Instellingen voor de opnamefunctie
Witbalanscorrectie
Opnamemodus
Indicator
belichtingsniveau
Beeldstijl
AF-gebruik
Pictogram Sneltoetsen
Batterijniveau
AF-puntselectie
Eye-Fi-overdrachtstatus
Status GPS-ontvangst
Wi-Fi-overdrachtsstatus
Als u op de knop <Q> drukt, wordt Sneltoetsen ingeschakeld voor
de opname-instellingen (pag. 50).
Als u op de knop <f>, <R>, <i>, <q>, <S> of <B>
drukt, wordt het scherm met instellingen weergegeven en kunt u
<6>, <5>, <9> en <B> gebruiken om de functie in te stellen.
Als u de camera uitschakelt terwijl het scherm met de opname-instellingen
wordt weergegeven, wordt dit scherm opnieuw weergegeven wanneer u de
camera weer inschakelt. Als u dit niet wilt, drukt u op de knop <B> om
het scherm met opname-instellingen te verlaten en schakelt u de camera
vervolgens uit.
Sluitertijd
Witbalans
Transportmodus
B-knopfuncties
Diafragma
Belichtingsvergrendeling
Flitsbelichtingscompensatie
ISO-snelheid
Lichte tonen prioriteit
WIFI-voorziening
Aangepaste bediening
Opnamekwaliteit
Maximumaantal opnamen
Max. opnamereeks/
Aantal resterende opnamen
met meervoudige belichting
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
Meervoudige belichting/HDR/
Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen
Meetmethode
Witbalansbracketing
395