19-punts automatische selectie-AF
Alle AF-punten worden gebruikt om op scherp te stellen. Deze modus is
automatisch ingesteld in de basismodi.
Als in de AI Servo AF-modus 19-punts automatische selectie-AF of
Zone-AF is ingesteld, blijft het actieve AF-punt <S> verschuiven om het
onderwerp te volgen. Bij bepaalde opnameomstandigheden
(bijvoorbeeld wanneer het onderwerp klein is) kan het onderwerp echter
wellicht niet meer worden gevolgd. Bovendien is gaat het volgen
langzamer bij lage temperaturen.
Als de camera niet met het AF-hulplicht van de externe Speedlite kan
scherpstellen, stelt u de AF-gebiedselectiemodus in op Eén-punts AF
(handmatige selectie) en selecteert u het middelste AF-punt om mee
scherp te stellen.
Wanneer de AF-punten oplichten, kan de zoeker gedeeltelijk of geheel
rood oplichten. Dit is kenmerkend voor de AF-puntweergave (met
vloeibare kristallen).
Als [8C.Fn II-9: AF-punt op basis van richting] is ingesteld op
[1: Verschillende AF-punten], kunt u de AF-gebiedselectiemodus en het
handmatig geselecteerde AF-punt (of de handmatig geselecteerde zone)
afzonderlijk instellen voor verticale en horizontale opnamen (pag. 373).
Wanneer bij Eén-punts AF de ontspanknop half
wordt ingedrukt, worden de AF-punten <S>
waarop is scherpgesteld weergegeven. Als er meer
AF-punten worden weergegeven, betekent dat dat
er op al deze punten is scherpgesteld. Deze modus
stelt normaliter op het dichtstbijzijnde onderwerp
scherp.
Wanneer AI Servo AF wordt gebruikt, wordt het
handmatig geselecteerde (pag. 105) AF-punt <S>
in eerste instantie gebruikt om op scherp te stellen.
De AF-punten waarop wordt scherpgesteld,
worden weergegeven als <S>.
AF-gebiedselectiemodi
107