Pagina 1
EOS 70D (W) EOS 70D (N) * Deze handleiding voor de EOS 70D (N) bevat geen uitleg van de Wi-Fi-functies. Basisinstructiehandleiding In deze basishandleiding worden alleen de basisfuncties behandeld. Zie de instructiehandleiding (pdf) op de NEDERLANDS dvd-rom voor andere functies en meer details.
Bekijk de opnamen nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak. Copyright...
Compatibele geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten, ongeacht de capaciteit, kunnen in de camera worden gebruikt: • SD-geheugenkaarten • SDHC-geheugenkaarten* • SDXC-geheugenkaarten* * UHS-I-kaarten worden ondersteund. Kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen Voor het opnemen van movies moet u een kaart met een hoge capaciteit en een hoge lees-/schrijfsnelheid gebruiken zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Batterij Batterijoplader LP-E6 LC-E6/LC-E6E* Camera (met beschermdeksel) (met cameradop) Interfacekabel Brede draagriem * Batterijoplader LC-E6 of LC-E6E is meegeleverd. (Bij de LC-E6E wordt een netsnoer meegeleverd.) De meegeleverde handleidingen en dvd-/cd-roms worden op de volgende pagina vermeld.
Handleidingen en dvd-/cd-roms De instructiehandleiding bestaat uit boekjes en elektronische handleidingen (als pdf-bestand op de dvd-rom). De basisfuncties worden uitgelegd in de boekjes. Raadpleeg de gedetailleerde versie van de handleidingen op de dvd-rom voor meer uitleg over de functies en bedieningsopties. Basisinstructiehandleiding Instructiehandleiding (dit document)
Verkorte handleiding Plaats de batterij (pag. 26) Zie pagina 24 voor meer informatie over het opladen van de batterij. Plaats een kaart (pag. 27) Plaats de kaart in de sleuf met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht. Bevestig het objectief (pag.
Verkorte handleiding Klap het LCD-scherm uit (pag. 30) Zie pagina 33 wanneer de schermen met datum/tijd/zone-instelling op het LCD-scherm worden weergegeven. Stel scherp op het onderwerp (pag. 41) Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in.
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> : Het hoofdinstelwiel. <5> : Het snelinstelwiel. <9> <V> <U> : De multicontroller en de drukrichting. <0> : De instelknop. : Hiermee wordt aangeduid dat de desbetreffende 0, 9, 7, 8 functie respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
Hoofdstukken Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd. Inleiding Aan de slag Foto's maken met basisfuncties De AF- en transportmodi instellen Opname-instellingen Geavanceerde functies Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view- opnamen) Movie-opnamen Opnamen weergeven...
Inhoud Inleiding Compatibele geheugenkaarten ............3 Controlelijst onderdelen..............4 Handleidingen en dvd-/cd-roms ............5 Verkorte handleiding ................ 6 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ..8 Hoofdstukken ................... 9 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ........14 Namen van onderdelen ..............
Pagina 11
Inhoud Foto's maken met basisfuncties A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) ... 66 A Volautomatische technieken (Automatisch/scène)....69 7 De flitser uitschakelen............... 71 C Creatieve automatische opnamen ..........72 8: Speciale scènemodus ............75 2 Portretfoto's maken..............76 3 Landschapsfoto's maken ............77 4 Close-ups maken ...............78 5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen......79 6 's Avonds portretfoto's maken (met een statief)......
Pagina 12
Inhoud Opname-instellingen De opnamekwaliteit instellen............98 i: De ISO-snelheid instellen............. 100 A Een beeldstijl selecteren ............101 De witbalans instellen..............102 Helderheid en contrast automatisch corrigeren......103 Ruisreductie instellen ..............104 Lichte tonen prioriteit ..............106 Correctie helderheid randen/chromatische aberratie ....107 Geavanceerde functies d: AE-programma ...............
Pagina 13
Inhoud Movie-opnamen k Movie-opnamen ..............134 Het movie-opnameformaat instellen ..........137 Opnamen weergeven x Opnamen weergeven ............. 140 H Snel opnamen zoeken ............141 u/y Vergrote weergave ............. 142 d Opnamen weergeven via het aanraakscherm ......143 k Movies afspelen..............145 L Opnamen wissen ..............147 De instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven / Opnamen downloaden naar een computer De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven..
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen.
Pagina 15
Canon-dealer of zelf te controleren of de camera goed functioneert. Als u lange tijd achtereen continue opnamen, Live view-opnamen of movie-opnamen maakt, kan de camera heet worden.
Namen van onderdelen LCD-paneel (pag. 18) <R> Knop voor transportmodusselectie (pag. 95) <f> AF-modusselectieknop (pag. 88) <i> Knop voor ISO-snelheid (pag. 100) Markering EF-objectiefvatting (pag. 36) <q> Knop voor Ingebouwde flitser/AF-hulplicht (pag. 117) meetmethode Markering EF-S-objectiefvatting (pag. 36) <B> Knop voor Contactpunten voor flitssynchronisatie AF-gebiedselectiemodus Flitserschoen...
Pagina 17
Namen van onderdelen <V> Scherpstelvlakmarkering <p> AF-startknop (pag. 41, 88) <A/k> Schakelaar voor Live view-/movie-opnamen (pag. 119/133) <A> Knop voor AE-/ <0> Start-/stopknop (pag. 120, 134) FE-vergrendeling/ <A> index/verkleinen (pag. 116/141, 142) Knop voor dioptrische aanpassing Oogschelp <S> Knop voor AF-puntselectie/ Zoekeroculair <u>...
Pagina 18
Namen van onderdelen LCD-paneel <A> Lichte tonen prioriteit (pag. 106) Transportmodus (pag. 95) u Enkelbeeld o Continue opname met hoge snelheid <g> ISO-snelheid (pag. 100) i Continue opname met lage snelheid B Enkele stille opname ISO-snelheid (pag. 100) M Stille continue opname Maximumaantal opnamen Q Zelfontsp.: 10 sec./afstandsbediening Aftelweergave zelfontspanner...
Namen van onderdelen Zoekerinformatie Spotmetingscirkel Zone-AF (handmatige selectie van een zone) (pag. 91) Eén-punts AF (handmatige 19-punts automatische selectie-AF (pag. 91) selectie) (pag. 91) Zone-AF-punten (pag. 91) AF-punten (pag. 91) Matglas Raster (pag. 58) Waarschuwingssymbool Digitale horizon (pag. 60) <g> ISO-snelheid <z>...
Pagina 20
Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de knop in het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt houdt (ver-/ontgrendelknop programmakeuzewiel). Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen vast te leggen. d : AE-programma (pag. 110) s : AE-sluiterprioriteit (pag.
Pagina 21
Namen van onderdelen Objectief Objectief zonder focusafstandsschaal Scherpstelring (pag. 94, 130) Focusinstellingsknop (pag. 36) Bevestiging zonnekap Zoompositiemarkering (pag. 38) Filteraansluiting (voorkant objectief) Zoomring (pag. 37) Schakelaar voor Image Stabilizer Contactpunten (pag. 15) (beeldstabilisatie) (pag. 39) Objectiefbevestigingsmarkering (pag. 36)
Pagina 22
Namen van onderdelen Batterijoplader LC-E6 Lader voor batterij LP-E6/LP-E6N (pag. 24). Stekker Accucompartiment Oplaadlampje BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. De riem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
De batterij opladen Verwijder het beschermdeksel. Verwijder het beschermdeksel van de batterij. Plaats de batterij. Plaats de batterij op de juiste manier in de oplader zoals afgebeeld in de illustratie. Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde. Laad de batterij op.
De batterij opladen Tips voor het gebruik van de batterij en batterijoplader Bij aankoop is de batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op. Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag dat u deze gaat gebruiken of een dag ervoor.
De batterij plaatsen en verwijderen Plaats een volledig opgeladen LP-E6/LP-E6N-batterij in de camera. De zoeker van de camera wordt verlicht zodra een batterij is geplaatst en wordt donker wanneer de batterij wordt verwijderd. De batterij plaatsen Open het klepje. Schuif het schuifje in de richting van de pijlen en open het klepje.
De kaart plaatsen en verwijderen U kunt in de camera een SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar). Ook een UHS-I Speed Class SDHC- of SDXC-geheugenkaart is geschikt. De opnamen worden opgeslagen op de kaart. Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat zodat schrijven/wissen mogelijk is.
De kaart plaatsen en verwijderen Het aantal mogelijke opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit van de kaart, de instelling voor de opnamekwaliteit, de ISO-snelheid, enzovoort. Door [z1: Ontspan sluiter zonder kaart] in te stellen op [Uitschakelen], voorkomt u dat u vergeet een kaart te plaatsen. De kaart verwijderen Open het klepje.
Pagina 29
De kaart plaatsen en verwijderen Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgebracht. Maak het klepje van de kaartsleuf op dat moment niet open. Verricht ook geen van de volgende handelingen wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert.
Het LCD-scherm gebruiken Nadat u het LCD-scherm hebt uitgeklapt, kunt u menufuncties instellen, Live view-opnamen gebruiken, movies opnemen en opnamen en movies weergeven. U kunt de richting en hoek van het LCD-scherm wijzigen. Klap het LCD-scherm uit. Draai het LCD-scherm. 180°...
De camera inschakelen Als na het aanzetten van de camera het scherm met datum/tijd/zone wordt weergegeven, raadpleegt u pagina 33 voor het instellen van de datum, tijd en tijdzone. <1> : De camera is ingeschakeld. <2> : De camera is uitgeschakeld en werkt niet.
De camera inschakelen z Het batterijniveau controleren Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, heeft het batterijniveau een van de volgende zes niveaus. Een knipperend batterijpictogram (b) geeft aan dat de batterij bijna leeg is. Weergave Niveau (%) 100 - 70 69 - 50 49 - 20 19 - 10 9 - 1 Maximumaantal opnamen Kamertemperatuur...
De datum, tijd en tijdzone instellen Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld of als de datum- en tijdinstellingen zijn gereset, wordt het instelscherm Datum/tijd/zone weergegeven. Volg de stappen hieronder om eerst de tijdzone in te stellen. Als u de tijdzone van uw woonplaats op de camera instelt en vervolgens naar een andere tijdzone reist, kunt u eenvoudig de juiste tijdzone voor uw bestemming instellen, zodat de datum en tijd in de camera automatisch worden bijgewerkt.
Pagina 34
3 De datum, tijd en tijdzone instellen Stel de datum en de tijd in. Druk op de toets <U> om het getal te selecteren. Druk op <0> zodat <r> wordt weergegeven. Druk op de toets <V> om het getal in te stellen en druk vervolgens op <0>.
De interfacetaal selecteren Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer op het tabblad [52] de optie [TaalK]. Druk op de toets <U> om het tabblad [52] te selecteren. Druk op de toets <V> om [Taal te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Een objectief bevestigen en verwijderen De camera is compatibel met alle Canon EF- en EF-S-objectieven. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M- objectieven. Een objectief bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
Een objectief bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen Draai de zoomring op het objectief met uw vingers. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling verloren gaan.
Een objectief bevestigen en verwijderen Beeldconversiefactor Grootte beeldsensor (bij Het beeldsensorformaat is kleiner benadering) (22,5 x 15,0 mm) dan bij het 35mm-movieformaat, waardoor de brandpuntsafstand Beeldformaat 35mm van het objectief circa 1,6 keer zo (36 x 24 mm) lang lijkt. Een zonnekap bevestigen Met een zonnekap kan ongewenst licht worden geblokkeerd en wordt de voorkant van het objectief beschermd tegen regen, sneeuw, stof,...
Objectieven met Image Stabilizer (beeldstabilisatie) Wanneer u de ingebouwde Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het IS-objectief gebruikt, wordt cameratrilling gecorrigeerd om scherpere opnamen te krijgen. Bij de hier uitgelegde procedure wordt het EF-S 18- 135mm f/3.5-5.6 IS STM-objectief als voorbeeld gebruikt. * IS betekent Image Stabilizer (beeldstabilisatie).
Basisbediening De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het lastig is om de knop te draaien, verwijdert u de oogschelp. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt u aangeraden om gebruik te maken van de dioptrische aanpassingslenzen uit de E-serie (afzonderlijk verkrijgbaar).
Basisbediening Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker en op het LCD-paneel weergegeven (0).
Pagina 42
Basisbediening Programmakeuzewiel Draai aan het programma- keuzewiel terwijl u de ver-/ ontgrendelknop van het programmakeuzewiel in het midden ingedrukt houdt. Hoofdinstelwiel Druk op een knop en draai aan het instelwiel <6>. Wanneer u op een knop als <f>, <R>, <i> of <q> drukt, blijft de desbetreffende functie actief gedurende de tijd die op de timer (9) is ingesteld.
Pagina 43
Basisbediening Snelinstelwiel Druk op een knop en draai aan het instelwiel <5>. Wanneer u op een knop als <f>, <R>, <i> of <q> drukt, blijft de desbetreffende functie actief gedurende de tijd die op de timer (9) is ingesteld. Tijdens deze zes seconden kunt u de gewenste instelling opgeven met het instelwiel <5>.
Pagina 44
Basisbediening Multicontroller De multicontroller <9> bevat acht toetsen die in de richtingen kunnen worden geduwd zoals aangegeven door de pijlen. Met deze acht toetsen kunt u het AF- punt selecteren, de witbalans corrigeren, het AF-punt of vergrotingskader verplaatsen tijdens Live view-opnamen, over de opname schuiven in de vergrote weergave tijdens afspelen, enzovoort.
Basisbediening U LCD-paneelverlichting Schakel de verlichting van het LCD- paneel in (9) of uit door op de knop <U> te drukken. Wanneer u bij een bulb-opname de ontspanknop volledig indrukt, wordt de verlichting van het LCD-paneel uitgeschakeld. Instellingen voor de opnamefunctie weergeven Nadat u een aantal keren op de knop <B>...
Q Snel instellen voor opnamefuncties U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD- scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Dit heet Quick Control (Snel instellen). Druk op de knop <Q>. Het scherm Snel instellen wordt weergegeven. Stel de gewenste functies in. Druk op de toetsen <V>...
Menugebruik U kunt verschillende functies instellen met de menu's, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gebruikt u de knop <M>, <V> <U> en de knop < > op de achterzijde van de camera. Knop <M> Knop <0>...
Pagina 49
3 Menugebruik Procedure voor menu-instellingen Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de toets <U> om een menutabblad te selecteren. In deze handleiding verwijst 'het tabblad [z4]' bijvoorbeeld naar het scherm dat wordt weergegeven als het vierde tabblad z (Opnamen) van links [...
d Het aanraakscherm gebruiken Het LCD-scherm is een aanraakgevoelig paneel dat u met uw vingers kunt bedienen. Tikken Snel instellen (voorbeeldscherm) Tik met uw vinger op het LCD-scherm (kort aanraken en dan weer loslaten). U kunt menu's, pictogrammen, enzovoort op het LCD-scherm selecteren door erop te tikken.
Pagina 51
d Het aanraakscherm gebruiken Slepen Menuscherm (voorbeeldscherm) Sleep uw vinger over het LCD- scherm. Schaalweergave (voorbeeldscherm) Mogelijke bewerkingen door met uw vinger over het scherm te slepen Een menutabblad of -item selecteren nadat u op de knop <M> hebt gedrukt Een schaal instellen Snel instellen Functies instellen tijdens Live view-opnamen...
d Het aanraakscherm gebruiken 3 Instellingen voor aanraakbediening Selecteer de optie [Aanraakbediening]. Selecteer op het tabblad [53] de optie [Aanraakbediening] en druk vervolgens op <0>. Stel de aanraakbediening in. Selecteer de gewenste instelling en druk op <0>. [Standaard] is de normale instelling. [Gevoelig] zorgt voor een betere aanraakreactie dan [Standaard].
Voordat u begint 3 De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren. Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle opnamen en gegevens van de kaart verwijderd. Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd;...
Voordat u begint Formatteer de kaart in de volgende gevallen: De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of gegevens. Er wordt een kaartfout weergegeven. Low-levelformattering Voer een low-levelformattering uit als de opname- of leessnelheid van de kaart laag is of als u alle gegevens op de kaart wilt wissen.
Voordat u begint 3 De pieptoon uitzetten U kunt voorkomen dat er een pieptoon klinkt zodra er is scherpgesteld of bij het gebruik van de zelfontspanner en bij bediening via het aanraakscherm. Selecteer [Pieptoon]. Selecteer op het tabblad [z1] de optie [Pieptoon] en druk vervolgens op <0>.
Voordat u begint 3 De kijktijd instellen U kunt instellen hoe lang de opname direct na het maken op het LCD-scherm wordt weergegeven. Als u wilt dat de camera de opname blijft weergeven, stelt u [Vastzetten] in. Als u de opname niet wilt laten weergeven, stelt u [Uit] in. Selecteer [Kijktijd].
Voordat u begint 3 De standaardinstellingen van de camera herstellenN De opname-instellingen en de menu-instellingen van de camera kunnen worden teruggezet naar de standaardinstellingen. Selecteer [Wis alle camera- instellingen]. Selecteer op het tabblad [54] de optie [Wis alle camera-instellingen] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK].
Het raster weergeven U kunt een raster weergeven in de zoeker om u te helpen de opname recht te zetten of de compositie te bepalen. Selecteer [Raster in zoeker]. Selecteer op het tabblad [z1] de optie [Raster in zoeker] en druk vervolgens op <0>.
Q De digitale horizon weergeven U kunt op het LCD-scherm en in de zoeker een digitale horizon weergeven om de kanteling van de camera te helpen corrigeren. U kunt alleen de horizontale kanteling controleren en niet de kanteling vooruit of achteruit. De digitale horizon op het LCD-scherm weergeven Druk op de knop <B>.
Pagina 60
Q De digitale horizon weergeven 3 De digitale horizon weergeven in de zoeker tijdens de opname Er kan middenonder in de zoeker een eenvoudige digitale horizon met een camerapictogram worden weergegeven. Omdat deze kan worden weergegeven tijdens de opname, kunt u elke kanteling corrigeren wanneer u opnamen uit de hand maakt.
Pagina 61
Q De digitale horizon weergeven 3 De digitale horizon weergeven in de zoeker tijdens de opnameN In de zoeker kunnen een digitale horizon en een raster worden weergegeven met gebruikmaking van de AF-punten. Dit is handig om kanteling van de camera te corrigeren voordat u opnamen maakt met een statief.
Pagina 62
Q De digitale horizon weergeven Geef de digitale horizon weer. Druk op de scherptediepte- controleknop. In de zoeker worden een digitale horizon en een raster weergegeven met gebruikmaking van de AF- punten. 1° Meer dan 6°...
Uitleg en Help In de onderdelen Uitleg en Help vindt u informatie over de camerafuncties. Uitleg De Uitleg verschijnt wanneer u van opnamemodus wisselt of een opnamefunctie instelt, overschakelt op Live view-opnamen of movie-opnamen, of wanneer u Snel instellen voor weergave gebruikt. De Uitleg geeft een korte beschrijving van de desbetreffende modus, functie of optie.
Pagina 64
Uitleg en Help Help Wanneer [zHelp] wordt weergegeven onder in het menuscherm, drukt u op de knop <B> om de beschrijving van de functie weer te geven. Indien de Help meer dan één scherm beslaat, verschijnt er rechts een schuifbalk. Draai aan het instelwiel <5> of druk op de toets <V>...
Foto's maken met basisfuncties In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken; de camera stelt alles automatisch in (pag.
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) <A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het onderwerp beweegt of niet (pag. 69). Stel het programmakeuzewiel in op <A>.
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. De opname wordt gedurende 2 seconden op het LCD-scherm weergegeven. Nadat u klaar bent met fotograferen, duwt u de ingebouwde flitser weer omlaag. De modus <A>...
Pagina 68
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) De flitser is afgegaan terwijl er daglicht is. Bij een onderwerp met tegenlicht kan de flitser afgaan om donkere schaduwen op het onderwerp lichter te maken. Als u niet wilt dat de flitser afgaat, kunt u de optie Quick Control gebruiken om [Flitsen] in te stellen op [b] (pag.
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld, zodat er een uitgebalanceerde achtergrond en een goed perspectief wordt bereikt. In de modus <A> drukt u de ontspanknop half in om scherp te stellen op een niet-bewegend onderwerp.
Pagina 70
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) A Live view-opnamen U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Zie pagina 119 voor meer informatie. Zet de schakelaar voor Live view/ Movie-opnamen op <A>. Geef het Live view-beeld op het LCD-scherm weer.
7 De flitser uitschakelen <7> is een volautomatische opnamemodus waarin geen gebruik wordt gemaakt van flitslicht. Deze modus is handig in musea, bij aquaria en op andere plaatsen waar u de flitser niet mag gebruiken. Deze modus is ook geschikt om sfeer vast te leggen, bijvoorbeeld in situaties met kaarslicht.
C Creatieve automatische opnamen In de modus <C> kunt u gemakkelijk de achtergrond onscherp maken en de transportmodus en de flitser wijzigen. U kunt de sfeer kiezen die u in uw opnamen wilt vastleggen. De standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus <A>. * CA staat voor Creative Auto (Automatisch/creatief).
Pagina 73
C Creatieve automatische opnamen Sluitertijd Diafragma ISO-snelheid Batterijniveau Maximumaantal Opnamekwaliteit opnamen U kunt op de knop <Q> drukken om het volgende in te stellen: (1) Sfeeropnamen U kunt de sfeer instellen die u in uw opnamen wilt vastleggen. Draai aan het instelwiel <6> of <5> om de gewenste sfeer te selecteren.
Pagina 74
C Creatieve automatische opnamen (3) Transportmodus: Draai aan het instelwiel <6> of <5> om de transportmodus te selecteren. U kunt deze ook in een lijst selecteren door op <0> te drukken. <u> Enkelbeeld: Een opname tegelijk maken. <o> Continue opnamen met hoge snelheid: Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden er continu opnamen gemaakt.
8: Modus Speciale scène De camera kiest automatisch de juiste instellingen wanneer u een opnamemodus voor uw onderwerp of scène selecteert. Stel het programmakeuzewiel in op <8>. Druk op de knop <Q>. Het scherm Snel instellen wordt weergegeven. Selecteer een opnamemodus. Druk op de toetsen <V>...
2 Portretfoto's maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt. Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe beter. Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe waziger de achtergrond eruitziet.
3 Landschapsfoto's maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Opnametips Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde. Wanneer u de groothoekzijde van een zoomlens gebruikt, wordt er beter op onderwerpen die dichtbij of ver weg zijn scherpgesteld dan met de telezijde.
4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u de modus <4> (Close-up). Gebruik een macro-objectief (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Met een simpele achtergrond komen kleine objecten zoals bloemen beter tot hun recht.
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) om bewegende onderwerpen te fotograferen, zoals een rennend kind of een rijdende auto. Opnametips Gebruik een teleobjectief. Voor opnamen vanaf een afstand wordt het gebruik van een teleobjectief aanbevolen. Volg het onderwerp binnen het AF-kader.
6 's Avonds portretfoto's maken (met een statief) Gebruik de modus <6> (Nacht portret) als u 's avonds mensen wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende achtergrond wilt hebben. U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Opnametips Gebruik een groothoekobjectief en een statief. Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde om in het donker een panorama-effect te verkrijgen.
F 's Avonds opnamen maken (uit de hand) U bereikt bij nachtelijke opnamen het beste resultaat door een statief te gebruiken. Met de modus <F> (Nachtopnamen uit hand) kunt u echter 's avonds opnamen maken terwijl u de camera in de hand houdt. In deze modus worden er vier continue opnamen gemaakt voor elke foto.
G Opnamen met tegenlicht maken Als u een tafereel met zowel lichte als donkere gebieden fotografeert, gebruikt u de modus <G> (HDR-tegenlicht). Wanneer u één foto in deze modus maakt, worden drie continue opnamen met verschillende belichting gemaakt. Het resultaat is één opname met een breed kleurtoonbereik waarbij dichtgelopen schaduwen, veroorzaakt door tegenlicht, tot een minimum zijn beperkt.
Pagina 83
Aandachtspunten voor <6> Nachtportret en <F> Nachtopnamen uit hand Tijdens Live view-opnamen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op lichtpunten zoals in een avondopname. Stel in dergelijke gevallen de scherpstelmodusknop in op <MF> en stel handmatig scherp. Aandachtspunten voor <F> Nachtopnamen uit hand en <G> HDR-tegenlicht Vergeleken met andere opnamemodi is het opnamegebied kleiner.
Q Snel instellen HDR Aandachtspunten voor <G> HDR-tegenlicht De opname wordt mogelijk niet vloeiend, maar onregelmatig of met aanzienlijke ruis weergegeven. HDR-tegenlicht is mogelijk niet effectief bij opnamen met overmatig tegenlicht of met een zeer hoog contrast. Q Snel instellen Wanneer in de basismodi het scherm met de opname-instellingen wordt weergegeven, kunt u op de knop <Q>...
Pagina 85
Q Snel instellen Functies die in de basismodi kunnen worden ingesteld : standaardinstelling k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen Functie u: Enkelbeeld o: Continue opnamen met hoge snelheid i: Continue opnamen met lage snelheid Trans- port- B: Enkele stille opname modus...
De AF- en transportmodi instellen Door de negentien AF-punten in de zoeker is het mogelijk om op veel verschillende onderwerpen en in allerlei omstandigheden automatisch scherp te stellen. U kunt ook het AF-gebruik en de transportmodus selecteren die voor de opnameomstandigheden en het onderwerp het meest geschikt zijn.
f: De AF-bediening selecterenN U kunt de eigenschappen selecteren voor de automatische scherpstelling die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp passen. In de basismodi wordt het optimale AF-gebruik automatisch ingesteld voor de respectieve opnamemodus. Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF>. Draai het programmakeuzewiel naar een creatieve modus.
f: De AF-bediening selecterenN 1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen Geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera slechts één keer scherp. Wanneer er is scherpgesteld, wordt het AF-punt waarmee dit is gebeurd weergegeven en brandt het focusbevestigingslampje <o>...
f: De AF-bediening selecterenN AI Focus AF voor automatisch wisselen van AF-gebruik In de modus AI Focus AF schakelt het AF-gebruik automatisch van 1-beeld AF over op AI Servo AF als het onderwerp in beweging komt. Als het onderwerp in beweging komt nadat erop is scherpgesteld bij gebruik van 1-beeld AF, wordt deze beweging door de camera gesignaleerd.
S Het AF-gebied selecterenN Er zijn 19 AF-punten beschikbaar voor automatische scherpstelling. U kunt een of meer AF-punten selecteren die bij de opnameomstandig- heden en het onderwerp passen. AF-gebiedselectiemodus U kunt uit drie AF-gebiedselectiemodi kiezen. Zie de volgende pagina voor de selectiestappen. : Eén-punts AF (handmatige selectie) Selecteer één AF-punt om op scherp te...
Pagina 92
S Het AF-gebied selecterenN De AF-gebiedselectiemodus selecteren Druk op de knop <S> of <B>. Kijk door de zoeker en druk op de knop <S> of <B>. Druk op de knop <B>. Elke keer dat u op de knop <B> drukt, wordt de AF- gebiedsselectiemodus gewijzigd.
Pagina 93
S Het AF-gebied selecterenN Het AF-punt handmatig selecteren U kunt het AF-punt of de AF-zone ook handmatig selecteren. Als 19- punts automatische selectie-AF + AI Servo AF is ingesteld, kunt u elke willekeurige positie kiezen waar AI Servo AF moet beginnen. Druk op de knop <S>...
MF: Handmatige focus Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>. <4 L> wordt op het LCD- paneel weergegeven. Stel scherp op het onderwerp. Focusring Stel scherp door aan de focusring op het objectief te draaien totdat u het onderwerp scherp in de zoeker ziet.
i De transportmodus selecteren De camera heeft transportmodi voor enkelbeeld en continue opnamen. Druk op de knop <R>. Selecteer de transportmodus. Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6> of <5>. u : Enkelbeeld Wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er slechts één opname gemaakt.
j De zelfontspanner gebruiken Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. Druk op de knop <R>. Selecteer de zelfontspanner. Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6> of <5> om de zelfontspanner- vertraging te selecteren. Q : Zelfontspanner:10 sec k : Zelfontspanner:2 sec Maak de opname.
Opname-instellingen In dit hoofdstuk worden functie-instellingen voor opnamen uitgelegd: opnamekwaliteit, ISO-snelheid, beeldstijl, witbalans, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid), correctie helderheid randen, chromatische correctie en andere functies. Het pictogram M rechtsboven in de paginatitel geeft aan dat de functie alleen beschikbaar is in de creatieve modi (d/s/f/a/F).
De opnamekwaliteit instellen U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn acht JPEG- instellingen voor opnamekwaliteit: 73, 83, 74, 84, 7a, 8a, b, c. Er zijn drie RAW-instellingen voor opnamekwaliteit: 1, 41, 61. Selecteer [Beeldkwalit.]. Selecteer op het tabblad [z1] de optie [Beeldkwalit.] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 99
De maximale opnamereeks is van toepassing op <o> continue opnamen met hoge snelheid. De cijfers tussen haakjes hebben betrekking op een kaart van 8 GB met klasse UHS-I en die is gebaseerd op de testnormen van Canon.
i: De ISO-snelheid instellenN Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld. Druk op de knop <i>. Stel de ISO-snelheid in. Terwijl u naar het LCD-paneel of de zoeker kijkt, draait u aan het instelwiel <6>...
A Een beeldstijl selecterenN Door een beeldstijl te selecteren, kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen. In de basismodi wordt <D> (Auto) automatisch ingesteld. Selecteer [Beeldstijl]. Selecteer op het tabblad [z4] de optie [Beeldstijl] en druk vervolgens op <0>.
De witbalans instellenN Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u een witbalans selecteren die bij de lichtbron past of de witbalans handmatig instellen door een opname van een wit voorwerp te maken.
Helderheid en contrast automatisch corrigerenN Als de opname te donker wordt of als het contrast te laag is, kunnen de helderheid en het contrast van de opname automatisch worden verbeterd. Deze functie heet Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). De standaardinstelling is [Standaard]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie toegepast wanneer de opname is gemaakt.
Ruisreductie instellenN Hoge ISO-ruisreductie Met deze functie vermindert u de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral effectief bij hoge ISO-snelheden. Bij lage ISO-snelheden wordt de ruis in de donkere gedeelten van de opname (de schaduw- partijen) verder gereduceerd.
3 Ruisreductie instellenN Ruisreductie lange sluitertijd Ruisreductie is mogelijk bij alle belichtingstijden van 1 seconde of langer. Selecteer [Ruisred. lange sluitertijd]. Selecteer op het tabblad [z4] [Ruisred. lange sluitertijd] en druk vervolgens op <0>. Stel de gewenste optie in. Selecteer de gewenste instelling en druk op <0>.
Lichte tonen prioriteitN U kunt overbelichting van lichte gebieden minimaliseren. Selecteer [Lichte tonen prioriteit]. Selecteer op het tabblad [z4] [Lichte tonen prioriteit] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen]. Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op <0>. De lichte details worden verbeterd. Het dynamische bereik wordt uitgebreid van het standaard 18% grijs naar heldere lichte tinten.
Correctie helderheid randen/chromatische aberratie Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname donkerder eruitzien als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens. Een andere chromatische afwijking is het verschijnen van kleurranden rond de contouren van het onderwerp. Deze lensafwijkingen kunnen beide worden gecorrigeerd.
3 Correctie helderheid randen/chromatische aberratie Chromatische correctie Selecteer de instelling. Controleer of [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven voor het gebruikte objectief. Selecteer [Chromatische afw.] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op <0>. Als [Correctiegeg. niet beschikbaar] wordt weergegeven, raadpleegt u 'Correctiegegevens voor het objectief' hieronder.
Geavanceerde functies In de creatieve modi kunt u de sluitertijd en/of het diafragma aanpassen om de gewenste belichting in te stellen. Door de instellingen van de camera te wijzigen, kunt u verschillende resultaten krijgen. Het pictogram M rechtsboven in de paginatitel geeft aan dat de functie alleen beschikbaar is in de creatieve modi (d/s/f/a/F).
d: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en het diafragma in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen. Dit heet AE- programma. * <d> staat voor programma. * AE staat voor Auto Exposure (automatische belichting). Stel het programmakeuzewiel in op <d>.
s: Automatische belichting met sluiterprioriteit In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch het diafragma in om de standaardbelichting te verkrijgen die bij de helderheid van het onderwerp past. Dit heet AE met sluitervoorkeur. Een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp als het ware bevriezen.
f: Automatische belichting met diafragmaprioriteit In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE met diafragmavoorkeur. Bij een hoger f/getal (een kleiner diafragma) vallen de voorgrond en achtergrond meer samen binnen de acceptabele scherpstelling.
a: Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd. * <a>...
Belichtingscompensatie instellenN Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (kortere belichting) te maken. Belichtingscompensatie kan worden ingesteld in de opnamemodi d/ s/f. De belichtingscompensatie kan worden ingesteld op ±5 stops met tussenstappen van 1/3 stop.
h Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)N Als de sluitertijd of het diafragma automatisch wordt gewijzigd, wordt het belichtingsniveau voor drie opeenvolgende opnamen gewijzigd tot ongeveer 3 stops met tussenstappen van 1/3 stop. Dit heet AEB. * AEB staat voor Auto Exposure Bracketing (reeksopnamen met automatische belichting).
A AE-vergrendelingN Gebruik AE-vergrendeling wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied of wanneer u meerdere foto's wilt nemen met dezelfde belichtingsinstelling. Druk op de knop <A> om de belichting te vergrendelen, maak een nieuwe compositie en maak de opname. Dit heet AE-vergrendeling. Belichtingsvergrendeling is geschikt voor bijvoorbeeld onderwerpen met tegenlicht.
D De ingebouwde flitser gebruiken In de creatieve modi drukt u op de knop <D> om de ingebouwde flitser omhoog te klappen. Als u de flitser wilt inklappen, duwt u de flitser met uw vingers naar beneden. In de basismodi (behalve de modi <7> <3>...
Pagina 118
D De ingebouwde flitser gebruiken Effectief bereik van ingebouwde flitser [bij benadering in meters] EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS STM ISO-snelheid EF-S 18-200mm f/3.5-5.6 IS Groothoek: f/3.5 Tele: f/5.6 1-3.4 1-2.1 1-4.8 1-3.0 1-6.9 1-4.3 1.2-9.7 1-6.1 1600 1.7-13.7...
Opnamen maken met het LCD- scherm (Live view-opnamen) U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. U kunt Live view inschakelen door de schakelaar voor Live view/movie-opname op <A> te zetten.
A Opnamen maken met het LCD-scherm Zet de schakelaar voor Live view/ movie-opnamen op <A>. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. In het Live view-beeld wordt het helderheidsniveau van de daadwerkelijk te maken opname nauwkeurig benaderd.
A Opnamen maken met het LCD-scherm Live view-opname inschakelen Stel [A1: Live view-opname.] in op [Inschakelen]. Maximumaantal Live view-opnamen Kamertemperatuur Lage temperaturen Temperatuur ° ° Geen flits Circa 230 opnamen Circa 210 opnamen 50% flits Circa 210 opnamen Circa 200 opnamen De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen LP-E6- batterij en de testcriteria van de CIPA (Camera &...
Pagina 122
A Opnamen maken met het LCD-scherm Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Maximumaantal opnamen AF-methode •c : u+volgen Maximale opnamereeks/Aantal resterende opnamen met meervoudige belichting •o : FlexiZone - Multi Batterijniveau •d : FlexiZone - Single AF-punt (FlexiZone - Single) •f : Quick-modus Histogram...
Dit kan de AF-snelheid aanzienlijk beïnvloeden en het kan langer duren voordat de camera is scherpgesteld (faseverschildetectie laat gewoonlijk snellere AF toe). Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie. De AF-methode selecteren U kunt een AF-methode selecteren die bij de opnamesituatie en bij uw onderwerp past.
Pagina 124
Scherpstellen met AF (AF-methode) Selecteer een AF-punt. Wanneer er een gezicht wordt herkend, wordt het kader <p> weergegeven over het gezicht waarop zal worden scherpgesteld. Wanneer meerdere gezichten worden herkend, wordt <q> weergegeven. Gebruik de pijltjestoetsen <9> om het kader <q> te verplaatsen naar het gezicht waarop u wilt scherpstellen.
Pagina 125
Scherpstellen met AF (AF-methode) FlexiZone - Multi: o U kunt maximaal 31 AF-punten gebruiken voor het scherpstellen op een groot gebied (automatische selectie). Dit grote gebied kan ook in 9 zones worden opgedeeld voor scherpstellen (zoneselectie). Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>.
Pagina 126
Scherpstellen met AF (AF-methode) FlexiZone - Single: d De camera stelt met één AF-punt scherp. Dit is handig wanneer u op een specifiek onderwerp wilt scherpstellen. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Pagina 127
Scherpstellen met AF (AF-methode) Quick-modus: f De speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF (pag. 88) op dezelfde manier scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker. Hoewel u snel kunt scherpstellen op het gewenste gebied, wordt het Live view-beeld tijdens het automatisch scherpstellen even onderbroken.
Pagina 128
Scherpstellen met AF (AF-methode) De AF-puntselectie (of zoneselectie) verschuift in de richting waarin u <9> duwt. Als u op <0> drukt, wordt het middelste AF-punt (of middelste zone) geselecteerd. U kunt ook de instelwielen <6> en <5> gebruiken om het AF-punt te selecteren.
x Opnamen maken met de Touch Shutter Door eenvoudigweg op het LCD-scherm te tikken, kunt u scherpstellen en automatisch een opname maken. Dit werkt in alle opnamemodi. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven.
MF: Handmatig scherpstellen U kunt de opname vergroten en nauwkeurig scherpstellen met handmatig scherpstellen. Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>. Draai aan de focusring van het objectief om ruw scherp te stellen. Geef het vergrotingskader weer. Druk op de knop <u>. Het vergrotingskader wordt weergegeven.
Pagina 131
MF: Handmatig scherpstellen Stel handmatig scherp. Draai terwijl u naar de vergrote opname kijkt aan de focusring van het objectief om scherp te stellen. Nadat u hebt scherpgesteld, drukt u op de knop <u> om naar de normale weergave terug te keren. Maak de opname.
Movie-opnamen U kunt movie-opnamen inschakelen door de schakelaar voor Live view/movie-opnamen op <k> te zetten. De opname- indeling voor movies is MOV. Zie pagina 3 voor kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen. Wanneer u de camera in de hand houdt en movies opneemt, kan het bewegen van de camera leiden tot onscherpe opnamen.
k Movie-opnamen Opnamen maken met automatische belichting Wanneer de opnamemodus niet is ingesteld op <a>, schakelt de camera over naar automatische belichting die past bij de lichtomstandigheden van de situatie. Stel de opnamemodus in op een andere modus dan <a>. Stel de schakelaar voor Live view/ movie-opnamen in op <k>.
Pagina 135
k Movie-opnamen Opnamen maken met handmatige belichting U kunt de sluitertijd, het diafragma en de ISO-snelheid voor movie-opnamen handmatig instellen. Het handmatig instellen van de belichting voor movie- opnamen is bedoeld voor geavanceerde gebruikers. Stel het programmakeuzewiel in op <a>. Stel de schakelaar voor Live view/ movie-opnamen in op <k>.
Pagina 136
k Movie-opnamen Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Maximumaantal opnamen AF-methode •c : u+volgen Maximale opnamereeks •o: FlexiZone - Multi Resterende tijd*/verstreken tijd •d : FlexiZone - Single voor movie-opname Moviemodus Batterijniveau : Automatische belichting AF-punt (FlexiZone - Single) (Basismodi) Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
Het movie-opnameformaat instellen Met [Z2: Movie-opn.formaat] kunt u het movieformaat, framesnelheid per seconde en de compressiemethode instellen. De framesnelheid wisselt automatisch, afhankelijk van de instelling voor [53: Videosysteem]. Beeldformaat A [1920x1080] : Full HD-opnamekwaliteit (Full High-Definition). De beeldverhouding is 16:9. B [1280x720] : HD-opnamekwaliteit (High-Definition).
Pagina 138
3 Het movie-opnameformaat instellen Totale opnameduur voor movie en bestandsgrootte per minuut Totale opnameduur (bij benadering) Bestandsgrootte movie-opnameformaat (bij benadering) Kaart van 4 GB Kaart van 8 GB Kaart van 16 GB 16 min. 32 min. 1 uur 4 min. 235 MB/min.
Opnamen weergeven In dit hoofdstuk worden de basisfuncties voor het weergeven van opnamen en movies beschreven. Opnamen die zijn gemaakt en opgeslagen met een ander toestel Mogelijk geeft de camera opnamen die met een andere camera zijn vastgelegd of met een computer zijn bewerkt, of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd niet goed weer.
x Opnamen weergeven Weergave van één opname Geef de opname weer. Druk op de knop <x>. De laatstgemaakte of laatstbekeken opname wordt weergegeven. Selecteer een opname. Als u de opnamen in omgekeerde volgorde wilt weergeven, draait u het instelwiel <5> linksom. Wilt u de opnamen in chronologische volgorde weergeven, dan draait u het instelwiel rechtsom.
x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) Zoek snel naar opnamen met de indexweergave, waarbij 4 of 9 opnamen op 1 scherm worden weergegeven. Schakel over naar de indexweergave. Druk tijdens het weergeven van opnamen op de knop <I>. Er verschijnt een index van 4 opnamen.
u/y Vergrote weergave Opnamen kunnen op het LCD-scherm circa 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot. Vergroot het beeld. Druk tijdens opnameweergave op de knop <u>. De opname wordt vergroot. Als u de knop <u> ingedrukt houdt, wordt de opname verder vergroot tot de maximale vergroting is bereikt.
d Opnamen weergeven met het aanraakscherm Het LCD-scherm is een aanraakgevoelig paneel dat u met uw vingers kunt bedienen om zo de weergaveopties te gebruiken. Druk eerst op de knop <x> om de opnamen weer te geven. Door opnamen bladeren Veeg met één vinger.
d Opnamen weergeven met het aanraakscherm Opname verkleinen (indexweergave) Druk twee vingers tegen elkaar aan. Raak het scherm aan met twee uitgespreide vingers en breng uw vingers vervolgens samen op het scherm. Elke keer dat u uw vingers samenbrengt, verandert het scherm van de weergave van 1 opname naar een indexweergave met 4 opnamen en een indexweergave met 9...
k Movies afspelen Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om een opname weer te geven. Selecteer een movie. Draai aan het instelwiel <5> om de movie te selecteren die u wilt afspelen. Bij de weergave van één opname geeft het pictogram <s1>...
Pagina 146
k Movies afspelen Movieweergavepaneel Bewerking Beschrijving van weergave Door op <0> te drukken, kunt u schakelen tussen 7 Afspelen weergeven en stoppen. Pas de vertragingssnelheid aan door op de toets <U> te 8 Vertraagd drukken. De vertragingssnelheid wordt rechtsboven op het scherm weergegeven.
L Opnamen wissen U kunt overbodige opnamen één voor één selecteren en wissen, of in een batch. Beveiligde opnamen worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden teruggehaald. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt.
De instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven/ Opnamen downloaden naar een computer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de instructiehandleidingen voor de camera en de software (op de meegeleverde dvd-rom) weergeeft op de computer en hoe u opnamen van de camera naar de computer downloadt.
De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) bevat onderstaande instructiehandleidingen (pdf): EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Instructiehandleiding Uitleg van de functies en bediening van de camera, waaronder de basisfuncties.
De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven [WINDOWS] EOS Camera Instruction Manuals Disk EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX Kopieer de instructiehandleidingen (pdf) op de cd naar de CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX...
De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven [MACINTOSH] EOS Camera Instruction Manuals Disk EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX Kopieer de instructiehandleidingen (pdf) op de cd naar de CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX...
Opnamen downloaden naar een computer U kunt de meegeleverde software gebruiken om de opnamen op de camera naar een computer te downloaden. Dit kan op twee manieren. Downloaden door de camera op de computer aan te sluiten Installeer de software (pag.
Raadpleeg de software- instructiehandleiding (pag. 151) voor meer informatie. Als u opnamen van de camera naar uw computer downloadt en hiervoor een kaartlezer gebruikt in plaats van de Canon-software, kopieert u de map DCIM op de kaart naar uw computer.
Informatie over de software EOS Solution Disk EOS Solution Disk XXX Deze cd bevat de volgende software voor EOS-camera's. CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX De software die bij eerdere camera's is geleverd, biedt mogelijk geen XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX ondersteuning voor foto's en moviebestanden die met deze camera worden gemaakt.
Pagina 156
Informatie over de software ImageBrowser EX Software voor het weergeven en bewerken van opnamen Maak verbinzding met internet om de software de downloaden en installeren*. U kunt door JPEG-opnamen op uw computer bladeren, deze weergeven en afdrukken. U kunt movies (MOV-bestanden) en videosnapshotalbums afspelen en moviebeelden omzetten in foto's.
De software installeren De software installeren De software op Windows installeren Compatibele Windows 8 Windows 7 Windows Vista Windows XP besturingssystemen Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd.
De software installeren De software op Macintosh installeren Compatibele besturingssystemen MAC OS X 10.6 - 10.8 Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten. Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd. Anders wordt de software niet juist geïnstalleerd. Bij het downloaden en installeren van ImageBrowser EX volgt u onderstaande stappen zoals met andere EOS-software op de EOS Solution Disk.
Pagina 159
* Notice displayed in English as required. Het gebruik van echte Canon-accessoires wordt aanbevolen Dit product levert uitstekende prestaties wanneer het wordt gebruikt met echte Canon-accessoires. Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door accessoires die niet van Canon zijn (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij).
Als u defecten, problemen of schade aan het product opmerkt, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center of de leverancier bij wie u het product hebt gekocht. volg onderstaande waarschuwingen. Anders Waarschuwingen: kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn.
Pagina 161
Veiligheidsmaatregelen Wanneer de camera of accessoires niet worden gebruikt, dient u de batterij te verwijderen en de stekker uit het apparaat te halen voordat u het opbergt. Zo voorkomt u elektrische schokken, warmteontwikkeling, brand en corrosie. Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een explosie of brand. Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen bloot komen te liggen, mag u deze niet aanraken.
Pagina 162
Veiligheidsmaatregelen volg onderstaande waarschuwingen. Anders Waarschuwingen: bestaat het risico op lichamelijk letsel of schade aan eigendommen. Zorg dat u het product niet gebruikt of laat liggen in een auto die in de zon staat of in de nabijheid van een warmtebron. Het product kan heet worden en brandwonden veroorzaken.
Pagina 163
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/weee, of www.canon-europe.com/battery. VOORZICHTIG ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE BATTERIJ.
Pagina 164
PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V. De beschrijvingen in deze Instructiehandleiding zijn in oktober 2014 geactualiseerd.