3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
C.Fn II: Automatische scherpstelling
C.Fn II -1
0:
Een standaardinstelling die geschikt is voor de meeste onderwerpen.
Geschikt voor normale, bewegende onderwerpen.
Vergrendeld: -2 / Vergrendeld: -1
De camera blijft proberen scherp te stellen op het onderwerp, zelfs wanneer
een obstakel de AF-punten nadert of het onderwerp zich van de AF-punten
vandaan beweegt. De instelling -2 zorgt ervoor dat de camera het
onderwerp langer volgt dan bij de instelling -1.
Als de camera echter op het verkeerde onderwerp scherpstelt, duurt het
wellicht iets langer om over te schakelen en op het gewenste onderwerp
scherp te stellen.
Gevoelig: +2 / Gevoelig:+1
Zodra een AF-punt een onderwerp volgt, kan de camera scherpstellen op
opeenvolgende onderwerpen op verschillende afstanden. Dit is ook effectief
als u altijd wilt scherpstellen op het onderwerp dat zich het dichtst bij u
bevindt. De instelling +2 zorgt ervoor dat er sneller dan bij de instelling +1 op
het volgende opeenvolgende onderwerp wordt scherpgesteld.
De kans is echter groter dat de camera op het verkeerde onderwerp
scherpstelt.
[Trackinggevoeligheid] is de functie met de naam [AI Servo-trackinggevoeligheid]
op de EOS-1D Mark III/IV, EOS-1Ds Mark III en EOS 7D.
368
Trackinggevoeligheid
Bepaalt de gevoeligheid bij het volgen van het
onderwerp tijdens AI Servo AF wanneer een
obstakel de AF-punten nadert of wanneer de
AF-punten zich van het onderwerp vandaan
bewegen.