Kleurruimte (pag. 155)
U kunt sRGB of Adobe RGB selecteren. Omdat het LCD-scherm
van de camera niet compatibel is met Adobe RGB, zal de opname er
niet heel anders uitzien, ongeacht de kleurruimte die is ingesteld.
Correctie helderheid randen (pag. 146)
Indien [Inschakelen] is ingesteld, wordt het gecorrigeerde beeld
weergegeven. Als het effect niet goed te zien is, vergroot u het beeld
(pag. 329) en bekijkt u de hoeken van het beeld. De correctie van de
helderheid van de randen die met de camera wordt uitgevoerd, is
minder uitgesproken dan de correctie die met Digital Photo
Professional (meegeleverde software) wordt uitgevoerd en is
mogelijk ook minder goed zichtbaar. Gebruik in dat geval Digital
Photo Professional om de gecorrigeerde helderheid uit te voeren.
Chromatische correctie (pag. 147)
Wanneer deze optie is ingesteld op [Inschakelen], kan
lensaberratie (kleurranden langs de randen van een opname)
worden gecorrigeerd. Indien [Inschakelen] is ingesteld, wordt het
gecorrigeerde beeld weergegeven. Als het effect niet goed te zien is,
vergroot u het beeld (pag 329).
Vervormingscorrectie
Wanneer deze optie is ingesteld op [Inschakelen], wordt
beeldvervorming gecorrigeerd die wordt veroorzaakt door fysieke
eigenschappen van de lens. Indien [Inschakelen] is ingesteld, wordt
het gecorrigeerde beeld weergegeven. De randen van het beeld zijn
bijgesneden in het gecorrigeerde beeld.
Omdat de beeldresolutie iets lager lijkt, kunt u bij Beeldstijl de
parameter Scherpte gebruiken om eventueel noodzakelijke
aanpassingen aan te brengen.
R RAW-opnamen met de camera verwerkenN
331