3 De flitser instellenN
Draadloze functies
In-/uitzoomen flitser (flitsbereik)
Sluitersynchronisatie
Als [Synchronisatie 2e gordijn] wordt ingesteld, wordt er vlak voordat
de sluiter dichtgaat geflitst. Wanneer dit wordt gecombineerd met een
lange sluitertijd, kunt u een lichtspoor maken. Denk hierbij bijvoorbeeld
aan de koplampen van een auto 's avonds. Met Synchronisatie 2e gordijn
wordt er twee keer geflitst: een keer wanneer u de ontspanknop helemaal
indrukt en een tweede keer vlak voor het einde van de belichting.
Als [Hogesnelheidssynchronisatie] is ingesteld, kan de flitser met alle
sluitertijden worden gebruikt. Dit is met name effectief voor portretten
waarbij gebruik wordt gemaakt van invulflitsen wanneer u voorrang wilt
geven aan het diafragma.
200
Het is mogelijk om via radio- of optische
transmissie draadloos (meerdere keren)
te flitsen. Raadpleeg voor meer
informatie over draadloos flitsen de
instructiehandleiding van een Speedlite
die met deze functie compatibel is.
Omdat Speedlites een flitskop hebben
die kan zoomen, kunt u het flitsbereik
instellen. Normaliter stelt u dit in op
[AUTO], zodat de camera automatisch
het flitsbereik instelt overeenkomstig de
brandpuntsafstand van het objectief.
Normaal gesproken stelt u deze optie in
op [Synchronisatie 1e gordijn] zodat er
direct na de belichting wordt geflitst.