8: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling
Als [1: Alles even veel] wordt geselecteerd, is aanpassing van de automatische
scherpstelling niet mogelijk voor de groothoekstand en telestand van zoomlenzen.
378
Maak de aanpassing.
5
Druk op de knop <U> om de
aanpassing door te voeren. Het
instelbare bereik is ±20 stappen.
Door een instelling in de richting van
"-:
" te kiezen, brengt u het
scherpstelpunt meer naar voren ten
opzichte van het
standaardscherpstelpunt.
Door een instelling in de richting van
"+:
" te kiezen, brengt u het
scherpstelpunt meer naar achteren
ten opzichte van het
standaardscherpstelpunt.
Druk na het doorvoeren van de
aanpassing op <0>.
Selecteer [1: Alles even veel] en
druk vervolgens op <0>.
Druk op de knop <M> om de
instelling te sluiten.
Controleer het resultaat van de
6
aanpassing.
Maak een opname en geef deze weer
(pag. 290) om het resultaat van de
aanpassing te controleren.
Wanneer de resulterende opname
wordt scherpgesteld voor het
gewenste punt, maakt u de
aanpassing naar de "+:
Wanneer de resulterende opname
wordt scherpgesteld achter het
gewenste punt, maakt u de
aanpassing naar de "-:
Voer de aanpassing indien nodig
nogmaals uit.
"-kant.
"-kant.