CMOS-sensor met 8,20 megapixels voor superscherpe details. De camera heeft negen uiterst nauwkeurige AF-punten en is compatibel met alle EF-lenzen van Canon (inclusief de EF-S-lens). De camera is ontworpen voor het maken van snelle opnamen en is uitgerust met diverse functies voor alle vormen van fotografie, van volautomatische opnamen tot professioneel en creatief werk.
Instructies batterij BP-511A ¢ Instructies lens *Alleen lensset. ¢ Garantiekaart van camera ¢ Garantiekaart van lens *Alleen lensset. * Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig. * Geen CF-kaart (voor het maken van opnamen) meegeleverd. U moet deze apart aanschaffen. CF-kaarten van Canon worden aanbevolen.
Inhoudsopgave Inleiding Controlelijst onderdelen..................3 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ............8 Namen van de onderdelen ................10 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ....16 Aan de slag Opladen van de batterij ...................18 Installeren en verwijderen van de batterij ............20 Het gebruik van een gewone wandcontactdoos ..........22 Bevestigen en verwijderen van een lens ............23 Installeren en verwijderen van de CF-kaart ............24...
Pagina 5
Inhoudsopgave Een niet-gecentreerd onderwerp scherpstellen..........69 Als autofocus niet werkt (handmatige focus)........... 70 De meetmodus selecteren ................71 Transportmodus selecteren................72 Geavanceerde functies AE-programma ....................74 AE-sluiterprioriteit .................... 76 AE-diafragmaprioriteit..................78 Preview scherptediepte ................... 79 Handmatige belichting..................80 Automatische AE-scherptediepte ..............82 Belichtingscompensatie instellen ..............
Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
Pagina 7
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen.
Pagina 9
¡ Bewaar uw CF-kaarten altijd in een houder ter bescherming van de opgeslagen gegevens. ¡ Met CF-kaarten van een ander merk dan Canon kunt u mogelijk geen opnamen opslaan en afspelen. Het gebruik van CF-kaarten van Canon wordt aanbevolen. ¡...
Pagina 14
Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Het programmakeuzewiel is ingedeeld in twee functiezones. q Basisgebruik w Creatief gebruik U hoeft alleen maar de Stel de camera naar eigen ontspanknop in te drukken. wens in. : AE-programma (p.74) 1 : Volautomatisch (p.40) : AE-sluiterprioriteit (p.76) Voor volautomatische : AE-diafragmaprioriteit opnamen.
Pagina 15
Namen van onderdelen Batterijoplader CG-580 Dit is een batterijoplader (p.18) Stekker Batterijcompartiment Rode lamp Batterijoplader CB-5L Dit is een batterijoplader (p.18) Batterijcompartiment Netsnoer Rode lamp Netsnoeraansluiting...
De asterisk M rechts naast de paginatitel geeft aan dat de respectieve functie , 8 ). alleen beschikbaar is in de Creatief gebruik-modi ( ¡De EF-S17-85mm f/4-5,6 IS USM-lens van Canon wordt in deze gebruikershandleiding als voorbeeldlens gebruikt. ¡In de procedurebeschrijvingen wordt er van uitgegaan dat de menufuncties en persoonlijke voorkeuren staan ingesteld op de standaardinstellingen.
Aan de slag Dit hoofdstuk legt een aantal voorafgaande stappen en de basisbediening van de camera uit. De riem bevestigen Haal het einde van de riem van onderaf door de draagriemhouder. Haal deze daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
Opladen van de batterij Raadpleeg de instructies voor batterij BP-511A voor gedetailleerde informatie over de batterij. Verwijder het deksel. ¡ Plaats het deksel terug wanneer u de batterij uit de camera verwijdert om kortsluiting te voorkomen. Plaats de batterij. ¡ Plaats de voorkant van de batterij precies op het teken <–>...
Pagina 19
Opladen van de batterij ¡ De nummers en markeringen op de Oplaadnivea u Rode lamp batterijoplader komen overeen met Knippert eenmaal 0-50% de tabel links. per seconde Knippert tweemaal 50-75% per seconde Knippert driemaal 75-90% per seconde 90% of hoger Lamp brandt ¡...
Installeren en verwijderen van de batterij De batterij plaatsen Plaats een volledig opgeladen BP-511A-batterij in de camera. Open het deksel van het batterijcompartiment. ¡ Schuif de hendel in de richting van de pijl en open het deksel. Plaats de batterij. ¡...
Installeren en verwijderen van de batterij Levensduur batterij [aantal opnamen] Omstandigheden tijdens de opname Temperatuur Geen flits 50% flits Bij 20°C Ongeveer 1000 Ongeveer 700 Bij 0°C Ongeveer 750 Ongeveer 550 ¡ De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen BP-511A en de testcriteria van de CIPA (Camera &...
Het gebruik van een gewone wandcontactdoos Met de wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel) kunt u de camera aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u het batterijniveau niet in de gaten te houden. Sluit de gelijkstroomkoppeling aan. ¡ Plaats de stekker van de gelijkstroomkoppeling in de aansluitbus van de wisselstroomadapter.
Bevestigen en verwijderen van een lens Een lens bevestigen Verwijder de doppen. ¡ Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting van de pijl. Plaats de lens. EF-S-lensbevestigingsmarkering ¡ Plaats de EF-S-lens op de camera precies boven de lensbevestigingsmarkering en draai de lens in de richting van de pijl totdat...
Plaats de CF-kaart. Bovenkant ¡ Het gebruik van CF-kaarten van Canon wordt aanbevolen. ¡ Als de CF-kaart verkeerd wordt geplaatst, kan deze de camera beschadigen. Plaats de kant met de kleine openingen in de camera...
Installeren en verwijderen van de CF-kaart De CF-kaart verwijderen Open het deksel. ¡ Zet de schakelaar <4> op <2>. ¡ Controleer of het bericht “buSY” niet op het LCD-scherm verschijnt. ¡ Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit staat en open vervolgens het deksel. Lees-/schrijfindicator Verwijder de CF-kaart.
Basisgebruik Aan-/uitschakelaar De camera werkt alleen als de schakelaar <4> is ingeschakeld. <2>: De camera is uitgeschakeld en werkt niet. <1> : De camera werkt. <J> : De camera en <5> werken (p.28). ¡ Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze 1 minuut niet is gebruikt.
Basisgebruik ¡ Als u de ontspanknop half indrukt en (0) zijn verstreken, moet u de knop nogmaals half indrukken en een moment wachten voordat u volledig indrukt voor een opname. Als u de ontspanknop helemaal indrukt zonder deze eerst half in te drukken of als u de ontspanknop half indrukt en daarna volledig, zal de opname toch nog een moment worden vertraagd.
Pagina 28
Basisgebruik Gebruik van het instelwiel <5> Het instelwiel < > wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen en het selecteren van LCD-monitoritems. Zet de < 4 >-schakelaar eerst op < J > wanneer u het instelwiel < > wilt gebruiken om het opnemen voor te bereiden. (1) Druk op een knop en draai aan het instelwiel <5>.
Menugebruik Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals opnamekwaliteit, bewerkingsparameters, datum/tijd, persoonlijke voorkeuren, enz. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gaat u door naar de volgende stap met de knop <M>, de knop <0> en het instelwiel <5> op de camera. LCD-scherm <M>-knop <5>...
Menugebruik Procedure menu-instelling Het menu weergeven. ¡ Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. Om het menu weer af te sluiten, drukt u nogmaals op de knop. Selecteer een menu-item. Draai aan het instelwiel < 5 > om het menu- ¡...
Menugebruik Het LCD-scherm ¡ Als u gebruikmaakt van het LCD-scherm, kunt u het instelwiel <5> gebruiken, zelfs als de schakelaar <4> op <1> staat. ¡ U kunt het LCD-scherm niet als zoeker gebruiken om opnamen te maken. ¡ U kunt de helderheid van het LCD-scherm op vijf niveaus instellen. (p.102) De standaardinstellingen van de camera herstellenN Selecteer [Wis instellingen].
3Taal instellen De interfacetaal van het LCD-scherm kan op een van de twaalf talen worden ingesteld. Selecteer [Taal]. ¡ Draai aan het instelwiel <5> en selecteer [c Taal] en druk vervolgens op <0>. Het taalscherm verschijnt. Selecteer de gewenste taal. ¡...
3Datum en tijd instellen Stel de datum en de tijd in zoals hierna beschreven. Selecteer [Datum/Tijd]. ¡ Draai aan het instelwiel <5> en selecteer [c Datum/Tijd] en druk vervolgens op <0>. Het scherm Datum/Tijd verschijnt. Stel de datum en tijd in. ¡...
Batterij voor datum/tijd vervangen De datum/tijd-batterij (back-up) onderhoudt de datum en tijd van de camera. De levensduur van de batterij is ongeveer 5 jaar. Als de datum/tijd wordt gereset wanneer de batterij wordt vervangen, vervangt u de back-upbatterij door een nieuwe CR2016-lithiumbatterij, zoals hieronder wordt uitgelegd. De datum/tijd-instelling wordt ook gereset, zodat u de correcte datum/tijd moet instellen.
Denkt u eraan dat de beeldsensor zeer gevoelig is. Indien mogelijk moet u de beeldsensor laten reinigen door een Canon Service Center. De camera moet zijn ingeschakeld als u de beeldsensor reinigt. Het wordt aanbevolen om de wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel, zie pagina 154) te gebruiken.
Pagina 37
3 Reinigen van de CMOS-sensorN Reinig de beeldsensor. ¡ Gebruik een blaasbuisje om stof, etc. op het oppervlak van de beeldsensor voorzichtig te verwijderen. Stop met reinigen. ¡ Zet de schakelaar <4> op <2>. De camera wordt uitgeschakeld, de sluiter gaat dicht en de spiegel wordt weer dichtgeklapt.
Dioptrische aanpassing Door de diopter aan te passen aan uw gezichtsvermogen, zal het zoekerbeeld zelfs zonder bril scherp zijn. Het aanpasbare diopterbereik van de camera loopt van -3 tot +1 dpt. Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. ¡ Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten in de zoeker scherp zijn.
Volautomatische opnamen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de Basisgebruik-modi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor het snel en eenvoudig maken van opnamen. In iedere modus <1> <2> <3> <4> <5> <6> <7>, worden de AF-modus, transportmodus, enz., automatisch ingesteld op het onderwerp.
1Volautomatisch gebruiken U hoeft alleen maar te richten en de ontspanknop in te drukken. Alles gaat automatisch en u kunt elk onderwerp dus eenvoudig vastleggen. De camera beschikt over negen AF-punten waarop kan worden scherpgesteld. Zo wordt goed fotograferen wel heel eenvoudig. Stel het programmakeuzewiel in op <1>.
Pagina 41
< 4 > in dit geval op < 2 > en zet hem terug op < 1 >. ¡ Wanneer een EOS-camera wordt gebruikt met een lens van een ander merk dan Canon is het mogelijk dat de camera of de lens niet goed functioneert. ¡ Wanneer de scherpstelling is bereikt, worden de focus- en de belichtingsinstelling vergrendeld.
Basisgebruik-modi Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past en de camera wordt automatisch ingesteld voor het beste resultaat. Portret Met deze opnamestand wordt de achtergrond onscherp, zodat het onderwerp duidelijk uitkomt. ¡ Wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt, worden continu-opnamen gemaakt. ¡...
Basisgebruik-modi Sport Gebruik deze opnamestand wanneer u bij snelbewegende onderwerpen de actie wilt vastleggen. ¡ Eerst volgt de camera het onderwerp met het middelste AF-punt. Focustracering volgt het onderwerp vervolgens met de negen AF-punten. ¡ Wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt, blijft de camera scherpstellen voor het maken van continu-opnamen.
jBediening van de zelfontspanner Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. U kunt de zelfontspanner gebruiken in alle Basisgebruik- of Creatief gebruik-modi. Druk op de knop <R>. Selecteer <j>. ¡ Kijk op het LCD-paneel en draai aan het instelwiel <...
Opname-instellingen In dit hoofdstuk worden de instellingen voor digitale opnamen uitgelegd voor de opnamekwaliteit, de ISO- waarde, de witbalans, de kleurruimte en de bewerkingsparameters. ¡ Van de Basisgebruik-modi worden in dit hoofdstuk alleen opnamekwaliteit (behalve RAW en RAW+JPEG), bestandsnummering en camera-instellingen controleren besproken.
Opnamekwaliteit instellen In de modi 73 / 83 / 74 / 84 / 76 / 86 worden opnamen gemaakt in de algemeen gebruikte JPEG-indeling. In de modus 1 moet de afbeelding worden bewerkt met de meegeleverde software. In de modi 1+73 / +83/+74/+84/+76/+86 (RAW+ JPEG) wordt de opname tegelijkertijd in de RAW- en in de JPEG-indeling gemaakt.
De grootte van een enkele opname, het aantal mogelijke opnamen en het maximale aantal opnamen bij continu-opnamen (p.48) zijn gebaseerd op de testnormen van Canon (ISO 100 met [ Parameter 1 ] ingesteld). De werkelijke grootte van een enkele opname, het werkelijke aantal mogelijke opnamen en het werkelijke maximale aantal opnamen bij continu-opnamen zijn afhankelijk van het onderwerp, de opnamemodus, de ISO-waarde, parameters, enzovoort.
Pagina 48
3 Opnamekwaliteit instellen Maximumaantal opnamen bij continu-opname Het maximumaantal opnamen bij continu-opname is afhankelijk van de opnamekwaliteit. Hieronder is (bij benadering) voor elke opnamekwaliteit het maximumaantal opnamen bij continu-opname aangegeven. Bij high-speed CF-kaarten kan het maximumaantal opnamen hoger zijn dan in de tabel is aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
g ISO-waarde instellenN De ISO-waarde is een numerieke indicatie van de lichtgevoeligheid. Een hogere ISO-waarde betekent een grotere lichtgevoeligheid. Een hoge ISO-waarde is geschikt voor slechte lichtomstandigheden en bewegende onderwerpen. Door ruis en dergelijke kan de opname er wel grover uitzien. Een lage ISO-waarde geeft een fijnere afbeelding, maar deze is niet geschikt voor slechte lichtomstandigheden en actiefoto's.
B De witbalans instellenN Bij de instelling < Q > zal doorgaans automatisch de optimale witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling < Q > geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u de witbalans handmatig instellen op de lichtomstandigheden van dat moment. Bij de Basisgebruik-modi wordt automatisch de instelling <...
Aangepaste witbalansN Bij de aangepaste witbalans fotografeert u een wit object dat als basis wordt gebruikt voor de instelling van de witbalans. Wanneer u deze opname selecteert, worden de desbetreffende witbalansgegevens geïmporteerd voor de witbalansinstelling. Druk op de knop <E>. Selecteer de persoonlijke witbalans.
3 Aangepaste witbalansN ¡ Als u bij stap 3 een onder- of overbelichting hebt bereikt, kan dit een incorrecte witbalansinstelling tot gevolg hebben. ¡ Als een afbeelding is opgeslagen terwijl de bewerkingsparameter was ingesteld op [B/W] (p.59), kan deze niet worden geselecteerd in stap 5. In plaats van een wit object kan een kaart met 18% grijs (in de winkel verkrijgbaar) een nauwkeuriger witbalans opleveren.
Witbalans corrigerenN U kunt de standaardkleurtemperatuur van de witbalansinstelling corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van kleurtemperatuurconversie of een kleurencompensatiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd. Gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleurtemperatuurconversie of kleurencompensatiefilters zullen deze functie waarderen.
Automatische reeksopnamen op basis van de witbalansN Het is mogelijk drie opnamen met een verschillende kleurtoon in één keer op te nemen. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de standaardkleurtemperatuur van de witbalansmodus, maar ook met meer blauw/amber en met meer magenta/groen. Dit worden reeksopnamen op basis van de witbalans genoemd.
Pagina 55
3 Automatische reeksopnamen op basis van de witbalansN Maak de opname. Als B/A-reeksopnamen zijn ingesteld, worden de drie afbeeldingen in deze volgorde opgenomen op de CF-kaart: Standaard WB, meer B (blauw) en meer A (amber). Als M/G- reeksopnamen zijn ingesteld, is de volgorde Standaard WB, meer M (magenta) en meer G (groen).
Als de opname wordt gemaakt met de kleurruimte ingesteld op Adobe RGB, begint de bestandsnaam met “_MG_” (het eerste teken is een onderstrepingsteken). ¡ Het ICC-profiel is niet toegevoegd. Het ICC-profiel wordt beschreven in de "Software-instructies" voor de EOS 20D.
Een bewerkingsparameter selecteren N De vastgelegde afbeelding kan worden bewerkt om deze levendiger en scherper te maken of juist te verzachten. De bewerkingsparameter kan worden ingesteld volgens de vooraf ingesteld Parameter 1 of Parameter 2 of op Set 1, 2 of 3, die u zelf kunt instellen. U kunt ook kiezen voor zwart- wit.
Een bewerkingsparameter instellenN De door u gemaakt opname kan automatisch door de camera worden bewerkt overeenkomstig de geselecteerde parameterinstellingen (telkens vijf instellingen voor [ Contrast ], [ Scherpte ], [ Verzadiging ] en [ Kleurtoon ]). U kunt maximaal drie sets bewerkingsparameters instellen en opslaan. Selecteer [Parameters].
Pagina 59
3 Een bewerkingsparameter instellenN Zwart-wit opnamen Als u opnamen maakt met de bewerkingsparameter ingesteld op zwart- wit, worden de opnamen op de CF-kaart verwerkt en vastgelegd als zwart-wit opnamen. Selecteer [B/W]. ¡ Selecteer in stap 3 op pagina 58 [B/W] en druk vervolgens op <0>. Selecteer het in te stellen item.
3 Een bewerkingsparameter instellenN Filtereffecten Het effect van het gebruik van filters voor zwart-wit film kan ook worden bereikt met digitale afbeeldingen. Een kleur kan helderder worden gemaakt met een filter van (vrijwel) dezelfde kleur. Tegelijkertijd worden de complementaire kleuren donkerder. Filter Voorbeeldeffecten Normale zwart-wit afbeelding...
Methoden voor bestandsnummering De bestandsnummers zijn vergelijkbaar met de beeldnummers op een film. Er zijn twee methoden voor bestandsnummering: [ Continu ] en [ Auto reset ]. De opnamen die u maakt, krijgen automatisch een nummer toegewezen van 0001 tot 9999 en worden opgeslagen in een automatisch aangemaakte map die maximaal 100 opnamen kan bevatten.
B Camera-instellingen controleren Wanneer de camera gereed is voor opname, drukt u op de knop <B> om de huidige camera-instellingen op het LCD-scherm te bekijken. De camera-instellingen weergeven. ¡ Druk op de knop <B>. De huidige camera-instellingen verschijnen op het LCD-scherm. ¡...
AF-, lichtmeet- en transportmodi instellen De zoeker beschikt over negen AF- punten. Door het optimale AF-punt te kiezen, kunt u opnamen met autofocus maken terwijl u toch het gewenste onderwerp in beeld houdt. Tevens kunt u de AF-modus instellen op het onderwerp of het beoogde effect.
f De AF-modus selecterenN De AF-modus is de methode voor automatische focus. De camera heeft drie AF-modi. One-Shot AF is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen, terwijl AI Servo AF geschikt is voor bewegende onderwerpen. De modus AI Focus AF schakelt automatisch van One- Shot AF over op AI Servo AF als het onderwerp in beweging komt.
Pagina 65
f De AF-modus selecterenN One-Shot AF voor niet-bewegende onderwerpen Door de ontspanknop half in te drukken activeert u de AF-functie en wordt de focus eenmaal ingesteld. Het AF-punt waarop wordt scherpgesteld, knippert kort. Op hetzelfde moment gaat het focusbevestigingslampje < o > in de zoeker branden.
f De AF-modus selecterenN * Anticiperende AF Als het onderwerp zich met een constante snelheid naar de camera toe of van de camera af beweegt, blijft de camera het onderwerp volgen, waarbij de focusafstand onmiddellijk vóór het maken van de opname wordt geanticipeerd.
SAF-punt selecterenN Het AF-punt wordt gebruikt om scherp te stellen. Het AF-punt kan automatisch door de camera worden geselecteerd of handmatig door u. Automatische AF-puntselectie is ingesteld in de Basisgebruik-modi en 8 >. In de modi <d> <s> <f> <a> kunt u schakelen tussen <8 automatische en handmatige AF-puntselectie.
<I> omhoog komt, wordt het AF-hulplicht indien nodig verzonden. Maximaal diafragma en AF-gevoeligheid De EOS 20D bereikt een uiterst nauwkeurige automatische scherpstelling met lenzen met een maximaal diafragma van f/2,8 of groter. Bij lenzen met een maximaal diafragma van f/2,8 of groter Met het middelste AF-punt is uiterst nauwkeurige (kruiselingse) AF mogelijk, die zowel verticaal als horizontaal gevoelig is.
Een niet-gecentreerd onderwerp scherpstellen Nadat u hebt scherpgesteld, kunt u de focus vergrendelen op een onderwerp en de opname opnieuw samenstellen. Deze techniek noemt men “focusvergrendeling.” Focusvergrendeling is alleen mogelijk in de modus One-Shot AF. Draai het programmakeuzewiel naar een Creatief gebruik-modus. Selecteer het AF-punt.
Als autofocus niet werkt (handmatige focus) Met autofocus lukt het niet altijd om het onderwerp scherp te stellen (het focusbevestigingslampje <o> knippert) bij de volgende onderwerpen: Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld (a) Onderwerpen met weinig contrast Voorbeeld: strakblauwe lucht, muren met een effen kleur, enz. (b) Onderwerpen in slecht licht (c) Reflecterende onderwerpen met extreem tegenlicht Voorbeeld: wagen met reflecterende carrosserie, enz.
qDe lichtmeetmodus selecterenN De camera heeft drie lichtmeetmodi: evaluatieve lichtmeting, deelmeting en gemiddelde meting met nadruk op het midden. Bij de Basisgebruik- modi wordt automatisch de instelling evaluatieve lichtmeting gebruikt. Druk op de knop <Q>. Selecteer de lichtmeetmodus. ¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6>.
iTransportmodus selecteren De camera heeft transportmodi voor enkele opname en continu- opname. In de Basisgebruik-modi wordt de optimale transportmodus automatisch ingesteld. Druk op de knop <R>. Selecteer de transportmodus. ¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6>. u : Enkele opname Wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt een...
Geavanceerd gebruik Met de Creatief gebruik-modi kunt u de sluitertijd of diafragmawaarde instellen om het gewenste resultaat te krijgen. U hebt de controle over de camera. ¡ De asterisk M rechts naast de paginatitel geeft aan dat de respectieve functie alleen beschikbaar is in de Creatief gebruik-modi (d, s, f, a, 8).
d AE-programma Evenals de modus < 1 > (volautomatisch), betreft het hier een algemene modus voor het maken van opnamen. De camera stelt automatisch de sluitertijd en diafragmawaarde in die het beste passen bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet Programma AE. * <d>...
Pagina 75
d AE-programma ¡ Als “ 30" ” en de maximumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde of gebruik de flitser. ¡ Wanneer “8000” en de minimumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van overbelichting. Verlaag de ISO-waarde of gebruik een ND-filter (optioneel) om de hoeveelheid licht te verminderen die de lens binnenkomt.
s AE-sluiterprioriteit In deze modus stelt u de sluitertijd in en kiest de camera automatisch de diafragmawaarde die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE- sluiterprioriteit. Met een snelle sluitertijd kan de beweging van een snelbewegend onderwerp worden opgenomen en met een langzame sluitertijd kan het onderwerp onscherp worden weergegeven om de indruk van beweging te geven.
Pagina 77
s AE-sluiterprioriteit ¡ Wanneer de maximumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een langzamere sluitertijd in te stellen, totdat de diafragmawaarde niet meer knippert. ¡ Wanneer de minimumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van overbelichting. Draai aan het instelwiel <6>...
f AE-diafragmaprioriteit In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en kiest de camera automatisch de sluitertijd die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-diafragmaprioriteit. Hoe kleiner het diafragma (groter f/getal), hoe groter de scherptediepte (bereik van de acceptabele focus). Hoe groter het diafragma (kleiner f/getal), hoe kleiner de scherptediepte.
f AE-diafragmaprioriteit ¡ Als de “30"”-sluitertijd knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een groter diafragma (lager f/getal) in te stellen totdat het knipperen stopt, of stel een hogere ISO-waarde in. ¡ Wanneer de “8000”-sluitertijd knippert, is er sprake van overbelichting.
a Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik de aparte belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd. <...
Pagina 81
a Handmatige belichting Stel de belichting in. ¡ Controleer het belichtingsniveau en stel de sluitertijd en het diafragma in. : Standaardbelichtingsniveau. : Stel een tragere sluitertijd of een groter diafragma in om het standaardbelichtings- niveau in te stellen. : Stel een snellere sluitertijd of een kleiner diafragma in om het standaardbelich- tingsniveau in te stellen.
8 Automatische AE-scherptediepte Met deze modus verkrijgt u automatisch een bredere scherptediepte tussen een onderwerp dat zich dichtbij bevindt en een onderwerp dat zich verderaf bevindt. Deze modus is handig voor groepsfoto's en landschappen. De camera gebruikt de negen AF-punten om de dichtstbijzijnde en verst verwijderde onderwerpen scherp te stellen. * <8>...
Belichtingscompensatie instellenN Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstelling te wijzigen die is ingesteld door de camera. U kunt het beeld lichter (vergrote belichting) of donkerder (verminderde belichting) laten lijken. U kunt de flitsbelichtingscompensatie instellen op ±2 stappen in verhogingen van 1/3. Draai het programmakeuzewiel naar een willekeurige Creatief gebruik-modus, behalve <a>.
Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)N Als de sluitertijd of het diafragma automatisch worden gewijzigd, wordt het belichtingsniveau gewijzigd tot ±2 stappen met tussenstappen van 1/3 voor drie opeenvolgende opnamen. Dit worden reeksopnamen met automatische belichting (AEB) genoemd. Standaardbelichting Verminderde belichting Vergrote belichting Selecteer [AEB].
3 Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)N AEB annuleren ¡ Volg stappen 1 en 2 om de AEB- waarde in te stellen op < >. ¡ AEB wordt ook automatisch geannuleerd als u de schakelaar <4> op <2> zet, de lens vervangt, de flitser gebruiksklaar is of wanneer u de batterij of de CF-kaart vervangt.
AAE-vergrendelingN Met AE-vergrendeling kunt u de belichting op een plaats vergrendelen die afwijkt van het focuspunt. Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de opname opnieuw samenstellen terwijl u de gewenste belichtingsinstelling handhaaft. Dit heet AE-vergrendeling. Dit is geschikt voor onderwerpen met tegenlicht. Stel scherp op het onderwerp.
Bulbopnamen Als bulb is ingesteld, blijft de sluiter open terwijl u de ontspanknop volledig indrukt, en wordt deze gesloten als u de ontspanknop los laat. Dit wordt bulbbelichting genoemd. Gebruik de instelling voor bulbbelichting voor nachtopnamen, vuurwerk, de sterrenhemel en andere opnamen waarvoor een lange belichting vereist is. Stel het programmakeuzewiel in op <a>.
Spiegel opklappenN Het opklappen van de spiegel is mogelijk als C.Fn-12 [ Spiegel opklappen ] is ingesteld op [ 1: Activeren ] (p.144). De spiegel kan worden opgeklapt onafhankelijk van het tijdstip waarop de belichting wordt uitgevoerd. Hierdoor wordt voorkomen dat de spiegel trillingen veroorzaakt en de opname er wazig uitziet bij close-ups of wanneer een supertelelens wordt gebruikt.
ULCD-paneelverlichting Het LCD-paneel is voorzien van verlichting. Elke keer dat u op de knop < U > drukt, wordt de verlichting van het LCD-paneel in- ( 9 ) of uitgeschakeld. Gebruik de verlichting als u het LCD-paneel in het donker wilt lezen. De verlichting wordt automatisch uitgeschakeld nadat de opname is gemaakt.
De pieptoon uitzetten U kunt de pieptoon uitzetten zodat u deze niet hoort in een opnamemodus. Selecteer [Pieptoon]. ¡ Draai het instelwiel <5> om [z Pieptoon] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Uit]. ¡ Draai het instelwiel <5> om [Uit] te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Flitsfotografie De ingebouwde flitser of een speciale EOS Speedlite uit de EX- serie maken automatische E-TTL II- flitsopname mogelijk (evaluatieve flitsmeting met voorflits), waardoor flitsfotografie net zo eenvoudig wordt als het maken van normale opnamen. Het resultaat is natuurlijk ogende flitsopnamen. In de Basisgebruik-modi (behalve <3>...
Het gebruik van de ingebouwde flitser Met automatische E-TTL II-flits worden uiterst nauwkeurige en consistente flitsopnamen verkregen. De ingebouwde flitser gebruiken in Basisgebruik Indien noodzakelijk komt de ingebouwde flitser automatisch naar boven bij slechte lichtomstandigheden of tegenlicht (behalve in de modi <3>...
Het gebruik van de ingebouwde flitser Bereik van de ingebouwde flitser Met EF-S17-85mm f/4-5,6 IS USM ISO-waarde Groothoek: 17 mm Zoomlens: 85 mm Ongeveer 1 - 3,3 Ongeveer 1 - 2,3 Ongeveer 1 - 4,6 Ongeveer 1 - 3,3 Ongeveer 1 - 6,5 Ongeveer 1 - 4,6 Ongeveer 1 - 9,2 Ongeveer 1 - 6,5...
Het gebruik van de ingebouwde flitser Rode ogen-reductie gebruiken Als er wordt geflitst in een omgeving met weinig licht, kunnen de ogen van het onderwerp op de foto rood zijn. “Rode ogen” ontstaan wanneer het licht van de flitser door het netvlies wordt geflecteerd. De rode ogen-reductiefunctie van de camera zorgt ervoor dat de rode ogen- reductielamp kort licht uitzendt waardoor de pupildiameters of irissen van de persoon zich vernauwen.
Pagina 95
Het gebruik van de ingebouwde flitser AFlitsbelichtingsvergrendelingN Flitsbelichtingsvergendeling zorgt voor een correcte flitsbelichting en vergrendelt deze waarde voor ieder deel van een onderwerp. Controleer of het pictogram <D> aanwezig is. ¡ Druk op de knop <D> om de ingebouwde flitser te voorschijn te laten komen.
Pagina 96
Het gebruik van de ingebouwde flitser yFlitsbelichtingscompensatieN Net als bij de gewone belichtingscompensatie kunt u ook een belichtingscompensatie voor flitslicht instellen. U kunt de flitsbelichtingscompensatie instellen op ±2 stappen in stappen van 1/3. Druk op de knop <Q>. Stel de waarde voor de belichtingscompensatie in.
Externe EOS-Speedlites gebruiken Met de Speedlites uit de EX-serie Met de voor speciale EOS Speedlite-flitsers uit de EX-serie is flitsfotografie net zo eenvoudig als het maken van normale opnamen. De hieronder beschreven flitserfuncties kunt u eenvoudig gebruiken. Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite voor gedetailleerde instructies. ¡...
(behalve in de modi < 3 > < 5 > < 7 >). ¡ De EOS 20D is een Type-A-camera die geschikt is voor alle functies van de Speedlites uit de EX-serie. Flitsers van een ander merk gebruiken Synchronisatietijd De EOS 20D kan synchroniseren met compacte flitsers van andere merken...
Opnameweergave In dit hoofdstuk worden opnameweergavehandelingen uitgelegd, zoals hoe vastgelegde opnamen kunnen worden bekeken en gewist en hoe de camera op een tv kan worden aangesloten. Opnamen gemaakt met een andere camera: De camera is misschien niet in staat om opnamen die met een andere camera zijn gemaakt, of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd, correct weer te geven.
Kijktijd instellen U kunt instellen hoe lang de opname moet worden weergegeven op het LCD-scherm nadat deze is gemaakt. Als u wilt dat de camera de opname blijft weergeven, stelt u [Vastzetten] in. Als u de opname niet wilt laten weergeven, stelt u [Uit] in. Selecteer [Kijktijd].
Opnamen automatisch roteren Verticale opnamen kunnen automatisch worden geroteerd zodat ze tijdens het afspelen rechtop worden weergegeven. Selecteer [Beeldomkeren]. ¡ Draai het instelwiel <5> om [c Beeldomkeren] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Aan]. ¡ Draai aan het instelwiel <5> en selecteer [Aan] en druk vervolgens op <0>.
Helderheid van LCD instellen U kunt de helderheid van het LCD-scherm aanpassen en u kunt daarbij kiezen uit vijf niveaus. Selecteer [LCD Helderheid]. ¡ Draai het instelwiel <5> om [c LCD Helderheid] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Het scherm voor het aanpassen van de helderheid wordt weergegeven.
Opnameweergave Elke willekeurige opgeslagen afbeelding kan worden geselecteerd voor weergave. U kunt een enkele opname, opname-informatie, een index of een vergroting weergeven. xWeergave enkele opname Geef de opname weer. ¡ Druk op de knop <x>. De laatst gemaakte opname wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Opnameweergave Weergave met opname-informatie Bestandsnummer Histogram Afbeelding ISO-waarde Waarde flitsbelichtingscompensatie Kleurruimte Lichtmeetmodus Opnametijd Opnamemodus Opnamedatum Sluitertijd Witbalanscorrectie Opgeslagen afbeeldingen/ Witbalans Totaalaantal opgeslagen afbeeldingen Kleurtemperatuur Diafragma Zwart-wit Wispreventie Originele verificatiegegevens Waarde belichtingscompensatie van de opname opgeslagen Opnamekwaliteit Histogram Voorbeeldhistogrammen Een histogram is een grafische weergave die de helderheid van de afbeelding aangeeft.
Pagina 105
Opnameweergave H Indexweergave Er worden negen miniatuurafbeeldingen op het scherm weergegeven. Stel de camera in voor opnameweergave. ¡ Druk op de knop <x>. De laatst gemaakte opname wordt weergegeven op het LCD-scherm. Geef de indexafbeeldingen weer. ¡ Druk op de knop <I>. De geselecteerde miniatuur wordt gemarkeerd met een groene rand.
Pagina 106
Opnameweergave u/yVergrote weergave Opnamen kunnen 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot op het LCD- scherm. Geef opname weer. ¡ Geef de afbeelding alleen of met opname-informatie weer. Vergroot de afbeelding. ¡ Druk op de knop <u>. Eerst wordt het midden van de afbeelding vergroot.
Opnameweergave C Opnamesprong Bij de weergave van een enkele opname, van een opname met opname- informatie, van een index of van een vergrote opname, kunt u vooruit of terug springen naar opnamen die op de CF-kaart zijn opgeslagen. Geef de opname weer. ¡...
Pagina 108
Opnameweergave 3Automatische opnameweergave (automatisch afspelen) U kunt de opnamen op de CF-kaart weergeven in een automatische diapresentatie. Elke opname wordt ongeveer 3 seconden weergegeven. Selecteer [Autom. Afspelen]. ¡ Draai het instelwiel <5> om [x Autom. Afspelen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Het scherm voor automatisch afspelen wordt weergegeven.
Pagina 109
3Een opname roteren U kunt een opname 90° of 270° rechtsom draaien. Opnamen worden dan in de correcte richting weergegeven als u ze bekijkt. Selecteer [Roteren]. ¡ Draai het instelwiel <5> om [x Roteren] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Het rotatiescherm verschijnt.
Opnamen op een tv bekijken Als u de camera op een televisie aansluit met de meegeleverde videokabel, kunt u de opnamen bekijken op een televisie. Schakel de camera en de tv altijd uit voordat u de camera aansluit of loskoppelt. Sluit de camera aan op de tv.
Afbeeldingen beveiligen Voorkomt dat de opname per ongeluk wordt gewist. Selecteer [Beveilig]. ¡ Draai het instelwiel <5> om [x Beveilig] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Het scherm met beveiligingsinstellingen verschijnt. Beveilig de opname. ¡ Draai aan het instelwiel <5> om de afbeelding te kiezen en druk vervolgens op <0>.
LOpnamen wissen U kunt afbeeldingen één voor één wissen, maar u kunt ook alle afbeeldingen op een CF-kaart tegelijk wissen. Beveiligde afbeeldingen kunnen niet worden gewist. Als een afbeelding eenmaal is gewist, kan dit niet meer ongedaan worden gemaakt. Vergewis u ervan dat u de afbeelding niet meer nodig hebt voordat u deze wist.
LOpnamen wissen Alle afbeeldingen wissen Geef de opname weer. ¡ Druk op de knop <x>. Geef het wismenu weer. ¡ Druk op de knop <L>. Het wismenu verschijnt onder in het scherm. Selecteer [Alle]. ¡ Draai aan het instelwiel <5> om [Alle] te selecteren en druk vervolgens op <0>.
¡ Een CF-kaart die niet van Canon afkomstig is of met een andere camera of pc is geformatteerd, werkt mogelijk niet met deze camera. In dit geval formatteert u de kaart eerst met de camera. Dan werkt hij misschien wel.
Het afdrukken voorbereiden U voert de procedure voor rechtstreeks afdrukken helemaal uit via het LCD-scherm van uw camera. De camera instellen Stel in het menu de optie [c Communicatie] in op [PTP]. Selecteer [Communicatie]. ¡ Draai het instelwiel <5> om [c Communicatie] te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 117
Het afdrukken voorbereiden Sluit de camera op de printer aan. ¡ Raadpleeg de tabel (Printers en kabels) hieronder om de juiste kabel te selecteren om de camera aan te sluiten op de printer. Printers en kabels Compatibiliteit printer Geschikte kabel Alleen PictBridge PictBridge en Met de camera meegeleverde kabel...
Pagina 118
Het afdrukken voorbereiden Geef de opname weer. PictBridge ¡ Druk op de knop <x>. De opname wordt weergegeven en een van de drie pictogrammen <w, A of CP Direct S>, wordt weergegeven in de linkerbovenhoek om aan te geven dat de camera is aangesloten op de printer.
Pagina 119
wAfdrukken met PictBridge De instellingsopties variëren afhankelijk van de printer. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie. Pictogram aangesloten printer Selecteer de opname die moet worden afgedrukt. ¡ Controleer of linksboven op het LCD- scherm het pictogram <w>...
Photo Paper Plus Glossy Fast Photo Photo Paper Pro Standaard Photo Paper Plus Glossy Als u een printer gebruikt die niet van Canon is, dient u de instructiehandleiding bij de printer te raadplegen voor de aanbevolen instellingen voor papiertype. U Layout instellen ¡...
Pagina 121
Als uw printer niet kan afdrukken zonder randen, wordt de afdruk met randen afgedrukt. Optie om 8, 2, 4, 9, 16 of 20 exemplaren van dezelfde afbeelding **-plus op één vel af te drukken. Met een Canon-printer wordt de afbeelding zonder randen Standaard afgedrukt. Stel de andere opties in. ¡...
wAfdrukken met PictBridge Start het afdrukken. Draai het instelwiel < 5 > om [ Print ] te ¡ selecteren en druk vervolgens op < 0 >. Het afdrukken wordt gestart. ¡ Wanneer het afdrukken is voltooid, gaat het scherm terug naar stap 1. ¡...
Pagina 123
AAfdrukken met CP Direct Selecteer de opname die moet Pictogram aangesloten printer worden afgedrukt. ¡ Controleer of linksboven op het LCD- scherm het pictogram <A> wordt weergegeven. ¡ Draai aan het instelwiel <5> om de afbeelding te selecteren die moet worden afgedrukt.
Pagina 124
AAfdrukken met CP Direct Stel de opties in zoals gewenst. ¡ Stel [Beeld], [Randen] en [Datum] in zoals gewenst. Beeld Randen Datum ¡ Draai aan het instelwiel <5> om het menu-item te selecteren en druk vervolgens op <0>. ¡ Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 125
AAfdrukken met CP Direct Stel de instelling voor afstellen in. ¡ Stel deze in zoals u dit wenst. ¡ Zie pagina 129 voor informatie over bijsnijden. Start het afdrukken. ¡ Draai het instelwiel <5> om [Print] te selecteren en druk vervolgens op <0>.
SAfdrukken met Bubble Jet Direct Selecteer de opname die moet Pictogram aangesloten printer worden afgedrukt. ¡ Controleer of linksboven op het LCD- scherm het pictogram <S> wordt weergegeven. ¡ Draai aan het instelwiel <5> om de afbeelding te selecteren die moet worden afgedrukt.
Pagina 127
SAfdrukken met Bubble Jet Direct Stel de opties in zoals gewenst. Papier Randen Datum ¡ Draai aan het instelwiel <5> om het menu-item te selecteren en druk vervolgens op <0>. ¡ Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 128
SAfdrukken met Bubble Jet Direct Start het afdrukken. ¡ Draai het instelwiel <5> om [Print] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Het afdrukken wordt gestart. ¡ Wanneer het afdrukken is voltooid, gaat het scherm terug naar stap 1. ¡ Als u het printen wilt stoppen, drukt u op <0>...
Het bijsnijden (afstellen) instellen U kunt de afbeelding bijsnijden en alleen het bijgesneden gedeelte afdrukken alsof de afbeelding opnieuw is samengesteld. Snijd de afbeelding bij vlak voordat u deze afdrukt. Als u eerst het bijsnijden instelt en vervolgens de afdrukinstellingen, is het mogelijk dat u het bijsnijden opnieuw moet instellen.
Pagina 130
Het bijsnijden (afstellen) instellen Sluit het menu af. Het gedeelte van de opname dat moeten worden afgedrukt ¡ Druk op <0>. Het scherm met afdrukinstellingen verschijnt weer. Linksboven ziet u het bijgesneden gedeelte van de opname dat zal worden afgedrukt. ¡...
DPOF: Digital Print Order Format Met DPOF (digitaal printvolgordeformaat) kunt u de camera gebruiken om aan te geven welke en hoeveel opnamen van de CF-kaart moeten worden afgedrukt. Deze functie is heel handig voor het maken van afdrukken met een DPOF-compatibele printer of fotolab. DPOF DPOF (Digital Print Order Format) is een standaard voor het vastleggen van afdrukinstructies op de CF-kaart.
Afdrukopties Afdrukinstellingen Stel het afdruktype, het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd om te worden afgedrukt. (Deze kunnen niet afzonderlijk worden ingesteld.) Standaard Er wordt één afbeelding afgedrukt. Er worden meerdere miniatuurafbeeldingen Index afgedrukt.
Pagina 133
3 Afdrukopties Afdruktype Datum File No. Sluit het menu af. ¡ Druk op de knop <M>. Het scherm met afdrukopties verschijnt weer. ¡ Selecteer vervolgens [Opdracht] of [Alle] om aan te geven welke afbeeldingen moeten worden afgedrukt. ¡ RAW-afbeeldingen kunnen niet worden geselecteerd om af te drukken. ¡...
Pagina 134
3 Afdrukopties Afzonderlijke afbeeldingen selecteren voor afdrukken Selecteer [Opdracht]. ¡ Draai aan het instelwiel <5> en selecteer [Opdracht] en druk vervolgens op <0>. Het opdrachtscherm verschijnt. Selecteer de opname die moet worden afgedrukt. ¡ Draai aan het instelwiel <5> om de afbeelding te selecteren die moet worden afgedrukt.
Pagina 135
3 Afdrukopties Voor [Index] ¡ Als u de afbeelding wilt opnemen in de indexprint, schakelt u het selectievakje <X> in. Wilt u dit niet, schakel dan het vakje niet in. ¡ Druk op <0> om het selectievakje in te schakelen <X> of druk nog een keer op <0>...
3 Afdrukopties Alle afbeeldingen selecteren De afdrukopdracht kan ook worden ingesteld of geannuleerd voor alle afbeeldingen op de CF-kaart. Voor alle standaardafbeeldingen wordt één afdruk op standaardformaat aangevraagd. Als u de procedure “Afzonderlijke afbeeldingen selecteren” volgt en vervolgens de procedure “Alle afbeeldingen selecteren”, verandert de afdrukopdracht naar “Alle afbeeldingen”.
Rechtstreeks afdrukken met DPOF Met een printer die compatibel is met rechtstreeks afdrukken, kunt u gemakkelijk afbeeldingen afdrukken met DPOF. Bereid het afdrukken voor. ¡ Zie “De camera instellen” (stappen 1 en 2) en “De camera op de printer aansluiten” (stappen 1 tot 5) op pagina 116 tot en met 117.
Pagina 138
3 Rechtstreeks afdrukken met DPOF ACP Direct / SBubble Jet Direct ¡ Stel [Stijl] in. (p.123/126) Start het afdrukken. Draai aan het instelwiel < 5 > en selecteer ¡ [ OK ] en druk vervolgens op < 0 >. Het afdrukken wordt gestart. ¡...
De camera aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren U kunt verschillende functies van de camera aanpassen zodat deze volledig is afgestemd op uw persoonlijke fotografievoorkeuren. ¡ Persoonlijke voorkeuren zijn beschikbaar in Creatief gebruik-modi.
Persoonlijke voorkeuren instellenN Selecteer [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)]. Draai aan het instelwiel < 5 > en selecteer ¡ [ c Persoonlijke voorkeuze (C.Fn) ] en druk vervolgens op < 0 >. Het scherm met persoonlijke voorkeuren verschijnt. Selecteer nr persoonlijke Nr persoonlijke voorkeur voorkeur.
Instellingen persoonlijke voorkeuren N C.Fn-01 Set knopfunc.bij fotograferen U kunt de functie veranderen die aan <0> is toegewezen. Met C.Fn-01-1/2 kunt u op <0> drukken en vervolgens op het LCD- paneel kijken en het instelwiel <5> rechtstreeks instellen. 0: Standaard (geen functie) 1: Verander kwaliteit Hiermee kunt u de opnamekwaliteit rechtstreeks selecteren.
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN C.Fn-04 Sluiter/AE vergrendelknop 0: AF/AE vergrendel 1: AE vergrendel/AF Dit komt van pas als u apart wilt scherpstellen en meten. Druk op de knop < A > om automatisch scherp te stellen en druk de knop half in om de AE te vergrendelen. 2: AF/AF vergrendel, geen AE In de modus AI Servo AF kunt u AF tijdelijk onderbreken door op de knop <...
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN C.Fn-07 Flitsen U kunt de ingebouwde flitser, het externe Speedlite en flitsers van andere merken gebruiken die op de pc-aansluitbus zijn aangesloten. 0: Flitst 1: Geen flits De flitser flitst niet. C.Fn-08 ISO (vergroten) 0: Uit 1: Aan Voor de ISO-waarde kan “...
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN C.Fn-10 Ingespiegeld display 0: Aan 1: Uit Het AF-punt in de zoeker gaat niet rood knipperen. Dit wordt aanbevolen als u het vervelend vindt dat het telkens gaat branden. Het AF-punt blijft branden wanneer u het selecteert. C.Fn-11 Displaypositie menuknop Wanneer u op de knop <M>...
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN C.Fn-14 E-TTL II 0: Meervlaks Volautomatische flitsfotografie onder alle omstandigheden, van weinig licht tot flitsopnamen bij daglicht. 1: Gemiddeld Voor de flits wordt een gemiddelde berekend voor het gehele gebied dat de flits beslaat. Aangezien automatische flitsbelichtingscompensatie niet wordt uitgevoerd, dient u deze wellicht zelf in te stellen afhankelijk van de opname.
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN C.Fn-17 Lens AF stopfunktie knop 0: AF stop 1: AF start AF werkt alleen als de AF-stopknop wordt ingedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, wordt de AF van de camera uitgeschakeld. 2: AE vergrendeling bij meting Als u de knop indrukt tijdens de lichtmeting, wordt de AE-vergrendeling toegepast.
Referentie Met behulp van dit hoofdstuk leert u de camera beter kennen. Het bevat informatie over de functies van de camera en over systeemaccessoires, en andere naslaginformatie.
Pagina 148
Tabel met functiemogelijkheden o: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellen Basisgebruik Creatief gebruik 0 Programmakeuzewiel JPEG RAW + JPEG Autom. Handm. Autom. WB Preset WB, Aangepaste WB, Kleurtemperatuur, Witbalans- correctie, Reeksopnamen op basis van witbalans Parameters o (Parameter 1) One-Shot AI Servo –...
Tabel met functiemogelijkheden AF- en transportmodi Transportmodi One-Shot AF AI Servo AF AI Focus AF Een opname kan alleen gemaakt Bij beweging blijft het Schakelt worden wanneer focus is bereikt. onderwerp automatisch Wanneer focus wordt bereikt, wordt scherpgesteld. De tussen ONE deze vergrendeld.
Pagina 150
Handleiding Problemen oplossen Raadpleeg eerst de Handleiding Problemen oplossen wanneer een probleem optreedt. Stroombron De batterij kan niet worden opgeladen. ¡ U gebruikt de verkeerde batterij. Laad uitsluitend batterijen op van het type BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512. ¡ De batterij is niet correct aangesloten op de batterijoplader. Sluit de batterij goed aan op de oplader.
Het LCD-scherm geeft geen duidelijke opname weer. ¡ Het LCD-scherm is vies. Gebruik een zachte doek om het scherm schoon te maken. ¡ De levensduur van het LCD-scherm is verlopen. Neem contact op met uw dealer of Canon Service Center.
Als het gaat om [Err CF], raadpleegt u pagina 114. Als het gaat om [Err 02], raadpleegt u pagina 153. ¡ U gebruikt een CF-kaart van een ander merk dan Canon. Het gebruik van CF-kaarten van Canon wordt aanbevolen. (p.155) Opnamen bekijken en gebruiken De opname kan niet worden verwijderd.
Zet de schakelaar <4> op <1>. Err 99 Een andere fout dan bovenstaande is opgetreden. Verwijder de batterij en plaats deze opnieuw. Deze fout kan optreden als u een lens gebruikt van een ander merk dan Canon en de camera of lens niet correct werkt.
Pagina 154
Belangrijkste accessoires (optioneel) Batterij BP-511A Secundaire lithium-ion batterij met hoge capaciteit. AC-adapterset ACK-E2 Stroombronset (AC-adapter, gelijkstroomkoppeling, voedingskabel) voor de voeding van de camera met een gewone wandcontactdoos. Compatibel met AC 100 - 240 V. Compacte stroomadapter CA-PS400 Snelle oplader voor BP-511A. Het duurt ongeveer 90 minuten om één batterij op te laden.
E-serie (-4 tot +3 diopters) kan op het oculair van de camera worden bevestigd om het bereik van de dioptrische aanpassing verder uit te breiden. CF-kaart Opslagmedia waarop de gemaakte opnamen worden opgeslagen. CF-kaarten van Canon worden aanbevolen. PC-kaartadapter Hiermee kan een CF-kaart in een PC-kaartsleuf of PC-kaartlezer worden geplaatst.
Systeemoverzicht Oculairverlengstuk EP-EX15 ST-E2 220EX 420EX 580EX Macro Ring Lite Macro Twin Lite Rubberframe Eb MR-14EX MT-24EX Dioptrische aanpas- Standaard- * De lensset omvat de singslenzen E-serie EF-S 18-55mm-lens. accessoires Oculairdop Eb Brede draagriem EW-100DGR Hoekzoeker C CR2016 Batterij Batterijoplader lithiumbatterij BP-511A CG-580 of CB-5L...
Pagina 157
Systeemoverzicht CF-kaart PC-kaartadapter CF-kaartlezer PC-kaartsleuf Windows XP (Home Edition/Professional) Windows 2000 Professional USB-poort Windows ME (2.0/1.1) Windows 98 Second Edition Mac OS X 10.1-10.3 Mac OS 9.0-9.2 • EOS DIGITAL Solution Disk • Digital Photo Professional Disk • Adobe Photoshop Elements Disk Gegevensverificatieset Interfacekabel DVK-E2 (ver.
* Compatibel met Microdrive en CF-kaarten van 2 GB of meer Beeldgrootte: 22,5 x 15,0mm Compatibele lenzen: Canon EF-lenzen (inclusief de EF-S-lenzen) (de brandpuntafstand die gelijk is aan 35 mm is ongeveer 1,6 keer de aangegeven brandpuntafstand.) Lensbevestiging: EF-bevestiging van Canon •...
Pagina 159
Specificaties • Witbalans Type: Auto, daglicht, schaduw, bewolkt, gloeilamp, TL, flits, aangepast, kleurtemperatuurinstelling. Automatische witbalans: Automatische witbalans met de beeldsensor Kleurtemperatuurcorrectie: Witbalanscorrectie: ±9 stappen in verhogingen van hele stappen Reeksopnamen op basis van de witbalans: ±3 stappen in verhogingen van hele stappen * Blauw/amber-afwijking of magenta/groen-afwijking mogelijk Kleurtemperatuur informatieoverdracht:...
Pagina 160
Specificaties AF-hulplicht: Ingebouwde flits gaat geregeld af Effectief bereik: Ongeveer 4,0 m gecentreerd, ongeveer 3,5 m in periferie • Belichting Lichtmeetmodi: TTL-meting volle lensopening met 35-zones • Evaluatieve lichtmeting (koppelbaar aan elk AF-punt) • Deelmeting (ongeveer 9% van de zoeker gecentreerd) •...
Pagina 161
Specificaties • Externe Speedlite Voor EOS geschikte Speedlite: Automatische E-TTL II-flitsopamen met Speedlite uit de EX-serie PC-aansluitbus: Ingebouwd Zoomen in overeenstemming met lensbrandpuntafstand: Ingebouwd • Transportsysteem Transportmodi: Enkel, continu en zelfontspanner (10 sec.) Continu: Max. 5 opnamen per sec. Maximale opnamereeks: JPEG* (Groot/Fijn): Circa 20, RAW: Ongeveer 6 * Varieert afhankelijk van het onderwerp, de ISO-waarde, de bewerkingsparameters, de CF-kaart, enzovoort..
Pagina 162
Specificaties • Stroombron Batterij: Een batterij BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512. * wisselstroom kan ook worden geleverd met de gelijkstroomkoppeling. * Met batterijgreep BG-E2 kunnen AA-batterijen worden gebruikt. Levensduur batterij: [opnamen] Omstandigheden tijdens de opname Temperatuur Geen flits 50% flits Bij 20°C Ongeveer 1000 Ongeveer 700...
Pagina 163
Afmetingen (B x H x D): 91 x 67 x 32,3 mm Gewicht: 105 g (zonder netsnoer) ¡ Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. ¡ De specificaties en het uiterlijk van de camera kunnen zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.
Pagina 164
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggoolen maar inleveren als KCA...
Pagina 165
Index batterijoplader ....... 15 beeldgrootte ........ 149 aan-/uitschakelaar ....16, 26 beeldomkeren ......101 aantal afdrukken ......134 belichtingscompensatie ....83 aantal exemplaren ....124, 127 belichtingsniveauverhoging ..142 aantal kopieën ......121 bestandsnummer ......61 AC-adapterset ......154 bewerkingsparameters .... 57, 58 Accessoires ........154 Bubble Jet Direct ......
Pagina 166
Index flits ........92, 97, 98 flitsbelichtingscompensatie ..96, 97 JPEG ..........46 flitsbelichtingsvergrendeling ..95, 97 flitser uit .........43 kijktijd .......... 100 flitsers gebruiken van een ander merk ..98 kleurruimte ........56 flitssynchronisatietijd ....141 kleurtemperatuur ......52 focusbevestigingslampje ....13 kleurtoon ........58 focusinstellingsknop ....64, 70 kleurverzadiging ......
Pagina 167
Index opnamemenu ......29, 31 sport ..........43 opnamemodus .......14 sRGB ..........56 opnamen zonder kaart ....25 standaard ........132 opnamesprong ......107 standaardgebruik ......14 stijl ........123, 126 systeemoverzicht ......156 P (Programma) ......74 PAL .........31, 110 papierinstellingen ......119 taal ..........33 pc-aansluitbus ........98 tabel met functiemogelijkheden ...
Pagina 168
PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland CANON (UK) LTD CANON DANMARK A/S For technical support, please contact the Canon Help Desk: Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Denemarken P.O. Box 431, Wallington, Surrey, SM6 0XU, VK Tlf: 70 15 50 05...