname-interval in. Selecteer [Interval/ foto's]. Selecteer [Interval] (sec.). Gebruik de toetsen < ><...
  • Pagina 315 Stel het aantal opnamen in. Selecteer [Aant. opn.]. Gebruik de toetsen < >< > om een waarde in te stellen en druk vervolgens op de knop < >. Raadpleeg [ : Vereiste tijd] en [ : Afspeeltijd] terwijl u het getal instelt. Wanneer [Custom] is ingesteld Selecteer het cijfer.
  • Pagina 316 Opmerking Met [Scène *] worden de beschikbare intervallen en aantallen opnamen beperkt volgens het type scène. Minimumvereisten voor de kaart (video-opnamen) [schrijf-/ leessnelheid] voor informatie over kaarten waarop time-lapse- video's kunnen worden opgeslagen. Als het aantal opnamen is ingesteld op 3600, duurt de time-lapse- video circa 2 min.
  • Pagina 317 Stel [Aut. belichting] in. Vast 1e beeld Wanneer u de eerste opname maakt, wordt een meting uitgevoerd om de belichting automatisch aan te passen aan de helderheid. De belichtinginstelling voor de eerste opname wordt ook toegepast op alle volgende opnamen. Overige opnamegerelateerde instellingen voor de eerste opname worden ook toegepast op alle volgende opnamen.
  • Pagina 318 Stel [Scherm auto uit] in. Uitschak. Zelfs tijdens time-lapse-video-opnamen wordt de opname weergegeven. (Het scherm wordt alleen tijdens het opnemen uitgeschakeld.) Houd er rekening mee dat het scherm uitschakelt ongeveer 30 minuten nadat het opnemen is begonnen. Inschak. Houd er rekening mee dat het scherm wordt uitgeschakeld ongeveer 10 sec.
  • Pagina 319 Controleer de instellingen. (1) Vereiste tijd Geeft de vereiste tijd aan voor het maken van het ingestelde aantal opnamen met het ingestelde interval. Indien dit meer is dan 24 uur, wordt “*** dagen” weergegeven. (2) Afspeeltijd Geeft de video-opnametijd (tijd die vereist is om de video af te spelen) aan bij het maken van de time-lapse 4K-video of Full HD-video op basis van foto's die zijn gemaakt met de ingestelde intervallen.
  • Pagina 320 Maak de time-lapse-video. Druk op de knop < > en controleer opnieuw de Vereiste tijd (1) en Interval (2) die op het scherm worden weergegeven. Druk op de video-opnameknop om een time-lapse-video-opname te starten. Automatische scherpstelling werkt niet tijdens time-lapse-video- opname.
  • Pagina 321 Waarschuwing Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. : Time-lapse-movie] kan niet worden ingesteld op een andere optie dan [Uitschak.] wanneer de camera op een computer is aangesloten met de interfacekabel, of wanneer er een HDMI-kabel is aangesloten.
  • Pagina 322 Tijdens time-lapse-video-opnamen werkt Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) van de lens niet. Het opnemen van een time-lapse-video stopt als de aan-/uitschakelaar op < > wordt gezet en de instelling wordt veranderd in [Uitschak.]. Zelfs wanneer er een flitser wordt gebruikt, zal deze niet flitsen. De volgende handelingen annuleren stand-by voor time-lapse-video-opnamen en wisselen de instelling naar [Uitschak.].
  • Pagina 323 Opmerking U kunt de draadloze afstandsbediening BR-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruiken om de time-lapse-video-opname te starten en te stoppen. Bereid dit voor door : Afst.bediening] in te stellen op [Inschak.]. Met draadloze afstandsbediening BR-E1 • Koppel eerst de BR-E1 met de camera ( Instelling camerastatus/ <...
  • Pagina 324: Servo Af Voor Video's

    Servo AF voor video's Als deze functie is ingeschakeld, stelt de camera voortdurend scherp op het onderwerp tijdens video-opname. Selecteer [ : Servo AF v. mov.].
  • Pagina 325 Selecteer [Inschak.]. Met [Inschak.] ingesteld • De camera stelt voortdurend op het onderwerp scherp, ook wanneer u de ontspanknop niet half indrukt. • Om de scherpte op een specifieke positie te houden of als u liever geen mechanische geluiden van de lens vastlegt, kunt u Servo AF voor video's tijdelijk stopzetten door te drukken op de knop die is toegewezen aan [Servo AF voor movies gepauzeerd] in [ : Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] (...
  • Pagina 326 Waarschuwing Aandachtspunten bij instelling op [Servo AF v. mov.: Inschak.] Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld • Een snel bewegend onderwerp dat de camera nadert of van de camera af beweegt. • Een onderwerp dat zich op korte afstand van de camera beweegt. •...
  • Pagina 327: Digitale Zoom

    Digitale zoom Als het opnameformaat is ingesteld op [ ] (NTSC) of [ ] (PAL), kunt u opnamen maken met circa 3–10× digitale zoom. Selecteer [ : Digitale zoom]. Selecteer een optie. Selecteer hoeveel u wilt inzoomen en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 328 Gebruik digitale zoom. Druk op de knop < >. De digitalezoombalk verschijnt. Druk op de toets < > om in te zoomen of druk op de toets < > om uit te zoomen. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen met [1-punt AF] (vast in het midden).
  • Pagina 329: Ontspanknopfunctie Voor Video's

    Ontspanknopfunctie voor video's U kunt de functies instellen die tijdens het opnemen van video's worden uitgevoerd wanneer u de ontspanknop half of volledig indrukt. Selecteer [ : Functie sluiterknop v. movies].
  • Pagina 330 Selecteer een optie. Half ingedrukt Geef de functie op die moet worden uitgevoerd wanneer u de ontspanknop half indrukt. Voll. ingedrukt Weergegeven terwijl het programmakeuzewiel is ingesteld op < >. Geef de functie op die moet worden uitgevoerd wanneer u de ontspanknop volledig indrukt.
  • Pagina 331: Zelfontspanner Video

    Zelfontspanner video Video-opnamen kunnen worden gestart door de zelfontspanner. Selecteer [ : Zelfontsp. movie]. Selecteer een optie. Neem de video op. Nadat u op de video-opnameknop hebt gedrukt, produceert de camera een pieptoon en wordt het aantal resterende seconden tot opname weergegeven.
  • Pagina 332: Digitale Beeldstabilisatie Van Video's

    Digitale beeldstabilisatie van video's De digitale beeldstabilisatie van video's op de camera vermindert cameratrilling tijdens de opname van video's. Digitale beeldstabilisatie van video's kan ook voor een effectieve stabilisatie zorgen als de lens geen Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) heeft. Bij het gebruik van een lens met Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) zet u de schakelaar voor Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van de lens op <...
  • Pagina 333 Selecteer een optie. Uitschak. ( Beeldstabilisatie met Digitale beeldstabilisatie van video's is uitgeschakeld. Inschak. ( Cameratrillingen worden gecorrigeerd. Het beeld wordt iets vergroot. Vergroot ( In vergelijking met wanneer [Inschak.] is ingesteld, worden krachtigere cameratrillingen gecorrigeerd. Het beeld wordt sterker vergroot.
  • Pagina 334 Als digitale beeldstabilisatie van video's is ingesteld, verandert ook de grootte van AF-punten. Bij gebruik van een statief wordt instellen van Digitale beeldstabilisatie van video's op [Uitschak.] aangeraden. Deze functie is niet compatibel met bepaalde lenzen. Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie.
  • Pagina 335: Miniatuureffectvideo's

    Miniatuureffectvideo's Door beeldgebieden buiten een geselecteerd gebied te vervagen kunt u video's opnemen met een miniatuurmodeleffect. U kunt ook vóór de opname een afspeelsnelheid kiezen om video's te maken die lijken op miniatuurscènes waarin mensen en objecten snel bewegen. Er wordt geen geluid opgenomen. Selecteer [ Druk op de knop <...
  • Pagina 336 Verplaats het scènekader. Gebruik het scènekader om een gebied in te stellen dat er scherp uitziet. Druk op de knop < > om beweging van het scènekader mogelijk te maken, dat oranje wordt. Als u de oriëntatie van het scènekader wilt wisselen, gebruikt u de toetsen <...
  • Pagina 337 Verplaats het AF-punt. Het AF-punt wordt oranje en kan worden verplaatst. Druk op de toetsen < >< >< >< > om het AF-punt te verplaatsen naar de positie waarop moet worden scherpgesteld. Het wordt aanbevolen om het AF-punt en het scènekader uit te lijnen. Druk op de knop <...
  • Pagina 338: Overige Menufuncties

    Overige menufuncties...
  • Pagina 339 Opnamemodus Beschikbare opties zijn automatische belichting en video-opnamen met handmatige belichting. Bel.comp. Belichtingscompensatie kan worden aangepast binnen een bereik van ± 3 stops met tussenstappen van 1/3 stop. Zie Belichtingscompensatie voor informatie over belichtingscompensatie. ISO-snelheidsinst. • ISO-snelheid • In de modus [ ] kunt u de ISO-snelheid handmatig instellen.
  • Pagina 340 Auto. langzame sluiter U kunt kiezen of u video's wilt opnemen die helderder zijn dan bij de instelling [Uitschak.] door de sluitertijd automatisch te verlengen bij weinig licht. Beschikbaar in de opnamemodus [ ]. Van toepassing wanneer de framerate van het video-opnameformaat •...
  • Pagina 341 Witbalans Witbalansinstellingen voor informatie over witbalans. Handmatige witbalans Voor informatie over handmatige witbalans raadpleegt u ] Handmatige witbalans. WB-correctie Witbalanscorrectie voor informatie over witbalanscorrectie. Beeldstijl Beeldstijlselectie voor informatie over beeldstijlen. Lensafwijkingscorrectie Lensafwijkingscorrectie voor informatie over lensafwijkingscorrectie. AF-methode AF-methode voor informatie over AF-methoden. Oogdetectie Oogdetectie voor informatie over oogdetectie.
  • Pagina 342: Afst.bediening

    Objectief elektronische MF Lens elektronische MF voor informatie over elektronische MF. Afst.bediening Als u [Inschak.] instelt, kunt u video-opnamen starten of stoppen met de draadloze afstandsbediening BR-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar). Koppel eerst de BR-E1 met de camera ( Met draadloze afstandsbediening BR-E1 Stel voor normale video-opnamen de schakelaar voor ontspantijd/video-opname in op <...
  • Pagina 343 Formaat VF-weerg. Zoekerweergaveformaat voor informatie over het zoekerweergaveformaat. HDMI-info weergeven U kunt het informatiedisplay configureren voor de uitvoer van opnamen via een HDMI- kabel. • Met info • De opname, de opname-informatie, AF-punten en andere informatie worden via HDMI op het andere apparaat weergegeven. Merk op dat het camerascherm uitgeschakeld wordt.
  • Pagina 344: Algemene Aandachtspunten Bij Video-Opname

    Algemene aandachtspunten bij video-opname Waarschuwing Aandachtspunten bij video-opname Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. Als u gedetailleerde opnamen maakt van iets, kunnen moiré en valse kleuren ontstaan.
  • Pagina 345 Opname- en beeldkwaliteit Als de bevestigde lens voorzien is van Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) en u de schakelaar voor Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) op < > zet, is de Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) altijd actief, zelfs als u de ontspanknop niet half indrukt. Hiermee wordt accustroom gebruikt, waardoor de totale video-opnametijd onder bepaalde opnameomstandigheden kan afnemen.
  • Pagina 346 Audiobeperkingen Audio- en video-opnamen hebben de volgende beperkingen. • Voor ongeveer de laatste twee frames wordt geen geluid opgenomen. • Wanneer u video's afspeelt in Windows, lopen het beeld en geluid van de video mogelijk niet helemaal synchroon. Opmerking Opmerkingen bij het maken van video-opnamen Telkens wanneer u een video opneemt, wordt een nieuw videobestand gemaakt op de kaart.
  • Pagina 347: Afspelen

    Afspelen In dit hoofdstuk worden onderwerpen behandeld met betrekking tot afspelen (het afspelen van foto's en video's), en worden de menu-instellingen op het tabblad Afspelen ([ geïntroduceerd. Waarschuwing Normale weergave of selectie op deze camera is misschien niet mogelijk voor opnamen die op andere camera's zijn vastgelegd, of voor beelden van deze camera die op een computer zijn bewerkt of hernoemd.
  • Pagina 348 • AF-puntweergave • HDMI HDR-uitgang...
  • Pagina 349: Tabbladmenu's: Afspelen

    Tabbladmenu's: Afspelen Afspelen 1 Beveilig beelden Wis beelden Foto's roteren Movierotatiegeg. wijzigen Classificatie Afspelen 2 Printopties Fotoboek instellen...
  • Pagina 350 Afspelen 3 Creatieve hulp Creatieve filters Rode-Ogen Corr. Wijzig formaat Trimmen Afspelen 4 Diavoorstelling Beeldzoekvoork. instellen Vanaf laatst gez. Spring met...
  • Pagina 351 Afspelen 5 Weergave-informatiescherm AF-punt weerg. HDMI HDR-uitgang...
  • Pagina 352: Beelden Afspelen

    Beelden afspelen Weergave van één opname Weergave met opname-informatie Weergave van één opname Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Het laatst vastgelegde of weergegeven beeld wordt getoond.
  • Pagina 353 Door beelden bladeren. Als u beelden wilt weergeven vanaf het meest recente, drukt u op de toets < >. Als u beelden wilt afspelen vanaf het eerste vastgelegde beeld, drukt u op de toets < >. Telkens als u op de knop < >...
  • Pagina 354 Opmerking Lijnen die het beeldgebied aangeven, worden weergegeven op RAW-beelden die zijn vastgelegd met [ : Hoogte/breedte foto] ingesteld op een andere optie dan [3:2] ( Als de zoekcriteria zijn ingesteld met [ : Beeldzoekvoork. instellen] ( worden alleen de gefilterde beelden weergegeven. Weergave met opname-informatie Terwijl het opname-informatiescherm wordt weergegeven ( ), kunt u drukken op de knop...
  • Pagina 355: Indexweergave (Weergave Van Meerdere Beelden)

    Indexweergave (weergave van meerdere beelden) Schakel over naar de indexweergave. Druk tijdens het afspelen van het beeld op de knop < >. De 4-beeldindexweergave verschijnt. Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met een oranje kader. Als u nogmaals op de knop < >...
  • Pagina 357 Door beelden bladeren. Druk op de toetsen < >< >< >< > om het oranje kader voor beeldselectie te verplaatsen. Druk in de indexweergave op de knop < > om het geselecteerde beeld in een weergave van één opname weer te geven.
  • Pagina 358: Vergrote Beeldweergave

    Vergrote beeldweergave Vergroot het beeld. Druk tijdens het afspelen van het beeld op de knop < >. De vergrote weergave wordt geactiveerd. De positie van het vergrote gebied (1) worden rechtsonder op het scherm weergegeven. Met elke druk op de knop < >...
  • Pagina 359 Verschuif het beeld. Scrol in elke willekeurige richting over het vergrote beeld met de toetsen < >< >< >< >. Druk op de knop < > of < > om de vergrote weergave af te sluiten.
  • Pagina 360: Video Afspelen

    Video afspelen Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Selecteer een video. Gebruik de toetsen < >< > om een video te selecteren voor afspelen. Bij de weergave van één opname geeft het pictogram [ linksboven in het scherm aan dat het een video is. In de indexweergave geven perforaties links van een miniatuur aan dat het een video is.
  • Pagina 361 Druk in de weergave van één opname op de knop < >. Selecteer [ (1) Luidspreker De video wordt afgespeeld. U kunt de weergave onderbreken en het videoafspeelpaneel openen door op de knop < > te drukken. Druk opnieuw op de knop om het afspelen te hervatten.
  • Pagina 362 Videoafspeelpaneel Optie Afspeelopties Als u op de knop < > drukt, schakelt u tussen video's afspelen en afspelen Afspelen stoppen. Wijzig de vertragingssnelheid met de toetsen < >< >. De vertraagde Vertraagd snelheid wordt rechtsboven in het scherm aangegeven. Hiermee springt de video telkens wanneer u op de knop < >...
  • Pagina 363 Digest-videoafspeelpaneel Optie Afspeelopties Als u op de knop < > drukt, schakelt u tussen video's afspelen en afspelen Afspelen stoppen. Wijzig de vertragingssnelheid met de toetsen < >< >. De vertraagde Vertraagd snelheid wordt rechtsboven in het scherm aangegeven. Hiermee wordt het eerste beeld van de vorige clip weergegeven. Vorige clip Geeft het vorige beeld weer telkens wanneer u op <...
  • Pagina 364: De Eerste En Laatste Scènes Van Een Video Bewerken

    De eerste en laatste scènes van een video bewerken Druk in de weergave van één opname op de knop < >. Selecteer [ Video afspelen start. Druk op de knop < > om de video te pauzeren. Selecteer [ ] op het videoafspeelpaneel.
  • Pagina 365 Geef aan welk deel moet worden verwijderd. Selecteer [ ] (Snijden begin) of [ ] (Snijden eind). Druk op de toetsen < >< > om één frame (of videosnapshot) terug of vooruit te gaan. Blijf de toets < > ingedrukt houden om door te spoelen.
  • Pagina 366 Sla op. Selecteer [ ] (1). Het scherm Opslaan wordt weergegeven. Om het resultaat als nieuw bestand op te slaan kiest u [Nieuw bestand]. Om het op te slaan en het originele videobestand te overschrijven selecteert u [Overschrijven]. Selecteer [ ] (2) om een gecomprimeerde versie van het bestand op te slaan.
  • Pagina 367: Frames Exporteren Uit 4K-Video's Of 4K-Time-Lapse-Video's

    Frames exporteren uit 4K-video's of 4K-time-lapse- video's Uit 4K- of 4K-time-lapse-video's kunt u individuele frames selecteren om op te slaan als JPEG-foto's. Dit wordt “beeld overnemen” genoemd. Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Selecteer een 4K-video of een 4K-time-lapse-video. Gebruik de toetsen <...
  • Pagina 368 Druk op de knop < > om de video te pauzeren. Het videoafspeelpaneel verschijnt. Selecteer een frame dat u als foto wilt opslaan. Gebruik het videoafspeelpaneel om het frame te selecteren dat u als foto wilt opslaan. Videoafspeelpaneel voor instructies over het videoafspeelpaneel. Selecteer [...
  • Pagina 369 Sla op. Selecteer [OK] om het huidige frame op te slaan als een JPEG-foto. Selecteer het weer te geven beeld. Controleer de bestemmingsmap en het beeldbestandsnummer. Selecteer [Originele film bekijken] of [Overgenomen foto bekijken]. Waarschuwing Beeld opslaan als foto werkt niet met Full HD-video's, Full HD-time-lapse-video's, HD-video's of met 4K-video's of 4K-time-lapse-video's die met een andere camera zijn gemaakt.
  • Pagina 370: Digest-Video Bewerken

    Digest-video bewerken Afzonderlijke hoofdstukken (clips) die zijn opgenomen in de modus < >, kunnen worden gewist. Wees voorzichtig bij het wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld. Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Selecteer een digest-video. Gebruik de toetsen <...
  • Pagina 371 Selecteer [ Digest-video afspelen start. Druk op de knop < > om de digest-video te pauzeren. Het videoafspeelpaneel verschijnt. Selecteer een clip. Gebruik [ ] of [ ] om een clip te selecteren. Selecteer [ ].
  • Pagina 372 Selecteer [OK]. De clip is gewist en de digest-video is overschreven. Opmerking Voor andere instructies over het gebruiken van het videoafspeelpaneel voor digest- video's raadpleegt u Digest-videoafspeelpaneel.
  • Pagina 373: Afspelen Op Een Tv-Toestel

    Afspelen op een tv-toestel U kunt uw foto's en video's op de televisie weergeven door de camera aan te sluiten op een televisie met een commercieel verkrijgbare HDMI-kabel. Als het beeld niet op het tv-scherm wordt weergegeven, controleert u of [ : Videosysteem] correct is ingesteld op [Voor NTSC] of [Voor PAL] (afhankelijk van het videosysteem van uw televisie).
  • Pagina 374 Druk op de knop < >. De beelden worden nu weergegeven op de televisie, zonder dat er iets op het camerascherm wordt weergegeven. De beelden worden automatisch weergegeven met de optimale resolutie passend bij de aangesloten televisie. Waarschuwing Pas het videogeluidsvolume van de televisie aan. Het geluidsvolume kan niet met de camera worden aangepast.
  • Pagina 375: Beelden Beveiligen

    Beelden beveiligen Een afzonderlijke opname beveiligen Het bereik van te beveiligen beelden opgeven Alle beelden in een map of op een kaart beveiligen U kunt belangrijke beelden beveiligen om te voorkomen dat ze gewist worden. Een afzonderlijke opname beveiligen Selecteer [ : Beveilig beelden].
  • Pagina 376 Beveilig het beeld. Druk op de knop < > om het geselecteerde beeld te beveiligen, waarna het wordt gelabeld met een pictogram < > (1) boven in het scherm. Als u de beveiliging wilt opheffen en het pictogram < > wilt wissen, drukt u nogmaals op de knop <...
  • Pagina 377: Het Bereik Van Te Beveiligen Beelden Opgeven

    Het bereik van te beveiligen beelden opgeven Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te beveiligen. Selecteer [Selecteer reeks]. Selecteer [Selecteer reeks] in [ : Beveilig beelden].
  • Pagina 378: Alle Beelden In Een Map Of Op Een Kaart Beveiligen

    Alle beelden in een map of op een kaart beveiligen U kunt alle beelden in een map of op een geheugenkaart tegelijk beveiligen. Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in : Beveilig beelden], worden alle beelden in de map of op de kaart beveiligd. Als u de beveiliging wilt annuleren, selecteert u [Wis bev.
  • Pagina 379: Beelden Wissen

    Beelden wissen Beelden een voor een wissen Selectie ([ ]) van Meerdere beelden tegelijk wissen Het bereik opgeven van de te wissen beelden Alle beelden in een map of op een kaart wissen U kunt overbodige beelden één voor één of in een batch selecteren en wissen. Beveiligde opnamen ( ) worden niet gewist.
  • Pagina 380 Wis de beelden. JPEG- of RAW-beelden of video's Selecteer [Wissen]. RAW+JPEG-beelden Selecteer een optie.
  • Pagina 381: Selectie Van Meerdere Beelden Tegelijk Wissen

    Selectie ([ ]) van Meerdere beelden tegelijk wissen Door vinkjes toe te voegen aan de te wissen beelden kunt u al die beelden in één keer wissen. Selecteer [ : Wis beelden]. Selecteer [Selecteer en wis beelden]. Selecteer een beeld. Gebruik de toetsen < ><...
  • Pagina 382 Wis de beelden.
  • Pagina 383: Het Bereik Opgeven Van De Te Wissen Beelden

    Het bereik opgeven van de te wissen beelden Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te wissen. Selecteer [Selecteer reeks]. Geef het bereik van de beelden op. Selecteer het eerste beeld (beginpunt).
  • Pagina 384 Wis de beelden. Selecteer [OK].
  • Pagina 385: Alle Beelden In Een Map Of Op Een Kaart Wissen

    Alle beelden in een map of op een kaart wissen Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in [ : Wis beelden], worden alle beelden in de map of op de kaart gewist. Als de zoekcriteria zijn ingesteld met [ : Beeldzoekvoork.
  • Pagina 386: Foto's Draaien

    Foto's draaien U kunt deze functie gebruiken om het getoonde beeld in de gewenste positie te draaien. Selecteer [ : Foto's roteren]. Selecteer een beeld. Gebruik de toetsen < >< > om een beeld te selecteren dat u wilt roteren.
  • Pagina 387 Draai het beeld. Elke keer dat u op de knop < >, wordt het beeld als volgt rechtsom gedraaid: 90° → 270° → 0°. Als u nog een beeld wilt draaien, herhaalt u stap 2 en 3. Opmerking Als u voorafgaand aan het maken van foto's de optie [ : Auto. roteren] hebt ingesteld op [Aan ), hoeft u het beeld niet meer met deze functie te roteren.
  • Pagina 388: Informatie Over De Oriëntatie Van Video's Wijzigen

    Informatie over de oriëntatie van video's wijzigen U kunt informatie over de oriëntatie van video's handmatig wijzigen (om te bepalen welke kant naar boven staat). Selecteer [ : Movierotatiegeg. wijzigen]. Selecteer een video. Gebruik de toetsen < >< > om een video te selecteren waarvan u de richtingsinformatie wilt wijzigen.
  • Pagina 389 Druk op de knop < >. Wanneer u het pictogram voor camerarichting in de linkerbovenhoek van het scherm ziet, drukt u op de knop < > om op te geven welke kant boven moet. Opmerking Video's worden horizontaal afgespeeld op de camera, ongeacht de instelling [ : Rotatiegeg.
  • Pagina 390: Classificatie Van Beelden

    Classificatie van beelden Eén opname classificeren Classificeren door het bereik op te geven Alle beelden in een map of op een kaart classificeren U kunt beelden classificeren door ze te beoordelen op een schaal van 1 tot 5 ( ). Deze functie heet classificatie. * Wanneer u beelden classificeert, kunt u deze beter ordenen.
  • Pagina 391 Selecteer het beeld dat u wilt classificeren. Gebruik de toetsen < >< > om een beeld te selecteren dat u wilt classificeren. Classificeer het beeld. Druk op de knop < > zodat de huidige classificatie blauw wordt omlijnd, zoals weergegeven. Gebruik de toetsen <...
  • Pagina 392: Classificeren Door Het Bereik Op Te Geven

    Classificeren door het bereik op te geven Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te beoordelen. Selecteer [Selecteer reeks]. Geef het bereik van de beelden op. Selecteer het eerste beeld (beginpunt).
  • Pagina 393 Classificeer het beeld. Draai aan het wiel < > om een classificatie te selecteren en selecteer vervolgens [OK]. Alle beelden in het opgegeven bereik worden tegelijk beoordeeld (dezelfde classificatie).
  • Pagina 394: Alle Beelden In Een Map Of Op Een Kaart Classificeren

    Alle beelden in een map of op een kaart classificeren U kunt alle beelden in een map of op een geheugenkaart tegelijk classificeren. Wanneer u onder [ : Classificatie] de optie [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert, worden alle beelden in de map of op de kaart beoordeeld. Draai aan het wiel <...
  • Pagina 395 Opmerking Waarden naast classificaties worden weergegeven als [###] als meer dan 1000 beelden die classificatie hebben. Met [ : Beeldzoekvoork. instellen] en [ : Spring met ], kunt u alleen beelden met een bepaalde classificatie weergeven.
  • Pagina 396: Printopties (Dpof)

    Printopties (DPOF) De printopties instellen Beelden selecteren voor printen Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u beelden die op de kaart staan, printen volgens uw printinstructies, zoals de beeldselectie, het aantal exemplaren, enzovoort. U kunt meerdere beelden in één batch printen of printopties maken voor een foto-ontwikkelaar. U kunt het printtype instellen en instellen of de datum en het bestandsnummer moeten worden afgedrukt, enzovoort.
  • Pagina 397 Stel de gewenste opties in. Stel de opties [Afdruktype], [Datum] en [File No.] in. Standaard Er wordt een beeld afgedrukt per vel. Er worden meerdere miniatuurbeelden Index Printtype afgedrukt per vel. Er worden zowel standaard- als indexprints Beide gemaakt. Aan Bij [Aan] wordt de vastgelegde datum van het vastgelegde Datum beeld afgedrukt.
  • Pagina 398 Waarschuwing Als u een beeld met een groot beeldformaat print met behulp van de instelling [Index] of [Beide] ( ), wordt bij bepaalde printers de indexprint mogelijk niet afgedrukt. Verklein in dat geval het formaat van het beeld ( ) en druk de indexprint vervolgens af.
  • Pagina 399: Beelden Selecteren Voor Printen

    Beelden selecteren voor printen Sel.beeld Selecteer en specifieer de beelden een voor een. Druk op de knop < > om de printopties op de kaart op te slaan. • Standaard/Beide • (1) Aantal (2) Totaal aantal geselecteerde opnamen Druk op de knop < >...
  • Pagina 400: Selecteer Reeks

    Meerdere • Selecteer reeks • Selecteer [Selecteer reeks] in [Meerdere]. Door de eerste en de laatste beelden van de reeks te selecteren worden alle beelden in de reeks geselecteerd met een vinkje [ ] en wordt van elk beeld één exemplaar gespecificeerd voor printen. •...
  • Pagina 401: Fotoboek Instellen

    Fotoboek instellen Beelden een voor een specificeren Het beeldbereik voor een fotoboek opgeven Alle opnamen in een map of op een kaart selecteren U kunt maximaal 998 opnamen opgeven om af te drukken in een fotoboek. Als u EOS Utility (EOS-software) gebruikt om opnamen te importeren op een computer, worden de geselecteerde opnamen voor een fotoboek naar een speciale map gekopieerd.
  • Pagina 402 Selecteer de gewenste opname voor het fotoboek. Gebruik de toetsen < >< > om een beeld te selecteren voor het fotoboek en druk vervolgens op de knop < >. Herhaal stap 3 als u nog meer opnamen voor een fotoboek wilt selecteren.
  • Pagina 403: Het Beeldbereik Voor Een Fotoboek Opgeven

    Het beeldbereik voor een fotoboek opgeven Terwijl u de opnamen in de indexweergave bekijkt, kunt u het bereik (beginpunt tot eindpunt) opgeven voor foto's voor een fotoboek. Selecteer [Meerdere]. Selecteer [Meerdere] in [ : Fotoboek instellen]. Selecteer [Selecteer reeks].
  • Pagina 404 Geef het bereik van de beelden op. Selecteer het eerste beeld (beginpunt). Selecteer vervolgens het laatste beeld (eindpunt). Een vinkje [ ] wordt toegevoegd aan alle beelden binnen het bereik tussen het eerste en het laatste beeld.
  • Pagina 405: Alle Opnamen In Een Map Of Op Een Kaart Selecteren

    Alle opnamen in een map of op een kaart selecteren U kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk opgeven voor een fotoboek. Alle opnamen in de map of op de kaart worden opgegeven voor het fotoboek wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in de optie [Meerdere] voor : Fotoboek instellen].
  • Pagina 406: Creatieve Hulp

    Creatieve hulp U kunt RAW-beelden verwerken door uw voorkeurseffecten toe te passen en deze op te slaan als JPEG-bestanden. Selecteer [ : Creatieve hulp]. Selecteer een beeld. Gebruik de toetsen < >< > om een beeld te selecteren voor verwerking en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 407 Selecteer een effect. Gebruik de toetsen < >< > om het effect te selecteren. Door [Voorinstelling] te selecteren en op de knop < > te drukken kunt u [VIVID], [SOFT] en andere vooraf ingestelde effecten kiezen. [AUTO1], [AUTO2] en [AUTO3] zijn effecten die door de camera worden aanbevolen op basis van de beeldomstandigheden.
  • Pagina 408 Druk op de knop < > om het effect te resetten. Druk op de knop < > om het effect te bevestigen. Selecteer [OK] om het beeld op te slaan.
  • Pagina 409: Creatieve Filters

    Creatieve filters U kunt de volgende filters toepassen op een beeld en het resulterende beeld afzonderlijk opslaan: Korrelig Z/W, Softfocus, Fisheye-effect, Effect kunst opvallend, Aquareleffect, Speelgoedcamera-effect en Miniatuureffect. Selecteer [ : Creatieve filters]. Selecteer een beeld. Gebruik de toetsen < >< >...
  • Pagina 410 Selecteer een filtereffect ( Pas het filtereffect aan. Pas het filtereffect aan en druk vervolgens op de knop < >. Voor [Miniatuureffect] draait u aan het wiel < > of gebruikt u de toetsen < >< > om het witte kader te verplaatsen waarmee het gebied wordt aangegeven dat scherp moet zijn.
  • Pagina 411 Opmerking Bij beelden die zijn gemaakt in RAW+JPEG-opnamen, wordt filterverwerking toegepast op het RAW-beeld en worden de resultaten opgeslagen als JPEG. Bij RAW-beelden die zijn gemaakt met een specifieke aspect ratio, wordt het resulterende beeld opgeslagen met deze aspect ratio na de filterverwerking. Beelden die worden verwerkt met het fisheye-effectfilter, worden niet voorzien van Stofwisdata (...
  • Pagina 412: Softfocus

    Kenmerken van creatieve filters Korrelig Z/W Maakt het beeld korrelig en zwart-wit. Door het contrast aan te passen kunt u het zwart- witeffect veranderen. Softfocus Geeft het beeld een zachte uitstraling. Door de scherpte aan te passen bepaalt u de zachtheid van het beeld.
  • Pagina 413: Rode-Ogencorrectie

    Rode-ogencorrectie Corrigeert relevante delen van opnamen met rode ogen automatisch. Het beeld kan worden opgeslagen als een nieuw bestand. Selecteer [ : Rode-Ogen Corr.]. Selecteer een beeld met de toetsen < >< >. Druk na het selecteren van de beelden op de knop < >.
  • Pagina 414 Selecteer [OK]. Het beeld wordt opgeslagen als een apart bestand. Waarschuwing Sommige beelden worden mogelijk niet nauwkeurig gecorrigeerd.
  • Pagina 415: Formaat Wijzigen

    Formaat wijzigen U kunt het formaat van een JPEG-beeld wijzigen om het aantal pixels te reduceren en u kunt de opname vervolgens als nieuw bestand opslaan. Het is alleen bij JPEG / / beelden mogelijk om een beeld bij te snijden. Het formaat van JPEG- en RAW-beelden kan niet worden gewijzigd.
  • Pagina 416 Selecteer het gewenste beeldformaat. Druk op de knop < > om het beeldformaat weer te geven. Selecteer het gewenste beeldformaat (1). Sla op. Selecteer [OK] om het beeld met gewijzigd formaat op te slaan. Controleer de bestemmingsmap en het beeldbestandsnummer en selecteer vervolgens [OK].
  • Pagina 417: Bijsnijden

    Bijsnijden U kunt een JPEG-beeld bijsnijden en deze opslaan als een andere opname. Het is alleen bij JPEG-beelden mogelijk om een opname bij te snijden. Beelden genomen in RAW kunnen niet worden bijgesneden. Selecteer [ : Trimmen]. Selecteer een beeld. Gebruik de toetsen < ><...
  • Pagina 418 Stel het bijsnijdkader in. Druk op de knop < > om het bijsnijdkader weer te geven. Het beeldgebied dat binnen het bijsnijdkader valt, wordt bijgesneden. De grootte van het bijsnijdkader wijzigen Gebruik de knop < > of < > om het formaat van het bijsnijdkader te wijzigen.
  • Pagina 419 Controleer het beeldgebied dat moet worden bijgesneden. Draai aan het wiel < > om < > te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Het bij te snijden beeldgebied wordt weergegeven. Sla op. Draai aan het wiel < >...
  • Pagina 420: Diavoorstelling

    Diavoorstelling Achtergrondmuziek selecteren U kunt de beelden op de kaart weergeven als een automatische diavoorstelling. Geef de beelden op die u wilt afspelen. Als u alle beelden op de kaart wilt afspelen, gaat u naar stap 2. Als u wilt opgeven welke beelden in de diavoorstelling moeten worden weergeven, filtert u de beelden met [ : Beeldzoekvoork.
  • Pagina 421 Stel de gewenste afspeelopties in. Selecteer [Stel in]. Stel [Weergaveduur], [Herhalen] (herhaald afspelen) en [Overgangseffect] (effect bij het wisselen van beeld) in voor de foto's. Om achtergrondmuziek af te spelen gebruikt u [Achtergrondmuziek] om de muziek te selecteren ( Druk wanneer u klaar bent met instellen op de knop < >.
  • Pagina 422 Overgangseffect Achtergrondmuziek Start de diavoorstelling. Selecteer [Start]. Nadat de tekst [Laden van beeld...] is weergegeven, begint de diavoorstelling. Sluit de diavoorstelling af. Als u de diavoorstelling wilt afsluiten en wilt terugkeren naar het instellingenscherm, drukt u op de knop < >.
  • Pagina 423 Opmerking Als u de diavoorstelling wilt pauzeren, drukt u op de knop < >. Tijdens het pauzeren wordt [ ] in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Druk nogmaals op de knop < > om verder te gaan met de diavoorstelling. U kunt tijdens het automatisch afspelen van foto's op de knop <...
  • Pagina 424 Achtergrondmuziek selecteren Diavoorstellingen kunnen met achtergrondmuziek worden afgespeeld zodra u de muziek naar de kaart hebt gekopieerd met EOS Utility (EOS-software). Selecteer [Achtergrondmuziek]. Stel [Achtergrondmuziek] in op [Aan]. Selecteer de achtergrondmuziek. Gebruik de toetsen < >< > om de muziek te selecteren en druk op <...
  • Pagina 425: Zoekcriteria Voor Beelden Instellen

    Zoekcriteria voor beelden instellen De zoekvoorkeuren wissen U kunt de beeld weergave aan de hand van zoekcriteria filteren. Nadat u de voorkeuren voor beelden zoeken hebt ingesteld, kunt u alleen de gevonden beelden afspelen en weergeven. U kunt gefilterde beelden tevens beveiligen, classificeren, een diavoorstelling weergeven, wissen en andere handelingen toepassen.
  • Pagina 426 Stel de zoekvoorkeuren in. Gebruik de toetsen < >< > om een optie te selecteren. Gebruik de toetsen < >< > om het effect te selecteren. Een vinkje [ ] (1) wordt links van de optie toegevoegd. (Opgegeven als het zoekcriterium.) Als u de optie selecteert en op de knop <...
  • Pagina 427: De Zoekvoorkeuren Wissen

    Pas de zoekvoorkeuren toe. Druk op de knop < > en lees het getoonde bericht. Selecteer [OK]. Het zoekcriterium wordt opgegeven. Geef de gevonden beelden weer. Druk op de knop < >. Alleen de beelden die overeenkomen met de ingestelde voorkeuren (gefilterd) worden afgespeeld.
  • Pagina 428 Waarschuwing Als geen beelden met de zoekvoorwaarden overeenkomen, heeft drukken op de knop < > bij stap 3 geen effect. Opmerking Zoekcriteria kunnen worden gewist als u handelingen uitvoert met de stroomtoevoer, kaart of beeldbewerking. De tijd voor Auto uitschakelen kan worden verlengd terwijl het scherm : Beeldzoekvoork.
  • Pagina 429: Hervatten Vanaf Vorige Weergave

    Hervatten vanaf vorige weergave Selecteer [ : Vanaf laatst gez.]. Selecteer een optie. [Inschak.]: Afspelen wordt hervat vanaf het laatst weergegeven beeld (behalve wanneer u zojuist bent gestopt met opnemen). [Uitschak.]: Afspelen wordt hervat vanaf de meest recente opname wanneer de camera opnieuw wordt opgestart.
  • Pagina 430: Bladeren Door Beelden Met Het Wiel

    Bladeren door beelden met het wiel In de weergave van één opname kunt u aan het wiel < > draaien om snel vooruit of achteruit door de beelden te bladeren, afhankelijk van de ingestelde sprongmethode. Selecteer [ : Spring met Selecteer de sprongmethode. Opmerking Met [Spring het opgegeven aantal beelden] kunt u aan het wiel <...
  • Pagina 431 Navigeer door te springen. (1) Sprongmethode (2) Afspeelpositie Druk op de knop < >. Draai in de weergave van één opname aan het wiel < >. U kunt met de ingestelde sprongmethode bladeren.
  • Pagina 432: Weergave-Informatiescherm

    Weergave-informatiescherm Histogram U kunt schermen en de bijbehorende informatie opgeven die tijdens het afspelen van beelden worden getoond. Selecteer [ : Weergave-informatiescherm]. Plaats een vinkje [ ] naast het aantal weer te geven schermen. Gebruik de toetsen < >< > om getallen te selecteren en druk op de knop <...
  • Pagina 433 Histogram Het helderheidshistogram toont de verdeling van het belichtingsniveau en de algemene helderheid. Het RGB-histogram is geschikt voor controle van de kleurverzadiging en - gradatie. [Helderheid]-weergave Dit histogram is een grafiek die de verdeling van het helderheidsniveau van het beeld weergeeft, waarbij de horizontale as het helderheidsniveau aangeeft (donkerder aan de linkerkant en helderder aan de rechterkant) en de verticale as het aantal pixels bij elk helderheidsniveau.
  • Pagina 434 [RGB]-weergave Dit histogram is een grafiek die de verdeling van het helderheidsniveau van elke primaire kleur in het beeld weergeeft (RGB of rood, groen en blauw), waarbij de horizontale as het helderheidsniveau van de kleur aangeeft (donkerder aan de linkerkant en helderder aan de rechterkant) en de verticale as het aantal pixels bij het helderheidsniveau van elke kleur.
  • Pagina 435: Af-Puntweergave

    AF-puntweergave U kunt de AF-punten afspelen die u hebt gebruikt om scherp te stellen. Deze worden op het afspeelscherm met rode contouren aangeduid. Als automatische AF-puntselectie is ingesteld, worden er mogelijk meerdere AF-punten weergegeven. Selecteer [ : AF-punt weerg.]. Selecteer [Inschak.].
  • Pagina 436: Hdmi Hdr-Uitgang

    HDMI HDR-uitgang U kunt RAW-beelden in HDR bekijken door de camera aan te sluiten op een HDR-tv. Selecteer [ : HDMI HDR-uitgang]. Selecteer [Aan]. Opmerking Zorg ervoor dat de HDR-tv is ingesteld op HDR-invoer. Voor meer informatie over hoe u de invoer op uw tv wisselt, raadpleegt u de handleiding van de tv. Afhankelijk van de gebruikte tv zien beelden er mogelijk anders uit dan verwacht.
  • Pagina 437: Draadloze Functies

    Zorg bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties voor adequate beveiliging, naar uw eigen inzicht en op uw eigen risico. Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van onbevoegde toegang of andere schendingen.
  • Pagina 438 • Beveiliging • Netwerkinstellingen controleren • Status draadloze verbinding...
  • Pagina 439: Tabbladmenu's: Draadloze Instellingen

    Tabbladmenu's: Draadloze instellingen Draadloze instellingen 1 Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding Vliegtuigmodus Instellingen Wi-Fi Inst. v. Bluetooth Bijnaam GPS-instellingen Draadloze instellingen 2 Reset communicatie-instell.
  • Pagina 440 Waarschuwing Draadloze communicatie is niet beschikbaar als de camera via een interfacekabel is aangesloten op een computer of een ander apparaat. Andere apparaten, zoals computers, kunnen niet worden gebruikt met de camera door ze met een interfacekabel aan te sluiten terwijl de camera via Wi-Fi met apparaten is verbonden.
  • Pagina 441: Wi-Fi/Bluetooth-Verbinding

    Wi-Fi/Bluetooth-verbinding Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer een optie waarmee de camera verbinding moet maken. Verbinden met smartphone ( Bedien de camera op afstand en blader door beelden op de camera via een Wi-Fi- verbinding met behulp van de speciale Camera Connect-app op smartphones en tablets (waarnaar gezamenlijk wordt verwezen als “smartphones”...
  • Pagina 442: Uploaden Naar Webservice

    Uploaden naar webservice ( Beelden kunnen rechtstreeks vanaf de camera naar de cloudservice image.canon voor Canon-klanten worden verzonden nadat u zich gratis als lid hebt geregistreerd voor deze dienst. Originele bestanden van beelden die naar image.canon worden verzonden, worden gedurende 30 dagen bijgehouden zonder opslagbeperkingen en kunnen worden gedownload naar computers of overgedragen naar andere webservices.
  • Pagina 443: Verbinding Maken Met Een Smartphone

    Verbinding maken met een smartphone Bluetooth en Wi-Fi op een smartphone inschakelen Camera Connect installeren op een smartphone Verbinding maken met een Bluetooth-compatibele smartphone via Wi-Fi Hoofdfuncties van Camera Connect Een Wi-Fi-verbinding onderhouden als de camera is uitgeschakeld Het koppelen annuleren Wi-Fi-verbinding zonder gebruik van Bluetooth Automatische beeldoverdracht tijdens opname Beelden verzenden naar een smartphone vanaf de camera...
  • Pagina 444: Bluetooth En Wi-Fi Op Een Smartphone Inschakelen

    Bluetooth en Wi-Fi op een smartphone inschakelen Schakel Bluetooth en Wi-Fi in vanaf het instellingenscherm van de smartphone. Houd er rekening mee dat koppelen met de camera niet mogelijk is vanaf het Bluetooth- instellingenscherm van de smartphone. Opmerking Om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen via een access point raadpleegt u Wi-Fi-verbinding via access points.
  • Pagina 445: Camera Connect Installeren Op Een Smartphone

    Camera Connect installeren op een smartphone De speciale Camera Connect-app (gratis) moet zijn geïnstalleerd op de smartphone waarop Android of iOS is geïnstalleerd. Gebruik de nieuwste versie van het besturingssysteem van de smartphone. Camera Connect kan worden geïnstalleerd via Google Play of de App Store. Google Play en de App Store zijn tevens bereikbaar met de QR-codes die verschijnen als de camera via Wi-Fi wordt gekoppeld of verbonden met een smartphone.
  • Pagina 446: Verbinding Maken Met Een Bluetooth-Compatibele Smartphone Via Wi-Fi

    Verbinding maken met een Bluetooth-compatibele smartphone via Wi-Fi Stappen op de camera (1) Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verbinden met smartphone]. Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe].
  • Pagina 447 Selecteer een optie. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteert u [Niet weergeven]. Als Camera Connect niet is geïnstalleerd, selecteert u [Android] of [iOS], scant u de QR-code met de smartphone en gaat u naar Google Play of App Store en installeert u Camera Connect.
  • Pagina 448 Selecteer [Koppelen via Bluetooth]. Druk op de knop < > om de koppeling te starten. Als u de camera met een andere smartphone wilt verbinden nadat u al eerder een smartphone hebt verbonden, selecteert u [OK] in het bovenstaande scherm.
  • Pagina 449: Stappen Op De Smartphone

    Stappen op de smartphone (1) Start Camera Connect. Volg de instructies in de app om de camera voor koppeling te selecteren.
  • Pagina 450: Stappen Op De Camera

    Stappen op de camera (2) Selecteer [OK]. Druk op de knop < >. Het koppelen is nu voltooid en de camera is via Bluetooth verbonden met de smartphone. Als er een bericht op de smartphone verschijnt, gebruikt u de smartphone zoals aangegeven. Waarschuwing De camera kan niet via Bluetooth met twee of meer apparaten tegelijkertijd worden verbonden.
  • Pagina 451 Opmerking Als een Bluetooth-verbinding is opgezet, kunt u de camera bedienen om beelden naar de smartphone te verzenden (...
  • Pagina 452 Stappen op de smartphone (2) Tik op een Camera Connect-functie. Hoofdfuncties van Camera Connect voor de functies van Camera Connect. Tik op een Camera Connect-functie om een Wi-Fi-verbinding te starten. Als een Wi-Fi-verbinding tot stand is gekomen verschijnt het scherm voor de geselecteerde functie.
  • Pagina 453 [ Wi-Fi aan]-scherm Verbr., afs. Verbreekt de Wi-Fi-verbinding. Bevestig inst. U kunt de instellingen controleren. Foutdetails Als een Wi-Fi-verbindingsfout optreedt, kunt u de details van de fout controleren.
  • Pagina 454: Hoofdfuncties Van Camera Connect

    Hoofdfuncties van Camera Connect Images on camera/Beelden op camera U kunt beelden bekijken, verwijderen en classificeren. Beelden kunnen op een smartphone worden opgeslagen. Effecten kunnen op RAW-beelden worden toegepast vanaf een smartphone (Creatieve hulp). Remote live view shooting/Op afstand Live View-opnames Biedt de mogelijk op afstand beelden te maken terwijl u live op de smartphone kijkt.
  • Pagina 455 Een Wi-Fi-verbinding onderhouden als de camera is uitgeschakeld Ook als de aan-/uitschakelaar van de camera op < > staat, kunt u met de smartphone verbinding maken via Wi-Fi en door beelden op de camera bladeren of andere handelingen uitvoeren zolang de camera via Bluetooth aan een smartphone is gekoppeld. Als u geen verbinding met de camera via Wi-Fi wilt maken wanneer deze is uitgeschakeld, stelt u [Vliegtuigmodus] in op [Aan] of stelt u [Inst.
  • Pagina 456: Het Koppelen Annuleren

    Het koppelen annuleren U kunt als volgt annuleren dat de smartphone wordt gekoppeld. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verbinden met smartphone]. Als de geschiedenis ( ) wordt weergegeven, drukt u op de toetsen < >< > om van scherm te wisselen. Selecteer [Apparaat bewerken/verwijderen].
  • Pagina 457 Selecteer de smartphone waarvoor u het koppelen wilt annuleren. Bij smartphones die aan de camera zijn gekoppeld, staat de aanduiding [ ]. Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.]. Selecteer [OK]. Wis de camera-informatie op de smartphone. In het menu met Bluetooth-instellingen van de smartphone wist u de camera-informatie die op de smartphone is geregistreerd.
  • Pagina 458: Wi-Fi-Verbinding Zonder Gebruik Van Bluetooth

    Wi-Fi-verbinding zonder gebruik van Bluetooth Stappen op de camera (1) Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verbinden met smartphone]. Als de geschiedenis ( ) wordt weergegeven, drukt u op de toetsen < >< > om van scherm te wisselen. Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe].
  • Pagina 459 Selecteer een optie. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteert u [Niet weergeven]. Selecteer [Verbinden via Wi-Fi]. Controleer de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord. Controleer de SSID (1) en het Wachtwoord (2) die op het camerascherm worden weergegeven. Als u [Wachtwoord] instelt op [Geen] in [Instellingen Wi-Fi] ( wordt er geen wachtwoord weergegeven of vereist.
  • Pagina 460 Opmerking Door in stap 6 [Ander netwerk] te selecteren kunt u een Wi-Fi-verbinding instellen via een access point (...
  • Pagina 461 Stappen op de smartphone Werk met de smartphone om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen. Smartphonescherm (voorbeeld) Activeer de Wi-Fi-functie op de smartphone en tik vervolgens de SSID (netwerknaam) in die u hebt gecontroleerd in stap 6 van Stappen op de camera (1).
  • Pagina 462 Stappen op de camera (2) Selecteer [OK]. Druk op de knop < > om beelden die kunnen worden bekeken te specificeren. Maak de configuratie zoals beschreven in Instellingen waarmee beelden kunnen worden weergegeven vanaf een smartphone, te beginnen in stap 5. De Wi-Fi-verbinding met een smartphone is nu voltooid.
  • Pagina 463: Automatische Beeldoverdracht Tijdens Opname

    Automatische beeldoverdracht tijdens opname Uw opnamen kunnen automatisch worden verzonden naar een smartphone. Voordat u deze stappen doorloopt, dient u ervoor te zorgen dat de camera en de smartphone met elkaar verbonden zijn via Wi-Fi. Selecteer [ : Instellingen Wi-Fi]. Selecteer [Verzend n. smartphone na opn.]. Stel [Autom.
  • Pagina 464 Stel [Te verz. formaat] in. Maak de opname.
  • Pagina 465: Beelden Verzenden Naar Een Smartphone Vanaf De Camera

    Beelden verzenden naar een smartphone vanaf de camera U kunt de camera gebruiken om beelden naar een smartphone te versturen die is gekoppeld via Bluetooth (alleen Android-apparaten) of via Wi-Fi. Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >.
  • Pagina 466 Selecteer [ Bld. n. smartphone vrz.]. Als u deze stap uitvoert terwijl u verbonden bent via Bluetooth, wordt een bericht weergegeven en schakelt de verbinding over naar een Wi-Fi-verbinding. Selecteer verzendopties en verzend de beelden.
  • Pagina 467: Afzonderlijke Beelden Verzenden

    (1) Afzonderlijke beelden verzenden Selecteer een beeld dat u wilt verzenden. Gebruik het wiel < > of de toetsen < >< > om een te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Als u het beeld uit een indexweergave wilt selecteren, drukt u op de knop <...
  • Pagina 468: Meerdere Geselecteerde Beelden Verzenden

    (2) Meerdere geselecteerde beelden verzenden Druk op de knop < >. Selecteer [Gesel. verz.].
  • Pagina 469 Selecteer de beelden die u wilt verzenden. Gebruik het wiel < > of de toetsen < >< > om een te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. U kunt op de knop < > drukken om de beelden te selecteren in een weergave met drie beelden.
  • Pagina 470 Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.]. Selecteer [Verzend.].
  • Pagina 471: Een Opgegeven Bereik Aan Beelden Verzenden

    (3) Een opgegeven bereik aan beelden verzenden Druk op de knop < >. Selecteer [Reeks verzend.]. Geef het bereik van de beelden op. Selecteer het eerste beeld (beginpunt). Selecteer vervolgens het laatste beeld (eindpunt). Een vinkje [ ] wordt toegevoegd aan alle beelden binnen het bereik tussen het eerste en het laatste beeld.
  • Pagina 472 Bevestig het bereik. Druk op de knop < >. Selecteer [OK] wanneer een bericht wordt weergegeven. Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.]. Selecteer [Verzend.].
  • Pagina 473: Alle Beelden Op De Kaart Verzenden

    (4) Alle beelden op de kaart verzenden Druk op de knop < >. Selecteer [Alle op krt vrz.].
  • Pagina 474 Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.]. Selecteer [Verzend.].
  • Pagina 475 (5) Beelden verzenden die aan de zoekcriteria voldoen Alle beelden die aan de zoekcriteria voldoen zoals ingesteld in [Beeldzoekvoork. instellen] tegelijk verzenden. Zie Zoekcriteria voor beelden instellen voor meer informatie over [Beeldzoekvoork. instellen]. Druk op de knop < >. Selecteer [Alle gev. vrz.].
  • Pagina 476 Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.]. Selecteer [Verzend.].
  • Pagina 477: Beeldoverdracht Beëindigen

    Beeldoverdracht beëindigen Druk op de knop < > op het scherm voor beeldoverdracht. Wi-Fi-verbindingen verbreken voor het beëindigen van de Wi-Fi-verbinding. Waarschuwing Tijdens de beeldoverdracht kunnen geen opnamen worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop van de camera helemaal in. Opmerking Als u de beeldoverdracht wilt annuleren, selecteert u [Annuleer] tijdens de overdracht.
  • Pagina 478: Wi-Fi-Verbindingen Verbreken

    Wi-Fi-verbindingen verbreken Selecteer op het scherm [ Wi-Fi aan] de optie [Verbr., afs.]. Als het scherm [ Wi-Fi aan] niet wordt weergegeven, selecteert u [ : Wi-Fi-/ Bluetooth-verbinding]. Selecteer [Verbr., afs.] en selecteer vervolgens [OK] in het bevestigingsscherm.
  • Pagina 479: Instellingen Waarmee Beelden Kunnen Worden Weergegeven Vanaf Een Smartphone

    Instellingen waarmee beelden kunnen worden weergegeven vanaf een smartphone Na het verbreken van de Wi-Fi-verbinding kunt u beelden opgeven. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verbinden met smartphone]. Als de geschiedenis ( ) wordt weergegeven, drukt u op de toetsen < ><...
  • Pagina 480 Selecteer een smartphone. Selecteer de naam van de smartphone waarop u de beelden zichtbaar wilt maken. Selecteer [Weerg. beelden].
  • Pagina 481 Selecteer een optie. Selecteer [OK] om het instelscherm te openen. [Alle beelden] Alle beelden op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven. [Beelden v. afgelopen dagen] Geef op basis van de datum aan welke beelden kunnen worden bekeken. Dit kan tot negen dagen terug. Wanneer [Afgel.
  • Pagina 482 [Selecteer op classificatie] Specificeer welke beelden kunnen worden bekeken op basis van de (al dan niet) toegekende classificatie of het type classificatie. Nadat u het type classificatie hebt geselecteerd, worden de beelden die kunnen worden bekeken ingesteld. [Bestandsnummerreeks] (Selecteer reeks) Selecteer het eerste en laatste beeld dat kan worden bekeken van de reeks opnamen die op bestandsnummer zijn gesorteerd.
  • Pagina 483 Waarschuwing Als de Wi-Fi-verbinding wordt verbroken terwijl u op afstand een video opneemt, gebeurt het volgende. • Elke video-opname die actief is in de video-opnamemodus blijft doorgaan. • Elke video-opname die actief is bij het maken van foto's stopt. Als een Wi-Fi-verbinding met een smartphone is opgezet, zijn bepaalde functies niet beschikbaar.
  • Pagina 484: Verbinden Met Een Computer Via Wi-Fi

    Verbinden met een computer via Wi-Fi De camera met EOS Utility bedienen In deze sectie wordt beschreven hoe u de camera via Wi-Fi met een computer verbindt en hoe u de camera bedient met EOS-software of andere speciale software. Installeer de laatste versie van software op de computer voordat u een Wi-Fi-verbinding instelt.
  • Pagina 485 Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe]. Controleer de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord. Controleer de SSID (1) en het Wachtwoord (2) die op het camerascherm worden weergegeven. Als u [Wachtwoord] instelt op [Geen] in [Instellingen Wi-Fi], wordt er geen wachtwoord weergegeven of vereist. Zie Instellingen Wi-Fi voor meer informatie.
  • Pagina 486: Stappen Op De Computer

    Stappen op de computer (1) Selecteer de SSID en voer het wachtwoord in. Computerscherm (voorbeeld) Selecteer op het instelscherm van de computer de SSID die in stap 4 is gemarkeerd in Stappen op de camera (1). Voer als wachtwoord het gecontroleerde wachtwoord in stap 4 in Stappen op de camera (1)
  • Pagina 487 Stappen op de camera (2) Selecteer [OK]. Het volgende bericht wordt weergegeven. “******” staat voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres van de camera waarmee u verbinding maakt.
  • Pagina 488 Stappen op de computer (2) Start de EOS Utility. Klik in EOS Utility op [Pairing over Wi-Fi/LAN/Koppelen via Wi-Fi/ LAN]. Als een bericht wordt weergegeven met betrekking tot de firewall, selecteert u [Yes/Ja]. Klik op [Connect/Verbinden]. Selecteer de camera waarmee u verbinding wilt maken en klik op [Connect/Verbinden].
  • Pagina 489 Stappen op de camera (3) Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Selecteer [OK].
  • Pagina 490 Wi-Fi aan]-scherm Verbr., afs. Verbreekt de Wi-Fi-verbinding. Bevestig inst. U kunt de instellingen controleren. Foutdetails Als een Wi-Fi-verbindingsfout optreedt, kunt u de details van de fout controleren. De Wi-Fi-verbinding met een computer is nu voltooid. Bedien de camera met de EOS Utility op de computer. Opnieuw verbinden via Wi-Fi voor het herstellen van de verbinding via Wi-Fi.
  • Pagina 491: Verbinding Maken Met Een Printer Via Wi-Fi

    Verbinding maken met een printer via Wi-Fi Beelden printen Printinstellingen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u beelden kunt printen door de camera rechtstreeks met een printer te verbinden via Wi-Fi. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de printer voor de bedieningsinstructies voor de printer. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding].
  • Pagina 492 Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe]. Controleer de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord. Controleer de SSID (1) en het Wachtwoord (2) die op het camerascherm worden weergegeven. Als u [Wachtwoord] instelt op [Geen] in [Instellingen Wi-Fi] ( wordt er geen wachtwoord weergegeven of vereist. Installeer de printer.
  • Pagina 493 Selecteer de printer. Selecteer in de lijst met gedetecteerde printers de gewenste printer voor een Wi-Fi-verbinding. Als uw voorkeursprinter niet in de lijst wordt weergegeven, kunt u door [Zoek opnieuw] te selecteren de camera inschakelen om uw printer te zoeken. Opmerking Om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen via een access point raadpleegt u Wi-Fi-verbinding via access...
  • Pagina 494: Beelden Printen

    Beelden printen Afzonderlijke beelden printen Selecteer de opname die u wilt printen. Gebruik het wiel < > of de toetsen < >< > om een af te drukken beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Als u het beeld uit een indexweergave wilt selecteren, drukt u op de knop <...
  • Pagina 495 Druk de opname af. Printinstellingen voor de instelprocedure voor printinstellingen. Selecteer [Print] en vervolgens [OK] om het printen te starten.
  • Pagina 496: Printen Op Basis Van Opgegeven Opties Voor Beelden

    Printen op basis van opgegeven opties voor beelden Druk op de knop < >. Selecteer [Printopties]. Stel de gewenste printopties in. Printopties (DPOF) voor de instelprocedure voor printinstellingen. Als de printopties zijn voltooid voordat een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, gaat u naar stap 4.
  • Pagina 497 Selecteer [Print]. [Print] kan alleen worden geselecteerd als een beeld is geselecteerd en de printer klaar is om af te drukken. Configureer [Papier inst.] ( Druk de opname af. Als [OK] wordt geselecteerd, start het printen. Waarschuwing Het maken van opnamen is niet mogelijk wanneer via Wi-Fi verbinding is gemaakt met een printer.
  • Pagina 498 Opmerking Wanneer u een accu als voeding voor de camera gebruikt, moet de accu volledig opgeladen zijn. Afhankelijk van de bestandsgrootte en beeldkwaliteit kan het even duren voordat het printen start nadat u [Print] hebt geselecteerd. Als u het printen wilt beëindigen, drukt u op < >...
  • Pagina 499: Printinstellingen

    Printinstellingen De schermweergave en instellingsopties verschillen per printer. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie. Scherm met printinstellingen Hiermee stelt u het printen van datum of bestandsnummer in ( Hiermee stelt u de printeffecten in ( Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in ( Hiermee stelt u het printgebied in ( Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in (...
  • Pagina 500: Papierinstellingen

    Papierinstellingen Selecteer [Papier inst.]. [ ] Het papierformaat instellen Selecteer het formaat van het papier in de printer.
  • Pagina 501: De Papiersoort Instellen

    [ ] De papiersoort instellen Selecteer het type papier in de printer. [ ] De pagina-indeling instellen Selecteer de pagina-indeling. Waarschuwing Als de aspect ratio van de opname afwijkt van de hoogte/breedteverhouding van het printpapier, kunt u de opname aanzienlijk bijsnijden door de opname zonder randen af te drukken.
  • Pagina 502: Het Printen Van De Datum En Het Bestandsnummer Instellen

    [ ] Het printen van de datum en het bestandsnummer instellen Selecteer [ Selecteer wat u wilt printen. ] Printeffecten instellen (beeldoptimalisatie) Selecteer [ Selecteer printeffecten. Waarschuwing ISO-snelheden kunnen verkeerd worden geïdentificeerd in opname-informatie afgedrukt voor beelden gemaakt met een uitgebreide ISO-snelheid (H). [Standaard] in printeffecten en andere opties verwijst naar standaardinstellingen die door de printerfabrikant zijn bepaald.
  • Pagina 503: Het Aantal Exemplaren Instellen

    [ ] Het aantal exemplaren instellen Selecteer [ Stel het aantal af te drukken exemplaren in.
  • Pagina 504: Het Beeld Bijsnijden

    Het beeld bijsnijden Stel bijsnijden in vlak voordat u print. Als u andere printinstellingen wijzigt nadat u beelden hebt bijgesneden, moet u de beelden mogelijk opnieuw bijsnijden. Selecteer [Trimmen] in het scherm met printinstellingen. Stel de grootte, positie en aspect ratio van het bijsnijdkader in. Het beeldgebied dat binnen het bijsnijdkader valt, wordt afgedrukt.
  • Pagina 505 Waarschuwing Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden beeldgebied niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De verlaging van de resolutie waarmee opnamen worden afedrukt neemt toe naarmate het bijsnijdkader kleiner wordt. Opmerking Printerproblemen oplossen Als het printen niet wordt hervat nadat u een printerfout hebt opgelost (geen inkt of papier) en [Doorgaan] hebt geselecteerd, gebruik dan de knoppen op de printer.
  • Pagina 506: Beelden Naar Een Webservice Verzenden

    Beelden verzenden In deze sectie wordt beschreven hoe u beelden verzendt naar image.canon. Registreren bij image.canon Koppel de camera met image.canon om beelden rechtstreeks vanaf de camera te verzenden. Een computer of smartphone met een browser en internetverbinding is vereist.
  • Pagina 507 Selecteer [ Uploaden naar webservice]. Selecteer [Akkoord]. Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Maak verbinding met een access point via Wi-Fi. Ga naar stap 6 in Wi-Fi-verbinding via access points.
  • Pagina 508 Voer uw e-mailadres in. Voer uw e-mailadres in en selecteer [OK]. Voer een viercijferig nummer in. Voer een zelfgekozen viercijferig nummer in en selecteer [OK].
  • Pagina 509: Stappen Op De Computer Of Smartphone

    Selecteer [OK]. Het pictogram [ ] verandert in [ Stappen op de computer of smartphone Stel de webkoppeling op de camera in. Open de pagina in het meldingsbericht. Volg de instructies op de pagina met instellingen voor het koppelen van de camera om de instellingen te voltooien.
  • Pagina 510 Stappen op de camera (2) Voeg “image.canon” toe als bestemming. Selecteer [ image.canon is nu toegevoegd.
  • Pagina 511: Beelden Verzenden

    Beelden verzenden Beelden kunnen worden verzonden naar image.canon. Originele bestanden van beelden die naar image.canon worden verzonden, worden gedurende 30 dagen bijgehouden zonder opslagbeperkingen en kunnen worden gedownload naar computers of overgedragen naar andere webservices. Verbinden met image.canon via Wi-Fi Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding].
  • Pagina 512 Afzonderlijke beelden verzenden Selecteer een beeld dat u wilt verzenden. Gebruik het wiel < > of de toetsen < >< > om een te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Als u het beeld uit een indexweergave wilt selecteren, drukt u op de knop <...
  • Pagina 513 Meerdere geselecteerde beelden verzenden Druk op de knop < >. Selecteer [Gesel. verz.]. Selecteer de beelden die u wilt verzenden. Gebruik het wiel < > of de toetsen < >< > om een te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 514 Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Selecteer [Verzend.]. Selecteer [OK] op het scherm nadat de beelden zijn verzonden om de Wi-Fi-verbinding af te sluiten.
  • Pagina 515 Een opgegeven bereik aan beelden verzenden Geef het bereik op van beelden om alle beelden binnen dit bereik in een keer te verzenden. Druk op de knop < >. Selecteer [Reeks verzend.]. Geef het bereik van de beelden op. Selecteer het eerste beeld (beginpunt). Selecteer het laatste beeld (eindpunt).
  • Pagina 516 Bevestig het bereik. Druk op de knop < >. Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Selecteer [Verzend.]. Selecteer [OK] op het scherm nadat de beelden zijn verzonden om de Wi-Fi-verbinding af te sluiten.
  • Pagina 517 Alle beelden op de kaart verzenden Druk op de knop < >. Selecteer [Alle op krt vrz.].
  • Pagina 518 Selecteer [Te verz. formaat]. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat. Selecteer [Verzend.]. Selecteer [OK] op het scherm nadat de beelden zijn verzonden om de Wi-Fi-verbinding af te sluiten.
  • Pagina 519 Beelden verzenden die aan de zoekcriteria voldoen Alle beelden die aan de zoekcriteria voldoen zoals ingesteld in [Beeldzoekvoork. instellen] tegelijk verzenden. Zie Zoekcriteria voor beelden instellen voor meer informatie over [Beeldzoekvoork. instellen]. Druk op de knop < >. Selecteer [Alle gev. vrz.].
  • Pagina 520 Selecteer [Verzend.]. Selecteer [OK] op het scherm nadat de beelden zijn verzonden om de Wi-Fi-verbinding af te sluiten. Waarschuwing Opnemen is niet mogelijk wanneer u via Wi-Fi bent verbonden met image.canon, ook niet als u de ontspanknop van de camera indrukt.
  • Pagina 521 Foto's van andere modellen worden zonder aanpassing van het formaat verzonden. Ga naar image.canon om een record van verzonden beelden te bekijken. Wanneer u een accu als voeding voor de camera gebruikt, moet de accu volledig...
  • Pagina 522: Wi-Fi-Verbinding Via Access Points

    Wi-Fi-verbinding via access points Camera access point modus IP-adres handmatig instellen In deze sectie wordt het aansluiten bij een Wi-Fi-netwerk via een access point dat compatibel is met WPS (PBC-modus), beschreven. Controleer eerst de locatie van de WPS-knop en hoe lang u deze moet indrukken. Het kan circa een minuut duren om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen.
  • Pagina 523 Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe]. Het volgende bericht wordt weergegeven als u [ Verbinden met smartphone] hebt geselecteerd. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteert u [Niet weergeven]. Op het scherm [Verbinden met smartphone] dat erna wordt weergegeven, selecteert u [Verbinden via Wi-Fi]. Selecteer [Ander netwerk].
  • Pagina 524 Selecteer [Verbind via WPS]. Opmerking Camera access point modus als [Camera access point modus] wordt weergegeven in stap 5. Selecteer [WPS (PBC-modus)]. Selecteer [OK].
  • Pagina 525 Maak verbinding met een access point via Wi-Fi. Druk op de WPS-knop van het access point. Selecteer [OK]. Selecteer [Autom. instellen]. Selecteer [OK] om het instelscherm voor de Wi-Fi-functie te openen. Als een fout optreedt met [Autom. instellen] raadpleegt u IP-adres handmatig instellen.
  • Pagina 526 Afstandsbedien. (EOS Utility)] Ga naar stap 7 of 8 in Stappen op de computer (2). Afdrukken van Wi-Fi-printer] Ga naar stap 6 in Verbinding maken met een printer via Wi-Fi. Registreer bij image.canon. Ga naar stap 5 in Registreren bij image.canon.
  • Pagina 527: Camera Access Point Modus

    Camera access point modus Camera access point modus is een verbindingsmodus om de camera rechtstreeks met elk apparaat via Wi-Fi te verbinden. Weergegeven wanneer [ ], [ ] of [ ] is geselecteerd na : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding].
  • Pagina 528: Ip-Adres Handmatig Instellen

    IP-adres handmatig instellen De weergegeven opties verschillen afhankelijk van de Wi-Fi-functie. Selecteer [Handm. Instellen]. Selecteer [OK]. Selecteer een optie. Selecteer een optie om het scherm voor numerieke invoer te openen. Selecteer [Inschak.] en vervolgens [Adres] om een gateway te gebruiken.
  • Pagina 529 Voer de gewenste waarden in. Draai het wiel < > om de invoerpositie in het bovenste gedeelte te verplaatsen en gebruik de toetsen < > < > om cijfers te selecteren die u wilt invoeren. Druk op de knop < >...
  • Pagina 530: Verbinding Maken Met Een Draadloze Afstandsbediening

    Verbinding maken met een draadloze afstandsbediening Het koppelen annuleren Deze camera kan ook via Bluetooth worden verbonden met de draadloze afstandsbediening BR-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar, ) voor opnamen maken met de afstandsbediening. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verb. m. draadl.afstandsb.]. Selecteer [Voeg apparaat v. verbinding toe].
  • Pagina 531 Koppel de apparaten. Wanneer het scherm [Pairing] wordt weergegeven, houdt u de knoppen <W> en <T> op de BR-E1 ten minste 3 seconden tegelijkertijd ingedrukt. Druk op de knop < > zodra u een bevestiging ziet dat de camera is gekoppeld aan de BR-E1.
  • Pagina 532 Het koppelen annuleren Wis informatie over de verbonden afstandsbediening voordat u met een andere BR-E1 koppelt. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer [ Verb. m. draadl.afstandsb.]. Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.].
  • Pagina 533 Selecteer [OK].
  • Pagina 534: Opnieuw Verbinden Via Wi-Fi

    Opnieuw verbinden via Wi-Fi Ga als volgt te werk om opnieuw verbinding te maken met apparaten of webservices met geregistreerde verbindingsinstellingen. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer een optie. Selecteer in de weergegeven historie een optie waarmee u via Wi-Fi verbinding wilt maken. Als de optie niet wordt weergegeven, drukt u op de toetsen <...
  • Pagina 535 Bedien het verbonden apparaat. [ ] Smartphone Start Camera Connect. Als het doel van de verbinding van de smartphone is gewijzigd, herstelt u deze om via Wi-Fi verbinding te kunnen maken met de camera of hetzelfde access point als de camera. Als de camera rechtstreeks via Wi-Fi wordt verbonden met een smartphone, wordt “_Canon0A”...
  • Pagina 536: Meerdere Verbindingsinstellingen Vastleggen

    Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen U kunt maximaal 10 verbindingsinstellingen voor de draadloze communicatiefuncties vastleggen. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer een optie. Als de geschiedenis ( ) wordt weergegeven, wisselt u van scherm met de toetsen < >< >. Verbinding maken met een smartphone voor meer informatie over [ Verbinden met smartphone].
  • Pagina 537 Opmerking Als u verbindingsinstellingen wilt verwijderen, raadpleegt u Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen.
  • Pagina 538: Vliegtuigmodus

    Vliegtuigmodus U kunt de Wi-Fi- en Bluetooth-functies tijdelijk uitschakelen. Selecteer [ : Vliegtuigmodus]. Stel [Aan] in. ] wordt weergegeven op het scherm. Opmerking ] wordt mogelijk niet weergegeven bij foto's maken, video-opnamen of afspelen afhankelijk van de weergave-instellingen. Als dit niet wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de knop <...
  • Pagina 539: Wi-Fi-Instellingen

    Wi-Fi-instellingen Selecteer [ : Instellingen Wi-Fi]. Selecteer een optie. Wi-Fi Als het gebruik van elektronische en draadloze apparaten is verboden, zoals in een vliegtuig of ziekenhuis, stelt u deze optie in op [Uitschak.]. Wachtwoord Stel in op [Geen] om een Wi-Fi-verbinding te kunnen instellen zonder wachtwoord (behalve bij verbinding via Wi-Fi met een access point).
  • Pagina 540: Bluetooth-Instellingen

    Bluetooth-instellingen Selecteer [ : Inst. v. Bluetooth]. Selecteer een optie. Bluetooth Selecteer [Uitschak.] als u de Bluetooth-functie niet gebruikt. Verbindingsinfo controleren U kunt de naam en de communicatiestatus van het gekoppelde apparaat controleren. Bluetooth-adres U kunt het Bluetooth-adres van de camera controleren.
  • Pagina 541: Bijnaam

    Bijnaam U kunt de bijnaam van de camera (die wordt weergegeven op smartphones en andere camera's) zo nodig wijzigen. Selecteer [ : Bijnaam]. Voer tekst in met behulp van de Bediening van het virtuele toetsenbord. Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekens, drukt u op de knop <...
  • Pagina 542: Gps-Instellingen

    GPS-instellingen GPS via mobiele verbinding Weergave GPS-verbinding GPS via mobiele verbinding U kunt beelden van een geotag voorzien met een smartphone waarop Bluetooth is ingeschakeld. Voltooi deze instellingen nadat u de speciale Camera Connect-app ( ) hebt geïnstalleerd op de smartphone. Activeer locatiediensten op de smartphone.
  • Pagina 543 Selecteer [GPS via mobiel]. Selecteer [Inschak.]. Maak de opname. Beelden worden van geotags voorzien met de informatie van de smartphone.
  • Pagina 544: Weergave Gps-Verbinding

    Weergave GPS-verbinding U kunt de status van de verkregen locatie-informatie op de smartphone bekijken op het GPS-verbindingspictogram op de schermen voor foto's maken of video-opnamen (respectievelijk Grijs: Locatiediensten zijn uitgeschakeld Knippert: Locatie-informatie kan niet worden opgehaald Aan: Locatie-informatie opgehaald Beelden voorzien van geotags tijdens het maken van opnamen Beelden die u vastlegt terwijl het GPS-pictogram oplicht, worden van geotags voorzien.
  • Pagina 545 Waarschuwing De smartphone kan locatie-informatie alleen ophalen als hij met de camera is verbonden via Bluetooth. Route-informatie wordt niet opgehaald. De opgehaalde locatie-informatie is mogelijk niet nauwkeurig afhankelijk van de reisomstandigheden en de status van de smartphone. Het kan even duren voordat locatie-informatie is opgehaald van de smartphone nadat de camera is ingeschakeld.
  • Pagina 546: Verbindingsinstellingen Wijzigen Of Verwijderen

    Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen Als u de verbindingsinstellingen wilt wijzigen of verwijderen, verbreekt u eerst de Wi-Fi- verbinding. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Selecteer een optie. Als de geschiedenis ( ) wordt weergegeven, drukt u op de toetsen < >< > om van scherm te wisselen.
  • Pagina 547 Selecteer [Apparaat bewerken/verwijderen]. U kunt de Bluetooth-verbinding wijzigen door een smartphone met de aanduiding [ ] in het grijs te selecteren. Nadat het [Verbinden met smartphone]-scherm wordt weergegeven, selecteert u [Koppelen via Bluetooth] en vervolgens drukt u op < > op het volgende scherm. Selecteer het apparaat waarvoor de verbindingsinstellingen gewijzigd of verwijderd moeten worden.
  • Pagina 548 De instellingen worden onder op het scherm weergegeven. Verbindingsinformatie verwijd. Bij het verwijderen van verbindingsinformatie voor een gekoppelde smartphone verwijdert u ook de camera-informatie die op de smartphone is geregistreerd ( Opmerking Ga naar de website van image.canon om de verbindingsinstellingen van image.canon te wissen.
  • Pagina 549: Resetten Van De Communicatie-Instellingen

    Resetten van de communicatie-instellingen Alle draadloze communicatie-instellingen kunnen worden gewist. Door de draadloze communicatie-instellingen te wissen kunt u voorkomen dat de informatie wordt weergegeven wanneer u de camera uitleent of weggeeft. Selecteer [ : Reset communicatie-instell.]. Selecteer [OK]. Waarschuwing Als u de camera hebt gekoppeld aan een smartphone, verwijdert u via het Bluetooth-instellingenscherm van de smartphone de verbindingsinformatie van de camera waarvoor u de draadloze communicatie-instellingen hebt hersteld.
  • Pagina 550: Scherm Info Bekijken

    Scherm Info bekijken U kunt de details van foutmeldingen en het MAC-adres van de camera controleren. Selecteer [ : Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding]. Druk op de knop < >. Het scherm [Info bekijken] wordt weergegeven. Als een fout is opgetreden, druk dan op de knop < >...
  • Pagina 551: Bediening Van Het Virtuele Toetsenbord

    Bediening van het virtuele toetsenbord Invoergebied, voor het invoeren van tekst Cursortoetsen, voor verplaatsingen binnen het invoergebied Huidig aantal tekens/beschikbaar aantal Toetsenbord Van input-modus wisselen Spatie Een teken verwijderen in het invoergebied De invoer afsluiten Als u de cursor wilt verplaatsen binnen (1), kunt u ook aan het < >-wiel draaien.
  • Pagina 552: Reageren Op Foutmeldingen

    Reageren op foutmeldingen Wanneer een fout optreedt, kunt u op een van de volgende manieren meer informatie over de fout weergeven. Verhelp vervolgens de oorzaak van de fout aan de hand van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Druk op het [Info bekijken]-scherm op de knop < >.
  • Pagina 553 11: Verb.doel niet gevonden In het geval van [ ], wordt Camera Connect uitgevoerd? • Maak verbinding met behulp van Camera Connect ( In het geval van [ ]: wordt de EOS-software uitgevoerd? • Start de EOS-software en breng de verbinding opnieuw tot stand ( In het geval van [ ]: is de printer ingeschakeld? •...
  • Pagina 554: Geen Adres Toegewezen Door Dhcp Server

    21: Geen adres toegewezen door DHCP server Controleren op de camera Het IP-adres op de camera is ingesteld op [Autom. instellen]. Is dit de juiste instelling? • Als u geen DHCP-server gebruikt, geeft u de instellingen op nadat u het IP-adres op de camera op [Handm.
  • Pagina 555: Geen Respons Van Dns Server

    22: Geen respons van DNS server Controleren op de camera Komt de IP-adresinstelling van de DNS-server op de camera overeen met het werkelijke IP-adres van de DNS-server? • Stel het IP-adres in op [Handm. Instellen] en geef op de camera hetzelfde IP-adres op als de gebruikte DNS-server ( Controleren op de DNS-server Is de DNS-server ingeschakeld?
  • Pagina 556 23: Device met zelfde IP-adres bestaat op gesel. netwerk Gebruikt een ander apparaat in het cameranetwerk hetzelfde IP-adres als de camera? • Wijzig het IP-adres van de camera om te voorkomen dat twee apparaten op het netwerk hetzelfde adres gebruiken. U kunt ook het IP-adres van het andere apparaat met het dubbele adres wijzigen.
  • Pagina 557: Controleren Bij Het Access Point

    61: Geselect. SSID wireless LAN network niet gevonden Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het access point? • Verplaats de antenne van het access point zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt ( Controleren op de camera Zijn de SSID-instelling van de camera en die van het access point hetzelfde? •...
  • Pagina 558: Kan Niet Verbinden Met Wireless Lan-Terminal

    64: Kan niet verbinden met wireless LAN-terminal Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze dezelfde encryptiemethode gebruiken? • De camera ondersteunt de volgende encryptiemethoden: WEP, TKIP en AES. Wordt op MAC-adres gefilterd en is het MAC-adres van de gebruikte camera bij het access point geregistreerd? •...
  • Pagina 559: Onvoldoende Vrije Ruimte Op Server

    68: Kan niet verbinden met wireless LAN-terminal. Start opnieuw. Hebt u de WPS-knop (Wi-Fi Protected Setup) op het access point lang genoeg ingedrukt? • Houd de WPS-knop zo lang ingedrukt als in de instructiehandleiding van het access point is opgegeven. Probeert u verbinding te maken in de buurt van het access point? •...
  • Pagina 560: Probeer Het Nogmaals

    Tijdens het verbinden van de camera met de webservice heeft zich een ander probleem voorgedaan dan foutnummercode 121 t/m 126. • Probeer opnieuw om de Wi-Fi-verbinding met image.canon tot stand te brengen. 130: De server is bezet Wacht even en probeer het opnieuw De website image.canon is momenteel niet beschikbaar.
  • Pagina 561 141: Printer is bezig. Probeer opnieuw te verbinden. Is de printer bezig met printen? • Probeer nogmaals de Wi-Fi-verbinding met de printer op te zetten nadat het printproces is voltooid. Heeft een andere camera verbinding gemaakt met de printer via Wi-Fi? •...
  • Pagina 562: Voorzorgsmaatregelen Voor De Draadloze Communicatiefunctie

    Voorzorgsmaatregelen voor de draadloze communicatiefunctie Afstand tussen camera en smartphone Installatielocatie van de antenne voor het access point Elektronische apparaten in de buurt van het access point Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van meerdere camera's Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere problemen optreden bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen.
  • Pagina 563: Afstand Tussen Camera En Smartphone

    Afstand tussen camera en smartphone Als de camera te ver uit de buurt is van de smartphone, wordt mogelijk geen Wi-Fi- verbinding ingesteld, zelfs als een Bluetooth-verbinding mogelijk is. Breng in dat geval de camera en de smartphone dichter bij elkaar en zet een Wi-Fi-verbinding op. Installatielocatie van de antenne voor het access point Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de ruimte waar u de camera gebruikt.
  • Pagina 564: Beveiliging

    Beveiliging Als de beveiligingsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen de volgende problemen optreden. Bekijken van de overdracht Derden met slechte bedoelingen kunnen wireless LAN-overdrachten opsporen en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt. Ongeoorloofde netwerktoegang Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of vernietigen.
  • Pagina 565: Netwerkinstellingen Controleren

    Netwerkinstellingen controleren Windows Open [Opdrachtprompt] van Windows, typ ipconfig/all en druk op de <Enter>-toets. Behalve het aan de computer toegewezen IP-adres, worden ook het subnetmasker, de gateway en de DNS-server getoond. macOS Open in macOS de toepassing [Terminal], typ ifconfig -a en druk op <Return>. Het IP- adres dat aan de computer is toegewezen, staat onder het item [enX] (X: nummer) naast [inet], in de indeling “***.***.***.***”.
  • Pagina 566: Status Draadloze Verbinding

    Status draadloze verbinding De status van de draadloze verbinding wordt weergegeven op het scherm. Scherm opnamefuncties Scherm informatiedisplay tijdens afspelen (1) Wi-Fi-functie (2) Sterkte van draadloos signaal (3) Bluetooth-functie Scherm Communicatiestatus Wi-Fi-functie Sterkte van draadloos signaal Wi-Fi: Uitschakelen Geen verbinding Wi-Fi: Inschakelen Verbinden (Knippert)
  • Pagina 567: Indicator Bluetooth-Functie

    Indicator Bluetooth-functie Bluetooth-functie Verbindingsstatus Scherm Bluetooth verbonden Anders dan [Uitschak.] Bluetooth niet verbonden [Uitschak.] Bluetooth niet verbonden Niet weergegeven...
  • Pagina 568: Instellen

    Instellen In dit hoofdstuk worden menu-instellingen op het insteltabblad ([ ]) beschreven. rechts van paginatitels geeft functies aan die alleen in Creatieve modi (<P>, <Tv>, <Av> of <M>) beschikbaar zijn. • Tabbladmenu's: Instellen • Mapinstellingen • Bestandsnummering • Formatteren van de kaart •...
  • Pagina 569: Tabbladmenu's: Instellen

    Tabbladmenu's: Instellen Instellen 1 Selecteer map Bestandnr. Kaart formatteren Auto. roteren Rotatiegeg. toev. Datum/tijd/zone Instellen 2 Taal Videosysteem Pieptoon Spaarstand Eco-modus...
  • Pagina 570 Instellen 3 Weergave-inst. Schermhelderheid Zoekerhelderheid HDMI-resolutie Instellen 4 Camera resetten Persoonlijke voorkeuze(C.Fn) Copyrightinformatie Handleiding/software URL Certificaatlogo weergeven Firmware...
  • Pagina 571 In de basismodi verschijnt het volgende scherm voor [ 4]. Handleiding/software URL...
  • Pagina 572: Mapinstellingen

    Mapinstellingen Een map maken Een map selecteren U kunt naar wens mappen maken en selecteren waarin de vastgelegde beelden worden opgeslagen. Een map maken Selecteer [ : Selecteer map]. Selecteer [Maak map].
  • Pagina 573 Selecteer [OK].
  • Pagina 574: Een Map Selecteren

    Een map selecteren (1) Mapnaam (2) Aantal beelden in de map (3) Laagste bestandsnummer (4) Hoogste bestandsnummer Selecteer een map op het mapselectiescherm. Vastgelegde beelden worden opgeslagen in de geselecteerde map. Opmerking Mappen Een map kan maximaal 9999 beelden bevatten (bestandsnummers 0001-9999). Wanneer een map vol raakt, wordt er automatisch een nieuwe map gemaakt met een mapnummer dat één cijfer hoger is.
  • Pagina 575: Bestandsnummering

    Bestandsnummering Continu Automatisch resetten Handmatig resetten Aan de vastgelegde beelden die in een map zijn opgeslagen, wordt een bestandsnummer toegekend van 0001 tot 9999. U kunt de nummering van de beeldbestanden wijzigen. (voorbeeld) (1) Bestandsnummer Selecteer [ : Bestandnr.].
  • Pagina 576 Stel het item in. Selecteer [Nummering]. Selecteer [Continu] of [Auto. reset]. Als u de bestandsnummering opnieuw wilt instellen, selecteert u [Handm. reset] ( Selecteer [OK] om een nieuwe map te maken waarna het bestandsnummer begint met 0001. Waarschuwing Als het bestandsnummer in map 999 het nummer 9999 bereikt, kunt u geen opnamen meer maken, zelfs niet als de kaart nog vrije ruimte heeft.
  • Pagina 577: Voor Een Continue Bestandsnummering, Ongeacht Of U Van Kaart Wisselt Of Mappen Maakt

    Continu Voor een continue bestandsnummering, ongeacht of u van kaart wisselt of mappen maakt Zelfs nadat u de kaart hebt vervangen of een nieuwe map hebt gemaakt, loopt de opeenvolgende bestandsnummering door tot 9999. Dit is handig wanneer u beelden met nummers tussen 0001 en 9999 op meerdere kaarten of uit meerdere mappen in één map op de computer wilt opslaan.
  • Pagina 578: Automatisch Resetten

    Automatisch resetten Voor het herstarten van de bestandsnummering vanaf 0001 na het verwisselen van kaarten of het aanmaken van mappen Als u de kaart vervangt of een map maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001 voor de nieuwe beelden. Dit is handig als u de beelden per kaart of map wilt archiveren. Als de vervangende kaart of de bestaande map beelden bevat die eerder zijn gemaakt, kan de bestandsnummering van de nieuwe beelden worden voortgezet vanaf de nummers van de bestaande beelden op de kaart of in de map.
  • Pagina 579: Handmatig Resetten

    Handmatig resetten Voor het terugzetten van de bestandsnummering op 0001 of het beginnen met het bestandsnummer 0001 in een nieuwe map Wanneer u de bestandsnummering handmatig opnieuw instelt, wordt er automatisch een nieuwe map gemaakt en begint de nummering van de beelden die in die map worden opgeslagen bij 0001.
  • Pagina 580: Formatteren Van De Kaart

    Formatteren van de kaart Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren. Waarschuwing Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle beelden en gegevens van de kaart gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden gewist; controleer dus of er geen beelden op de kaart staan die u wilt bewaren.
  • Pagina 581: Omstandigheden Waarbij De Kaart Moet Worden Geformatteerd

    Druk voor low-levelformattering op de knop < > om een vinkje [ ] toe te voegen bij [Low level format] en selecteer vervolgens [OK]. Opmerking De capaciteit van de geheugenkaart die in het formatteringsscherm wordt weergegeven, kan lager zijn dan de capaciteit die op de kaart staat. Dit apparaat maakt gebruik van exFAT-technologie, waarvoor een licentie is verleend door Microsoft.
  • Pagina 582: Bestandsindelingen Van Kaarten

    Bestandsindelingen van kaarten SD-/SDHC-kaarten worden geformatteerd met FAT32. SDXC-kaarten worden geformatteerd met exFAT. Individuele video's die worden opgenomen op exFAT kaarten, worden opgenomen als één bestand (zonder opsplitsing in meerdere bestanden), zelfs als ze groter zijn dan 4 GB, zodat het resulterende videobestand groter zal zijn dan 4 GB. Waarschuwing Het kan zijn dat het niet mogelijk is om SDXC-kaarten die zijn geformatteerd met deze camera, in andere camera's te gebruiken.
  • Pagina 583: Automatisch Roteren

    Automatisch roteren U kunt de instelling voor automatische rotatie wijzigen die beelden bij de weergave rechtop zet welke in verticale stand zijn opgenomen. Selecteer [ : Auto. roteren]. Selecteer een optie. Roteert beelden automatisch tijdens het afspelen op zowel de camera als computers.
  • Pagina 584 Waarschuwing Beelden die zijn vastgelegd met automatische rotatie ingesteld op [Uit], worden niet geroteerd tijdens afspelen, zelfs als u automatisch roteren later op [Aan] inschakelt. Opmerking Als een foto wordt gemaakt terwijl de camera omhoog of omlaag is gericht, wordt de automatische rotatie naar de juiste weergavestand mogelijk niet correct uitgevoerd.
  • Pagina 585: Richtingsinformatie Toevoegen Aan Video's

    Richtingsinformatie toevoegen aan video's Voor video's die zijn opgenomen met de camera in de verticale stand, kan richtingsinformatie die aangeeft welke kant omhoog moet, automatisch worden toegevoegd om afspelen in dezelfde richting op smartphones of andere apparaten mogelijk te maken. Selecteer [ : rotatiegegevens Rotatiegeg.
  • Pagina 586: Datum/Tijd/Zone

    Datum/tijd/zone Als u de camera voor het eerst inschakelt of als de datum/tijd/zone opnieuw zijn ingesteld, gaat u als volgt te werk om eerst de tijdzone in te stellen. Door eerst de tijdzone in te stellen kunt u deze instelling gemakkelijk in de toekomst aanpassen als dat nodig is waarna datum/tijd aan de hand daarvan worden bijgewerkt.
  • Pagina 587 Stel de tijdzone in. Gebruik de toetsen < >< > om [Tijdzone] te selecteren. Druk op de knop < >. Druk op de knop < >. Gebruik de toetsen < >< > om de tijdzone te selecteren en druk vervolgens op de knop < >.
  • Pagina 588 Gebruik de toetsen < >< > om een [Tijdverschil]-optie te selecteren (+/-/uur/minuut) en druk vervolgens op de knop < >. Stel in met de toetsen < >< > en druk op de knop < >. Nadat u de tijdzone of het tijdverschil hebt ingesteld, gebruikt u de toetsen <...
  • Pagina 589 Stel de zomertijd in. Stel dit naar wens in. Gebruik de toetsen < >< > om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Gebruik de toetsen < >< > om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 590 Opmerking De tijd voor Auto uitschakelen kan worden verlengd terwijl het scherm [ : Datum/ tijd/zone] wordt weergegeven.
  • Pagina 591: Taal

    Taal Selecteer [ : Taal Stel de gewenste taal in.
  • Pagina 592: Videosysteem

    Videosysteem Stel het videosysteem in voor elke televisie die wordt gebruikt voor weergave. Deze instelling bepaalt de beschikbare framerates bij het opnemen van video's. Selecteer [ : Videosysteem]. Selecteer een optie. Voor NTSC Voor regio's waar gebruik wordt gemaakt van NTSC (Noord-Amerika, Japan, Korea, Mexico, enzovoort).
  • Pagina 593: Pieptonen

    Pieptonen Selecteer [ : Pieptoon]. Selecteer een optie. Inschak. De camera laat een pieptoon horen na het scherpstellen en in andere situaties. Uitschak. Schakelt het piepen uit voor bevestiging van scherpstelling, zelfontspanneropname en andere situaties.
  • Pagina 594: Energiebesparing

    Energiebesparing U kunt de timing aanpassen wanneer scherm, camera en zoeker automatisch uitschakelen als de camera niet wordt gebruikt (Scherm uit, Automatisch uitschakelen en Zoeker uit). Selecteer [ : Spaarstand]. Selecteer een optie. Opmerking Ook als [Uitschakelen] is ingesteld op [Uitschak.], schakelt het scherm uit na de tijd die is ingesteld in [Display uit].
  • Pagina 595: Eco-Modus

    Eco-modus Met deze functie kunt u ervoor zorgen dat de accu minder snel leeg is in de opnamemodus. Als de camera niet in gebruik is, wordt het scherm donker om het accugebruik te beperken. Selecteer [ : Eco-modus]. Selecteer [Aan]. Het scherm wordt donker als de camera ca. 2 seconden niet is gebruikt.
  • Pagina 596: Weergave-Instellingen

    Weergave-instellingen U kunt het gebruik van het scherm of de zoeker voor weergave opgeven om te voorkomen dat de zoekersensor onbedoeld wordt geactiveerd. Selecteer [ : Weergave-inst.]. Stel [Displayinstelling] in op [Handmatig].
  • Pagina 597 Selecteer [Handm. weerg.]. Zoeker Gebruik de zoeker altijd voor weergave. Scherm Gebruik altijd het scherm voor weergave. Opmerking Met [Displayinstelling] ingesteld op [Automatisch] wordt het scherm altijd gebruikt voor weergave tenzij u de zoeker bij uw oog houdt, waardoor de zoekerweergave actief wordt.
  • Pagina 598: Schermhelderheid

    Schermhelderheid Selecteer [ : Schermhelderheid]. Maak de afstelling. Met het grijsbeeld als referentie gebruikt u de toetsen < >< > om de helderheid aan te passen en drukt u vervolgens op de knop < >. Opmerking Als u de belichting van het beeld wilt controleren, raden we u aan het histogram te raadplegen (...
  • Pagina 599: Zoekerhelderheid

    Zoekerhelderheid Selecteer [ : Zoekerhelderheid]. Maak de afstelling. Houd de zoeker bij uw oog en pas de instelling aan met de toetsen < >< >, en druk op < >.
  • Pagina 600: Hdmi-Resolutie

    HDMI-resolutie Stel de uitgangsresolutie voor beelden in die gebruikt wordt als de camera met een HDMI- kabel wordt aangesloten op een televisie of extern opnameapparaat. Selecteer [ : HDMI-resolutie]. Selecteer een optie. Auto De beelden worden automatisch weergegeven met de optimale resolutie passend bij de aangesloten televisie.
  • Pagina 601: De Camera Resetten

    De camera resetten De standaardwaarden voor de instellingen van de camera voor opname- en menufuncties kunnen worden hersteld. Selecteer [ : Camera resetten]. Selecteer een optie. Basis instell. Herstelt standaardinstellingen voor camera-opnamefuncties en menu- instellingen. Overige instell. Instellingen voor individueel geselecteerde items kunnen worden hersteld.
  • Pagina 602: Persoonlijke Voorkeuze (C.fn)

    Persoonlijke voorkeuze (C.Fn) Persoonlijke voorkeuzen instellen Persoonlijke voorkeuze Aangepaste functie-instellingen Persoonlijke voorkeuzen instellen Selecteer [ : Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)]. Selecteer het nummer van een persoonljike voorkeuze. Gebruik de toetsen < >< > om het nummer van een aangepaste functie te selecteren en (1) te configureren, en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 603 Wijzig desgewenst de instelling. Selecteer een instelling. Herhaal stappen 2–3 als u een andere aangepaste functie wilt instellen. Opmerking Als u alle geconfigureerde instellingen van aangepaste voorkeuzen wilt wissen (behalve [Aangepaste bediening]), gaat u naar [ : Camera resetten] en selecteert u [Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] in [Overige instell.].
  • Pagina 604 Persoonlijke voorkeuze De schaduw geeft aan dat de aangepaste functie niet geldt voor deze foto- opnamen of video-opnamen. (De instellingen hebben geen effect.) C.Fn I: Belichting Foto's maken Video-opnamen ISO vergroten ○ ○ Veiligheidsshift ○ C.Fn II: Overige Foto's maken Video-opnamen Aangepaste bediening Varieert met de instellingen...
  • Pagina 605: Aangepaste Functie-Instellingen

    Aangepaste functie-instellingen Persoonlijke voorkeuzen zijn in twee groepen verdeeld volgens functie: C.Fn I: Belichting en C.Fn II: Overige. C.Fn I: Belichting C.Fn 1: ISO vergroten Hierdoor wordt H (gelijk aan ISO 25600) beschikbaar als een ISO-snelheid die u kunt instellen. Uitgebreide ISO-snelheden (H) zijn niet beschikbaar wanneer [ : Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschak.] of [Vergroot].
  • Pagina 606 C.Fn II: Overige C.Fn 3: Aangepaste bediening U kunt veelgebruikte functies toewijzen aan cameraknoppen die gemakkelijk te gebruiken zijn. Selecteer een camerabediening. Selecteer een functie om toe te wijzen. Druk op de knop < > om hem in te stellen. Opmerking Terwijl het scherm in stap 1 wordt weergegeven, kunt u drukken op de knop <...
  • Pagina 607: Beschikbare Functies Voor De Camerabediening

    Beschikbare functies voor de camerabediening ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing Functie Meten en AF-start ● ○ AF-stop ○ Stel AF-punt in op midden ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1-beeld AF Servo AF AF-methode ○ ○...
  • Pagina 608 Video's ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing Functie Movie-opname ● ○ ○ ○ ○ Servo AF voor movies gepauzeerd ○ ○ ○ ○ ○ Beeld ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing Functie Beeldkwaliteit ○ ○ ○ ○ ○ Directe inst. beeldkwaliteit ○...
  • Pagina 609 Bewerking ●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing Functie Breedte-/dieptecontrole ○ ○ ○ ○ ○ Vergroten ○ ○ ○ ○ ○ Beeld herhalen ○ ○ ○ ○ ○ Vergroot beelden tijdens weergave ○ ○ ○ ○ ○ Menu weergeven ○ ○ ○...
  • Pagina 610 C.Fn 4: Ontspan sluiter zonder lens U kunt opgeven of het maken van foto's of video's mogelijk is zonder een lens op de camera. 0:Uitschak. 1:Inschak. C.Fn 5: Objectief intrekken bij uit U kunt instellen of gemotoriseerde STM-lenzen (zoals RF35mm F1.8 Macro IS STM) automatisch worden ingetrokken als de aan-/uitschakelaar van de camera wordt ingesteld op <...
  • Pagina 611: Copyrightinformatie

    Copyrightinformatie De copyrightinformatie controleren De copyrightinformatie verwijderen Wanneer u de copyrightinformatie instelt, wordt deze als Exif-informatie aan het beeld toegevoegd. Selecteer [ : Copyrightinformatie]. Selecteer een optie.
  • Pagina 612: De Copyrightinformatie Controleren

    Voer tekst in. Gebruik de toetsen < >< >< >< > om een teken te selecteren en druk vervolgens op de knop < > om het in te voeren. Door [ ] te selecteren kunt u de input-modus wijzigen. Selecteer [ ] om een teken te verwijderen.
  • Pagina 613: De Copyrightinformatie Verwijderen

    De copyrightinformatie verwijderen Wanneer u [Verwijder copyrightinfo] selecteert in stap 2, kunt u de ingevoerde gegevens voor [Auteur] en [Copyright] verwijderen. Waarschuwing Als de vermelding voor “Auteur” of “Copyright” lang is, wordt deze mogelijk niet helemaal weergegeven wanneer u [Geef copyrightinfo weer] selecteert. Opmerking U kunt de copyrightinformatie ook instellen of controleren met EOS Utility (EOS- software).
  • Pagina 614: Overige Informatie

    Overige informatie Handleiding/software URL Selecteer [ : Handleiding/software URL] en scan de weergegeven QR-code met een smartphone om instructiehandleidingen te downloaden. U kunt ook een computer gebruiken om de website te openen via de weergegeven URL en software downloaden. Certificaatlogo weergeven Selecteer [ : Certificaatlogo weergeven] voor weergave van een aantal van de logo's van de cameracertificaten.
  • Pagina 615: My Menu

    My Menu Op het tabblad My Menu kunt u menu-items en persoonlijke voorkeuzen vastleggen waarvan u de instellingen regelmatig wijzigt. Waarschuwing Het tabblad [ ] wordt niet weergegeven wanneer [ : Menuweergave] is ingesteld op [Met uitleg]. Wijzig [ : Menuweergave] in [Standaard] ( •...
  • Pagina 616: Tabbladmenu's: My Menu

    Tabbladmenu's: My Menu My Menu-tab toevoegen Verwijder alle My Menu-tabs Verwijder alle items Menuweergave...
  • Pagina 617: My Menu Vastleggen

    My Menu vastleggen My Menu-tabbladen toevoegen Menu-items op de My Menu-tabbladen vastleggen Instellingen van het tabblad My Menu Verwijder alle My Menu-tabbladen/Verwijder alle items Menuweergave My Menu-tabbladen toevoegen Selecteer [My Menu-tab toevoegen]. Selecteer [OK]. U kunt maximaal vijf My Menu-tabbladen maken door stap 1 en 2 opnieuw uit te voeren.
  • Pagina 618: Menu-Items Op De My Menu-Tabbladen Vastleggen

    Menu-items op de My Menu-tabbladen vastleggen Selecteer [MY MENU*: Configureer]. Selecteer [Selecteer te registr. items]. Leg de gewenste items vast. Selecteer een item en druk vervolgens op de knop < >. Selecteer [OK] in het bevestigingsscherm. U kunt maximaal zes items vastleggen. Druk op de knop <...
  • Pagina 619: Instellingen Van Het Tabblad My Menu

    Instellingen van het tabblad My Menu U kunt items op het menutabblad sorteren en verwijderen en het menutabblad een andere naam geven of verwijderen. Sorteer geregistreerde items U kunt de volgorde van de in My Menu vastgelegde items wijzigen. Selecteer [Sorteer geregistreerde items], selecteer een item dat u wilt verplaatsen en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 620 Hernoem tab U kunt de naam van het My Menu-tabblad wijzigen vanuit [MY MENU*]. Selecteer [Hernoem tab]. Voer tekst in. Als u overbodige tekens wilt verwijderen, selecteert u [ Gebruik de toetsen < >< >< >< > om een teken te selecteren en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 621: Verwijder Alle My Menu-Tabbladen/Verwijder Alle Items

    Verwijder alle My Menu-tabbladen/Verwijder alle items U kunt alle gemaakte tabbladen in My Menu of de My Menu-items die daarop geregistreerd zijn, verwijderen. Verwijder alle My Menu-tabs U kunt alle My Menu-tabbladen die u hebt gemaakt, verwijderen. Wanneer u [Verwijder alle My Menu-tabs] selecteert, worden alle tabbladen van [MY MENU1] tot en met [MY MENU5] verwijderd en wordt het tabblad [ ] teruggesteld op de standaardinstelling.
  • Pagina 622 Menuweergave U kunt [Menuweergave] selecteren om het menuscherm in te stellen dat als eerste wordt weergegeven wanneer u op de knop < > drukt. Normale weergave Hiermee wordt het laatst weergegeven menuscherm weergegeven. Weergave van My Menu-tab Hiermee wordt My Menu weergegeven met het tabblad [ ] geselecteerd.
  • Pagina 623: Referentie

    Referentie Dit hoofdstuk biedt referentie-informatie voor camerafuncties. • Beelden importeren naar een computer • Problemen oplossen • Foutcodes • ISO-snelheid tijdens video-opname • Informatiedisplay • Specificaties...
  • Pagina 624: Beelden Importeren Naar Een Computer

    Beelden importeren naar een computer Verbinding met een computer met een interfacekabel Een kaartlezer gebruiken Verbinden met een computer via Wi-Fi U kunt EOS-software gebruiken om beelden van de camera naar een computer te downloaden. Verbinding met een computer met een interfacekabel Installatie van de EOS Utility ( Sluit de camera aan op de computer.
  • Pagina 625: Een Kaartlezer Gebruiken

    Een kaartlezer gebruiken U kunt een kaartlezer gebruiken om beelden naar een computer te importeren. Installeer Digital Photo Professional ( Plaats de kaart in de kaartlezer. Gebruik Digital Photo Professional om de beelden te importeren. Raadpleeg de Digital Photo Professional instructiehandleiding. Opmerking Als u beelden van de camera via een kaartlezer naar een computer wilt downloaden zonder gebruik van de EOS-software, kopieert u de DCIM-map op de...
  • Pagina 626 Verbinden met een computer via Wi-Fi U kunt de camera via Wi-Fi verbinden met de computer en beelden in de computer importeren (...
  • Pagina 627: Problemen Oplossen

    (1) er een probleem is met de acculader of accu, of (2) de communicatie met een accu die niet van Canon is, mislukt is. Maak in het geval van (1) het netsnoer los, herplaats de accu en wacht een paar minuten voordat u de stekker van de lader weer in het stopcontact steekt.
  • Pagina 628: De Lees-/Schrijfindicator Blijft Branden Of Knipperen, Zelfs Wanneer De Aan-/Uitschakelaar Op

    [Communicatiefout met accu. Heeft deze accu/hebben deze accu's het logo van Canon?] wordt weergegeven. Laad alleen echte Canon-accu's op van het type LP-E17. Verwijder de accu en plaats deze weer terug ( Als de elektrische contacten van de accu vuil zijn, maakt u deze schoon met een zachte doek.
  • Pagina 629 Opnamegerelateerde problemen De lens kan niet worden bevestigd. Om EF- of EF-S-lenzen aan te sluiten hebt u een vattingadapter nodig. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-lenzen ( Er kunnen geen beelden worden gemaakt of opgeslagen. Controleer of de kaart correct is geplaatst ( Schuif het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart naar de stand voor schrijven/wissen Vervang de kaart als deze vol is of wis overbodige beelden om ruimte vrij te maken Opnemen is niet mogelijk als het AF-punt oranje wordt terwijl u probeert om scherp te...
  • Pagina 630 Maximale opnamereeks (circa opnamen), is gebaseerd op de standaard Canon-testkaart en de feitelijke maximale opnamereeks is hoger voor kaarten met snelle schrijfsnelheden. Daarom kan de geschatte maximale opnamereeks verschillen van de feitelijke maximale opnamereeks. ISO 100 kan niet worden ingesteld voor het maken van foto's.
  • Pagina 631 Ik kan de belichtingscompensatie niet instellen wanneer zowel handmatige belichting als ISO auto zijn ingesteld. M: Handmatige belichting om de belichtingscompensatie in te stellen. Niet alle opties voor lensafwijkingscorrectie worden weergegeven. Hoewel [Corr. chromat. afw.] en [Diffractiecorrectie] niet worden weergegeven wanneer [Digit.
  • Pagina 632 Synchronisatie op hoge snelheid is niet beschikbaar in de modus <Av>. Stel [Slow sync] in [ : Flitsbesturing] in op een andere optie dan [1/250 sec. (vast)] Opnamen maken met de afstandsbediening is niet mogelijk. Wanneer u foto's maakt, stelt u de transportmodus in op < >...
  • Pagina 633 De video-opname wordt automatisch beëindigd. Als de schrijfsnelheid van de kaart laag is, wordt de video-opname mogelijk automatisch beëindigd. Zie Minimumvereisten voor de kaart (video-opnamen) [schrijf-/leessnelheid] voor informatie over kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen. Ga naar de website van de fabrikant van de kaart als u wilt weten wat de schrijfsnelheid van de kaart is.
  • Pagina 634 Het beeld flikkert of er zijn horizontale strepen te zien tijdens de video- opname. Flikkerend beeld, horizontale strepen (ruis) of onregelmatige belichting kunnen worden veroorzaakt door tl-verlichting, ledlampen of andere lichtbronnen tijdens video-opname. Bovendien kunnen veranderingen in de belichting (helderheid) of de kleurtoon worden opgenomen.
  • Pagina 635: Problemen Met Draadloze Functies

    Problemen met draadloze functies Kan niet koppelen met een smartphone. Gebruik een smartphone die compatibel is met Bluetooth Specification Version 4.1 of later. Schakel Bluetooth in vanaf het instellingenscherm van de smartphone. Koppelen met de camera is niet mogelijk vanaf het Bluetooth-instellingenscherm van de smartphone.
  • Pagina 636: Problemen Met De Bediening

    Problemen met de bediening Instellingen veranderen wanneer ik van foto's maken overschakel naar video's opnemen of omgekeerd. Afzonderlijke instellingen blijven behouden voor gebruik bij het maken van foto's en het opnemen van video's. Een knop of wiel op de camera werkt niet zoals verwacht. Controleer bij video-opname de instelling voor [ : Functie sluiterknop v.
  • Pagina 637: Problemen Met Schermweergave

    Problemen met schermweergave Het menuscherm geeft minder tabbladen en items weer. Bepaalde tabbladen en opties worden niet weergegeven in Basismodi of video- opnamen. De weergave begint met [ ] My Menu, of alleen het tabblad [ ] wordt weergegeven. [Menuweergave] op het tabblad [ ] is ingesteld op [Weergave van My Menu-tab] of [Alleen My Menu-tab weergeven].
  • Pagina 638 Het scherm toont een onduidelijk beeld. Als het scherm vuil is, dient u een zachte doek te gebruiken om het schoon te maken. Bij lage temperaturen kan de schermweergave langzamer reageren en bij hoge temperaturen kan het er zwart uitzien, maar het zal weer normaal worden bij kamertemperatuur.
  • Pagina 639: Problemen Met Afspelen Van Opnamen

    Problemen met afspelen van opnamen Er wordt een rood vakje weergegeven op het beeld. : AF-punt weerg.] is ingesteld op [Inschak.] ( Tijdens het afspelen van beelden worden de AF-punten niet weergegeven. AF-punten worden niet weergegeven wanneer de volgende beeldtypen worden weergegeven: •...
  • Pagina 640 Het lijkt alsof de video tijdelijk blijft stilstaan. Een drastische verandering in het belichtingsniveau tijdens video-opname met automatische belichting, kan ertoe leiden dat de opname tijdelijk stopt tot de helderheid zich stabiliseert. Gebruik in dat geval modus [ Er verschijnt geen beeld op de televisie. Controleer of [ : Videosysteem] is ingesteld op [Voor NTSC] of [Voor PAL] voor het videosysteem van uw televisie.
  • Pagina 641: Problemen Bij Aansluiten Op Een Computer

    Problemen bij aansluiten op een computer Ik kan geen beelden naar een computer importeren. Installeer EOS Utility (EOS-software) op de computer ( Zorg ervoor dat het hoofdvenster van EOS Utility wordt weergegeven. Als de camera al verbonden is via Wi-Fi, kan deze niet communiceren met een computer die is aangesloten met een interfacekabel.
  • Pagina 642: Foutcodes

    Foutcodes (1) Foutnummer (2) Oorzaak en tegenmaatregelen Als er zich een probleem met de camera voordoet, wordt er een foutmelding weergegeven. Volg de instructies op het scherm. Als het probleem aanhoudt, noteer dan de foutcode (Err xx) en dien een serviceverzoek in.
  • Pagina 643: Iso-Snelheid Tijdens Video-Opname

    ISO-snelheid tijdens video-opname In de modus [ ], indien ingesteld op ISO Auto U kunt de ISO-snelheid handmatig instellen in een bereik van ISO 100–12800 voor Full HD-/HD-video's en ISO 100–6400 voor 4K-video's. De maximale waarde in het automatische instelbereik is uitgebreid naar H (gelijk aan ISO 25600) bij Full HD-/HD-video-opnamen wanneer [ISO vergroten] in [ : Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] is ingesteld op [1:Inschak.] ( ) en vervolgens...
  • Pagina 644: Informatiedisplay

    Informatiedisplay Scherm Snel instellen Scherm voor foto's maken Video-opnamescherm Scènepictogrammen Afspeelscherm...
  • Pagina 645: In Creatieve Modi (Anders Dan Het Scherm Met Opnamefuncties)

    Scherm Snel instellen In creatieve modi (anders dan het scherm met opnamefuncties) AF-methode AF-werking Transportmodus Meetmethode Beeldkwaliteit Video-opnameformaat Witbalans Beeldstijl Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (10) Creatieve filters (11) Aspect ratio van foto's...
  • Pagina 646: Scherm Met Opnamefuncties In Creatieve Modi

    Scherm met opnamefuncties in creatieve modi Sluitertijd Opnamemodus* Belichtingscompensatie/AEB-instelling Witbalans Beeldstijl Witbalanscorrectie AF-methode AF-werking Transportmodus (10) Diafragmawaarde (11) ISO-snelheid (12) Flitsbelichtingscompensatie (13) Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (14) Meetmethode (15) Witbalansbracketing (16) Beeldkwaliteit (17) Zelfontspanner * Deze functies kunnen niet worden ingesteld met Snel instellen.
  • Pagina 647: Tijdens Video-Opnamen

    Tijdens video-opnamen Opnamemodus AF-methode Zelfontspanner video Video-opnameformaat Digitale zoom Digitale beeldstabilisatie van video's Witbalans Beeldstijl Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (10) Miniatuureffectvideo...
  • Pagina 648: Scherm Voor Foto's Maken

    Scherm voor foto's maken Telkens als u op de knop < > drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.
  • Pagina 649 Accuniveau Beschikbare video-opnametijd Maximale opnamereeks Aantal beschikbare opnamen/sec. tot opname met zelfontspanner Opnamemodus/scènepictogram Raster AF-methode AF-werking Transportmodus (10) Meetmethode (11) Beeldkwaliteit (12) Video-opnameformaat (13) Wi-Fi-functie (14) Waarschuwing om de flitser (knipperend)/Flitser gereed (aan)/FE-vergrendeling/snelle synchronisatie (15) AE-vergrendeling (16) Sluitertijd (17) Diafragmawaarde (18) (19) AF-punt (1-punt AF)
  • Pagina 650 Video-opnamescherm Telkens als u op de knop < > drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.
  • Pagina 651 Indicator “geluidsopname uit” Informatie over de oriëntatie van video Accuniveau Beschikbare video-opnametijd/verlopen opnameduur Video-opnamemodus Raster AF-methode Zelfontspanner video Video-opnameformaat (10) Digitale zoom (11) Digitale beeldstabilisatie van video's (12) Servo AF voor video's (13) AE-vergrendeling (14) Sluitertijd (15) Geluidsopnameniveau-indicator (handmatig/lijningang) (16) Diafragmawaarde (17) Belichtingscompensatie...
  • Pagina 652 Opmerking Na het instellen van aanpassingen kunnen tijdelijk andere pictogrammen worden weergegeven.
  • Pagina 653 Scènepictogrammen In de opnamemodus < > detecteert de camera het type scène en past alle instellingen daarop aan. Het gedetecteerde scènetype wordt linksboven op het scherm weergegeven. Personen Andere onderwerpen dan mensen Onderwerp Natuur- Achtergrondkleur en buiten- Dichtbij Achtergrond beweging beweging opnames Helder...
  • Pagina 654: Weergave Basisinformatie Voor Foto's

    Afspeelscherm Weergave basisinformatie voor foto's Wi-Fi-functie Wi-Fi-signaalsterkte Accuniveau Huidig beeldnummer/Totaal aantal beelden/Aantal gevonden beelden Vliegtuigmodus Sluitertijd Diafragmawaarde Belichtingsbelichtings-compensatiewaarde Bluetooth-functie (10) Classificatie (11) Beeldbeveiliging (12) Mapnummer - Bestandsnummer (13) Beeldkwaliteit/Bewerkt beeld/bijsnijden (14) ISO-snelheid (15) Lichte tonen prioriteit...
  • Pagina 655 Waarschuwing U kunt de informatie opgeven die wordt weergegeven als reactie op het indrukken van de knop < > ( Als het beeld is gemaakt met een andere camera, wordt bepaalde opname- informatie mogelijk niet weergegeven. Het kan zijn dat het niet mogelijk is om beelden die zijn gemaakt met deze camera op andere camera's weer te geven.
  • Pagina 656: Weergave Gedetailleerde Informatie Voor Foto's

    Weergave gedetailleerde informatie voor foto's Sluitertijd Opnamemodus Diafragmawaarde Witbalans Hoeveelheid witbalanscorrectie/bracketing Belichtingsbelichtings-compensatiewaarde Opnamedatum en -tijd Histogram (Helderheid/RGB) ISO-snelheid (10) Lichte tonen prioriteit (11) Meetmethode (12) Hoeveelheid Flitsfotografie/waarde voor flitsbelichtingscompensatie (13) Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (14) Beeldstijl/Instellingen (15) Beeldkwaliteit/Bewerkt beeld/bijsnijden (16) Bestandsgrootte * Als u opnamen maakt met beeldkwaliteit RAW+JPEG, wordt het formaat van het RAW-beeldbestand weergegeven.
  • Pagina 657: Weergave Gedetailleerde Informatie Voor Video's

    Weergave gedetailleerde informatie voor video's Video afspelen Video-opnamemodus/Time-lapse-video Informatie over de oriëntatie van video Beeldformaat Framerate Digitale beeldstabilisatie van video's Opnametijd Opname-indeling voor video's Compressiemethode voor video's * Voor de eenvoud wordt geen uitleg gegeven voor items die ook zijn opgenomen in de basis/gedetailleerde informatieweergave voor foto's, die hier niet worden weergegeven.
  • Pagina 658: Specificaties

    Lensvatting: RF-vatting van Canon Compatibele lenzen: Canon RF-lensgroep (inclusief RF-S-lenzen) * Canon EF- of EF-S-lenzen (behalve EF-M-lenzen) zijn ook compatibel, met gebruik van vattingadapter EF-EOS R Brandpuntsafstand van de lens: circa 1,6 keer de brandpuntsafstand die op de lens staat...
  • Pagina 659 Opnamemedia Opnamemedia SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten UHS-I Ondersteund UHS-snelheidsklasse Ondersteund SD Speed Class Ondersteund Kaartsleuf: Uitgerust met een enkele sleuf * Ondersteunt UHS-I Foto-opnamen Aantal pixels voor foto's Vastgelegde pixels Beeldkwaliteit Aspect ratio 16:9 Ca. 21,3 Ca. 20,2 24,0 megapixel 16,0 megapixel megapixel* megapixel* (6000×4000) (4000×4000)
  • Pagina 660 RAW+JPEG 15,8 + 8,4 1250 * 1: Het aantal opnamen met een kaart van 32 GB die voldoet aan Canon-teststandaarden. * Bestandsgroottes worden bepaald op basis van Canon-teststandaarden. * Bestandsgroottes verschillen afhankelijk van opnameomstandigheden (zoals aspect ratio, onderwerp, ISO-snelheid, beeldstijl en persoonlijke voorkeuzen).
  • Pagina 661 * 1: Zie Transportmodus en continue opnamesnelheid voor informatie over opnameomstandigheden. * 2: Het aantal opnamen met een UHS-I-compatibele kaart van 32 GB die voldoet aan Canon- teststandaarden. * Maximale opnamereeks zoals gemeten onder voorwaarden volgens Canon-teststandaarden (continue opname in 1-beeld AF-modus, ISO 100 en Beeldstijl standaard).
  • Pagina 662 Video-opname Opname-indeling voor video's: MP4 Geschatte opnametijd en bitsnelheid/bestandsgrootte voor video's Video-opnameformaat Totale opnametijd (circa) Bitsnelheid Bestands- Framerate voor video's grootte (fps) (circa (circa MB/ Video- Compres- 32 GB 128 GB 512 GB Mbps) min) opname siemethode NTSC 2 uur 21 9 uur 27 4K-UHD 23,98...
  • Pagina 663 Minimumvereisten voor de kaart (video-opnamen) [schrijf-/leessnelheid] Video-opnameformaat Framerate SD-kaart (fps) Video-opname Compressiemethode NTSC UHS Speed Class 3 4K-UHD 23,98 25,00 IPB (Standaard) of hoger SD Speed Class 10 59,94 50,00 IPB (Standaard) of hoger Full HD 29,97 SD Speed Class 6 of 25,00 IPB (Standaard) 23,98...
  • Pagina 664: Automatische Scherpstelling

    Scherpstelmodus: AF / MF * Van toepassing wanneer een RF- of RF-S-lens met scherpstelmodusknop wordt gebruikt. * Wanneer lenzen met een scherpstelmodusknop worden gebruikt, krijgt de instelling op de lens voorrang. Lenscompatibiliteit gebaseerd op scherpstelgebied: Raadpleeg de Canon-website...
  • Pagina 665 Aantal beschikbare AF-gebieden voor automatische selectie Scherpstelgebied Horizontaal: Ca. 88%, verticaal: Circa 100% Foto's Max. 143 zones (13×11) Aantal AF-zones Video's Max. 117 zones (13×9) * Kan verschillen afhankelijk van de instellingen. Selecteerbare posities voor AF-punt Scherpstelgebied Horizontaal: Ca. 88%, verticaal: Circa 100% Foto's Max.
  • Pagina 666 Zoeker Type: OLED-kleuren elektronische zoeker Schermgrootte: Circa 1,0 cm (0,39 inch) Aantal dots: Ca. 2.360.000 dots Vergroting/beeldhoek: Circa 0,95×/28,0° (aspect ratio 3:2, met een 50 mm-lens bij –1 oneindig, −1 m Dekking: Ongeveer 100% (bij JPEG grote beeldkwaliteit, aspect ratio 3:2 en ongeveer 22 mm oogafstand) –1 Oogafstand: Circa 22 mm (bij -1 m...
  • Pagina 667: Belichting

    Belichting Meetfuncties onder verschillende opnameomstandigheden Optie Foto's maken Video-opname Meetmethode Meting met 384 zones (24×16) met uitvoersignalen van de beeldsensor Automatisch ingesteld wanneer gezichten worden gedetecteerd met Meervlaksmeting Ja +volgen] Deelmeting * Circa 5,8% in het midden van het scherm Meetmethode Spotmeting* * Circa 2,9% in het midden van het scherm...
  • Pagina 668 Details voor ISO Auto voor foto's Opnamemodus Geen flitser Een flitser gebruiken* P/Tv/Av/M (anders dan ISO 100* –12800* ISO 100* –1600* bulb) Creatieve modi M (bulb) ISO 400* ISO 400* ISO 100-6400 ISO 100-3200* Basismodi Varieert per opnamemodus Varieert per opnamemodus * 1: ISO 200 wanneer ingesteld op [Lichte tonen prioriteit: Inschak./Vergroot].
  • Pagina 669 ISO-snelheid (aanbevolen belichtingsindex) in foto video-opname Handmatige instelling ISO-snelheid voor video's Full HD/HD ISO 100 tot 12800* (met Normale ISO-snelheid tussenstappen van 1/3 stop) ISO 100 tot 6400* (met tussenstappen van 1/3 stop) Uitgebreide ISO-snelheid H (gelijk aan ISO 25600)* * 1: Wanneer dit is ingesteld op [Lichte tonen prioriteit], is het bereik van de instelling ISO 200–12800.
  • Pagina 670 Sluiter Foto's maken Type: Elektronisch gestuurde focal-planesluiter * Elektronisch 1e-gordijn/Mechanisch 2e gordijn * Behalve in Stille sluitermodus Rollende sluiter, met gebruik van de beeldsensor * Elektronische sluiter * In stille sluitermodus Sluitermodus Sluitermodus Opnamen maken met de flitser Elektronisch 1e gordijn Mogelijk Elektronische sluiter Uitgeschakeld...
  • Pagina 671: Transport

    Transport Transportmodus en continue opnamesnelheid (Max. ca.) Transportmodus AF-werking Elektronisch 1e gordijn Elektronische sluiter Enkelbeeld 1-beeld AF/Servo AF 1-beeld AF 6,5 beelden/sec. Niet ondersteund Continue opname Servo AF 3,5 beelden/sec. Niet ondersteund Zelfontspanner: 10 sec./afstandsbediening Zelfontspanner: 2 sec./afstandsbediening Zelfontspanner: Continue opname Niet ondersteund...
  • Pagina 672: Ingebouwde Flitser

    Ingebouwde flitser Type: Inklapbare flitser Inklapmethode: Handmatig Richtgetal: Richtgetal van ca. 6 (ISO 100/m) Flitsbelichtingscompensatie: ±2 tussenstappen (in tussenstappen van 1/3 stop) Effectief flitsbereik (voorbeeld) (Circa) Lens: RF-S18-45mm F4.5-6.3 IS STM ISO-snelheid Groothoekkant f/4.5 Tele-zijde f/6.3 0,3–1,2 0,4–0,9 1600 1,2–4,9 0,9–3,5 12800 3,5–13,8...
  • Pagina 673: Beeld Overnemen Van 4K-Video's

    Afspelen Optie Foto's Video's AF-puntweergave Vergrote weergave 1,5×-10× (15 levels) Zoekcriteria Beeldzoekvoork. instellen Classificatie / Datum / Map / Beveiliging / Type bestand (1) / Type bestand (2) OFF / ★ tot ★★★★★ Classificatie Beelden selecteren / Selecteer reeks / Alle beelden in map / Alle beelden op kaart / Alle gevonden beelden Beelden selecteren / Selecteer reeks / Alle beelden in map / Wis beveiliging alle Beveilig beelden...
  • Pagina 674 Opname op het scherm * 1: Op basis van CIPA-standaarden. * 2: Volgens Canon-meetcondities, die zijn gebaseerd op CIPA standaarden. * Met gebruik van een nieuwe, volledig opgeladen LP-E17 * Het aantal beschikbare opnamen kan sterk variëren afhankelijk van de opnameomgeving.
  • Pagina 675 Beschikbare bedieningstijd Beschikbare Gebruiksomstandigheden Temperatuur bedieningstijd Beschikbare tijd voor bulb-belichting 23 °C Circa 3 uur 20 min. Tijd beschikbaar voor Live View-opnamen 23 °C Circa 3 uur 00 min. * Het scherm gebruiken 23 °C Circa 1 uur 50 min. •...
  • Pagina 676: Afmetingen En Gewicht

    Afmetingen en gewicht Afmetingen (B) × (H) × (D) Circa 116,3 × 85,5 × 68,8 mm * Op basis van CIPA-richtlijnen. Gewicht Gewicht Behuizing Circa 356 g (inclusief accu en kaart)* Alleen behuizing Circa 309 g * Exclusief cameradop. * 1: Op basis van CIPA-richtlijnen. Gebruiksomgeving Gebruikstemperatuur: 0–40 °C Operationele luchtvochtigheid: 85% of lager...
  • Pagina 677 De specificaties en de vormgeving van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Als er zich een probleem voordoet met een niet-Canon-lens die is bevestigd op de camera, dient u contact op te nemen met de fabrikant van de betreffende lens.
  • Pagina 678: Handelsmerken En Licenties

    ® Het Bluetooth -woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door Canon Inc. is onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van hun respectievelijke eigenaars. USB Type-C™ en USB-C™ zijn handelsmerken van USB Implementers Forum.
  • Pagina 679: About Mpeg-4 Licensing

    About MPEG-4 Licensing “This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video.
  • Pagina 680 Het gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen Dit product is zodanig ontworpen dat het optimale prestaties levert wanneer het wordt gebruikt in combinatie met originele Canon-accessoires. Het is zeer raadzaam dit product te gebruiken met originele Canon-accessoires. Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals defecten, brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door storingen van niet-originele Canon-accessoires (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een accu).

Inhoudsopgave