Pagina 1
EOS 7D Mark II (G) Basisinstructiehandleiding In deze basishandleiding wordt alleen de basisbediening behandeld. Zie de instructiehandleiding (pdf) op NEDERLANDS de dvd-rom voor andere functies en meer details.
Inleiding De EOS 7D Mark II (G) is een digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met ongeveer 20,2 effectieve megapixels, Dual DIGIC 6, ongeveer 100% zoekerdekking, 65 hoge precisie en hoge snelheid AF-punten (maximaal 65 AF-kruismetingspunten), continue opnamen met ongeveer 10,0 frames per seconde, Live View-opnamen en filmopnamen in Full HD (Full High-Definition), Dual Pixel CMOS AF en GPS-functie.
Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig. Verbinding met randapparatuur Gebruik de meegeleverde interfacekabel of een interfacekabel van Canon om de camera aan te sluiten op een computer of printer. Gebruik bij het aansluiten van de interfacekabel ook de meegeleverde kabelbescherming (pag. 27).
Instructiehandleiding en dvd-/cd-roms De instructiehandleiding bestaat uit een boekje, een folder en elektronische handleidingen (als pdf-bestand op de dvd-rom). Het boekje is de basisinstructiehandleiding. Zie de instructiehandleiding op de dvd-rom voor meer gedetailleerde instructies. Basisinstructie- GPS-waarschuwingen handleiding (dit boekje) EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX Bevat de volgende pdf-handleidingen: CEL-XXX XXX...
Compatibele geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten, van elke capaciteit, kunnen in de camera worden gebruikt: als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, wordt aanbevolen dat u de kaart met deze camera formatteert (pag. 58). CF (CompactFlash) kaarten ...
Verkorte handleiding Plaats de accu (pag. 32) Zie pagina 30 voor meer informatie over het opladen van de accu. Plaats de kaart (pag. 33) De camera-voorste sleuf is voor een CF-kaart en de camera-achterste sleuf is voor een SD-kaart. * U kunt opnamen maken als er een CF-kaart of een SD-kaart in de camera is geplaatst.
Pagina 7
Verkorte handleiding Houd het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt terwijl u het wiel instelt op <A> (Scene Intelligent Auto) (pag. 23) Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld. Stel scherp op het onderwerp (pag. 47) Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp.
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> : Het hoofdinstelwiel. <5> : Het snelinstelwiel. <p> : De AF-gebiedsselectiehendel. <9> : De multifunctionele knop. <0> : De instelknop. : Hiermee wordt aangeduid dat de 0/9/7/8 desbetreffende functie, nadat u de knop hebt losgelaten, respectievelijk 4, 6, 10 of 16...
Hoofdstukken Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd. Inleiding Aan de slag Foto's maken met basisfuncties De AF- en transportmodi instellen Opname-instellingen GPS-instellingen Geavanceerde functies Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen) Movie-opname Opnamen weergeven...
Inhoud Inleiding Controlelijst onderdelen..............3 Instructiehandleiding en dvd-/cd-roms ..........4 Compatibele geheugenkaarten ............5 Verkorte handleiding ................ 6 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt..8 Hoofdstukken ................... 9 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ........14 Nomenclatuur ................. 16 Aan de slag De accu opladen ................
Pagina 11
Inhoud Foto's maken met basisfuncties A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)..68 A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) ....71 De AF- en transportmodi instellen f: De AF-bediening selecteren ............ 74 S Het AF-gebied en AF-punt selecteren ........78 AF-sensor ..................
Pagina 12
Inhoud GPS-instellingen GPS-voorzorgsmaatregelen............108 GPS-signalen ontvangen ............. 109 Het positioneringsinterval instellen ..........112 Het digitale kompas gebruiken ............. 113 De afgelegde route vastleggen ............ 114 Geavanceerde functies d: AE-programma ............... 116 s: AE met sluitertijdvoorkeuze ..........117 f: AE met diafragmavoorkeuze..........118 a: Handmatige belichting ............
Pagina 13
Inhoud Movie-opname k Movie-opname ................ 140 Opnamen maken met automatische belichting ......140 AE met sluitertijdvoorkeuze............141 AE met diafragmavoorkeuze ............142 Opnamen maken met handmatige belichting......143 Het movie-opnameformaat instellen ..........145 Opnamen weergeven x Opnamen weergeven ............. 152 B: Weergave met opname-informatie ........154 x Snel opnamen zoeken (Indexweergave) ........
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen.
Pagina 15
Canon-dealer of zelf te controleren of de camera goed functioneert. Als u lange tijd achtereen continue opnamen, Live view-opnamen of movie- ...
Pagina 23
Nomenclatuur Programmakeuzewiel U kunt de opnamemodus instellen. Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de knop in het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt houdt (ver-/ontgrendelknop programmakeuzewiel). F : Bulb a : Handmatige belichting (pag. 119) f : AE met diafragmavoorkeuze (pag. 118) s : AE met sluitertijdvoorkeuze (pag.
Pagina 24
Nomenclatuur Objectief EF-S18-135 mm f/3.5-5.6 IS STM Scherpstelring (pag. 88 en 137) Scherpstelmodusknop (pag. 42) Bevestiging zonnekap Zoompositiemarkering (pag. 44) Zoomringvergrendelings- schuifje (pag. 43) Filterdraad (voorkant objectief) Zoomring (pag. 43) Contactpunten Schakelaar voor Image Stabilizer (beeldstabilisatie) (pag. 45) (pag. 15) Markering objectiefvatting (pag.
Pagina 25
Nomenclatuur Batterijoplader LC-E6 Lader voor accu LP-E6N/LP-E6 (pag. 30). Stekker Accucompartiment Laadlampje BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
Nomenclatuur De riem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door het oog van het riembevestigingspunt. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie. Trek de riem strak en zorg ervoor dat deze goed vastzit in de gesp.
Nomenclatuur De kabelbescherming gebruiken Gebruik de meegeleverde interfacekabel of een interfacekabel van Canon om de camera aan te sluiten op een computer, printer of Wireless File Transmitter. Gebruik bij het aansluiten van de interfacekabel ook de meegeleverde kabelbescherming. De kabelbescherming voorkomt dat de kabel per ongeluk losraakt en dat de aansluiting beschadigd raakt.
Nomenclatuur Een originele interfacekabel gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Als u een originele interfacekabel (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt, voert u de kabel door de klem voordat u de klem aan de kabelbescherming bevestigt. Klem Aansluiten van de interfacekabel zonder kabelbescherming kan de digital-aansluiting beschadigen.
Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. Stof vermijden Vervang objectieven zo snel mogelijk en op een plaats die zoveel mogelijk stofvrij is. Bevestig de cameradop op de camera wanneer u deze zonder ...
De accu opladen Verwijder het beschermdeksel. Verwijder het beschermdeksel van de accu. Plaats de accu. Plaats de accu op de juiste manier in de lader zoals afgebeeld in de illustratie. Om de accu te verwijderen, herhaalt u de ...
Pagina 31
De accu opladen Tips voor het gebruik van de accu en acculader Bij aankoop is de accu niet volledig opgeladen. Laad de accu vóór gebruik op. Het verdient aanbeveling om de accu op te laden op de dag dat u ...
De batterij plaatsen en verwijderen Plaats een volledig opgeladen LP-E6N (of LP-E6) accu in de camera. De zoeker van de camera wordt verlicht zodra een batterij is geplaatst en wordt donker wanneer de batterij wordt verwijderd. De batterij plaatsen Open het klepje. Schuif het schuifje in de richting van ...
De kaart plaatsen en verwijderen U kunt in de camera zowel een CF-kaart als een SD-kaart gebruiken. Opnamen kunnen worden opgeslagen als er ten minste één kaart in de camera is geplaatst. Als beide typen kaarten zijn geplaatst, kunt u kiezen op welke kaart u beelden wilt opslaan of kunt u beelden opslaan op beide kaarten tegelijk (pag.
Pagina 34
De kaart plaatsen en verwijderen Sluit het klepje. Sluit het klepje en schuif het in de richting van de pijlen totdat het dichtklikt. Als u de aan-uitschakelaar op <1> zet (pag. 37), wordt het aantal mogelijke opnamen en de geplaatste Pictogram Maximum kaart(en) op het LCD-paneel...
De kaart plaatsen en verwijderen De kaart verwijderen Open het klepje. Zet de aan-uitschakelaar op <2>. Controleer of de lees-/ schrijfindicator uit is en open vervolgens het klepje. Sluit het klepje als [Opslaan...] wordt Lees-/schrijfindicator weergegeven. Verwijder de kaart. Druk op de uitwerpknop om de ...
Pagina 36
De kaart plaatsen en verwijderen Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgedragen. Maak het klepje van de kaartsleuf op dat moment niet open. Voer ook niet de volgende handelingen uit wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert.
De camera inschakelen Als na het aanzetten van de camera het scherm met datum/tijd/ zone wordt weergegeven, raadpleegt u pagina 39 voor het instellen van de datum, tijd en tijdzone. <1> : De camera is ingeschakeld. <2> : De camera is uitgeschakeld en werkt niet.
De camera inschakelen z Het accuniveau controleren Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, wordt het accuniveau aangeduid met een van de volgende zes niveaus. Een knipperend batterijpictogram (b) geeft aan dat de batterij bijna leeg is. Weergave Niveau (%) 100 - 70 69 - 50 49 - 20 19 - 10 9 - 1 Maximum aantal opnamen Kamertemperatuur...
Datum, tijd en tijdzone instellen Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld of als de datum/tijd/ zone-instellingen zijn teruggezet, wordt het instelscherm voor datum/tijd/zone weergegeven. Voer onderstaande stappen uit en let erop dat u als eerste de tijdzone instelt. Stel de tijdzone in waarin u zich op dit moment bevindt. Als u op reis gaat, hoeft u alleen maar de tijdzone in te stellen op de tijdzone van uw bestemming.
Pagina 40
Voor het uitvoeren van [Sync.tijd tussen camera's] via Wireless File Transmitter wordt het gebruik van een tweede EOS 7D Mark II aanbevolen. Als u [Sync.tijd tussen camera's] uitvoert met twee verschillende modellen, worden de tijdzone of tijd mogelijk niet juist ingesteld.
3 De taal van de interface selecteren De ingestelde datum en tijd worden van kracht wanneer u bij stap 6 op <0> drukt. In stap 3 is de tijd rechtsboven op het scherm het tijdsverschil met Coordinated Universal Time (UTC). Als u uw tijdzone niet ziet, stel de tijdzone dan in op basis van het tijdverschil met UTC.
Een objectief bevestigen en verwijderen De camera is compatibel met alle Canon EF- en EF-S-objectieven. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-objectieven. Een objectief bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
Een objectief bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen Draai de zoomring op het objectief met uw vingers. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling verloren gaan.
Een objectief bevestigen en verwijderen Een zonnekap bevestigen Met een zonnekap kan ongewenst licht worden geblokkeerd en wordt de voorkant van het objectief beschermd tegen regen, sneeuw, stof, enzovoort. Voordat u het objectief in een tas, enzovoort stopt, kunt u de zonnekap ook andersom bevestigen.
Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het objectief Wanneer u de ingebouwde Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het IS-objectief gebruikt, wordt cameratrilling gecorrigeerd om scherpere opnamen te krijgen. Bij de hier uitgelegde procedure wordt het objectief EF-S18-135mm f/3.5-5.6 IS STM als voorbeeld gebruikt. * IS betekent Image Stabilizer (beeldstabilisatie).
Basisbediening De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het lastig is om de knop te draaien, verwijdert u de oogschelp. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt u aangeraden om de dioptrische aanpassingslens Eg (afzonderlijk verkrijgbaar) te gebruiken.
Basisbediening Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt gedurende 4 seconden in de zoeker en op het LCD-paneel weergegeven (meettimer/0).
Pagina 48
Basisbediening Programmakeuzewiel Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de ver-/ontgrendelknop van het programmakeuzewiel in het midden ingedrukt houdt. Gebruik dit om de opnamemodus in te stellen. Hoofdinstelwiel Druk op een knop en draai het instelwiel <6>. Wanneer u op een knop zoals <n> <o>...
Pagina 49
Basisbediening Snelinstelwiel Druk op een knop en draai aan het instelwiel <5>. Wanneer u op een knop zoals <n> <o> <m> drukt, blijft de desbetreffende functie gedurende zes seconden geselecteerd. (9). Tijdens deze zes seconden kunt u het instelwiel <5> draaien om de instelling te wijzigen.
Basisbediening AF-gebiedsselectiehendel De <p> hendel kan naar rechts worden geduwd. Gebruik deze om de AF-gebiedselectiemodus te selecteren. Druk op de knop <S> en duw tegen de <p>. Door op de knop <S> te drukken zijn de AF-gebiedsselectiemodus en het AF-punt gedurende zes seconden selecteerbaar (9).
Pagina 51
Basisbediening h Touch pad Tijdens movie-opname biedt het touch pad een geruisloos alternatief om sluitertijd, diafragma, belichtingscorrectie, ISO-snelheid, geluidsopnameniveau en hoofdtelefoonvolume aan te passen. Deze functie werkt als [z5: Stille bediening] is ingesteld op [Inschakelen h]. Nadat u op de knop <Q> hebt gedrukt, tikt u op de binnenste ring van het instelwiel <5>, boven, onder, links of rechts.
Basisbediening U LCD-paneelverlichting Schakel de LCD-paneelverlichting (9) in of uit door op de knop <U> te drukken. Wanneer u bij een bulb- belichting de ontspanknop volledig indrukt, wordt de LCD-paneelverlichting uitgeschakeld. Instellingen voor de opnamefunctie weergeven Nadat u een aantal keren op de knop <B> hebt gedrukt, worden de instellingen voor de opnamefunctie weergegeven.
Q Quick Control voor opnamefuncties U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD- scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Dit heet Quick Control (Snel instellen). Druk op de knop <Q> Het scherm Snel instellen wordt weergegeven. Stel de gewenste functies in. Gebruik <9>...
Menugebruik U kunt verschillende instellingen opgeven via de menu's, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Knop <M> <6> Hoofdinstelwiel LCD-scherm <5> Snelinstelwiel Knop <Q> Knop <0> A Modusmenuscherm * Bepaalde menutabbladen en menu-items worden niet weergegeven in de modus <A>. d/s/f/a/F Modusmenuscherm : Weergave : Instellingen : Persoonlijke voorkeuze...
Pagina 56
3 Menugebruik Procedure voor het instellen van het menu Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Telkens als u op de knop <Q> drukt, wordt er van hoofdtabblad gewisseld. Draai aan het instelwiel <6>...
3 Menugebruik In de beschrijvingen van de menufuncties hieronder wordt er vanuit gegaan dat u op de knop <M> hebt gedrukt om het menuscherm weer te geven. U kunt ook <9> gebruiken om menufuncties te gebruiken en in te ...
Voordat u begint 3 De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren. Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle opnamen en gegevens van de kaart gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden gewist;...
Voordat u begint Formatteer de kaart in de volgende gevallen: De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of gegevens. Er wordt een kaartfout weergegeven. ...
Voordat u begint 3 De pieptoon uitschakelen U kunt voorkomen dat er een pieptoon afgaat zodra er is scherpgesteld of bij het gebruik van de zelfontspanner. Selecteer [Pieptoon]. Selecteer op het tabblad [z1] de optie [Pieptoon] en druk vervolgens op <0>.
Voordat u begint 3 De opnameweergavetijd instellen U kunt instellen hoe lang de foto direct na de opname op het LCD-scherm moet worden weergegeven. Als u wilt dat de camera de opname blijft weergeven, stelt u [Vastzetten] in. Als u de opname niet wilt laten weergeven, stelt u [Uit] in. Selecteer [Kijktijd].
l Het raster weergeven U kunt een raster weergeven in de zoeker om u te helpen controleren of de camera niet gekanteld is en de beeldcompositie te bepalen. Selecteer [Zoekerweergave]. Selecteer op het tabblad [52] de [Zoekerweergave] en druk op <0>. Selecteer [Raster in zoeker].
Q De digitale waterpas weergeven U kunt op de LCD-monitor en in de zoeker een digitale waterpas weergeven om u te helpen kanteling van de camera te corrigeren. De digitale waterpas op het LCD-scherm weergeven Druk op de knop <B>. Telkens als u op de knop <B>...
Q De digitale waterpas weergeven 3 De digitale waterpas weergeven in de zoeker In het bovenste gedeelte van de zoeker kan een digitale waterpas worden weergegeven. Omdat deze kan worden weergegeven tijdens de opname, kunt u kanteling van de camera corrigeren terwijl u opnamen maakt.
Instellen van de zoekerinformatiedisplayN De instellingen voor de opnamefunctie (opnamemodus, witbalans, transportmodus, AF-bediening, meetmethode, beeldkwaliteit: JPEG/ RAW, flikkerdetectie) kunnen in de zoeker worden weergegeven. Standaard is alleen flikkerdetectie ingeschakeld [X]. Selecteer [Zoekerweergave]. Selecteer op het tabblad [52] de [Zoekerweergave] en druk op <0>. Selecteer [Weerg./Verberg.
Help Wanneer onderin het menuscherm [zHelp] wordt weergegeven, kan de beschrijving (Help) van de functie worden weergegeven. Het Help-scherm wordt alleen weergegeven als u de knop <B> ingedrukt houdt. Indien de Help meer dan één scherm beslaat, verschijnt er rechts een schuifbalk. Houd de knop <B> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5>...
Foto's maken met basisfuncties In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de modus <A> (Scene Intelligent Auto) van het programmakeuzewiel kunt gebruiken om gemakkelijk opnamen te maken. In de modus <A> hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken;...
A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) <A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het onderwerp beweegt of niet (pag. 71). Stel het programmakeuzewiel in op <A>.
A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. De opname wordt 2 seconden op het LCD-scherm weergegeven. Nadat u klaar bent met fotograferen, duwt u de ingebouwde flitser weer omlaag.
Pagina 70
A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) Er wordt niet op het onderwerp scherpgesteld als de ontspanknop half is indrukt. Wanneer de scherpstelmodusknop op het objectief op <MF> (handmatige scherpstelling) staat, zet u deze op <AF> (automatische scherpstelling). De flitser is afgegaan terwijl er daglicht is. ...
A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld, zodat er een uitgebalanceerde achtergrond en een goed perspectief wordt bereikt. In de modus < A > wordt om scherp te stellen op een stilstaand onderwerp door de ontspanknop half in te drukken de scherpstelling op dat onderwerp vergrendeld.
Pagina 72
A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) A Live view-opnamen U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Zie pagina 127 voor meer informatie. Zet de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen op <A>. Geef het Live view-beeld op het LCD-scherm weer.
De AF- en transportmodi instellen De AF-punten in de zoeker zijn zodanig geplaatst dat u op een verscheidenheid aan onderwerpen en in allerlei omstandigheden automatisch scherp kunt stellen. U kunt ook de AF-bediening en de transportmodus selecteren die voor de opnameomstandigheden en het onderwerp het geschiktst zijn.
f: De AF-bediening selecterenN U kunt de eigenschappen selecteren voor de automatische scherpstelling die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp passen. In de modus <A> wordt "AI Focus AF" automatisch ingesteld. Stel de scherpstelmodusknop op het objectief in op <AF>. Stel de modus <d>...
Pagina 75
f: De AF-bediening selecterenN 1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen Geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera slechts één keer scherp. Wanneer er is scherpgesteld, wordt het AF-punt waarmee dit is gebeurd weergegeven en licht ook de scherpstelindicator <o>...
f: De AF-bediening selecterenN AI Servo AF voor bewegende onderwerpen Deze AF-bediening is geschikt voor bewegende onderwerpen waarbij de scherpstelafstand telkens verandert. Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt, blijft de camera voortdurend scherpstellen op het onderwerp. De belichting wordt ingesteld op het moment dat de opname wordt ...
f: De AF-bediening selecterenN Indicator AF-gebruik Wanneer u de ontspanknop half indrukt en de camera met AF scherpstelt, wordt het pictogram <i> rechtsonder aan de zoeker weergegeven. In de modus 1-beeld AF wordt het pictogram ook weergegeven als u na scherpstelling de ontspanknop half ingedrukt houdt.
SHet AF-gebied en AF-punt selecterenN De camera heeft 65 AF-punten voor automatische scherpstelling. U kunt de AF-gebiedselectiemodus en AF-punten selecteren die bij de scène of het onderwerp passen. Afhankelijk van het objectief dat op de camera is bevestigd kan het aantal bruikbare AF-punten en AF-puntpatronen afwijken.
Pagina 79
SHet AF-gebied en AF-punt selecterenN AF-puntuitbreiding (handmatige selectie, omringende punten) Het handmatig geselecteerde AF-punt <S> en de omringende AF-punten <w> worden gebruikt om mee scherp te stellen. Zone-AF (handmatige selectie van een zone) Eén van de negen zones wordt gebruikt om scherp te stellen.
Pagina 80
SHet AF-gebied en AF-punt selecterenN De AF-gebiedselectiemodus selecteren Druk op de knop <S>. Gebruik de knop <p> of <B>. Kijk door de zoeker en druk op de knop <p> of <B>. Elke keer dat u <p> naar rechts duwt, wordt de AF- gebiedsselectiemodus gewijzigd.
Pagina 81
SHet AF-gebied en AF-punt selecterenN Het AF-punt handmatig selecteren U kunt het AF-punt of de AF-zone ook handmatig selecteren. Druk op de knop <S>. De AF-punten worden in de zoeker weergegeven. In AF-puntuitbreidingsmodi worden ook aangrenzende AF-punten weergegeven. In de zone-AF-modus wordt de ...
AF-sensor De AF-sensor van de camera heeft 65 AF-punten. De onderstaande afbeelding toont het AF-sensorpatroon dat met elk AF-punt overeenkomt. Bij objectieven met een maximaal diafragma van f/2.8 of groter is met het middelste AF-punt uiterst nauwkeurige automatische scherpstelling mogelijk. Afhankelijk van het objectief dat op de camera is bevestigd kan het aantal bruikbare AF-punten en het AF-patroon afwijken.
(De AF-punten blijven oplichten). Op de Canon-website kunt u zien tot welke groep de nieuwe objectieven behoren die in de tweede helft van 2014 zijn uitgebracht na de start van de verkoop van de EOS 7D Mark II.
Pagina 84
Objectieven en bruikbare AF-punten Groep B Automatische scherpstelling met 65 punten is mogelijk. Alle AF-gebiedselectiemodi zijn selecteerbaar. : AF-kruismetingspunt. Het onderwerp wordt gemakkelijker gevolgd en de scherpstelling is uiterst nauwkeurig. Groep C Automatische scherpstelling met 65 punten is mogelijk. Alle AF-gebiedselectiemodi zijn selecteerbaar. : AF-kruismetingspunt.
Pagina 85
Objectieven en bruikbare AF-punten Groep E Automatische scherpstelling met slechts 45 punten is mogelijk. (Niet mogelijk met alle 65 AF-punten.) Alle AF-gebiedselectiemodi zijn selecteerbaar. Tijdens automatische AF-puntselectie verschilt het buitenste kader dat de AF-zone markeert (gebied AF-kader) van automatische selectie AF met 65 punten. : AF-kruismetingspunt.
Pagina 86
Objectieven en bruikbare AF-punten Groep G Automatische scherpstelling is mogelijk met het middelste AF-punt en de aangrenzende AF-punten boven, onder, links en rechts. Alleen de volgende AF-gebiedselectiemodi zijn selecteerbaar: één-punts AF (handmatige selectie), één punt Spot AF (handmatige selectie) en AF-puntuitbreiding (handmatige selectie Als een Extender op het objectief is aangesloten en het maximale diafragma f/8 is (tussen f/5.6 en f/8), is AF mogelijk.
Kenmerken AI Servo AF selecterenN U kunt AI Servo AF eenvoudig op een specifiek onderwerp of een specifieke scène afstemmen door uit de opties case 1 t/m case 6 te kiezen. Deze functie wordt de "AF-configuratietool" genoemd. Selecteer het tabblad [21]. Selecteer een case.
MF: Handmatige scherpstelling Zet de scherpstelmodusknop op het objectief op <MF>. <4 L> wordt op het LCD- paneel weergegeven. Stel scherp op het onderwerp. Stel scherp door aan de Scherpstelring scherpstelring op het objectief te draaien totdat u het onderwerp scherp in de zoeker ziet.
o De transportmodus selecteren De camera heeft transportmodi voor enkele opnamen en continue opnamen. U kunt de transportmodus selecteren die bij de scène of het onderwerp past. Druk op de knop <o>. Selecteer de transportmodus. Terwijl u naar het LCD-paneel of ...
j De zelfontspanner gebruiken Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. Druk op de knop <o>. Selecteer de zelfontspanner. Terwijl u naar het LCD-paneel of de zoeker kijkt, draait u aan het instelwiel <5>. Q : zelfontspanner (10 sec.) k : zelfontspanner (2 sec.) Maak de opname.
Opname-instellingen In dit hoofdstuk worden functie-instellingen voor opnamen uitgelegd: opnamekwaliteit, ISO-snelheid, beeldstijl, witbalans, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid), ruisreductie, lichte tonen prioriteit, lensafwijkingscorrectie, opname zonder flikkeringen en andere functies. Het pictogram M rechts bovenaan een paginatitel geeft aan dat de functie alleen in de volgende modi kan worden gebruikt: <d>...
Kaart selecteren voor opname en weergave Indien er reeds een CF-kaart of een SD-kaart is geplaatst in de camera, kunt u beginnen met opnamen op te slaan. Wanneer slechts één kaart is geplaatst, hoeft u de procedures die zijn beschreven op de pagina's 92-94 niet te volgen. Indien u zowel een CF-kaart als een SD-kaart plaatst, kunt u de opnamemethode selecteren en bepalen welke kaart u voor het vastleggen en weergeven van opnamen wilt gebruiken.
Pagina 93
3 Kaart selecteren voor opname en weergave Standaard De opnamen worden opgeslagen op de kaart die met [Opn./weerg.] is geselecteerd. Auto. kaartwissel Hetzelfde als bij de instelling [Standaard], maar als op een gegeven moment de kaart vol is, zal de camera automatisch overschakelen naar de andere kaart voor het opslaan van de opnamen.
Pagina 94
3 Kaart selecteren voor opname en weergave CF- of SD-kaart selecteren voor opname en weergave Indien [Opn.functie] is ingesteld op [Standaard] of [Auto. kaartwissel], selecteert u de kaart voor de opname en weergave van opnamen. Indien [Opn.functie] is ingesteld op [Apart opslaan] of [Opsl. nr meerdere], selecteert u de kaart voor de weergave van opnamen.
De opnamekwaliteit instellen U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn acht JPEG- instellingen voor opnamekwaliteit: 73, 83, 74, 84, 7a, 8a, b, c. Er zijn drie RAW-instellingen voor beeldkwaliteit: 1, 41, 61. Selecteer [Beeldkwalit.]. Selecteer op het tabblad [z1] de ...
opnamereeks tijdens continue opnamen zijn gebaseerd op testnormen van Canon (aspect ratio 3:2, ISO 100 en beeldstijl 'Standaard'), met een CF-kaart van 8 GB. Deze cijfers kunnen verschillen, afhankelijk van het onderwerp, merk van de kaart, aspect ratio, ISO-snelheid, Beeldstijl, Persoonlijke voorkeuzen, enzovoort.
i: De ISO-snelheid instellenN Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. Wanneer de <A>- modus is geselecteerd, wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld. Druk op de knop <m>. Stel de ISO-snelheid in. Terwijl u op het LCD-paneel aan de ...
A Een beeldstijl selecterenN Door een beeldstijl te selecteren, kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen. De beeldstijl is automatisch ingesteld op <D> (Auto) in de modus <A>. Druk op de knop <b>. Selecteer [A].
B: De witbalans instellenN Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u een witbalans selecteren die bij de lichtbron past of de witbalans handmatig instellen door een opname van een wit voorwerp te maken.
Helderheid en contrast automatisch corrigerenN Als de opname te donker wordt of als het contrast te laag is, kunnen de helderheid en het contrast van de opname automatisch worden verbeterd. Deze functie heet Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). De standaardinstelling is [Standaard]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie toegepast wanneer de opname is gemaakt.
Ruisreductie instellenN Hoge ISO-ruisreductie Met deze functie vermindert u de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral effectief bij hoge ISO-snelheden. Bij lage ISO-snelheden wordt de ruis in de donkere gedeelten van de opname (de schaduwpartijen) verder gereduceerd.
3 Ruisreductie instellenN Ruisreductie lange sluitertijd Ruisreductie is mogelijk bij alle belichtingstijden van 1 seconde of langer. Selecteer [Ruisred. lange sluitertijd]. Selecteer op het tabblad [z3] [Ruisred. lange sluitertijd] en druk op <0>. Stel de gewenste optie in. Selecteer de gewenste instelling en ...
Lichte tonen prioriteitN U kunt overbelichte lichtere gebieden terugbrengen. Selecteer [Lichte tonen prioriteit]. Selecteer op het tabblad [z3] [Lichte tonen prioriteit] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen]. De lichte details worden verbeterd. Het dynamische bereik wordt uitgebreid van het standaard 18% grijs naar heldere lichte tinten.
Correctie van helderheid randen en chromatische afwijkingen Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname donkerder eruit zien als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens. Een andere afwijking is het verschijnen van kleurranden rond de contouren van het onderwerp.
3 Correctie van helderheid randen en chromatische afwijkingen Correctie chromatische aberratie Selecteer de instelling. Controleer of [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven voor het gebruikte objectief. Selecteer [Chromatische afw.] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op <0>. Maak de opname.
Flikkeren verminderenN Als u bij fel licht zoals TL-licht een opname maakt met hogere sluitertijd, veroorzaakt het flikkeren van de lichtbron flikkeringen in de opname en kan deze verticaal ongelijk belicht zijn. Als onder deze omstandigheden continue opname wordt gebruikt, kan dit resulteren in ongelijke belichtingen of kleuren op de opnamen.
GPS-instellingen Dit hoofdstuk beschrijft de GPS-instellingen van de camera. De EOS 7D Mark II (G) kan satellietnavigatiesignalen ontvangen van GPS-satellieten (VS), GLONASS-satellieten (Rusland) en het Quasi-Zenith Satellite System (QZSS) "Michibiki" (Japan). De GPS-functie is standaard ingesteld op [Uitschakelen]. In deze handleiding verwijst de term "GPS" naar de ...
GPS-voorzorgsmaatregelen Let op het volgende bij gebruik van de GPS-functie. In bepaalde landen en regio's kunnen beperkingen voor het gebruik van GPS gelden. Zorg er daarom voor dat u GPS gebruikt in overeenstemming met de wetten en voorschriften van uw land of regio.
GPS-signalen ontvangen Als u GPS-signalen wilt ontvangen, neemt u de camera mee naar buiten, naar een plek waar zich geen obstakels in de lucht bevinden. Richt de bovenkant van de camera naar de lucht terwijl u uw handen e.d. uit de buurt houdt van de bovenkant van de camera. Wanneer de omstandigheden voor het ontvangen van signalen gunstig zijn, ontvangt de camera binnen ca.
GPS-signalen ontvangen GPS-informatie weergeven Selecteer [Stel in]. Controleer of [GPS] is ingesteld op [Inschakelen]. Selecteer [Stel in] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [GPS-informatiedisplay]. Er wordt gedetailleerde GPS- informatie weergegeven. Maak de opname. Opnamen die worden gemaakt na ...
Pagina 111
GPS-signalen ontvangen Informatie voorzien van een geotag Bekijk de opnamen en druk op de knop <B> om het scherm met opname-informatie weer te geven (pag. 155). Kantel vervolgens <9> omhoog of omlaag om de geotag-gegevens te bekijken. Breedtegraad Lengtegraad Hoogte Noord Coordinated Universal Time (UTC) 0°...
Het positioneringsinterval instellen Het interval (de tijdsduur) voor het bijwerken van de geotag-gegevens kunt u instellen. Hoe korter het interval, hoe nauwkeuriger de geotag- gegevens zijn; bij een korter interval zijn echter minder opnamen mogelijk. Selecteer [Stel in]. Controleer of [GPS] is ingesteld op ...
Het digitaal kompas gebruiken U kunt informatie over de richting van camera (de richting waarin de camera "kijkt") aan het beeld toevoegen. Selecteer [Stel in]. Controleer of [GPS] is ingesteld op [Inschakelen]. Selecteer [Stel in] en druk vervolgens op <0>.
De afgelegde route vastleggen Bij gebruik van de GPS-logfunctie worden de geotag-gegevens van de route die de camera heeft afgelegd automatisch opgeslagen in het interne geheugen van de camera. De opnamelocaties en de afgelegde route kunt u bekijken op een kaart die met de Map Utility op een computer kan worden weergegeven (EOS- software, pag.
Geavanceerde functies In de opnamemodi <d> <s> <f> <a> <F> kunt u de sluitertijd, het diafragma en andere camera-instellingen selecteren om de belichting te wijzigen en het gewenste resultaat te verkrijgen. Het pictogram M rechts bovenaan een paginatitel geeft aan dat de functie alleen in de volgende modi kan worden gebruikt: <d>...
d: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en het diafragma in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen. Dit heet AE-programma. * <d> staat voor programma. * AE staat voor automatische belichting (Auto Exposure). Stel het programmakeuzewiel in op <d>.
s: AE met sluitervoorkeuze In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch het diafragma in om de standaardbelichting te verkrijgen die bij de helderheid van het onderwerp past. Dit heet AE met sluitertijdvoorkeuze. Een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp als het ware bevriezen.
f: AE met diafragmavoorkeuze In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE met diafragmavoorkeuze. Bij een hoger f-getal (kleiner diafragma) valt een groter deel van de voorgrond en achtergrond binnen een acceptabele scherpstelling.
a: Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode heet handmatige belichting. * <a>...
a: Handmatige belichting Belichtingscorrectie met Auto ISO Als de ISO-snelheid is ingesteld op A (AUTO), kunt u belichtingscorrectie (pag. 122) als volgt instellen. • [z2: Bel. comp./AEB] • Gebruik onder [83: Aangepaste bediening] [s: Bel.comp. (houd knop ingedrukt, draai )] of [p: Bel.comp. (houd hendel omlaag, draai •...
q De meetmethode selecterenN U kunt een van vier methoden selecteren om de helderheid van het onderwerp te meten. In de modus <A> wordt automatisch meervlaksmeting ingesteld. Druk op de knop <n>. Selecteer de meetmethode. Terwijl u op het LCD-paneel of in de ...
O Belichtingscorrectie instellenN Belichtingscorrectie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (kortere belichting) te maken. Belichtingscorrectie kan worden ingesteld in de opnamemodi <d>, <s> en <f>. De belichtingscorrectie kan worden ingesteld op ±5 stops met tussenstappen van 1/3 stop.
h Auto Exposure Bracketing (AEB)N Als de sluitertijd of het diafragma automatisch wordt gewijzigd, wordt het belichtingsniveau voor drie opeenvolgende opnamen gewijzigd tot ongeveer 3 stops met tussenstappen van 1/3 stop. Dit heet AEB. * AEB staat voor Auto Exposure Bracketing (reeksopnamen met automatische belichting). Selecteer [Bel.comp./AEB].
A AE-vergrendelingN Gebruik AE-vergrendeling wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied, of wanneer u meerdere foto's wilt nemen met dezelfde belichtingsinstelling. Druk op de knop <A> om de belichting te vergrendelen, maak een nieuwe compositie en maak de opname. Dit heet AE-vergrendeling.
D De ingebouwde flitser gebruiken In de modi <d> <s> <f> <a> <F> drukt u op knop <D> om de ingebouwde flitser omhoog te klappen. Controleer voordat u opnamen maakt of [D] in de zoeker wordt weergegeven. Druk na het maken van de opnamen de ingebouwde flits met uw vingers terug, totdat deze vastklikt.
Opnamen maken met het LCD- scherm (Live view-opnamen) U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. U kunt Live view-opnamen inschakelen door de schakelaar voor Live view-/movie-opname op <A> te zetten. Wanneer u de camera in de hand houdt en opnamen maakt ...
A Opnamen maken met het LCD-scherm Zet de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen op <A>. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. In het Live view-beeld wordt het ...
A Opnamen maken met het LCD-scherm Live view-opname inschakelen Stel [z5: Live View-opname] (het tabblad [z3] in <A>) in op [Inschakelen]. Maximum aantal Live view-opnamen Kamertemperatuur Lage temperaturen Temperatuur (23 °C) (0 °C) Geen flits Circa 270 opnamen Circa 260 opnamen 50% flits Circa 250 opnamen Circa 240 opnamen...
Pagina 130
A Opnamen maken met het LCD-scherm Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Maximum aantal opnamen Maximale opnamereeks/Aantal resterende opnamen met meervoudige belichting Accuniveau HDR-opnamen/ Waarschuwing temperatuur Meervoudige belichting/ AF-punt (FlexiZone - Single) Ruisonderdrukking bij Histogram meerdere opnamen...
Dit kan de AF-snelheid aanzienlijk beïnvloeden en het kan langer duren voordat de camera is scherpgesteld (faseverschildetectie laat gewoonlijk snellere AF toe). Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie. De AF-methode selecteren U kunt een AF-methode selecteren die bij de opnamesituatie en bij uw onderwerp past.
Pagina 132
Scherpstellen met AF (AF-methode) u(gezicht)+tracking: c De camera detecteert en stelt scherp op gezichten van mensen. Indien een gezicht beweegt, beweegt het AF-punt <p> mee om het gezicht te volgen. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. ...
Pagina 133
Scherpstellen met AF (AF-methode) Maak de opname. Controleer de scherpstelling en belichting en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken (pag. 128). Scherpstellen op andere onderwerpen dan gezichten van mensen Druk op<9> of <0>; het AF-kader < > wordt in het midden weergegeven.
Pagina 134
Scherpstellen met AF (AF-methode) FlexiZone - Multi: o U kunt maximaal 31 AF-punten gebruiken voor het scherpstellen op een groot gebied (automatische selectie). Dit grote gebied kan ook in 9 zones worden opgedeeld voor scherpstellen (zoneselectie). Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>.
Pagina 135
Scherpstellen met AF (AF-methode) Maak de opname. Controleer de scherpstelling en belichting en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken (pag. 128).
Pagina 136
Scherpstellen met AF (AF-methode) FlexiZone - Single: d De camera stelt met één AF-punt scherp. Dit is nuttig als u op een specifiek onderwerp wilt scherpstellen. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven.
MF: Handmatige scherpstelling Met handmatige scherpstelling (MF) kunt u het beeld vergroten en nauwkeurig scherpstellen. Zet de scherpstelmodusknop op het objectief op <MF>. Draai aan de scherpstelring van het objectief om ruwweg scherp te stellen. Geef het vergrotingskader weer. Druk op de knop <u>.
Pagina 138
MF: Handmatige scherpstelling Stel handmatig scherp. Draai terwijl u naar de vergrote opname kijkt aan de scherpstelring van het objectief om scherp te stellen. Nadat u hebt scherpgesteld, drukt u op de knop <u> om naar de normale weergave terug te keren. Maak de opname.
Movie-opname U kunt movie-opnamen inschakelen door de schakelaar voor Live view-/movie-opnamen op <k> te zetten. Zie pagina 5 voor kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen. Wanneer u de camera in de hand houdt en movies opneemt, kan cameratrilling leiden tot onscherpe opnamen. U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
k Movie-opname Opnamen maken met automatische belichting Wanneer de opnamemodus is ingesteld op <A>, <d> of <F>, schakelt de camera over op automatische belichtingsregeling, met instellingen die geschikt zijn voor de huidige lichtomstandigheden van de scene. De belichting is dezelfde voor alle opnamemodi. Stel het programmakeuzewiel in op <A>, <d>...
k Movie-opname AE met sluitertijdvoorkeuze Wanneer de opnamemodus is ingesteld op <s> kunt u de sluitertijd voor movie-opnamen handmatig instellen. De ISO-snelheid en het diafragma worden automatisch ingesteld voor de juiste belichting voor de lichtomstandigheden. Stel het programmakeuzewiel in op <s>. Stel de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen in op <k>.
k Movie-opname AE met diafragmavoorkeuze Wanneer de opnamemodus is ingesteld op <f>, kunt u het diafragma handmatig instellen voor movie-opname. De ISO-snelheid en de sluitertijd worden automatisch ingesteld voor de juiste belichting voor de lichtomstandigheden. Stel het programmakeuzewiel in op <f>. Stel de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen in op <k>.
k Movie-opname Opnamen maken met handmatige belichting U kunt de sluitertijd, het diafragma en de ISO-snelheid voor movie- opnamen handmatig instellen. Het handmatig instellen van de belichting voor movie-opname is bedoeld voor geavanceerde gebruikers. Stel het programmakeuzewiel in op <a>. Stel de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen in op <k>.
Pagina 144
k Movie-opname Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Resterende tijd voor movie-opname*/verstreken tijd AF-punt (FlexiZone - Single) Maximale opnamereeks Accuniveau Maximum aantal opnamen Waarschuwing temperatuur Histogram (modus a) Movie-opnamemodus : Automatische belichting (A) tijdcode : Automatische belichting (d/F) Schrijfindicator...
Het movie-opnameformaat instellen Met [z4: Movie-opname kwaliteit] (het tabblad [z2] in <A>) kunt u de movie-opname-indeling, het movie- opnameformaat (formaat, beeldsnelheid, compressiemethode) en andere functies instellen. De op het scherm [Movie-opn. formaat] weergegeven beeldsnelheid wisselt automatisch, afhankelijk van de instelling voor [53: Videosysteem].
3 Het movie-opnameformaat instellen Movie-opnameformaat U kunt het movie-opnameformaat, de beeldsnelheid en de compressiemethode instellen. Beeldformaat L 1920x1080 Full HD-opnamekwaliteit (Full High- Definition). De aspect ratio is 16:9. w 1280x720 HD-opnamekwaliteit (High- Definition). De aspect ratio is 16:9. x 640x480 SD-opnamekwaliteit (Standard Definition).
Pagina 147
3 Het movie-opnameformaat instellen Compressiemethode W ALL-I (alleen voor editen) Comprimeert één frame tegelijkertijd voor opname. Hoewel de bestandsgrootte groter is dan bij IPB (Standard) en IPB (Light), is de movie geschikter voor editen. X IPB (Standard) Comprimeert meerdere frames tegelijkertijd voor opname. Omdat de bestandsgrootte kleiner is dan bij ALL-I (voor bewerking), kunt u langer opnamen maken (met dezelfde kaart).
Pagina 148
3 Het movie-opnameformaat instellen 24.00p De movie wordt opgenomen bij een framerate van 24,00 fps. Geldt voor Full HD-kwaliteit. Als [Inschakelen] is ingesteld, wordt de movie opgenomen in LBW of LBX. Als u [Movie opn.formaat] hebt ingesteld en vervolgens [24.00p] op [Inschakelen], moet u het [Movie opn.
Pagina 149
3 Het movie-opnameformaat instellen Totale opnametijd voor movies en bestandsgrootte per minuut In MOV-formaat (ongeveer) Totale opnameduur op kaart Movie- Bestands- opnamekwaliteit grootte 4 GB 8 GB 16 GB 8 min. 17 min. 34 min. 440 MB/min. 87 X 5 min.
Pagina 150
3 Het movie-opnameformaat instellen Moviebestanden die groter zijn dan 4 GB Wanneer u een movie opneemt die groter is dan 4 GB, kunt u zonder onderbreking blijven opnemen. Tijdens movie-opnamen begint de verstreken opnametijd of de tijdcode die in het movie-opnamescherm wordt weergegeven te knipperen circa 30 seconden voordat het bestand groter wordt dan 4 GB.
Opnamen weergeven In dit hoofdstuk worden de basisfuncties voor het weergeven van opnamen en movies beschreven. Opnamen die zijn gemaakt en opgeslagen met een ander toestel Mogelijk geeft de camera opnamen die met een andere camera zijn vastgelegd of met een computer zijn bewerkt, of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd niet goed weer.
x Opnamen weergeven Weergave van één opname Geef de opname weer. Druk op de knop <x>. De laatst gemaakte of laatst bekeken opname wordt weergegeven. Selecteer een opname. Als u de opnamen in omgekeerde volgorde wilt weergeven, draait u het instelwiel <5>...
x Opnamen weergeven Beëindig de opnameweergave. Druk op de knop <x> om de opnameweergave te beëindigen en om meteen weer opnamen te kunnen maken. Weergave met opname-informatie Als het opname-informatiescherm wordt weergegeven (pag. 152), kunt u <9> omhoog of omlaag kantelen om de onder in het scherm weergegeven opname-informatie als volgt te wijzigen.
B: Weergave met opname-informatie • Informatie over objectief/histogram Histogramweergave (helderheid) Naam van objectief Histogramweergave (RGB) Brandpuntsafstand • Informatie over witbalans • Beeldstijlinformatie • Informatie over kleurruimte • Informatie over en ruisreductie lensafwijkingscorrectie • GPS-informatie Breedtegraad Coordinated Universal Time (UTC) Lengtegraad Richting Hoogte...
B: Weergave met opname-informatie Voorbeeld van de weergave van movie-informatie Weergave Diafragma Sluitertijd Opnamemodus ISO-snelheid Bestandsgrootte movie Opname-indeling movies Opnametijd, weergavetijd/ tijdcode Movie-opnameformaat Framerate Compressiemethode • < > en < > modi: sluitertijd, diafragma en ISO-snelheid worden niet weergegeven. • Modus < >: diafragma en ISO-snelheid worden niet weergegeven.
x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) In de indexweergave, waarbij 4, 9, 36 of 100 opnamen op één scherm worden weergegeven, kunt u snel opnamen zoeken. Druk op de knop <u>. Tijdens het weergeven van opnamen of ...
u Opnamen vergroten Opnamen kunnen op het LCD-scherm circa 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot. Vergroot het beeld. De opname kan als volgt worden vergroot: 1. Tijdens het weergeven van opnamen (weergave van één opname); 2. Tijdens de kijktijd na het maken van opnamen;...
k Movies afspelen Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om een opname weer te geven. Selecteer een movie. Draai aan het instelwiel <5> om de movie te selecteren die u wilt afspelen. Bij weergave van één opname geeft het ...
Pagina 161
k Movies afspelen Movieweergavepaneel Bewerking Beschrijving van weergave Door op <0> te drukken, kunt u schakelen tussen 7 Afspelen weergeven en stoppen. Pas de vertraagde snelheid aan door aan het instelwiel 8 Vertraagd <5> te draaien. De vertraagde snelheid wordt rechtsboven in het scherm aangegeven.
L Opnamen wissen U kunt overbodige opnamen één voor één selecteren en wissen, of in een batch. Beveiligde opnamen worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden teruggehaald. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt.
Pagina 163
De instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven/Opnamen downloaden naar een computer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de instructiehandleidingen voor de camera en de software (op de meegeleverde dvd-rom) weergeeft op de computer en hoe u opnamen van de camera naar de computer downloadt.
De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) bevat de volgende elektronische handleidingen (pdf): EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Instructiehandleiding Uitleg van de functies en bediening van de camera, waaronder de basisfuncties.
Klik op de naam van de instructiehandleiding die u wilt weergeven. Selecteer uw taal en besturingssysteem. De index van de instructiehandleidingen wordt weergegeven. EOS 7D Mark II (G) NEDERLANDS INSTRUCTIE- HANDLEIDING Instructiehandleiding U dient Adobe Reader (de meest recente versie wordt aanbevolen) te installeren om de bestanden van de instructiehandleiding (pdf-indeling) te bekijken.
Klik op de naam van de instructiehandleiding die u wilt weergeven. Selecteer uw taal en besturingssysteem. De index van de instructiehandleidingen wordt weergegeven. EOS 7D Mark II (G) NEDERLANDS INSTRUCTIE- HANDLEIDING Instructiehandleiding U dient Adobe Reader (de meest recente versie wordt aanbevolen) te installeren om de bestanden van de instructiehandleiding (pdf-indeling) te bekijken.
Gebruik EOS Utility om de opnamen over te zetten. Raadpleeg de software- instructiehandleiding (pdf, pag. 164) op de dvd-rom voor meer informatie. Gebruik de meegeleverde interfacekabel of een interfacekabel van Canon. Gebruik bij het aansluiten van de interfacekabel de meegeleverde kabelbescherming (pag. 27).
Opnamen downloaden met een kaartlezer U kunt ook een kaartlezer gebruiken om opnamen naar uw computer te downloaden. Installeer de software (pag. 171) Plaats de kaart in de kaartlezer. Gebruik Canon-software om de opnamen te downloaden. Gebruik Digital Photo Professional. ...
Informatie over de software EOS Solution Disk EOS Solution Disk XXX Deze cd bevat de volgende software voor EOS-camera's. CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX De software die bij eerdere camera's is geleverd, biedt mogelijk geen ondersteuning voor foto's en moviebestanden die met deze camera worden gemaakt.
GPS-functie opgeslagen geotag- gegevens. De programma's ZoomBrowser EX en ImageBrowser die zijn geleverd bij oudere camera's bieden geen ondersteuning voor foto's, MOV- en MP4- bestanden van de EOS 7D Mark II. Gebruik ImageBrowser EX.
De software installeren De software op Windows installeren Compatibele besturingssystemen Windows 8.1 Windows 8 Windows 7 Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd. ...
Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten. Plaats de EOS Solution Disk (cd) in het cd-romstation. Dubbelklik op het bureaublad van uw computer op het cd- rompictogram en dubbelklik vervolgens op [Canon EOS Digital Installer/Installatieprogramma Canon EOS Digital]. Selecteer uw regio, land en taal.
Handelsmerken Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc. die zijn gedeponeerd ...
Pagina 174
Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door accessoires die niet van Canon zijn (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een accu). Deze garantie is niet van toepassing op reparaties die het gevolg zijn van defecten in accessoires die niet van Canon zijn.
Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen accu's, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
Pagina 176
• Verwijder de accu en haal de stekker uit het stopcontact als u de camera of een accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken, warmteontwikkeling en brand. • Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een explosie of brand.
Pagina 177
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
Pagina 178
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/weee, of www.canon-europe.com/battery.
Pagina 180
Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V. De objectieven en toebehoren die in deze instructiehandleiding worden genoemd, zijn actueel per augustus 2014.