Functies die in de basismodi kunnen worden ingesteld
: standaardinstelling k: door gebruiker in te stellen
o
u: Enkelbeeld
o: Continue opname met hoge snelheid
i: Continue opname met lage snelheid
Transport-
B: Stille enkele opname
modus
M: Stille continue opname
Zelfontspanner
(pag. 113)
a: Automatisch flitsen
Flitsen
D: Flitser aan (flitst altijd)
b: Flitser uit
Sfeeropnamen (pag. 92)
Licht-/scèneopnamen (pag. 96)
De achtergrond onscherper/scherper maken (pag. 79)
u: Enkelbeeld
o: Continue opname met hoge snelheid
i: Continue opname met lage snelheid
Transport-
B: Stille enkele opname
modus
M: Stille continue opname
Zelfontspanner
(pag. 113)
a: Automatisch flitsen
Flitsen
D: Flitser aan (flitst altijd)
b: Flitser uit
Sfeeropnamen (pag. 92)
Licht-/scèneopnamen (pag. 96)
De achtergrond onscherper/scherper maken (pag. 79)
* Als u de opnamemodus wijzigt of de aan-uitschakelaar op <2> zet, worden
de standaardinstellingen hersteld (behalve de zelfontspanner).
Functie
Q
k
Functie
Q
k
Q Snel instellen
: niet in te stellen
A
7
C
o
o
o
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
o
o
k
k
k
o
k
k
k
8
4
5
6
o
k
o
k
o
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
o
o
k
k
o
k
k
k
k
k
8
2
3
k
o
k
k
o
k
k
k
k
k
k
k
k
k
o
k
k
o
k
k
k
k
F
G
o
o
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
o
o
k
91