Pagina 1
EOS 70D (W) EOS 70D (N) NEDERLANDS Deze handleiding voor de EOS 70D (N) bevat geen uitleg van de INSTRUCTIE- Wi-Fi-functies. HANDLEIDING...
Pagina 2
Inleiding De EOS 70D (W/N) is een digitale spiegelreflexcamera die is voorzien van een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met circa 20,2 effectieve megapixels, DIGIC 5+, zeer accurate en snelle scherpstelling met 19 AF-punten, continue opnamen met circa 7 frames per seconde, Live view-opnamen, movie-opname in Full High-Definition (Full HD) en Wi-Fi-functie.
Pagina 3
Compatibele geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten, ongeacht de capaciteit, kunnen in de camera worden gebruikt: • SD-geheugenkaarten • SDHC-geheugenkaarten* • SDXC-geheugenkaarten* * UHS-I-kaarten worden ondersteund. Kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen Voor het opnemen van movies moet u een kaart met een hoge capaciteit en een hoge lees-/schrijfsnelheid gebruiken zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Pagina 4
Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Accu Batterijoplader LP-E6 LC-E6/LC-E6E* Camera (met beschermdeksel) (met cameradop) Interfacekabel Brede draagriem * Batterijoplader LC-E6 of LC-E6E is meegeleverd. (Bij de LC-E6E wordt een netsnoer meegeleverd.) De meegeleverde handleidingen en dvd-/cd-roms worden op de volgende ...
Pagina 5
Basisinstructie- Instructiehandleiding handleiding Wi-Fi functie* (basis) * Niet meegeleverd bij de EOS 70D (N). EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) Bevat de volgende pdf-handleidingen: EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX • Instructiehandleiding (uitgebreide versie) CEL-XXX XXX XXXXX...
Pagina 6
Verkorte handleiding Plaats de batterij (pag. 30) Zie pagina 28 voor meer informatie over het opladen van de batterij. Plaats een kaart (pag. 31) Plaats de kaart in de sleuf met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht. Bevestig het objectief (pag.
Pagina 7
Verkorte handleiding Klap het LCD-scherm uit (pag. 34) Zie pagina 37 wanneer de schermen met datum/tijd/zone- instelling op het LCD-scherm worden weergegeven. Stel scherp op het onderwerp (pag. 45) Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in.
Pagina 8
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> : Het hoofdinstelwiel. <5> : Het snelinstelwiel. <9> <V> <U> : De multicontroller en de drukrichting. <0> : De instelknop. : Hiermee wordt aangeduid dat de 0, 9, 7, 8 desbetreffende functie respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop...
Pagina 9
Hoofdstukken Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd. Inleiding Aan de slag Foto's maken met basisfuncties De AF- en transportmodi instellen Opname-instellingen Geavanceerde functies Opnamen maken met de flitser Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen) Movie-opnamen Opnamen weergeven...
Pagina 10
Inhoud Inleiding Compatibele geheugenkaarten ............3 Controlelijst onderdelen..............4 Handleidingen en dvd-/cd-roms ............5 Verkorte handleiding ................ 6 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ..8 Hoofdstukken ................... 9 Functie-index .................. 16 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ........18 Namen van onderdelen ..............
Pagina 11
Inhoud Foto's maken met basisfuncties A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) ... 72 A Volautomatische technieken (Automatisch/scène)....75 7 De flitser uitschakelen............... 77 C Creatieve automatische opnamen ..........78 8: Modus Speciale scène ............81 2 Portretfoto's maken..............82 3 Landschapsfoto's maken ............83 4 Close-ups maken ...............
Pagina 12
Inhoud De witbalans instellen..............134 O Handmatige witbalans............135 P De kleurtemperatuur instellen ..........137 Witbalanscorrectie ................ 138 Helderheid en contrast automatisch corrigeren......140 Ruisreductie instellen ..............141 Lichte tonen prioriteit ..............145 Correctie helderheid randen/Chromatische correctie....146 Een map maken en selecteren............. 149 Methoden voor bestandsnummering..........
Pagina 13
Inhoud Opnamen maken met de flitser D De ingebouwde flitser gebruiken..........188 D Een externe Speedlite gebruiken..........193 De flitser instellen................195 Draadloze flitser gebruiken ............203 Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen) A Opnamen maken met het LCD-scherm ........216 Instellingen voor de opnamefunctie ..........222 U Opnamen maken met filtereffecten .........224 Menufunctie-instellingen ...............228 Scherpstellen met AF (AF-methode) ..........233...
Pagina 14
Inhoud Classificaties instellen ..............302 Q Snelinstellingen voor weergave ..........304 k Genieten van movies ............. 306 k Movies afspelen ..............308 X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken ..310 Diavoorstelling (automatische weergave) ........312 Opnamen op een televisie bekijken ..........316 K Opnamen beveiligen...............
Pagina 15
Inhoud Persoonlijke voorkeuze-instellingen..........365 C.Fn I: Belichting ................365 C.Fn II: Automatische scherpstelling..........368 C.Fn III: Bediening/overig............375 8: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling..377 8: Aangepaste bediening ............383 My Menu vastleggen..............389 w: Aangepaste opnamemodi instellen .........390 Referentie B-knopfuncties ...............394 De batterijgegevens controleren ...........396 Een gewoon stopcontact gebruiken..........
Pagina 17
459 Installatie Weergave van Wi-Fi* één opname pag. 290 Apart document Weergave met Wi-Fi opname-informatie pag. 292 * De EOS 70D (N) bevat pag. 296 Indexweergave geen Wi-Fi-voorziening. Door opnamen navigeren (opnamesprong) pag. 297...
Pagina 18
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen.
Pagina 19
Canon-dealer of zelf te controleren of de camera goed functioneert. Als u lange tijd achtereen continue opnamen, Live view-opnamen of movie- ...
Pagina 20
Namen van onderdelen LCD-paneel (pag. 22) <R> Knop voor transportmodusselectie (pag. 111) <f> AF-modusselectieknop (pag. 100) <i> Knop voor Markering EF-objectiefvatting (pag. 40) ISO-snelheid (pag. 120) Ingebouwde flitser/AF-hulplicht (pag. 188/203) <q> Knop voor Markering EF-S-objectiefvatting (pag. 40) meetmethode (pag. 165) Contactpunten voor flitssynchronisatie <B>...
Pagina 21
Namen van onderdelen <V> Scherpstelvlakmarkering <p> AF-startknop (pag. 45, 100, 217, 259) <A/k> Schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen (pag. 215/251) <A> Knop voor AE-/ <0> Start-/stopknop (pag. 216, 252) FE-vergrendeling/ <y> index/verkleinen Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 44) (pag. 170, 192/296, 298) Oogschelp (pag.
Pagina 22
Waarschuwing geen kaart (Card) AF-puntselectie Waarschuwing volle kaart (FuLL) AF, SEL [ ], SEL AF) Foutcode (Err) Reiniging beeldsensor (CLn) * De EOS 70D (N) bevat geen Wi-Fi-voorziening (niet weergegeven). * Er worden alleen instellingen weergegeven die momenteel zijn toegepast.
Pagina 23
Namen van onderdelen Zoekerinformatie Spotmetingscirkel (pag. 165) Zone-AF (handmatige selectie van een zone) (pag. 103) Eén-punts AF (handmatige selectie) 19-punts automatische selectie-AF (pag. 103) (pag. 103) Zone-AF-punten (pag. 103) AF-punten (pag. 103) Matglas Raster (pag. 64) Waarschuwings- Digitale horizon symbool (pag. 376) (pag.
Pagina 24
Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de knop in het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt houdt (ver-/ontgrendelknop programmakeuzewiel). Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen vast te leggen. d : AE-programma (pag. 158) s : AE-sluitertijdvoorkeuze (pag.
Pagina 25
Namen van onderdelen Objectief Objectief zonder focusafstandsschaal Scherpstelring (pag. 110, 247) Scherpstelmodusknop (pag. 40) Bevestiging zonnekap Zoompositiemarkering (pag. 42) Filterdraad (voorkant objectief) Zoomring (pag. 41) Schakelaar voor Image Stabilizer Contactpunten (beeldstabilisatie) (pag. 43) (pag. 19) Markering objectiefvatting (pag. 40)
Pagina 26
Namen van onderdelen Batterijoplader LC-E6 Lader voor accu LP-E6/LP-E6N (pag. 28). Stekker Accucompartiment Oplaadlampje BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
Pagina 27
Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. De riem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
Pagina 28
De batterij opladen Verwijder het beschermdeksel. Verwijder het beschermdeksel van de batterij. Plaats de batterij. Plaats de batterij op de juiste manier in de oplader zoals afgebeeld in de illustratie. Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
Pagina 29
De batterij opladen Tips voor het gebruik van de batterij en batterijoplader Bij aankoop is de batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op. Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag dat u ...
Pagina 30
De batterij plaatsen en verwijderen Plaats een volledig opgeladen LP-E6/LP-E6N-accu in de camera. De zoeker van de camera wordt verlicht zodra een batterij is geplaatst en wordt donker wanneer de batterij wordt verwijderd. De batterij plaatsen Open het klepje. Schuif het schuifje in de richting van ...
Pagina 31
De kaart plaatsen en verwijderen U kunt in de camera een SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar). Ook een UHS-I Speed Class SDHC- of SDXC-geheugenkaart is geschikt. De opnamen worden opgeslagen op de kaart. Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat zodat schrijven/wissen mogelijk is.
Pagina 32
De kaart plaatsen en verwijderen Het aantal mogelijke opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit van de kaart, de instelling voor de opnamekwaliteit, de ISO-snelheid, enzovoort. Door [z1: Ontspan sluiter zonder kaart] in te stellen op [Uitschakelen], voorkomt u dat u vergeet een kaart te plaatsen (pag.
Pagina 33
De kaart plaatsen en verwijderen Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgebracht. Maak het klepje van de kaartsleuf op dat moment niet open. Verricht ook geen van de volgende handelingen wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert.
Pagina 34
Het LCD-scherm gebruiken Nadat u het LCD-scherm hebt uitgeklapt, kunt u menufuncties instellen, Live view-opnamen gebruiken, movies opnemen en opnamen en movies weergeven. U kunt de richting en hoek van het LCD-scherm wijzigen. Klap het LCD-scherm uit. Draai het LCD-scherm. 180°...
Pagina 35
De camera inschakelen Als na het aanzetten van de camera het scherm met datum/tijd/ zone wordt weergegeven, raadpleegt u pagina 37 voor het instellen van de datum, tijd en tijdzone. <1> : De camera is ingeschakeld. <2> : De camera is uitgeschakeld en werkt niet.
Pagina 36
De camera inschakelen z Het batterijniveau controleren Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, heeft het batterijniveau een van de volgende zes niveaus. Een knipperend batterijpictogram (b) geeft aan dat de batterij bijna leeg is. Weergave Niveau (%) 100 - 70 69 - 50 49 - 20 19 - 10 9 - 1 Maximumaantal opnamen Kamertemperatuur...
Pagina 37
De datum, tijd en tijdzone instellen Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld of als de datum- en tijdinstellingen zijn gereset, wordt het instelscherm Datum/tijd/zone weergegeven. Volg de stappen hieronder om eerst de tijdzone in te stellen. Als u de tijdzone van uw woonplaats op de camera instelt en vervolgens naar een andere tijdzone reist, kunt u eenvoudig de juiste tijdzone voor uw bestemming instellen, zodat de datum en tijd in de camera automatisch worden bijgewerkt.
Pagina 38
3 De datum, tijd en tijdzone instellen Stel de datum en de tijd in. Druk op de knop <U> om het getal te selecteren. Druk op <0> zodat <r> wordt weergegeven. Druk op de knop <V> om het getal ...
Pagina 39
De interfacetaal selecteren Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer op het tabblad [52] de optie [TaalK]. Druk op de knop <U> om het tabblad [52] te selecteren. Druk op de knop <V> om [Taal ...
Pagina 40
Een objectief bevestigen en verwijderen De camera is compatibel met alle Canon EF- en EF-S-objectieven. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-objectieven. Een objectief bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
Pagina 41
Een objectief bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen Draai de zoomring op het objectief met uw vingers. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling verloren gaan.
Pagina 42
Een objectief bevestigen en verwijderen Beeldconversiefactor Grootte beeldsensor (bij Het beeldsensorformaat is kleiner benadering) (22,5 x 15,0 mm) dan bij het 35mm-movieformaat, waardoor de brandpuntsafstand Beeldformaat 35mm van het objectief circa 1,6 keer zo (36 x 24 mm) lang lijkt. Een lenskap bevestigen Met een zonnekap kan ongewenst licht worden geblokkeerd en wordt de voorkant van het objectief beschermd tegen regen, sneeuw, stof,...
Pagina 43
Objectieven met Image Stabilizer (beeldstabilisatie) Wanneer u de ingebouwde Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het IS-objectief gebruikt, wordt cameratrilling gecorrigeerd om scherpere opnamen te krijgen. Bij de hier uitgelegde procedure wordt het EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS STM-objectief als voorbeeld gebruikt. * IS betekent Image Stabilizer (beeldstabilisatie). Zet de IS-schakelaar op <1>.
Pagina 44
Basisbediening De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het lastig is om de knop te draaien, verwijdert u de oogschelp (pag.
Pagina 45
Basisbediening Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker en op het LCD-paneel weergegeven (0).
Pagina 46
Basisbediening Programmakeuzewiel Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de ver-/ontgrendelknop van het programmakeuzewiel in het midden ingedrukt houdt. Hoofdinstelwiel Druk op een knop en draai aan het instelwiel <6>. Wanneer u op een knop als <f>, <R>, <i> of <q> drukt, blijft de desbetreffende functie actief gedurende de tijd die op de timer (9) is ingesteld.
Pagina 47
Basisbediening Snelinstelwiel Druk op een knop en draai aan het instelwiel <5>. Wanneer u op een knop als <f>, <R>, <i> of <q> drukt, blijft de desbetreffende functie actief gedurende de tijd die op de timer (9) is ingesteld. Tijdens deze zes seconden kunt u de gewenste instelling maken met het instelwiel <5>.
Pagina 48
Basisbediening Multicontroller De multicontroller <9> bevat acht toetsen die in de richtingen kunnen worden geduwd zoals aangegeven door de pijlen. Met deze acht knoppen kunt u het AF-punt selecteren, de witbalans corrigeren, het AF-punt of vergrotingskader verplaatsen tijdens Live view-opnamen, over de opname schuiven in de vergrote weergave tijdens afspelen, enzovoort.
Pagina 49
Basisbediening U LCD-paneelverlichting Schakel de verlichting van het LCD-paneel in (9) of uit door op de knop <U> te drukken. Wanneer u bij een bulb-opname de ontspanknop volledig indrukt, wordt de verlichting van het LCD-paneel uitgeschakeld. Opname-instellingen weergeven Nadat u een aantal keren op de knop <B> hebt gedrukt, worden de opname-instellingen weergegeven.
Pagina 50
Q Snel instellen voor opnamefuncties U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD-scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Dit heet Quick Control (Snel instellen). Druk op de knop <Q>. Het scherm Snel instellen wordt weergegeven. Stel de gewenste functies in. Druk op de toetsen <V>...
Pagina 51
Q Snel instellen voor opnamefuncties Instelbare functies in het scherm Snel instellen Diafragma (pag. 162) Flitsbelichtingscompensatie (pag. 193) Sluitertijd (pag. 160) AE-vergrendeling* (pag. 170) Opnamemodus* (pag. 24) Lichte tonen prioriteit* (pag. 145) Belichtingscompensatie/ ISO-snelheid (pag. 120) AEB-instelling (pag. 167 en 168) Wi-Fi-functie* Aangepaste bediening Beeldstijl (pag.
Pagina 52
Menugebruik U kunt verschillende functies instellen met de menu's, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gebruikt u de knop <M>, <V> <U>, en de knop < > op de achterzijde van de camera. Knop <M> Knop <0>...
Pagina 53
3 Menugebruik Procedure voor menu-instellingen Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de knop <U> om een menutabblad te selecteren. In deze handleiding verwijst 'het ...
Pagina 54
d Het aanraakscherm gebruiken Het LCD-scherm is een aanraakgevoelig paneel dat u met uw vingers kunt bedienen. Tikken Snel instellen (voorbeeldscherm) Tik met uw vinger op het LCD-scherm (kort aanraken en dan weer loslaten). U kunt menu's, pictogrammen, enzovoort op het LCD-scherm selecteren door erop te tikken.
Pagina 55
d Het aanraakscherm gebruiken Slepen Menuscherm (voorbeeldscherm) Sleep uw vinger over het LCD-scherm. Schaalweergave (voorbeeldscherm) Mogelijke bewerkingen door met uw vinger over het scherm te slepen Een menutabblad of -item selecteren nadat u op de knop <M> hebt gedrukt Een schaal instellen ...
Pagina 56
d Het aanraakscherm gebruiken 3 Instellingen voor aanraakbediening Selecteer de optie [Aanraakbediening]. Selecteer op het tabblad [53] de optie [Aanraakbediening] en druk vervolgens op <0>. Stel de aanraakbediening in. Selecteer de gewenste instelling en druk op <0>. [Standaard] is de normale instelling. ...
Pagina 57
Voordat u begint 3 De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren. Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle opnamen en gegevens van de kaart verwijderd. Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd;...
Pagina 58
Voordat u begint Formatteer de kaart in de volgende gevallen: De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of gegevens. Er wordt een kaartfout weergegeven (pag. 432). ...
Pagina 59
Voordat u begint 3 De pieptoon uitzetten U kunt voorkomen dat er een pieptoon klinkt zodra er is scherpgesteld of bij het gebruik van de zelfontspanner en bij bediening via het aanraakscherm. Selecteer [Pieptoon]. Selecteer op het tabblad [z1] de ...
Pagina 60
Voordat u begint 3 De kijktijd instellen U kunt instellen hoe lang de foto direct na de opname op het LCD- scherm wordt weergegeven. Als u wilt dat de camera de opname blijft weergeven, stelt u [Vastzetten] in. Als u de opname niet wilt laten weergeven, stelt u [Uit] in.
Pagina 61
Voordat u begint 3 De standaardinstellingen van de camera herstellenN De opname-instellingen en de menu-instellingen van de camera kunnen worden teruggezet naar de standaardinstellingen. Selecteer [Wis alle camera- instellingen]. Selecteer op het tabblad [54] de optie [Wis alle camera-instellingen] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 62
Eye-Fi trans. Deactiveren Bestandnr. Continu My Menu instellingen Ongewijzigd Auto. reiniging Inschakelen Weergave van My Menu Deactiveren Stofwisdata Wissen Wi-Fi* Deactiveren * De EOS 70D (N) bevat geen Wi-Fi- voorziening (niet weergegeven). Raadpleeg de instructiehandleiding Wi-Fi functie voor de instellingen.
Pagina 63
Voordat u begint Instellingen voor Live view-opnamen Instellingen voor movie-opnamen AF-methode u+volgen Live view-opname. Inschakelen Servo AF voor film Inschakelen AF-methode u+volgen Stille LV-opname Modus 1 Continue AF Inschakelen Touch Shutter Deactiveren Meettimer 16 sec. Rasterweergave Rasterweergave Aspect ratio Movie- 1920x1080/IPB opnameformaat Belichtingssimulatie Inschakelen...
Pagina 64
Het raster weergeven U kunt een raster weergeven in de zoeker om u te helpen de opname recht te zetten of de compositie te bepalen. Selecteer [Raster in zoeker]. Selecteer op het tabblad [z1] de optie [Raster in zoeker] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 65
Q De digitale horizon weergeven U kunt op het LCD-scherm en in de zoeker een digitale horizon weergeven om de kanteling van de camera te helpen corrigeren. U kunt alleen de horizontale kanteling controleren en niet de kanteling vooruit of achteruit. De digitale horizon op het LCD-scherm weergeven Druk op de knop <B>.
Pagina 66
Q De digitale horizon weergeven 3 De digitale horizon weergeven in de zoeker tijdens de opname Er kan middenonder in de zoeker een eenvoudige digitale horizon met een camerapictogram worden weergegeven. Omdat deze kan worden weergegeven tijdens de opname, kunt u elke kanteling corrigeren wanneer u opnamen uit de hand maakt.
Pagina 67
Q De digitale horizon weergeven 3 De digitale horizon weergeven in de zoeker voorafgaand aan de opnameN In de zoeker kunnen een digitale horizon en een raster worden weergegeven met gebruikmaking van de AF-punten. Dit is handig om kanteling van de camera te corrigeren voordat u opnamen maakt met een statief.
Pagina 68
Q De digitale horizon weergeven Geef de digitale horizon weer. Druk op de scherptedieptecontroleknop. In de zoeker worden een digitale horizon en een raster weergegeven met gebruikmaking van de AF-punten. 1° Meer dan 6° Zelfs wanneer de kanteling wordt gecorrigeerd, is een foutmarge van ...
Pagina 69
Uitleg en Help In de onderdelen Uitleg en Help vindt u informatie over de camerafuncties. Uitleg De Uitleg verschijnt wanneer u van opnamemodus wisselt of een opnamefunctie instelt, overschakelt op Live view-opnamen of movie- opnamen, of wanneer u Snel instellen voor weergave gebruikt. De Uitleg geeft een korte beschrijving van de desbetreffende modus, functie of optie.
Pagina 70
Uitleg en Help Help Wanneer [zHelp] wordt weergegeven onder in het menuscherm, drukt u op de knop <B> om de beschrijving van de functie weer te geven. Indien de Help meer dan één scherm beslaat, verschijnt er rechts een schuifbalk. Draai aan het instelwiel <5> of druk op de toets <V>...
Pagina 71
Foto's maken met basisfuncties In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken; de camera stelt alles automatisch in (pag.
Pagina 72
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) <A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het onderwerp beweegt of niet (pag. 75). Stel het programmakeuzewiel in op <A>.
Pagina 73
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. De opname wordt 2 seconden lang op het LCD-scherm weergegeven. Nadat u klaar bent met fotograferen, duwt u de ingebouwde flitser weer omlaag.
Pagina 74
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) De flitser is afgegaan terwijl er daglicht is. Bij een onderwerp met tegenlicht kan de flitser afgaan om donkere schaduwen op het onderwerp lichter te maken. Als u niet wilt dat de flitser afgaat, kunt u de optie Quick Control gebruiken om [Flitsen] in te stellen op [b] (pag.
Pagina 75
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld, zodat er een uitgebalanceerde achtergrond en een goed perspectief wordt bereikt. In de modus <A> drukt u de ontspanknop half in om scherp te stellen op een niet-bewegend onderwerp.
Pagina 76
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) A Live view-opnamen U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Zie pagina 215 voor meer informatie. Zet de schakelaar voor Live view- opnamen/movie-opnamen op <A>. Geef het Live view-beeld op het LCD-scherm weer.
Pagina 77
7 De flitser uitschakelen <7> is een volautomatische opnamemodus waarin geen gebruik wordt gemaakt van flitslicht. Deze modus is handig in musea, bij aquaria en op andere plaatsen waar u de flitser niet mag gebruiken. Deze modus is ook geschikt om sfeer vast te leggen, bijvoorbeeld in situaties met kaarslicht.
Pagina 78
C Creatieve automatische opnamen In de modus <C> kunt u gemakkelijk de achtergrond onscherp maken en de transportmodus en de flitser wijzigen. U kunt de sfeer kiezen die u in uw opnamen wilt vastleggen. De standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus <A>. * CA staat voor Creative Auto (Automatisch/creatief).
Pagina 79
C Creatieve automatische opnamen Sluitertijd Diafragma ISO-snelheid Batterijniveau Maximumaantal Opnamekwaliteit opnamen U kunt op de knop <Q> drukken om het volgende in te stellen: (1) Sfeeropnamen U kunt de sfeer instellen die u in uw opnamen wilt vastleggen. Draai aan het instelwiel <6> of <5> om de gewenste sfeer te selecteren.
Pagina 80
C Creatieve automatische opnamen (3) Transportmodus: Draai aan het instelwiel <6> of <5> om de transportmodus te selecteren. U kunt deze ook in een lijst selecteren door op <0> te drukken. <u> Enkelbeeld: Een opname tegelijk maken. <o> Continue opnamen met hoge snelheid: Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden er continu opnamen gemaakt.
Pagina 81
8: Modus Speciale scène De camera kiest automatisch de juiste instellingen wanneer u een opnamemodus voor uw onderwerp of scène selecteert. Stel het programmakeuzewiel in op <8>. Druk op de knop <Q>. Het scherm Snel instellen wordt weergegeven. Selecteer een opnamemodus. Druk op de toetsen <V>...
Pagina 82
2 Portretfoto's maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt. Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, ...
Pagina 83
3 Landschapsfoto's maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Opnametips Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde. ...
Pagina 84
4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u de modus <4> (Close-up). Gebruik een macro-objectief (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Met een simpele achtergrond komen kleine objecten zoals bloemen beter tot hun recht.
Pagina 85
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) om bewegende onderwerpen te fotograferen, zoals een rennend kind of een rijdende auto. Opnametips Gebruik een teleobjectief. Voor opnamen vanaf een afstand wordt het gebruik van een teleobjectief aanbevolen. Volg het onderwerp binnen het AF-kader.
Pagina 86
6 's Avonds portretfoto's maken (met een statief) Gebruik de modus <6> (Nacht portret) als u 's avonds mensen wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende achtergrond wilt hebben. U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Opnametips Gebruik een groothoekobjectief en een statief. ...
Pagina 87
F 's Avonds opnamen maken (uit de hand) U bereikt bij nachtelijke opnamen het beste resultaat door een statief te gebruiken. Met de modus <F> (Nachtopnamen uit hand) kunt u echter 's avonds opnamen maken terwijl u de camera in de hand houdt. In deze modus worden er vier continue opnamen gemaakt voor elke foto.
Pagina 88
G Opnamen met tegenlicht maken Als u een tafereel met zowel lichte als donkere gebieden fotografeert, gebruikt u de modus <G> (HDR-tegenlicht). Wanneer u één foto in deze modus maakt, worden drie continue opnamen met verschillende belichting gemaakt. Het resultaat is één opname met een breed kleurtoonbereik waarbij dichtgelopen schaduwen, veroorzaakt door tegenlicht, tot een minimum zijn beperkt.
Pagina 89
Aandachtspunten voor <6> Nachtportret en <F> Nachtopnamen uit hand Tijdens Live view-opnamen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op lichtpunten zoals in een avondopname. Stel in dergelijke gevallen de scherpstelmodusknop in op <MF> en stel handmatig scherp. Aandachtspunten voor <F>...
Pagina 90
Q Snel instellen HDR Aandachtspunten voor <G> HDR-tegenlicht De opname wordt mogelijk niet vloeiend, maar onregelmatig of met aanzienlijke ruis weergegeven. HDR-tegenlicht is mogelijk niet effectief bij opnamen met overmatig tegenlicht of met een zeer hoog contrast. Q Snel instellen Wanneer in de basismodi het scherm met de opname-instellingen wordt weergegeven, kunt u op de knop <Q>...
Pagina 91
Q Snel instellen Functies die in de basismodi kunnen worden ingesteld : standaardinstelling k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen Functie u: Enkelbeeld o: Continue opname met hoge snelheid i: Continue opname met lage snelheid Transport- B: Stille enkele opname modus M: Stille continue opname...
Pagina 92
Opname via sfeerselectie U kunt de sfeer selecteren die u voor de opname wilt gebruiken, behalve wanneer de basismodus <A>, <7> of <G> is ingesteld. Sfeer Sfeereffect 2 3 4 5 6 F k k k k k k k Geen instelling Standaard k k k k k k k Zwak/Standaard/Sterk Levendig...
Pagina 93
Opname via sfeerselectie Op het LCD-scherm wordt weergegeven hoe de opname er met de geselecteerde sfeerinstelling zal uitzien. Stel het sfeereffect in. Druk op de knop <V> om de effectenbalk te selecteren. [Effect] wordt dan onder in het scherm weergegeven.
Pagina 94
Opname via sfeerselectie Sfeerinstellingen Standaard Standaardopnamekenmerken voor de respectieve opnamemodus. Let op: <2> heeft opnamekenmerken die voor portretfoto's zijn geoptimaliseerd en <3> is geoptimaliseerd voor landschapsfoto's. Elke sfeer is een aanpassing van de opnamekenmerken van de respectieve opnamemodus. Levendig Het onderwerp wordt scherp en levendig weergegeven. Met deze sfeerinstelling ziet de foto er indrukwekkender uit dan met de instelling [ Standaard].
Pagina 95
Opname via sfeerselectie Helderder De opname wordt lichter weergegeven. Donkerder De opname wordt donkerder weergegeven. Monochroom De opname is monochroom. U kunt de monochroomkleur instellen op zwart-wit, sepia of blauw. Wanneer [Monochroom] is geselecteerd, wordt <z> weergegeven in de zoeker.
Pagina 96
Opname via licht of scènetype In de basismodi <2>, <3>, <4> en <5> kunt u opnamen maken waarbij de instellingen met de lichtomstandigheden of het type scène overeenkomen. In de meeste situaties voldoet [ Stand. inst.], maar als de instellingen aan de lichtomstandigheden of het type scène zijn aangepast, zal de opname nauwkeuriger overeenkomen met wat u ziet.
Pagina 97
Opname via licht of scènetype Selecteer in het scherm Snel instellen het type licht of scène. Druk op de knop <Q> (7). Druk op de toets <V> om Stand. inst.] te selecteren. [Licht-/scèneopnamen] wordt weergegeven op het scherm. Druk op de knop <U>...
Pagina 98
Opname via licht of scènetype Instellingen voor het type licht of scène Stand. inst. Een standaardinstelling die geschikt is voor de meeste onderwerpen. Daglicht Voor onderwerpen in zonlicht. Hiermee zien blauwe luchten en groene gebieden zoals bomen en struiken er natuurlijker uit en worden lichtgekleurde bloemen beter weergegeven.
Pagina 99
De AF- en transportmodi instellen Dankzij de 19 AF-punten in de zoeker is het mogelijk om op veel verschillende onderwerpen en in allerlei omstandigheden automatisch scherp te stellen. U kunt ook het AF-gebruik en de transportmodus selecteren die voor de opnameomstandigheden en het onderwerp het geschiktst zijn.
Pagina 100
f: De AF-bediening selecterenN U kunt de eigenschappen selecteren voor de automatische scherpstelling die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp passen. In de basismodi wordt het optimale AF-gebruik automatisch ingesteld voor de respectieve opnamemodus. Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF>. Draai het programmakeuzewiel naar een creatieve modus.
Pagina 101
f: De AF-bediening selecterenN 1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen Geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera slechts één keer scherp. Wanneer er is scherpgesteld, wordt het AF-punt waarmee dit is gebeurd weergegeven en brandt het focusbevestigingslampje <o>...
Pagina 102
f: De AF-bediening selecterenN AI Focus AF voor automatisch wisselen van AF-bediening In de modus AI Focus AF schakelt het AF-gebruik automatisch van 1-beeld AF over op AI Servo AF als het onderwerp in beweging komt. Als het onderwerp in beweging komt nadat er met behulp van 1-beeld ...
Pagina 103
S Het AF-gebied selecterenN Er zijn 19 AF-punten beschikbaar voor automatische scherpstelling. U kunt een of meer AF-punten selecteren die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp passen. AF-gebiedselectiemodus U kunt uit drie AF-gebiedselectiemodi kiezen. Zie de volgende pagina voor de selectiestappen. : Eén-punts AF (handmatige selectie) Selecteer één AF-punt om op scherp te...
Pagina 104
S Het AF-gebied selecterenN De AF-gebiedselectiemodus selecteren Druk op de knop <S> of <B>. Kijk door de zoeker en druk op de knop <S> of <B>. Druk op de knop <B>. Elke keer dat u op de knop <B> ...
Pagina 105
S Het AF-gebied selecterenN Het AF-punt handmatig selecteren U kunt het AF-punt of de AF-zone ook handmatig selecteren. Als 19-punts automatische selectie-AF + AI Servo AF is ingesteld, kunt u elke willekeurige positie kiezen waar AI Servo AF moet beginnen. Druk op de knop <S>...
Pagina 106
AF-gebiedselectiemodi Eén-punts AF (handmatige selectie) Selecteer één AF-punt <S> om mee scherp te stellen. Zone-AF (handmatige selectie van een zone) De 19 AF-punten worden in vijf zones verdeeld om op scherp te stellen. Alle AF-punten in de geselecteerde zone worden voor de automatische selectie van het scherpstelpunt gebruikt.
Pagina 107
AF-gebiedselectiemodi 19-punts automatische selectie-AF Alle AF-punten worden gebruikt om op scherp te stellen. Deze modus is automatisch ingesteld in de basismodi. Wanneer bij Eén-punts AF de ontspanknop half wordt ingedrukt, worden de AF-punten <S> waarop is scherpgesteld weergegeven. Als er meer AF-punten worden weergegeven, betekent dat dat er op al deze punten is scherpgesteld.
Pagina 108
AF-gebiedselectiemodi AF-gebruik en maximaal diafragma van het objectief Maximaal diafragma van het objectief: f/3.2 - f/5.6 Bij alle AF-punten zijn AF-kruismetingspunten mogelijk gevoelig voor zowel verticale als horizontale lijnen. Bij de onderstaande objectieven kunnen echter met de buitenste AF-punten alleen verticale of horizontale lijnen worden gedetecteerd (geen kruismetingen).
Pagina 109
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld Soms kan er niet automatisch worden scherpgesteld (het focusbevestigingslampje <o> van de zoeker knippert dan). Dit kan onder meer voorkomen bij de volgende onderwerpen: Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met erg weinig contrast ...
Pagina 110
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld MF: Handmatige scherpstelling Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>. <4 L> wordt op het LCD-paneel weergegeven. Stel scherp op het onderwerp. scherpstelring Stel scherp door aan de scherpstelring op het objectief te draaien totdat u het onderwerp scherp in de zoeker ziet.
Pagina 111
i De transportmodus selecteren De camera heeft transportmodi voor enkele opnamen en continue opnamen. Druk op de knop <R>. Selecteer de transportmodus. Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6> of <5>. u : Enkelbeeld Wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er slechts één opname gemaakt.
Pagina 112
i De transportmodus selecteren Als <B> of <M> wordt ingesteld, is de vertraging tussen het volledig indrukken van de ontspanknop en het maken van de opname iets langer dan anders het geval zou zijn bij enkelbeeld en continue opname. De snelheid bij continuopnamen kan iets lager liggen als het ...
Pagina 113
j De zelfontspanner gebruiken Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. Druk op de knop <R>. Selecteer de zelfontspanner. Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6> of <5> om de zelfontspannervertraging te selecteren.
Pagina 115
Opname-instellingen In dit hoofdstuk worden functie-instellingen voor opnamen uitgelegd: opnamekwaliteit, ISO-snelheid, beeldstijl, witbalans, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid), correctie helderheid randen, chromatische correctie en andere functies. In de basismodi kan alleen het volgende worden ingesteld, zoals beschreven in dit hoofdstuk: opnamekwaliteit, correctie helderheid randen, chromatische correctie, mappen maken en selecteren, en de bestandsnummering van opnamen.
Pagina 116
De opnamekwaliteit instellen U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn acht JPEG-instellingen voor opnamekwaliteit: 73, 83, 74, 84, 7a, 8a, b, c. Er zijn drie RAW- instellingen voor opnamekwaliteit: 1, 41 en 61 (pag. 118). Selecteer [Beeldkwalit.]. Selecteer op het tabblad [z1] de ...
Pagina 117
De cijfers tussen haakjes hebben betrekking op een kaart van 8 GB met klasse UHS-I en die is gebaseerd op de testnormen van Canon. Zelfs als u een kaart van UHS-I klasse gebruikt, verandert de indicator voor de maximale opnamereeks niet.
Pagina 118
3 De opnamekwaliteit instellen Als u zowel RAW als JPEG selecteert, wordt de opname tegelijkertijd als RAW-bestand en als JPEG-bestand op de kaart vastgelegd, met de geselecteerde opnamekwaliteit. De twee opnamen worden opgeslagen met hetzelfde bestandsnummer (bestandsextensie: .JPG voor JPEG en .CR2 voor RAW).
Pagina 119
3 De opnamekwaliteit instellen Maximale opnamereeks bij continue opnamen De maximale opnamereeks wordt rechtsonder in de zoeker en op het scherm met de opname-instellingen weergegeven. Als de maximale opnamereeks voor continue opname 99 of hoger is, wordt '99' weergegeven. De maximale opnamereeks wordt altijd weergegeven, zelfs als er geen kaart in de camera is geplaatst.
Pagina 120
i: De ISO-snelheid instellenN Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld (pag. 122). Raadpleeg pagina 254 en 257 voor meer informatie over de ISO- snelheid tijdens movie-opname.
Pagina 121
i: De ISO-snelheid instellenN Als [z4: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschakelen], kunnen ISO 100/125/160 en 'H' (gelijk aan ISO 25600) niet worden ingesteld (pag. 145). Opnamen bij hoge temperaturen kunnen er korreliger uitzien. Lange belichtingstijden kunnen ook afwijkende kleuren in de opname tot gevolg hebben.
Pagina 122
i: De ISO-snelheid instellenN Auto ISO Als u de ISO-snelheid instelt op 'A' (auto), wordt de werkelijk in te stellen ISO-snelheid weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt. Zoals hieronder wordt aangegeven, wordt de ISO-snelheid automatisch aangepast aan de opnamemodus. Opnamemodus Instelling ISO-snelheid A/7/C...
Pagina 123
i: De ISO-snelheid instellenN 3 Het ISO-snelheidsbereik instellen U kunt het ISO-snelheidsbereik handmatig instellen (er zijn minimum- en maximumlimieten). U kunt de minimumlimiet instellen tussen ISO 100 en ISO 12800 en de maximumlimiet tussen ISO 200 en ISO H (gelijk aan ISO 25600). Selecteer [ISO-snelheidsinst.].
Pagina 124
i: De ISO-snelheid instellenN 3 Het ISO-snelheidsbereik voor Auto ISO instellen U kunt het automatische ISO-snelheidsbereik voor Auto ISO tussen ISO 100 en ISO 12800 instellen. U kunt de minimumlimiet instellen tussen ISO 100 en ISO 6400 en de maximumlimiet tussen ISO 200 - 12800, met tussenstappen van een hele stop.
Pagina 125
i: De ISO-snelheid instellenN 3 De minimale sluitertijd voor Auto ISO instellen Wanneer Auto ISO is ingesteld, kunt u de minimale sluitertijd instellen (1/250 sec. tot 1 sec.) zodat de automatisch ingestelde sluitertijd niet te traag is. Dit is handig in de modi <d> en <f> wanneer u een groothoekobjectief gebruikt om een opname te maken van een bewegend onderwerp.
Pagina 126
A Een beeldstijl selecterenN Door een beeldstijl te selecteren, kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen. In de basismodi wordt <D> (Auto) automatisch ingesteld. Selecteer [Beeldstijl]. Selecteer op het tabblad [z4] de optie [Beeldstijl] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 127
A Een beeldstijl selecterenN R Landschap Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Gebruik deze instelling voor indrukwekkende landschappen. S Neutraal Deze beeldstijl is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan geven om opnamen met de computer te verwerken. Voor natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen.
Pagina 128
A Een beeldstijl selecterenN Symbolen De symbolen op het scherm waarin de beeldstijl kan worden gekozen, hebben betrekking op parameters zoals [Scherpte] en [Contrast]. De cijfers geven de parameterinstellingen, zoals [Scherpte] en [Contrast], voor elke beeldstijl aan. Symbolen Scherpte Contrast Verzadiging Kleurtoon Filtereffect (monochroom)
Pagina 129
A Een beeldstijl aanpassenN U kunt de beeldstijl naar wens aanpassen door afzonderlijke parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast]. Maak proefopnamen om het resultaat te bekijken. Zie pagina 131 voor het aanpassen van [Monochroom]. Selecteer [Beeldstijl]. Selecteer op het tabblad [z4] de ...
Pagina 130
A Een beeldstijl aanpassenN Druk op de knop <M> om de aangepaste parameters op te slaan. Het keuzescherm voor beeldstijlen verschijnt weer. Parameterinstellingen die afwijken van de standaardinstelling worden blauw weergegeven. Parameterinstellingen en -effecten g Scherpte 0: minder scherpe contouren +7: scherpe contouren h Contrast -4: laag contrast +4: hoog contrast...
Pagina 131
A Een beeldstijl aanpassenN V Monochroom aanpassen Voor Monochroom kunt u naast [Scherpte] en [Contrast] (zoals op de vorige pagina is beschreven) ook [Filtereffect] en [Toningeffect] instellen. kFiltereffect U kunt op een monochrome opname witte wolken of groene bomen meer laten afsteken door een filtereffect toe te passen.
Pagina 132
A Een beeldstijl vastleggenN U kunt een basisbeeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3]. U kunt meerdere beeldstijlen maken, met verschillende instellingen voor parameters zoals scherpte en contrast.
Pagina 133
A Een beeldstijl vastleggenN Selecteer een parameter. Selecteer een parameter, bijvoorbeeld [Scherpte], en druk vervolgens op <0>. Stel de parameter in. Druk op de knop <U> om de parameter naar wens aan te passen en druk vervolgens op <0>. Zie 'Een beeldstijl aanpassen' op pagina 129 voor meer informatie.
Pagina 134
De witbalans instellenN Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u een witbalans selecteren die bij de lichtbron past of de witbalans handmatig instellen door een opname van een wit voorwerp te maken.
Pagina 135
3 De witbalans instellenN O Handmatige witbalans De handmatige witbalans wordt gebruikt om voor een specifieke lichtbron handmatig de witbalans in te stellen en zo de nauwkeurigheid te verbeteren. Voer deze procedure uit onder de lichtbron die u daadwerkelijk gaat gebruiken. Fotografeer een wit object.
Pagina 136
3 De witbalans instellenN Selecteer [Witbalans]. Selecteer op het tabblad [z3] de optie [Witbalans] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de handmatige witbalans. Selecteer [ ] en druk vervolgens op <0>. Als de bij stap 1 verkregen belichting sterk afwijkt van de ...
Pagina 137
3 De witbalans instellenN P De kleurtemperatuur instellen U kunt de kleurtemperatuur voor de witbalans numeriek instellen. Deze instelling is voor geavanceerde gebruikers. Selecteer [Witbalans]. Selecteer op het tabblad [z3] de optie [Witbalans] en druk vervolgens op <0>. Stel de kleurtemperatuur in. Selecteer [P].
Pagina 138
WitbalanscorrectieN U kunt de ingestelde witbalans corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuurconversiefilter of kleurcorrectiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd. Deze functie is voor gevorderde gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleurtemperatuurconversie- of kleurcorrectiefilters.
Pagina 139
3 WitbalanscorrectieN Automatische witbalansbracketing Het is mogelijk om met één opname tegelijkertijd drie opnamen met een verschillende kleurtoon op te slaan. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de kleurtemperatuur van de actuele witbalansinstelling, maar ook met meer blauw/ amber of magenta/groen. Dit worden reeksopnamen met witbalansbracketing genoemd (WB-BKT).
Pagina 140
Helderheid en contrast automatisch corrigerenN Als de opname te donker wordt of als het contrast te laag is, kunnen de helderheid en het contrast van de opname automatisch worden verbeterd. Deze functie heet Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). De standaardinstelling is [Standaard]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie toegepast wanneer de opname is gemaakt.
Pagina 141
Ruisreductie instellenN Hoge ISO-ruisreductie Met deze functie vermindert u de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral effectief bij hoge ISO-snelheden. Bij lage ISO-snelheden wordt de ruis in de donkere gedeelten van de opname (de schaduwpartijen) verder gereduceerd.
Pagina 142
3 Ruisreductie instellenN Aandachtspunten voor ruisonderdrukking bij meerdere opnamen Als de opnamen door beweging van de camera erg zijn verschoven, is het effect van de ruisonderdrukking mogelijk minimaal. Wanneer u de camera in de hand houdt, dient u deze goed stil te houden ...
Pagina 143
3 Ruisreductie instellenN Ruisreductie lange sluitertijd Ruisreductie wordt uitgevoerd bij alle belichtingstijden van 1 seconde of langer. Selecteer [Ruisred. lange sluitertijd]. Selecteer op het tabblad [z4] [Ruisred. lange sluitertijd] en druk vervolgens op <0>. Stel de gewenste optie in. Selecteer de gewenste instelling en ...
Pagina 144
3 Ruisreductie instellenN Bij de instellingen [Automatisch] en [Inschakelen] duurt het reduceren van ruis na het maken van de opname ongeveer even lang als het instellen van de juiste belichting. Opnamen maken is niet mogelijk wanneer ruisreductie wordt uitgevoerd. Opnamen bij een ISO-instelling van 1600 of hoger zien er mogelijk ...
Pagina 145
Lichte tonen prioriteitN U kunt overbelichting van lichte gebieden minimaliseren. Selecteer [Lichte tonen prioriteit]. Selecteer op het tabblad [z4] [Lichte tonen prioriteit] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen]. Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op <0>. De lichte details worden verbeterd. ...
Pagina 146
Correctie helderheid randen/Chromatische correctie Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname donkerder eruit zien als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens. Een andere afwijking is het verschijnen van kleurranden rond de contouren van het onderwerp.
Pagina 147
3 Correctie helderheid randen/Chromatische correctie Chromatische correctie Selecteer de instelling. Controleer of [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven voor het gebruikte objectief. Selecteer [Chromatische afw.] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op <0>. Als [Correctiegeg. niet ...
Pagina 148
Correctie helderheid randen en chromatische correctie kunnen niet worden toegepast op JPEG-opnamen die al zijn gemaakt. Wanneer u een objectief van een ander merk dan Canon gebruikt, wordt het aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uitschak.], zelfs als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven.
Pagina 149
Een map maken en selecteren U kunt naar wens mappen maken en selecteren waarin de opnamen worden opgeslagen. Deze handeling is optioneel, aangezien er automatisch een map voor de opslag van opnamen wordt gemaakt. Een map maken Selecteer [Selecteer map]. Selecteer op het tabblad [51] de ...
Pagina 150
3 Een map maken en selecteren Een map selecteren Open het scherm Selecteer map, Laagste bestandsnummer selecteer een map en druk op <0>. Aantal opnamen in de map De map waarin de opnamen worden opgeslagen, is geselecteerd. Volgende opnamen zullen in de ...
Pagina 151
Methoden voor bestandsnummering De beeldbestanden worden genummerd van 0001 tot 9999 in de volgorde waarin IMG_0001.JPG (Voorbeeld) de opnamen zijn gemaakt. Vervolgens worden de bestanden in een map Bestandsnummer opgeslagen. U kunt instellen hoe het bestandsnummer wordt toegewezen. Selecteer [Bestandnr.]. Selecteer op het tabblad [51] de ...
Pagina 152
3 Methoden voor bestandsnummering Auto. reset De bestandsnummering begint elke keer opnieuw bij 0001 nadat de kaart is vervangen of een nieuwe map is gemaakt. Als u de kaart vervangt of een map maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001 voor de nieuwe opnamen.
Pagina 153
Copyrightinformatie instellenN Wanneer u de copyrightinformatie instelt, wordt deze als Exif-informatie aan de opname toegevoegd. Selecteer [Copyrightinformatie]. Selecteer op het tabblad [54] de optie [Copyrightinformatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de optie die u wilt instellen. Selecteer [Voer naam van auteur in] ...
Pagina 154
3 Copyrightinformatie instellenN Verlaat de instelling. Nadat u de tekst hebt ingevoerd, drukt u op de knop <M> en selecteert u [OK]. De informatie wordt opgeslagen en het scherm gaat terug naar stap 2. De copyrightinformatie controleren Wanneer u bij stap 2 [Geef copyrightinfo weer] selecteert, kunt u de ingevoerde gegevens voor [Auteur] en [Copyright] controleren.
Pagina 155
De kleurruimte instellenN Het bereik van reproduceerbare kleuren wordt 'kleurruimte' genoemd. Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op sRGB of Adobe RGB. Voor normale opnamen wordt sRGB aanbevolen. Bij de basismodi wordt sRGB automatisch ingesteld. Selecteer [Kleurruimte]. Selecteer op het tabblad [z3] de ...
Pagina 157
Geavanceerde functies In de creatieve modi kunt u de sluitertijd en/of het diafragma aanpassen om de gewenste belichting in te stellen. Door de instellingen van de camera te wijzigen, kunt u verschillende resultaten krijgen. Het pictogram M rechts boven de paginatitel geeft aan dat ...
Pagina 158
d: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en het diafragma in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen. Dit heet AE-programma. * <d> staat voor programma. * AE staat voor automatische belichting (Auto Exposure). Stel het programmakeuzewiel in op <d>.
Pagina 159
d: AE-programma Wanneer de sluitertijd '30"' en het laagste f-getal knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-snelheid of gebruik de flitser. Wanneer de sluitertijd '8000' en het hoogste f-getal knipperen, is er sprake van overbelichting. Verlaag de ISO-snelheid of gebruik een ND-filter (afzonderlijk verkrijgbaar) om de hoeveelheid licht die op de lens valt te verminderen.
Pagina 160
s: AE met sluitertijdvoorkeuze In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch het diafragma in om de standaardbelichting te verkrijgen die bij de helderheid van het onderwerp past. Dit heet AE met sluitertijdvoorkeuze. Een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp als het ware bevriezen.
Pagina 161
s: AE met sluitertijdvoorkeuze Wanneer het laagste f/-getal knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een langere sluitertijd in te stellen totdat de diafragmawaarde niet meer knippert, of stel een hogere ISO-snelheid in. Wanneer het hoogste f/getal knippert, is er sprake van ...
Pagina 162
f: AE met diafragmavoorkeuze In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE met diafragmavoorkeuze. Bij een hoger f/getal (een kleiner diafragma) vallen de voorgrond en achtergrond meer samen binnen de acceptabele scherpstelling.
Pagina 163
f: AE met diafragmavoorkeuze Als de '30"'-sluitertijd knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een groter diafragma (lager f/-getal) in te stellen totdat het knipperen van de sluitertijd stopt, of stel een hogere ISO-snelheid in. Wanneer de sluitertijd '8000' knippert, is er sprake van ...
Pagina 164
a: Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode heet handmatige belichting. * <a>...
Pagina 165
q De meetmethode selecterenN Als ISO Auto is ingesteld, wordt de ISO-snelheid aangepast aan de sluitertijd en het diafragma om een standaardbelichting te verkrijgen. Daardoor verkrijgt u mogelijk niet het gewenste belichtingseffect. Als in [z3: Auto Lighting Optimizer/z3: Auto optimalisatie ...
Pagina 166
q De meetmethode selecterenN Deelmeting Deze methode is effectief wanneer de achtergrond veel helderder is dan het onderwerp (bijvoorbeeld bij tegenlicht). De lichtmeting wordt uitgevoerd in het midden en beslaat ongeveer 7,7% van het oppervlak van de zoeker. Spotmeting Hiermee kunt u een lichtmeting uitvoeren voor een specifiek gedeelte van het onderwerp.
Pagina 167
Belichtingscompensatie instellenN Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (kortere belichting) te maken. Belichtingscompensatie kan worden ingesteld in de opnamemodi d/s/f. De belichtingscompensatie kan worden ingesteld op ±5 stops met tussenstappen van 1/ 3 stop.
Pagina 168
h Bracketing met automatische belichting (AEB)N Als de sluitertijd of het diafragma automatisch wordt gewijzigd, wordt het belichtingsniveau voor drie opeenvolgende opnamen gewijzigd tot ongeveer 3 stops met tussenstappen van 1/3 stop. Dit heet AEB. * AEB staat voor Auto Exposure Bracketing (bracketing met automatische belichting). Selecteer [Bel.comp./AEB].
Pagina 169
h Bracketing met automatische belichting (AEB)N Tijdens bracketing met automatische belichting knippert <A> in de zoeker en <h> op het LCD-paneel. Als de transportmodus staat ingesteld op <u> of <B>, moet u de ontspanknop driemaal indrukken voor elke opname. Wanneer <o>, <i>...
Pagina 170
A AE-vergrendelingN Gebruik AE-vergrendeling wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied, of wanneer u meerdere foto's wilt nemen met dezelfde belichtingsinstelling. Druk op de knop <A> om de belichting te vergrendelen, maak een nieuwe compositie en maak de opname. Dit heet AE-vergrendeling.
Pagina 171
F: Bulb-belichting In deze modus blijft de sluiter open zolang u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt. Zodra u de ontspanknop loslaat, gaat de sluiter dicht. Dit heet bulb-belichting. Gebruik de instelling voor bulb-belichting voor nachtopnamen, opnamen van vuurwerk, de sterrenkundige objecten en andere opnamen waarvoor een lange belichting is vereist.
Pagina 172
w: HDR-opnamen (High Dynamic Range)N Details in de hoge lichten en in de schaduwen worden behouden, zodat er een groot dynamisch bereik wordt behaald, ook bij zeer contrastrijke scènes. HDR-opnamen zijn effectief bij het fotograferen van landschappen en stillevens. Bij het maken van HDR-opnamen worden voor elke foto drie opnamen met verschillende belichtingstijden (standaardbelichting, onderbelichting en overbelichting) vastgelegd.
Pagina 173
w: HDR-opnamen (High Dynamic Range)N Stel [Continue HDR] in. Selecteer [1 opname] of [Elke opname] en druk vervolgens op <0>. Met [1 opname ] wordt het maken van HDR-opnamen automatisch geannuleerd nadat de opname is gemaakt. Met [Elke opname] blijft u HDR- ...
Pagina 174
w: HDR-opnamen (High Dynamic Range)N Als u een bewegend onderwerp fotografeert, kan de beweging van het onderwerp nabeelden achterlaten en kan het gebied om het onderwerp heen donker worden. Om bewegingsonscherpte te voorkomen, kan de ISO-snelheid hoger worden ingesteld dan gebruikelijk. Als ISO vergroten is geselecteerd, kunnen geen HDR-opnamen ...
Pagina 175
P Meervoudige belichtingN U kunt twee tot negen opnamen met verschillende belichtingen laten samenvoegen tot één opname. Als u in de Live view-modus (pag. 215) opnamen met meervoudige belichting maakt, kunt u zien hoe de afzonderlijke opnamen met verschillende belichtingen worden samengevoegd tijdens het fotograferen.
Pagina 176
P Meervoudige belichtingN Stel [Meerdere opn] in. Selecteer de gewenste methode voor de meervoudige belichting en druk op <0>. Additief Iedere afzonderlijke belichting wordt cumulatief toegevoegd. Op basis van het [Aantal opnames] moet u een negatieve belichtingscompensatie instellen. Raadpleeg de onderstaande richtlijnen voor het instellen van een negatieve belichtingscompensatie.
Pagina 177
P Meervoudige belichtingN Stel [Doorg. meerd.opn.] in. Selecteer [1 opname] of [Continu] en druk vervolgens op <0>. Met [1 opname ] wordt het maken van opnamen met meervoudige belichting automatisch geannuleerd nadat de opname is gemaakt. Met [Continu] blijft u opnamen met ...
Pagina 178
P Meervoudige belichtingN Alleen de samengevoegde opname met meervoudige belichting wordt opgeslagen. De opnamen die zijn gemaakt in stappen 6 en 7 voor de opname met meervoudige belichting, worden niet opgeslagen. Bij meervoudige belichting geldt: hoe meer belichtingen er plaatsvinden, ...
Pagina 179
P Meervoudige belichtingN Opnamen met meervoudige belichting samenvoegen met een opname die al op de kaart is opgeslagen U kunt een opname die is vastgelegd op de kaart selecteren als de eerste afzonderlijke opname. Het origineel van de geselecteerde opname blijft intact. U kunt alleen 1-opnamen selecteren.
Pagina 180
P Meervoudige belichtingN U kunt bij het maken van opnamen met meervoudige belichting ook een 1-opname selecteren als eerste afzonderlijke opname. Als u [Hef sel. op] selecteert, wordt de geselecteerde opname geannuleerd. Meervoudige belichting controleren en verwijderen tijdens het fotograferen U kunt voordat u het ingestelde aantal opnamen hebt gemaakt op de knop <x>...
Pagina 181
P Meervoudige belichtingN Veelgestelde vragen Zijn er beperkingen ten aanzien van de opnamekwaliteit? Alle instellingen voor opnamekwaliteit kunnen worden geselecteerd voor JPEG-opnamen. Als 41 of 61 wordt ingesteld, wordt de samengevoegde opname met meervoudige belichting een 1-opname. Samengevoegde opname met Instelling voor opnamekwaliteit meervoudige belichting JPEG...
Pagina 182
2 Spiegel opklappenN Hoewel het gebruik van de zelfontspanner of afstandsbediening bewegingsonscherpte kan voorkomen, kan het bij gebruik van een superteleobjectief of het maken van close- ups (macrofotografie) ook helpen om de spiegel op te klappen en zo te voorkomen dat de camera trilt vanwege de opklappende spiegel.
Pagina 183
De oculairdop gebruiken Als u de zelfontspanner, bulb of afstandsbediening gebruikt en niet door de zoeker kijkt, kan het zijn dat er licht in de zoeker valt waardoor de opname er donker uitziet. Om dit te voorkomen, gebruikt u de oculairdop (pag.
Pagina 184
F Een afstandsbediening gebruiken U kunt afstandsbediening RS-60E3 (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera aansluiten en gebruiken om opnamen te maken (pag. 416). Raadpleeg de instructiehandleiding van de afstandsbediening voor gedetailleerde instructies. Open het aansluitingenklepje. Sluit de stekker aan op de aansluiting voor de afstandsbediening.
Pagina 185
R Opnamen maken met de afstandsbediening Selecteer de zelfontspanner. Kijk naar het LCD-paneel en draai aan het instelwiel <6> om <Q> of <k> te selecteren. Druk op de verzendknop van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening op de sensor voor de afstandsbediening op de camera en druk op de verzendknop.
Pagina 187
Opnamen maken met de flitser In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de ingebouwde flitser en externe Speedlites (EX-serie, afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt, hoe u de flitserinstellingen in het menu opgeeft en hoe u de ingebouwde flitser kunt gebruiken voor opnamen met draadloze flitsers. De flitser kan niet worden gebruikt in combinatie met movie-opnamen.
Pagina 188
D De ingebouwde flitser gebruiken In de creatieve modi drukt u op de knop <D> om de ingebouwde flitser omhoog te klappen. Als u de flitser wilt inklappen, duwt u de flitser met uw vingers naar beneden. In de basismodi (behalve de modi <7> <3>...
Pagina 189
D De ingebouwde flitser gebruiken Effectief bereik van ingebouwde flitser [bij benadering in meters] EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS STM ISO-snelheid EF-S 18-200mm f/3.5-5.6 IS Groothoek: f/3.5 Tele: f/5.6 1-3.4 1-2.1 1-4.8 1-3.0 1-6.9 1-4.3 1.2-9.7 1-6.1 1600 1.7-13.7...
Pagina 190
D De ingebouwde flitser gebruiken 3 Rode-ogencorrectie gebruiken Het rode-ogeneffect kan worden geminimaliseerd of voorkomen als u bij flitsfoto's de rode-ogencorrectielamp gebruikt. Rode-ogencorrectie kan in iedere opnamemodus worden ingesteld, behalve in <7> <3> <5> en <G>. Selecteer [R.ogen Aan/Uit]. Selecteer op tabblad [z2] de optie ...
Pagina 191
D De ingebouwde flitser gebruiken Selecteer [y]. Druk op de toetsen <V> en <U> om [y*] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Het scherm voor de flitsbelichtingscompensatie wordt weergegeven. Stel de waarde voor de belichtingscompensatie in. Draai het instelwiel <5> of <6> ...
Pagina 192
D De ingebouwde flitser gebruiken A FE-vergrendelingN Met FE-vergrendeling (Flash Exposure, flitsbelichting) meet en vergrendelt u de juiste flitsbelichting voor het gewenste gedeelte van het onderwerp in het kader. Druk op de knop <D>. De ingebouwde flitser wordt omhoog geklapt.
Pagina 193
D Een externe Speedlite gebruiken EOS-Speedlites uit de EX-serie Flitsfotografie met een Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk verkrijgbaar) is net zo eenvoudig als met de ingebouwde flitser. Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite uit de EX-serie voor gedetailleerde instructies. Deze camera is een camera van het type A en daarom geschikt voor alle functies van Speedlites uit de EX-serie.
Pagina 194
Live view-opnamen: waarschuwing Als u voor Live view-opnamen een flitser gebruikt van een ander merk dan Canon, stelt u [A2: Stille LV-opname] in op [Uitschakelen] (pag. 231). De flitser werkt niet als deze optie is ingesteld op [Modus 1] of [Modus 2].
Pagina 195
De flitser instellenN Bij gebruik van de ingebouwde flitser of een Speedlite uit de EX-serie die compatibel is met de flitsfunctie-instellingen, kunt u het menuscherm van de camera gebruiken om de functies en persoonlijke voorkeuzen van de Speedlite in te stellen. Als u een externe Speedlite gebruikt, bevestigt u deze op de camera en schakelt u de Speedlite in voordat u begint met deze instellingen.
Pagina 196
3 De flitser instellenN Flitssynchronisatiesnelheid in AV-modus U kunt de flitssynchronisatiesnelheid voor flitsfotografie instellen in de modus AE met diafragmavoork. (f). : Automatisch De flitssynchronisatiesnelheid wordt automatisch ingesteld binnen een bereik van 1/250 en 30 seconden afhankelijk van de lichtomstandigheden.
Pagina 197
3 De flitser instellenN Functie-instellingen ingebouwde flitser Flitsmodus Stel deze optie normaliter in op [E-TTL II]. Hierdoor kan er met de ingebouwde flitser met automatische belichting worden gefotografeerd. Als u de flitssterkte handmatig wilt instellen, selecteert u [Manual Flash]. Selecteer [2flitsoutput] en stel voordat u gaat fotograferen de flitssterkte in tussen 1/1 en 1/128 (in stappen van 1/3-stop).
Pagina 198
3 De flitser instellenN 2 Flitsbelichtingscompensatie Dezelfde instelling als bij stap 3 van 'Flitsbelichtingscompensatie' op pagina 190 kan worden gebruikt. Draadloze functies Met draadloze-flitsfotografie (via optische transmissie) kunt u met de ingebouwde flitser een externe Speedlite aansturen. Zie 'Draadloze flitser gebruiken' op pagina 203.
Pagina 199
3 De flitser instellenN Functie-instellingen externe flitser De schermweergave en instelopties kunnen verschillen, afhankelijk van het model externe Speedlite, de actuele flitsmodus, de persoonlijke voorkeuze-instellingen voor de Speedlite, enzovoort. Zie de instructiehandleiding van de Speedlite voor meer informatie over flitsfuncties van de Speedlite. Weergavevoorbeeld Draadloze functies In-/uitzoomen flitser...
Pagina 200
3 De flitser instellenN Draadloze functies Het is mogelijk om via radio- of optische transmissie draadloos (meerdere keren) te flitsen. Raadpleeg voor meer informatie over draadloos flitsen de instructiehandleiding van een Speedlite die met deze functie compatibel is. In-/uitzoomen flitser (flitsbereik) ...
Pagina 201
3 De flitser instellenN Flitsbelichtingscompensatie Dezelfde instelling als bij stap 3 van 'Flitsbelichtingscompensatie' op pagina 190 kan worden gebruikt. Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite voor meer informatie. Flitsbelichtingsbracketing Terwijl de flitssterkte automatisch wordt gewijzigd, worden drie foto's gemaakt. Raadpleeg de instructiehandleiding van een Speedlite die compatibel is met flitsbelichtingsbracketing voor details.
Pagina 202
3 De flitser instellenN Persoonlijke voorkeuze-instellingen voor Speedlites Raadpleeg de instructiehandleiding van de externe Speedlite voor meer informatie over de persoonlijke voorkeuze-instellingen van de Speedlite. Selecteer [C.Fn-inst. externe flitser]. Selecteer [C.Fn-inst. externe flitser] en druk op <0>. Stel de gewenste functie in. Druk op de knop <U>...
Pagina 203
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw Speedlite (slave) en stel de slave als volgt in. Alle andere dan de onderstaande instellingen voor de besturing van de slave worden ingesteld met de camera. Overige typen Canon Speedlite-slaves kunnen worden gebruikt en samen worden bediend.
Pagina 204
Draadloze flitser gebruikenN *1: Als de Speedlite niet over een instelfunctie voor het transmissiekanaal beschikt, kan de camera met elk kanaal functioneren. *2: In kleine ruimten werkt de slave mogelijk zelfs als de draadloze sensor niet op de camera is gericht. De draadloze signalen van de camera kunnen worden weerkaatst door de wanden en door de slave worden ontvangen.
Pagina 205
Draadloze flitser gebruikenN Configuraties voor draadloze-flitsfotografie In de onderstaande tabel ziet u de mogelijke configuraties voor draadloze- flitsfotografie. Kies de configuratie die geschikt is voor het onderwerp, de opnameomstandigheden en het aantal externe Speedlites dat u gebruikt. Externe Speedlite Instelling Inge- bouwde Pagina...
Pagina 206
Draadloze flitser gebruikenN Volautomatisch opnamen maken met één externe Speedlite Dit zijn de basisinstellingen voor volautomatisch draadloos flitsen met één externe Speedlite. Stap 1 t/ 3 en stap 6 en 7 zijn van toepassing op alle opnamen met draadloos flitsen. Deze stappen worden daarom overgeslagen in de overige draadloze-flitserinstellingen die op de pagina's hierna worden beschreven.
Pagina 207
Draadloze flitser gebruikenN Stel [Flitsmodus: E-TTL II] in. Stel [Flitsmodus] in op [E-TTL II]. Stel [Draadloze func.:0] in. Stel [Draadloze func.] in op [0]. Stel [Kanaal] in. Stel het kanaal (1-4) in op hetzelfde als dat van de slave. Stel [Flitsgroep:Alle1] in.
Pagina 208
Draadloze flitser gebruikenN Volautomatisch opnamen maken met één externe Speedlite en de ingebouwde flitser Dit is een beschrijving van volautomatisch fotograferen met één externe Speedlite en de ingebouwde flitser. U kunt de flitsverhouding tussen de externe Speedlite en de ingebouwde flitser wijzigen om de manier waarop schaduwen op het onderwerp vallen aan te passen.
Pagina 209
Draadloze flitser gebruikenN Volautomatisch opnamen maken met meerdere externe Speedlites Het is mogelijk om meerdere Speedlite-slaves als één flitseenheid te behandelen of te verdelen over slavegroepen waarvoor een flitsverhouding kan worden ingesteld. De basisinstellingen worden hieronder weergegeven. Door de instelling voor [Flitsgroep] te veranderen, kunt u opnamen maken met verschillende draadloze flitsinstellingen en meerdere Speedlites.
Pagina 210
Draadloze flitser gebruikenN [1 (A:B)] Meerdere slaves in meerdere groepen Verdeel de slaves in groep A en groep B en pas de flitsverhouding aan om het gewenste verlichtingseffect te verkrijgen. Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite en stel één slave in op flitsgroep A en de andere slave op flitsgroep B.
Pagina 211
Draadloze flitser gebruikenN Volautomatisch fotograferen met de ingebouwde flitser en meerdere externe Speedlites De ingebouwde flitser kan ook worden toegevoegd aan het draadloze flitssysteem zoals beschreven op pagina 209 - 210. De basisinstellingen worden hieronder weergegeven. Door de instelling voor [Flitsgroep] te veranderen, kunt u fotograferen met verschillende draadloze- flitsinstellingen van meerdere Speedlites, aangevuld door de ingebouwde flitser.
Pagina 212
Draadloze flitser gebruikenN Creatief draadloos flitsen Flitsbelichtingscompensatie Als [Flitsmodus] is ingesteld op [E-TTL II], kan de flitsbelichtingscompensatie worden ingesteld. Welke instellingen voor de flitsbelichtingscompensatie kunnen worden ingesteld (zie hieronder), is afhankelijk van de instellingen voor [Draadloze func.] en [Flitsgroep]. Flitsbelichtingscompensatie De flitsbelichtingscompensatie wordt ...
Pagina 213
Draadloze flitser gebruikenN De flitssterkte handmatig instellen voor draadloos flitsen Als [Flitsmodus] is ingesteld op [Manual Flash], kan de flitssterkte handmatig worden ingesteld. Welke flitsoutputinstellingen kunnen worden ingesteld ([1 flitsoutput], [Fl.verm. gr. A] enz.), is afhankelijk van de instelling voor [Draadloze func.] (zie hieronder). Draadloze func.: 0 Flitsgroep: Alle1 ...
Pagina 215
Opnamen maken met het LCD- scherm (Live view-opnamen) U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. U kunt Live view-opnamen inschakelen door de schakelaar voor Live view-/movie-opname op <A> te zetten. Wanneer u de camera in de hand houdt en opnamen maakt ...
Pagina 216
A Opnamen maken met het LCD-scherm Zet de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen op <A>. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. In het Live view-beeld wordt het ...
Pagina 217
A Opnamen maken met het LCD-scherm Live view-opname inschakelen Stel [A1: Live view-opname.] in op [Inschakelen]. Maximumaantal Live view-opnamen Kamertemperatuur Lage temperaturen Temperatuur ° ° Geen flits Circa 230 opnamen Circa 210 opnamen 50% flits Circa 210 opnamen Circa 200 opnamen De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen LP-E6- ...
Pagina 218
A Opnamen maken met het LCD-scherm Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Maximumaantal opnamen AF-methode •c : u+volgen Maximale opnamereeks/Aantal resterende opnamen met meervoudige belichting •o : FlexiZone - Multi •d : FlexiZone - Single Batterijniveau AF-punt (FlexiZone - Single) •f : Quick-modus...
Pagina 219
A Opnamen maken met het LCD-scherm Houd de camera niet lange tijd in dezelfde positie vast. Ook al voelt de camera niet heet aan, toch kan langdurig contact met hetzelfde lichaamsdeel een rode huid, blaren of eerstegraads brandwonden veroorzaken. Het gebruik van een statief wordt aanbevolen voor mensen met circulatieproblemen of een zeer gevoelige huid, of wanneer de camera wordt gebruikt op zeer warme plekken.
Pagina 220
A Opnamen maken met het LCD-scherm Scènepictogrammen In de opnamemodus <A> detecteert de camera het type scène en wordt alles automatisch ingesteld. Het gedetecteerde type scène wordt linksboven op het scherm weergegeven. Bij bepaalde scènes of opnameomstandigheden komt het weergegeven pictogram mogelijk niet overeen met de daadwerkelijke scène.
Pagina 221
A Opnamen maken met het LCD-scherm *5: Wordt weergegeven met een van de onderstaande objectieven: • EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS II • EF-S 55-250mm f/4-5.6 IS II • EF 300mm f/2.8L IS II USM • EF 400mm f/2.8L IS II USM •...
Pagina 222
Instellingen voor de opnamefunctie Instellingen f / R / i / q / B Wanneer de Live view-opname wordt weergegeven en u op de knop <f>, <R>, <i> of <q> drukt, wordt het scherm met instellingen weergegeven op het LCD-scherm en kunt u aan het instelwiel <6>...
Pagina 223
Instellingen voor de opnamefunctie Q Sneltoetsen In de creatieve modi kunt u het volgende instellen: AF-methode, Transportmodus, Meetmethode, Opnamekwaliteit, Witbalans, Beeldstijl, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) en Creatieve filters. In de basismodi (met uitzondering van <F> en <G>) kunt u de functies die vetgedrukt zijn en de instellingen die in de tabel op pagina 91 worden vermeld, instellen.
Pagina 224
U Opnamen maken met filtereffecten Tijdens de weergave van het Live view-beeld kunt u, nog voordat u de opname maakt, een filtereffect toepassen (Korrelig Z/W, Softfocus, Fisheye-effect, Effect kunst opvallend, Aquareleffect, Speelgoedcamera-effect en Miniatuureffect) en het effect ervan bekijken. Deze filtereffecten worden Creatieve filters genoemd. Wanneer u de opname maakt, wordt alleen het beeld met het toegepaste creatieve filter opgeslagen.
Pagina 225
U Opnamen maken met filtereffecten Pas het filtereffect aan. Druk op de knop <B> (behalve voor Miniatuureffect). Druk op de toets <U> om het filter aan te passen en druk vervolgens op <0>. Voor het Miniatuureffect drukt u op ...
Pagina 226
U Opnamen maken met filtereffecten Kenmerken van creatieve filters Korrelig Z/W Hiermee ontstaat een korrelige zwart-witfoto. U kunt het zwart- witeffect wijzigen door het contrast aan te passen. Softfocus Geeft het beeld een zachte uitstraling. U kunt de zachtheid van het beeld wijzigen door de scherpte aan te passen.
Pagina 227
U Opnamen maken met filtereffecten Speelgoedcamera-effect Hiermee worden de hoeken van de foto donkerder en wordt een kleurtoon toegepast, waardoor het lijkt alsof de foto met een speelgoedcamera is gemaakt. U kunt de kleurzweem wijzigen door de kleurtoon aan te passen. Miniatuureffect ...
Pagina 228
Menufunctie-instellingen Wanneer de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen is ingesteld op <A>, wordt het menu met Live view-opties weergegeven op het tabblad [A1] en [A2]. In de basismodi worden bepaalde items op het tabblad [A2] niet weergegeven en worden op het tabblad [A1] bepaalde opties niet weergegeven.
Pagina 229
3 Menufunctie-instellingen Touch Shutter Door eenvoudigweg op het LCD-scherm te tikken, kunt u scherpstellen en automatisch een opname maken. Zie pagina 245 voor meer informatie. Rasterweergave Met [3x3 l] of [6x4 m] kunt u rasterlijnen weergeven om u te helpen de camera verticaal of horizontaal recht te houden.
Pagina 230
3 Menufunctie-instellingen Opnamekwaliteiten met een sterretje komen niet helemaal met de desbetreffende beeldverhouding overeen. Het opnamegebied dat wordt weergegeven voor de aspect ratio met een sterretje, kan iets afwijken van het opgenomen gebied. Controleer de opnamen op het LCD-scherm wanneer u de opnamen maakt. Als u een andere camera gebruikt voor het direct afdrukken van ...
Pagina 231
Indien u een flitser gebruikt, is stille bediening niet mogelijk, ongeacht de instelling bij [Stille LV-opname]. Wanneer u een flitseenheid gebruikt van een ander merk dan Canon, stelt u deze optie in op [Uitschakelen]. De flitser werkt niet als deze optie is ingesteld op [Modus 1] of [Modus 2].
Pagina 232
3 Menufunctie-instellingen MeettimerN U kunt wijzigen hoe lang de belichtingsinstelling wordt weergegeven (duur van de belichtingsvergrendeling). Als u een van de volgende handelingen verricht, worden Live view- opnamen beëindigd. Als u weer wilt beginnen met Live view-opnamen, drukt u op de knop <0>. •...
Pagina 233
(faseverschildetectie laat gewoonlijk snellere AF toe). Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie. De AF-methode selecteren U kunt een AF-methode selecteren die bij de opnamesituatie en bij uw onderwerp past.
Pagina 234
Scherpstellen met AF (AF-methode) Selecteer een AF-punt. Wanneer er een gezicht wordt herkend, wordt het kader <p> weergegeven over het gezicht waarop zal worden scherpgesteld. Wanneer meerdere gezichten worden herkend, wordt <q> weergegeven. Gebruik de pijltjestoetsen <9> om het kader <q>...
Pagina 235
Scherpstellen met AF (AF-methode) Als het gezicht van het onderwerp erg onscherp is, is gezichtsherkenning niet mogelijk. U kunt dit voorkomen door de instelling [Continue AF] op [Inschakelen] te zetten. Het is mogelijk dat een ander object dan een menselijk gezicht als ...
Pagina 236
Scherpstellen met AF (AF-methode) FlexiZone - Multi: o U kunt maximaal 31 AF-punten gebruiken voor het scherpstellen op een groot gebied (automatische selectie). Dit grote gebied kan ook in 9 zones worden opgedeeld voor scherpstellen (zoneselectie). Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>.
Pagina 237
Scherpstellen met AF (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF-kader oranje.
Pagina 238
Scherpstellen met AF (AF-methode) FlexiZone - Single: d De camera stelt met één AF-punt scherp. Dit is handig wanneer u op een specifiek onderwerp wilt scherpstellen. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Pagina 239
Scherpstellen met AF (AF-methode) Maak de opname. Controleer de scherpstelling en belichting en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken (pag. 216).
Pagina 240
Scherpstellen met AF (AF-methode) Opmerkingen bij u+volgen / FlexiZone - Multi / FlexiZone - Single AF-gebruik Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaals scherpgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt. Tijdens en na de automatische scherpstelling kan de helderheid van ...
Pagina 241
Scherpstellen met AF (AF-methode) Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe lucht en effen, platte oppervlakken of wanneer lichte tinten of schaduwpartijen niet zichtbaar zijn. Onderwerpen bij weinig licht. Strepen en andere patronen met alleen een horizontaal contrast. ...
Pagina 242
Scherpstellen met AF (AF-methode) Als er bij de opnameomstandigheden op de vorige pagina niet kan worden scherpgesteld, zet u de scherpstelmodusknop op het objectief op <MF> en stelt u handmatig scherp. Als u wilt scherpstellen op een onderwerp dat zich meer naar de rand ...
Pagina 243
Scherpstellen met AF (AF-methode) Quick-modus: f De speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF (pag. 100) op dezelfde manier scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker. Hoewel u snel kunt scherpstellen op het gewenste gebied, wordt het Live view-beeld tijdens het automatisch scherpstellen even onderbroken.
Pagina 244
Scherpstellen met AF (AF-methode) De AF-puntselectie (of zoneselectie) verschuift in de richting waarin u <9> duwt. Als u op <0> drukt, wordt het middelste AF-punt (of middelste zone) geselecteerd. U kunt ook de instelwielen <6> en <5> gebruiken om het AF-punt te selecteren.
Pagina 245
x Opnamen maken met de Touch Shutter Door eenvoudigweg op het LCD-scherm te tikken, kunt u scherpstellen en automatisch een opname maken. Dit werkt in alle opnamemodi. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Pagina 246
x Opnamen maken met de Touch Shutter Ook als <o>, <i> of <M> is ingesteld, worden er in de enkelbeeldmodus opnamen gemaakt. Touch Shutter werkt niet in de vergrote weergave. Wanneer [V Ontspanknop half ingedrukt] is ingesteld op [Start meten] ...
Pagina 247
MF: Handmatige scherpstelling U kunt de opname vergroten en nauwkeurig scherpstellen met handmatig scherpstellen. Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>. Draai aan de scherpstelring van het objectief om ruw scherp te stellen. Geef het vergrotingskader weer. Druk op de knop <u>. ...
Pagina 248
MF: Handmatige scherpstelling Stel handmatig scherp. Draai terwijl u naar de vergrote opname kijkt aan de scherpstelring van het objectief om scherp te stellen. Nadat u hebt scherpgesteld, drukt u op de knop <u> om naar de normale weergave terug te keren.
Pagina 249
Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen Beeldkwaliteit Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn. Opnamen bij hoge temperaturen kunnen ruis en afwijkende kleuren in de ...
Pagina 250
Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen Live view-beeld Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live view-beeld mogelijk niet de helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven. Ook wanneer er een lage ISO-snelheid is ingesteld, kan er ruis zichtbaar ...
Pagina 251
Movie-opnamen U kunt movie-opnamen inschakelen door de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen op <k> te zetten. De opname-indeling voor movies is MOV. Voor kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen, raadpleegt u pagina 3. Wanneer u de camera in de hand houdt en movies opneemt, ...
Pagina 252
k Movie-opnamen Opnamen maken met automatische belichting Wanneer de opnamemodus niet is ingesteld op <a>, schakelt de camera over naar automatische belichting die past bij de lichtomstandigheden van de situatie. Stel de opnamemodus in op een andere modus dan <a>. Stel de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen in op <k>.
Pagina 253
k Movie-opnamen In de basismodi zijn de opnameresultaten dezelfde als in de modus <A>. Het scènepictogram voor de scène die door de camera wordt gedetecteerd, wordt linksboven in het scherm weergegeven (pag. 255). In de opnamemodi <s>, <f> en <F> zijn de instellingen dezelfde ...
Pagina 254
k Movie-opnamen ISO-snelheid in de basismodi De ISO-snelheid wordt automatisch ingesteld op een waarde tussen ISO 100 en ISO 6400. ISO-snelheid in de modi d, s, f en F De ISO-snelheid wordt automatisch ingesteld op een waarde tussen ISO 100 en ISO 6400.
Pagina 255
k Movie-opnamen Scènepictogrammen Tijdens het maken van movie-opnamen in de basismodi wordt er een pictogram weergegeven voor de scène die door de camera is gedetecteerd en worden de opname-instellingen dienovereenkomstig aangepast. Bij bepaalde scènes of opnameomstandigheden komt het weergegeven pictogram mogelijk niet overeen met de daadwerkelijke scène. Onderwerp Niet-portret Achter-...
Pagina 256
k Movie-opnamen Opnamen maken met handmatige belichting U kunt de sluitertijd, het diafragma en de ISO-snelheid voor movie- opnamen handmatig instellen. Het handmatig instellen van de belichting voor movie-opnamen is bedoeld voor geavanceerde gebruikers. Stel het programmakeuzewiel in op <a>. Stel de schakelaar voor Live view-/ movie-opnamen in op <k>.
Pagina 257
k Movie-opnamen ISO-snelheid tijdens opnamen met handmatige belichting Als u [Auto] (A) selecteert, wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld op een waarde tussen ISO 100 en ISO 6400. Als u bij [z3: ISO-snelheidsinst.] bij [ISO-snelh.bereik] de instelling [Maximum] instelt op [12800/H] (pag. 123), wordt de maximale ISO-snelheid verhoogd en wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld tussen ISO 100 en H (gelijk aan ISO 12800).
Pagina 258
k Movie-opnamen Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Maximumaantal opnamen AF-methode •c : u+volgen Maximale Maximale opnamereeks •o: FlexiZone - Multi Resterende tijd*/verstreken tijd voor movie-opname •d : FlexiZone - Single Batterijniveau Moviemodus AF-punt (FlexiZone - Single) : Automatische belichting...
Pagina 259
k Movie-opnamen Opmerkingen over movie-opnamen Houd de camera niet lange tijd in dezelfde positie vast. Ook al voelt de camera niet heet aan, toch kan langdurig contact met hetzelfde lichaamsdeel een rode huid, blaren of eerstegraads brandwonden veroorzaken. Het gebruik van een statief wordt aanbevolen voor mensen met circulatieproblemen of een zeer gevoelige huid, of wanneer de camera wordt gebruikt op zeer warme plekken.
Pagina 260
k Movie-opnamen Opmerkingen over movie-opnamen U kunt de afstandsbediening RC-6 (afzonderlijk verkrijgbaar, pag. 184) gebruiken om de movie-opname te starten en te stoppen indien de transportmodus is ingesteld op <Q> of <k>. Stel de tijdschakelaar in op <2> (vertraging van 2 seconden) en druk vervolgens op de verzendknop.
Pagina 261
k Movie-opnamen Foto's maken Tijdens het maken van movie-opnamen kunt u nog altijd foto's maken door de ontspanknop volledig in te drukken. Foto's nemen tijdens movie-opnamen Als u tijdens movie-opnamen een foto maakt, staat de movie- opname gedurende circa 1 seconde stil. De gemaakte foto wordt op de kaart opgeslagen en de movie- ...
Pagina 262
k Movie-opnamen AEB kan niet worden gebruikt. Zelfs wanneer er een flitser wordt gebruikt, zal deze niet flitsen. Het is mogelijk om continu foto's te maken tijdens movie-opname. Maar de vastgelegde opnamen worden niet weergegeven op het scherm. Movie-opname kan worden stopgezet afhankelijk van de opnamekwaliteit van de foto's, het aantal opnamen tijdens movie- opname, prestatie van de kaart, enzovoort.
Pagina 263
Instellingen voor de opnamefunctie Instellingen voor f / R / i Wanneer de movie-opname op het LCD-scherm wordt weergegeven en u op de knop <f> of <R> drukt, wordt het scherm met instellingen weergegeven op het LCD-scherm en kunt u aan het instelwiel <6> of <5>...
Pagina 264
Instellingen voor de opnamefunctie Q Sneltoetsen In de creatieve modi kunt u het volgende instellen: AF-methode, Transportmodus, Movie-opnameformaat, Digitale zoom, Witbalans, Beeldstijl, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) en Videosnapshot. In de basismodi kunnen alleen de vetgedrukte functies worden ingesteld. Druk op de knop <Q>.
Pagina 265
Het movie-opnameformaat instellen Met [Z2: Movie-opn.formaat] kunt u het beeldformaat, framesnelheid per seconde en de compressiemethode instellen. De framesnelheid wisselt automatisch, afhankelijk van de instelling voor [53: Videosysteem]. Beeld formaat A [1920x1080] : Full HD-opnamekwaliteit (Full High-Definition). De beeldverhouding is 16:9. B [1280x720] : HD-opnamekwaliteit (High-Definition).
Pagina 266
3 Het movie-opnameformaat instellen Totale opnameduur voor movie en bestandsgrootte per minuut Totale opnameduur (bij benadering) Movie- Bestandsgrootte opnameformaat (bij benadering) Kaart van 4 GB Kaart van 8 GB Kaart van 16 GB 16 minuten 32 min. 1 uur 4 min. 235 MB/min.
Pagina 267
Movie digital zoom gebruiken Als het movieformaat is ingesteld op [1920x1080] (Full HD) kunt u opnamen maken met circa 3x tot 10x digitale zoom. Selecteer [Digitale zoom]. Selecteer op het tabblad [Z2] de optie [Digitale zoom] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Ca.
Pagina 268
De geluidsopname instellen U kunt movies opnemen terwijl u geluid opneemt met de ingebouwde stereomicrofoon of een in de handel verkrijgbare stereomicrofoon. U kunt het geluidsopnameniveau naar wens instellen. Stel de geluidsopname in met [Z2: Geluidsopname]. Geluidsopname/Geluidsopnameniveau [Automatisch] : Het geluidsopnameniveau wordt automatisch aangepast.
Pagina 269
3 De geluidsopname instellen De microfoon gebruiken De ingebouwde microfoon neemt geluid in stereo op. Opname in stereogeluid is ook mogelijk door een externe stereomicrofoon (in de winkel verkrijgbaar) die is uitgerust met een ministereostekker (φ3,5 mm) aan te sluiten op de IN-aansluiting voor externe microfoons op de camera (pag.
Pagina 270
De tijdcode instellen De tijdcode is een tijdreferentie die automatisch wordt opgenomen om de videobeelden en het geluid te synchroniseren tijdens movie-opname. De tijdcode wordt altijd opgenomen en wel met de volgende eenheden: uren, minuten, seconden en frames. De tijdcode wordt voornamelijk gebruikt tijdens het bewerken van de movie.
Pagina 271
3 De tijdcode instellen Movie opn. teller U kunt selecteren wat u wilt weergeven op het movie-opnamescherm. [Opn. tijd] : Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van de movie-opname. [Tijdcode] : Geeft de tijdcode aan tijdens de movie-opname. Movie afs.
Pagina 272
3 De tijdcode instellen Drop frame Indien de instelling voor framesnelheid is ingesteld op 6(29,97 fps) of 8(59,94 fps), veroorzaakt het frame-aantal van de tijdcode een afwijking tussen de werkelijke tijd en de tijdcode. Deze afwijking kan automatisch worden gecorrigeerd. Deze correctiefunctie heet 'drop frame'. [Inschakelen] : De afwijking wordt automatisch gecorrigeerd door tijdcodenummers over te slaan (DF: Drop frame).
Pagina 273
Menufunctie-instellingen Wanneer de schakelaar voor Live view- opnamen/movie-opnamen is ingesteld op <k>, worden de tabbladen [Z1] en [Z2] voor movie-opname weergegeven. AF-methode De AF-methoden werken hetzelfde als beschreven op pagina 233 - 242. U kunt [u+volgen], [FlexiZone - Multi] of [FlexiZone - Single] selecteren.
Pagina 274
3 Menufunctie-instellingen • Als u de scherpstelling op een specifiek punt wilt houden of als u niet wilt dat het geluid van het objectief wordt opgenomen, kunt u Servo AF voor film als volgt tijdelijk stoppen. Wanneer u Servo AF voor film stopt, wordt het AF-punt grijs weergegeven.
Pagina 275
3 Menufunctie-instellingen Stille LV-opnameN Deze functie is van toepassing op het maken van foto's. Zie pagina 231 voor meer informatie. MeettimerN U kunt wijzigen hoe lang de belichtingsinstelling wordt weergegeven (duur van de belichtingsvergrendeling).
Pagina 276
3 Menufunctie-instellingen Rasterweergave Met [3x3 l] of [6x4 m] kunt u rasterlijnen weergeven om u te helpen de camera verticaal of horizontaal recht te houden. Met [3x3+diag n] wordt het raster met diagonale lijnen weergegeven om u te helpen de intersecties over het onderwerp uit te lijnen voor een betere balans in de compositie.
Pagina 277
Videofoto's maken Een videofoto of videosnapshot is een korte movieclip van circa 2, 4 of 8 seconden. Een reeks videosnapshots kan aan elkaar worden geregen en zo een videofotoalbum vormen met hoogtepunten van een reisje, een evenement, enzovoort. Een videofotoalbum kan ook worden afgespeeld met achtergrondmuziek (pag.
Pagina 278
3 Videofoto's maken Selecteer [Albuminstellingen]. Selecteer [Albuminstellingen] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Nieuw album maken]. Selecteer [Nieuw album maken] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de duur van de snapshot (snapshotlengte). Druk op <0> en <V> om de duur ...
Pagina 279
3 Videofoto's maken Een videofotoalbum maken Maak de eerste videofoto. Druk op de knop <0> en maak de opname. De blauwe balk die de opnameduur aangeeft, loopt langzaam terug. Nadat de ingestelde opnameduur is verstreken, stopt de opname automatisch. ...
Pagina 280
3 Videofoto's maken Opties in stap 8 en 9 Functie Omschrijving JSla op als album De movieclip wordt opgeslagen als de (stap 8) eerste videofoto van het videofotoalbum. De zojuist opgenomen videosnapshot JVoeg toe aan album wordt toegevoegd aan het album dat vlak (stap 9) daarvoor is opgenomen.
Pagina 281
3 Videofoto's maken Handelingen bij [Speel videofoto af] Functie Beschrijving van weergave Door op <0> te drukken, kunt u de zojuist Afspelen opgenomen videofoto afspelen of pauzeren. Hiermee wordt de eerste scène van de eerste Eerste beeld videofoto in het album weergegeven. Telkens als u op <0>...
Pagina 282
3 Videofoto's maken Toevoegen aan een bestaand album Selecteer [Aan bestaand album toevoegen]. Voer stap 4 op pagina 278 uit om [Aan bestaand album toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer een bestaand album. Draai aan het instelwiel <5> om een ...
Pagina 283
3 Videofoto's maken Waarschuwingen voor het maken van videofoto's U kunt aan een album alleen videofoto's met dezelfde lengte (circa 2, 4 of 8 toevoegen. Als u tijdens het maken van videofoto's een van de volgende handelingen uitvoert, wordt er een nieuw album gemaakt voor de volgende videofoto's. •...
Pagina 284
3 Videofoto's maken Een album afspelen Een videofotoalbum kan op dezelfde manier worden afgespeeld als een normale movie (pag. 308). Speel de movie af. Druk op de knop <x> om een opname weer te geven. Selecteer het album. In de weergave van één opname ...
Pagina 285
3 Videofoto's maken Een album bewerken Nadat u de opname hebt gemaakt, kunt u de videofoto's in het album opnieuw ordenen, verwijderen of afspelen. Selecteer [X]. Selecteer op het movieweergavepaneel [X] (Bewerken) en druk vervolgens op <0>. Het bewerkingsscherm wordt weergegeven.
Pagina 286
3 Videofoto's maken Sla de bewerkte movie op. Druk op de knop <M> om terug te keren naar het bewerkingspaneel onder aan het scherm. Selecteer [W] (Opslaan) en druk vervolgens op <0>. Het scherm Opslaan wordt weergegeven. Om het bestand als een nieuwe ...
Pagina 287
Aandachtspunten voor movie-opnamen Witte <s> en rode <E> waarschuwingspictogrammen voor interne temperatuur Als de interne temperatuur van de camera oploopt vanwege langdurige movie-opnamen of bij een hoge omgevingstemperatuur, verschijnt er een witte <s> of een rode <E>. Het witte pictogram <s> geeft aan dat de beeldkwaliteit van foto's zal ...
Pagina 288
Aandachtspunten voor movie-opnamen Opname- en beeldkwaliteit Als u een kaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, wordt tijdens movie-opnamen rechts in het scherm mogelijk een indicator met vijf niveaus weergegeven. Deze geeft aan hoeveel gegevens nog niet naar de kaart zijn geschreven (beschikbare capaciteit van het interne buffergeheugen).
Pagina 289
Opnamen weergeven Dit hoofdstuk bevat informatie over hoe u foto's en movies kunt weergeven en wissen, opnamen kunt weergeven op een tv-scherm en over andere aan weergave gerelateerde functies. Opnamen die zijn gemaakt en opgeslagen met een ander toestel Mogelijk geeft de camera opnamen die met een andere camera zijn vastgelegd of met een computer zijn bewerkt, of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd niet goed weer.
Pagina 290
x Opnamen weergeven Weergave van één opname Geef de opname weer. Druk op de knop <x>. De laatstgemaakte of laatstbekeken opname wordt weergegeven. Selecteer een opname. Als u de opnamen in omgekeerde volgorde wilt weergeven, draait u het instelwiel <5>...
Pagina 291
x Opnamen weergeven Beëindig de opnameweergave. Druk op de knop <x> om de opnameweergave te beëindigen en om meteen weer opnamen te kunnen maken. 3 Rasterweergave Bij de weergave van één opname, kunt u een weergaveraster over de opname heen leggen.
Pagina 292
B: Weergave met opname-informatie Voorbeeld van een foto gemaakt in een creatieve modus AF-fijnafstelling Belichtingscorrectiewaarde Beveilig beelden Waarde flitsbelichtingscompensatie/ Classificatie HDR-modus/Ruisonderdruking bij meerdere opnamen Mapnummer - bestandsnummer Diafragma Histogram Sluitertijd (Helderheid/RGB) Beeldstijl/Instellingen Meetmethode Opnamemodus/ ISO-snelheid Meerdere opnamen Lichte tonen prioriteit Witbalans Kleurruimte Opnamedatum en -tijd...
Pagina 293
B: Weergave met opname-informatie Voorbeeld van een foto gemaakt in een basismodus Sfeer en sfeereffecten Opnamemodus Licht of scène * Bij opnamen die zijn gemaakt in een basismodus kan het zijn dat de weergegeven informatie verschilt, afhankelijk van de opnamemodus. * Bij opnamen die in de modus <C>...
Pagina 294
B: Weergave met opname-informatie Overbelichtingswaarschuwing Wanneer [33: Overbel. waarsch.] is ingesteld op [Inschakelen], knipperen de overbelichte gedeelten. Voor meer detail in de overbelichte, knipperende gedeelten stelt u de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde en maakt u de foto opnieuw. AF-puntweergave ...
Pagina 295
B: Weergave met opname-informatie Histogram Het helderheidshistogram toont de verdeling van het belichtingsniveau en de algehele helderheid. Het RGB-histogram is geschikt voor controle van de kleurverzadiging en -gradatie. De histogramweergave kan worden gewisseld met [33: Histogram]. Weergave van [Helderheid] Voorbeeldhistogrammen Dit histogram toont in grafiekvorm de verdeling van het helderheidsniveau van de opname.
Pagina 296
x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) Zoek snel naar opnamen met de indexweergave waarbij 4 of 9 opnamen op 1 scherm worden weergegeven. Schakel over naar de indexweergave. Druk tijdens het weergeven van opnamen op de knop <I>.
Pagina 297
x Snel opnamen zoeken Door opnamen navigeren (opnamesprong) In de weergave van één opname kunt u aan het instelwiel <6> draaien om snel vooruit of achteruit door de opnamen te bladeren, al naar gelang de ingestelde sprongmethode. Selecteer [Spring met 6]. Selecteer [Spring met 6] op het tabblad ...
Pagina 298
u/y Vergrote weergave Opnamen kunnen op het LCD-scherm circa 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot. Vergroot het beeld. Druk tijdens opnameweergave op de knop <u>. De opname wordt vergroot. Als u de knop <u> ingedrukt houdt, wordt de opname verder vergroot tot de maximale vergroting is bereikt.
Pagina 299
d Opnamen weergeven via het aanraakscherm Het LCD-scherm is een aanraakgevoelig paneel dat u met uw vingers kunt bedienen om zo de weergaveopties te gebruiken. Druk eerst op de knop <x> om de opnamen weer te geven. Door opnamen bladeren Veeg met één vinger.
Pagina 300
d Opnamen weergeven via het aanraakscherm Opname verkleinen (indexweergave) Druk twee vingers tegen elkaar aan. Raak het scherm aan met twee uitgespreide vingers en breng uw vingers vervolgens samen op het scherm. Elke keer dat u uw vingers samenbrengt, verandert het scherm van de weergave van 1 opname naar een indexweergave met 4 opnamen en een indexweergave...
Pagina 301
b De opname roteren U kunt de weergegeven opname in de gewenste positie draaien. Selecteer [Beeld roteren]. Selecteer [Beeld roteren] op het tabblad [31] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een opname. Draai aan het instelwiel <5> om de ...
Pagina 302
Classificaties instellen U kunt opnamen en movies classificeren met een van vijf classificaties: l/m/n/o/p. Deze functie heet classificatie. Selecteer [Classificatie]. Selecteer [Classificatie] op het tabblad [32] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een opname. Draai aan het instelwiel <5> om de ...
Pagina 303
3 Classificaties instellen Het totale aantal opnamen met een bepaalde classificatie dat kan worden weergegeven, is 999. Indien er meer dan 999 opnamen zijn met een bepaalde classificatie, wordt er [###] weergegeven voor die classificatie. Het voordeel van classificaties Met [32: Spring met 6] kunt u alleen opnamen met een bepaalde ...
Pagina 304
Q Snelinstellingen voor weergave U kunt tijdens de weergave van één opname op de knop <Q> drukken om de volgende opties in te stellen: [J: Beveilig beelden], [b: Beeld roteren], [9: Classificatie], [U: Creatieve filters], [S: Wijzig formaat] (alleen JPEG-beelden), [ : Overbel. waarsch.], [ : AF-puntweergave], [e: Spring met 6], [k: Wi-Fi*].
Pagina 305
Q Snelinstellingen voor weergave Stel [51: Auto. roteren] in op [AanzD] om een opname te draaien. Als [51: Auto. roteren] is ingesteld op [AanD] of [Uit], wordt de instelling [b Beeld roteren] toegevoegd aan de opname, maar zal de camera de opname niet draaien voor weergave.
Pagina 306
k Genieten van movies U kunt movies op de volgende drie manieren afspelen: Afspelen op een televisie (pag. 316 en 319) Gebruik de meegeleverde AV-kabel of een HDMI-kabel HTC-100 (afzonderlijk verkrijgbaar) of de stereo AV-kabel AVC- DC400ST (afzonderlijk verkrijgbaar) om de camera op een tv aan te sluiten.
Pagina 307
k Genieten van movies Afspelen en bewerken op een computer (pag. 458) De moviebestanden op de kaart kunnen worden overgezet naar een computer en worden afgespeeld of bewerkt met ImageBrowser EX (meegeleverde software). Om een movie vloeiend af te spelen op een computer, hebt u een ...
Pagina 308
k Movies afspelen Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om een opname weer te geven. Selecteer een movie. Draai aan het instelwiel <5> om de movie te selecteren die u wilt afspelen. Bij de weergave van één opname geeft ...
Pagina 309
k Movies afspelen Movieweergavepaneel Bewerking Beschrijving van weergave Door op <0> te drukken, kunt u schakelen tussen 7 Afspelen weergeven en stoppen. Pas de vertragingssnelheid aan door op de knop <U> te 8 Vertraagd drukken. De vertragingssnelheid wordt rechtsboven op het scherm weergegeven.
Pagina 310
X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken Afspelen via het aanraakscherm Tik op [7] in het midden van het scherm. De movie wordt afgespeeld. Als u het movieweergavepaneel wilt weergeven, tikt u op <s1> linksboven in het scherm. Als u de movie tijdens weergave wilt pauzeren, ...
Pagina 311
X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken Controleer de bewerkte movie. Selecteer [7] en druk op <0> om de bewerkte movie af te spelen. Ga terug naar stap 2 om de bewerking te wijzigen. Als u de bewerking wilt annuleren, ...
Pagina 312
Diavoorstelling (automatische weergave) U kunt de opnamen op de kaart weergeven als een automatische diavoorstelling. Selecteer [Diavoorstelling]. Selecteer [Diavoorstelling] op het tabblad [32] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de opnamen die u wilt Aantal weer te geven opnamen afspelen.
Pagina 313
3 Diavoorstelling (automatische weergave) Optie Beschrijving van weergave Alle foto's en movies op de geheugenkaart worden jAlle bldn weergegeven. De foto's en movies die zijn vastgelegd op de geselecteerde iDatum opnamedatum, worden weergegeven. De foto's en movies in de geselecteerde map worden nMap weergegeven.
Pagina 314
3 Diavoorstelling (automatische weergave) [Overgangseffect] [Achtergrondmuziek] Start de diavoorstelling. Druk op de knop <V> om [Start] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Nadat de tekst [Laden van beeld...] is weergegeven, begint de diavoorstelling. Beëindig de diavoorstelling. Als u de diavoorstelling wilt afsluiten ...
Pagina 315
3 Diavoorstelling (automatische weergave) De achtergrondmuziek selecteren Nadat u met EOS Utility (meegeleverde software) achtergrondmuziek naar de kaart hebt gekopieerd, kunt u de diavoorstelling met een achtergrondmuziekje afspelen. Selecteer [Achtergrondmuziek]. Stel [Achtergrondmuziek] in op [Aan] en druk dan op <0>. Als de kaart geen achtergrondmuziek ...
Pagina 316
Opnamen op een televisie bekijken U kunt foto's en movies ook weergeven op een tv. Opnamen bekijken op een HD-tv (High-Definition) (aangesloten met behulp van HDMI) Hiervoor hebt u de HDMI-kabel HTC-100 (afzonderlijk verkrijgbaar) nodig. Sluit de HDMI-kabel aan op de camera.
Pagina 317
Opnamen op een televisie bekijken Druk op de knop <x>. De opname wordt op het tv-scherm weergegeven. (Het LCD-scherm van de camera blijft leeg.) De opnamen worden automatisch weergegeven met de optimale resolutie van de tv. U kunt het weergaveformaat wijzigen ...
Pagina 318
Opnamen op een televisie bekijken Sluit de camera aan op een tv. Gebruik een HDMI-kabel om de camera aan te sluiten op de tv. De invoer van de tv wordt automatisch overgeschakeld op de HDMI-poort waarop de camera is aangesloten. Druk op de knop <x>...
Pagina 319
Opnamen bekijken op een gewone tv (via een AV-kabel) Hiervoor is Stereo-AV-kabel AVC-DC400ST nodig (afzonderlijk verkrijgbaar). Sluit de AV-kabel aan op de camera. Sluit de stekker met het <Canon>- logo naar de achterzijde van de camera gericht aan op de <q>-aansluiting.
Pagina 320
K Opnamen beveiligen Door opnamen te beveiligen, voorkomt u dat deze per ongeluk worden verwijderd. 3 Een afzonderlijke opname beveiligen Selecteer [Beveilig beelden]. Selecteer [Beveilig beelden] op het tabblad [31] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Selecteer beelden]. Selecteer [Selecteer beelden] en ...
Pagina 321
K Opnamen beveiligen 3 Alle opnamen in een map of op een kaart beveiligen U kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk beveiligen. Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in [31: Beveilig beelden], worden alle opnamen in de map of op de kaart beveiligd.
Pagina 322
L Opnamen wissen U kunt overbodige opnamen één voor één of in een batch selecteren en wissen. Beveiligde opnamen (pag. 320) worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden teruggehaald. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt.
Pagina 323
L Opnamen wissen Selecteer [Selecteer en wis beelden]. Selecteer [Selecteer en wis beelden] en druk vervolgens op <0>. Er wordt een opname weergegeven. Druk op de knop <I> voor de weergave van drie opnamen. Als u wilt terugkeren naar de weergave van een enkele opname, drukt u op de knop <u>.
Pagina 324
De instellingen voor het weergeven van opnamen wijzigen 3 De helderheid van het LCD-scherm aanpassen U kunt de helderheid van het LCD-scherm aanpassen, zodat het gemakkelijker te lezen is. Selecteer [LCD-helderheid]. Selecteer op het tabblad [52] de optie [LCD-helderheid] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 325
De instellingen voor het weergeven van opnamen wijzigen 3 Verticale opnamen automatisch roteren Verticale opnamen worden automatisch geroteerd, zodat ze verticaal in plaats van horizontaal op het LCD-scherm van de camera of op de computer worden weergegeven. U kunt de instelling voor deze functie wijzigen.
Pagina 327
Opnamen naverwerken U kunt RAW-opnamen met de camera verwerken, het formaat van JPEG-opnamen wijzigen (verkleinen) en creatieve filters toepassen. Het pictogram M rechts boven de paginatitel geeft aan dat de functie alleen in de creatieve modi (d/ s/ f/ a/ F) beschikbaar is.
Pagina 328
R RAW-opnamen met de camera verwerkenN U kunt 1-bestanden verwerken met de camera en ze opslaan als JPEG-bestanden. Ook al verandert het RAW-bestand zelf niet, u kunt het RAW-bestand toch verwerken voor verschillende omstandigheden om er vervolgens diverse JPEG-bestanden van te maken. 41- en 61-bestanden kunnen niet met de camera worden verwerkt.
Pagina 329
R RAW-opnamen met de camera verwerkenN Het instellingenscherm weergeven Druk op <0> om het instellingenscherm weer te geven. Draai aan het instelwiel <5> of <6> om de instelling te wijzigen. Om de wijziging door te voeren en terug te keren naar het scherm van stap 3, drukt u op <0>.
Pagina 330
R RAW-opnamen met de camera verwerkenN RAW-beeldverwerkingsopties Helderheid aanpassen U kunt de helderheid van de opname aanpassen met maximaal ±1 stop in stappen van 1/3-stop. Het effect van de instelling is zichtbaar in de weergegeven opname. Beeldstijl (pag. 126) ...
Pagina 331
R RAW-opnamen met de camera verwerkenN Kleurruimte (pag. 155) U kunt sRGB of Adobe RGB selecteren. Omdat het LCD-scherm van de camera niet compatibel is met Adobe RGB, zal de opname er niet heel anders uitzien, ongeacht de kleurruimte die is ingesteld. Correctie helderheid randen (pag.
Pagina 332
R RAW-opnamen met de camera verwerkenN Correctie helderheid randen, vervormingscorrectie en chromatische correctie Om correctie helderheid randen, vervormingscorrectie en chromatische correctie uit te voeren met de camera, dienen de gegevens van het objectief dat wordt gebruikt voor de opname, te worden geregistreerd in de camera. Als de objectiefgegevens niet zijn geregistreerd in de camera, gebruikt u EOS Utility (meegeleverde software, pag.
Pagina 333
S Het formaat van JPEG-opnamen wijzigen U kunt het formaat van een opname wijzigen om het aantal pixels te reduceren en u kunt de opname vervolgens als nieuw bestand opslaan. Het is alleen bij JPEG 3/4/a/b-opnamen mogelijk om het formaat te wijzigen.
Pagina 334
S Het formaat van JPEG-opnamen wijzigen Opties voor wijziging formaat op basis van het originele beeldformaat Beschikbare instellingen voor wijziging formaat Origineel beeldformaat Beeldformaten Het beeldformaat dat wordt weergegeven bij stap 3 op de voorgaande pagina, zoals [***M ****x****], heeft een beeldverhouding van 3:2. Het beeldformaat volgens de beeldverhoudingen wordt weergegeven in de onderstaande tabel.
Pagina 335
U Creatieve filters toepassen U kunt de volgende creatieve filters toepassen op een opname en deze opslaan als een nieuw bestand: Korrelig Z/W, Softfocus, Fisheye-effect, Effect kunst opvallend, Aquareleffect, Speelgoedcamera-effect en Miniatuureffect. Selecteer [Creatieve filters]. Selecteer op het tabblad [x1] de ...
Pagina 336
U Creatieve filters toepassen Sla de opname op. Selecteer [OK] om de opname op te slaan. Controleer de bestemmingsmap en het nummer van het bestand en selecteer [OK]. Als u het filter op nog een opname wilt toepassen, herhaalt u stap 2 t/m 5.
Pagina 337
U Creatieve filters toepassen Fisheye-effect Geeft het effect van een fisheye-objectief. De opname krijgt een tonvormige vervorming. Afhankelijk van het niveau van dit filtereffect, verandert het bijgesneden gedeelte langs de rand van de opname. Aangezien dit filtereffect er tevens voor zorgt dat het midden van het beeld wordt vergroot, kan de ogenschijnlijke resolutie in het midden slechter zijn afhankelijk van het aantal opgenomen pixels.
Pagina 339
Als er na de automatische sensorreiniging nog vlekken zichtbaar zijn, kunt u de sensor het best laten reinigen door een Canon Service Center. Zelfs als de zelfreinigende sensor actief is, kunt u de ontspanknop half...
Pagina 340
f Automatische sensorreiniging Als u de aan-uitschakelaar op <1> of <2> zet, verwijdert de zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de sensor. Normaal gesproken is de reinigingseenheid actief zonder dat u daar iets van merkt. U kunt de sensorreiniging echter op ieder gewenst moment activeren of uitschakelen.
Pagina 341
Stofwisdata toevoegenN De zelfreinigende sensor zal er gewoonlijk voor zorgen dat er nauwelijks stof zichtbaar is op opnamen. Als er echter zichtbaar stof achterblijft, kunt u stofwisdata aan de opname toevoegen om naderhand stofvlekken te verwijderen. Digital Photo Professional (meegeleverde software, pag. 457) gebruikt de stofwisdata om stofvlekken automatisch te verwijderen.
Pagina 342
3 Stofwisdata toevoegenN Fotografeer een effen wit object. Vul de zoeker op een afstand van 20-30 cm met een effen wit object zonder patroon en maak een opname. De foto wordt in de diafragmavoorkeuzemodus gemaakt bij een diafragma van f/22. Aangezien de opname niet wordt ...
Pagina 343
Haal het objectief van de camera voordat u de sensor gaat reinigen. Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Wij raden u aan om fysieke reiniging van de sensor bij een Canon Service Center te laten uitvoeren. Selecteer [Sensorreiniging].
Pagina 344
Als de batterij leeg raakt terwijl u de sensor reinigt, klinkt er een pieptoon als waarschuwing. Stop het reinigen van de sensor. Als er vuil blijft zitten dat niet met een blaasbuisje kan worden verwijderd, kunt u de sensor het beste door een Canon Service Center laten reinigen.
Pagina 345
Opnamen afdrukken Afdrukken (pag. 348) U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een printer en de opnamen op de kaart afdrukken. De camera is compatibel met 'wPictBridge', de standaard voor rechtstreeks afdrukken. U kunt ook een draadloos LAN gebruiken om opnamen naar een PictBridge (draadloos LAN)-printer te verzenden om af te drukken.
Pagina 346
Het afdrukken voorbereiden De procedure voor rechtstreeks afdrukken kan volledig worden uitgevoerd via het LCD-scherm van de camera. De camera op een printer aansluiten Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <2>. Installeer de printer. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie. Sluit de camera aan op de printer.
Pagina 347
Het afdrukken voorbereiden Geef de opname weer. PictBridge Druk op de knop < >. De opname wordt weergegeven en het pictogram <w> linksboven op het scherm geeft aan dat de camera op een printer is aangesloten. Controleer of de printer over een PictBridge-aansluiting beschikt. ...
Pagina 348
w Afdrukken De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie. Pictogram aangesloten Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Controleer of linksboven in het LCD- ...
Pagina 349
w Afdrukken Q Het papierformaat instellen Selecteer het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>. Het scherm met papiersoorten wordt weergegeven. Y De papiersoort instellen Selecteer het type papier dat in de printer ...
Pagina 350
w Afdrukken Stel de afdrukeffecten in. Stel ze indien nodig in. Ga naar stap 5 als u geen afdrukeffecten wilt instellen. De schermweergave kan per printer verschillen. Selecteer de optie en druk vervolgens op <0>. Selecteer het gewenste afdrukeffect ...
Pagina 351
w Afdrukken Stel het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. Stel ze indien nodig in. Selecteer < > en druk vervolgens op <0>. Stel de afdrukinstellingen naar wens in en druk vervolgens op <0>. Stel het aantal exemplaren in. Stel de zomertijd in als dit nodig is.
Pagina 352
w Afdrukken e Afdrukeffecten aanpassen Selecteer het afdrukeffect zoals beschreven bij stap 4 op pagina 350. Wanneer het pictogram <e> duidelijk wordt weergegeven naast <z>, kunt u op de knop <B> drukken. Vervolgens kunt u het afdrukeffect aanpassen. De selectie die u bij stap 4 hebt gemaakt, bepaalt wat u kunt aanpassen en wat er wordt weergegeven.
Pagina 353
w Afdrukken De opname bijsnijden U kunt de opname bijsnijden en alleen Kantelcorrectie een vergrote versie van het bijgesneden gedeelte afdrukken, net alsof de compositie opnieuw is bepaald. Stel het bijsnijden in vlak voordat u de opname afdrukt. Als u de afdrukinstellingen wijzigt nadat u het bijsnijden hebt ingesteld, moet u het bijsnijden wellicht opnieuw instellen voordat u kunt afdrukken.
Pagina 354
w Afdrukken Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte van de opname niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De afgedrukte foto wordt korreliger naarmate u het bijsnijdkader verkleint. Controleer de opname tijdens het bijsnijden op het LCD-scherm van de ...
Pagina 355
W Digital Print Order Format (DPOF) U kunt het afdruktype instellen en instellen of de datum en het bestandsnummer moeten worden afgedrukt. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd om te worden afgedrukt. (Ze kunnen niet voor elke opname afzonderlijk worden ingesteld.) De afdrukopties instellen Selecteer [Printopties].
Pagina 356
W Digital Print Order Format (DPOF) Standaard Er wordt één opname afgedrukt per vel. Er worden meerdere miniatuurafbeeldingen Index afgedrukt per vel. Afdruktype Er worden zowel standaard- als Beide indexafdrukken gemaakt. Datum Bij [Aan] wordt de datum van de opname afgedrukt. Bij [Aan] wordt het bestandsnummer van de opname File No.
Pagina 357
W Digital Print Order Format (DPOF) Afdrukopties opgeven Sel.beeld Selecteer een voor een opnamen en voeg ze aan de afdruktaak toe. Druk op de knop <I> voor de weergave van drie opnamen. Als u wilt terugkeren naar de weergave van een enkele opname, drukt u op de knop <u>.
Pagina 358
W Voor DPOF geselecteerde opnamen rechtstreeks afdrukken Met een PictBridge-printer kunt u opnamen eenvoudig met DPOF afdrukken. Bereid het afdrukken voor. Zie pagina 346. Volg de procedure 'De camera op een printer aansluiten' tot stap 5. Selecteer [Printopties] op het tabblad [31]. Selecteer [Print].
Pagina 359
p Opnamen selecteren voor een fotoboek Wanneer u opnamen selecteert om te gebruiken in fotoboeken (maximaal 998 opnamen) en EOS Utility (meegeleverde software) gebruikt om ze over te brengen naar een computer, worden de geselecteerde opnamen naar een speciale map gekopieerd.
Pagina 360
p Opnamen selecteren voor een fotoboek Alle opnamen in een map of op een kaart opgeven U kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk opgeven. Als [x1: Fotoboek instellen] is ingesteld op [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart], worden alle opnamen in de map of op de kaart opgegeven.
Pagina 361
De camera aanpassen aan uw voorkeuren U kunt verschillende camerafuncties aanpassen aan uw opnamevoorkeuren met behulp van persoonlijke voorkeuzen. U kunt de huidige camera-instellingen ook opslaan onder de standen <w> van het programmakeuzewiel. De functies die worden uitgelegd in dit hoofdstuk werken alleen in de creatieve modi.
Pagina 362
Persoonlijke voorkeuzen instellenN Selecteer [8]. Selecteer de groep. Selecteer een van de persoonlijke voorkeuze-instellingen C.Fn I, II of III en druk vervolgens op <0>. Selecteer het nummer van de Nummer van persoonlijke voorkeuze persoonlijke voorkeuze. Druk op de knop <U> om het ...
Pagina 363
Persoonlijke voorkeuzenN k Movie- A LV- C.Fn I: Belichting opnamen opnamen Belichtingsniveauverhogingen pag. 365 ISO-stappen pag. 365 In a Bracketing automatisch annuleren pag. 365 (Foto met Bracketingvolgorde pag. 366 witbalansbracketing (WB-BKT)) Aantal bracketed opnamen pag. 366 Veiligheidsshift pag. 367 C.Fn II: Automatische scherpstelling Trackinggevoeligheid pag.
Pagina 364
3 Persoonlijke voorkeuzenN C.Fn III: Bediening/overig Wielrichting bij tv/AV pag. 375 Multifunctievergrendeling pag. 375 Waarschuwingen z in zoeker pag. 376 Aangepaste bediening pag. 376 Afhankelijk van instelling...
Pagina 365
Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn I: Belichting C.Fn I -1 Belichtingsniveauverhogingen 0: 1/3-stop 1: 1/2-stop Hier stelt u verhogingen in stappen van 1/2 stop in voor de sluitertijd, het diafragma, AEB, de flitsbelichtingscompensatie, enzovoort. Deze instelling is effectief als u de belichting wilt regelen in grotere stappen dan 1/3 stop. Met instelling 1 wordt de belichtingsinstelling als volgt weergegeven in de zoeker en op het LCD-scherm.
Pagina 366
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn I -4 Bracketingvolgorde De volgorde van de opnamereeks voor AEB en WB-BKT kan worden gewijzigd. 0: 09-9+ 1: -909+ 2: +909- Witbalans bracketing Richting b/a Richting m/g 0 : standaardbelichting 0 : standaardwitbalans 0 : standaardwitbalans –...
Pagina 367
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn I -6 Veiligheidsshift 0: Deactiveren 1: Sluitertijd/diafragma Dit werkt in de modi AE met sluitervoork. (s) en AE met diafragmavoork. (f). Als de helderheid van het onderwerp verandert en de standaardbelichting niet binnen het bereik van de automatische belichting valt, wordt de handmatig opgegeven instelling automatisch door de camera gewijzigd zodat een standaardbelichting kan worden gebruikt.
Pagina 368
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II: Automatische scherpstelling C.Fn II -1 Trackinggevoeligheid Bepaalt de gevoeligheid bij het volgen van het onderwerp tijdens AI Servo AF wanneer een obstakel de AF-punten nadert of wanneer de AF-punten zich van het onderwerp vandaan bewegen. Een standaardinstelling die geschikt is voor de meeste onderwerpen.
Pagina 369
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II -2 Versnelde/vertraagde tracking Dit bepaalt de gevoeligheid voor het volgen van bewegende onderwerpen die plotseling enorm kunnen versnellen of vertragen, bijvoorbeeld als gevolg van abrupt starten of stoppen, enz. Geschikt voor onderwerpen die zich met een vaste snelheid verplaatsen. +2 / +1: Dit is effectief voor onderwerpen die plotselinge bewegingen maken, plotseling versnellen of vaart minderen of plotseling stoppen.
Pagina 370
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II -4 AI servo 2e beeldvoorkeur U kunt de eigenschappen instellen voor de automatische scherpstelling en de ontspantiming tijdens het maken van continuopnamen na de eerste opname met AI Servo AF. Gelijke voorkeur: Er wordt aan het scherpstellen en continue-opnamesnelheid gelijke prioriteit gegeven.
Pagina 371
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II -5 AF-hulplicht Hiermee wordt het AF-hulplicht van de ingebouwde flitser of externe Speedlite in- of uitgeschakeld. 0: Inschakelen Het AF-hulplicht wordt indien nodig ingeschakeld. 1: Deactiveren Het AF-hulplicht wordt niet ingeschakeld. Dit voorkomt dat het AF-hulplicht anderen stoort.
Pagina 372
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II -7 Selecteer AF-gebiedselectiemodus U kunt de selecteerbare AF-gebiedselectiemodi beperken tot uw opnamevoorkeuren. Selecteer de modus die u wilt gebruiken, druk op <0> om er een <X> bij te zetten en selecteer [OK]. : Handmatige selectie: 1 pt AF U kunt één AF-punt selecteren.
Pagina 373
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II -9 AF-punt op basis van richting U kunt de AF-gebiedselectiemodus en het handmatig geselecteerde AF-punt afzonderlijk instellen voor verticaal en horizontaal fotograferen. 0: Gelijk voor verticaal/horizontaal Voor zowel verticaal als horizontaal fotograferen worden dezelfde AF- gebiedselectiemodus en hetzelfde handmatig geselecteerde AF-punt (of dezelfde handmatig geselecteerde zone) gebruikt.
Pagina 374
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II -11 AF-punt weergeven tijdens focus U kunt instellen of u het AF-punt (of de AF-punten) in de volgende gevallen wilt weergeven: 1. wanneer u het AF-punt (of de AF-punten) selecteert, 2. wanneer de camera gereed is voor het maken van opnamen (voor de automatische scherpstelling), 3.
Pagina 375
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II -13 AF-fijnafstelling Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling is mogelijk voor opnamen met de zoeker en Live view-opnamen in de Quick-modus. Zie pagina 377 voor meer informatie. C.Fn III: Bediening/overig C.Fn III -1 Wielrichting bij Tv/Av 0: Normaal 1: Omgekeerde richting U kunt de richting omkeren waarin u het instelwiel moet draaien om de...
Pagina 376
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn III -3 Waarschuwingen z in zoeker Wanneer een van de volgende functies is ingesteld, wordt het pictogram <z> rechtsonder in de zoeker (pag. 23) weergegeven. Wanneer dit is ingesteld, wordt het pictogram <z> ook weergegeven voor opname-instellingen (pag. 49). Selecteer de functie waarvoor u het waarschuwingspictogram wilt weergeven, druk op <0>...
Pagina 377
8: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling is mogelijk voor opnamen met de zoeker en Live view-opnamen in de Quick- modus. Dit wordt 'AF-fijnafstelling' genoemd. Lees voordat u aanpassingen doorvoert 'Opmerkingen bij AF-fijnafstelling' op pagina 382. Gewoonlijk is deze aanpassing niet nodig.
Pagina 378
8: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling Maak de aanpassing. Druk op de knop <U> om de aanpassing door te voeren. Het instelbare bereik is ±20 stappen. Door een instelling in de richting van "-: " te kiezen, brengt u het scherpstelpunt meer naar voren ten opzichte van het standaardscherpstelpunt.
Pagina 379
8: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling 2: Per lens afstellen U kunt de aanpassing voor ieder objectief doorvoeren en de aanpassing in de camera registreren. U kunt voor maximaal 40 objectieven aanpassingen registreren. Wanneer u automatisch scherpstelt met een objectief waarvan de aanpassing is geregistreerd, zal het scherpstelpunt door de aanpassing altijd zijn bijgesteld.
Pagina 380
8: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling Voer het serienummer in. Druk op de knop <U> om de gewenste cijfer te selecteren en druk vervolgens op <0> om <r> weer te geven. Druk op de knop <V> om het getal in te ...
Pagina 381
8: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling Maak de aanpassing. Objectief met een vaste brandpuntsafstand Druk voor een zoomobjectief op de knop <V> en selecteer de groothoekstand (W) of de telestand (T). Druk op <0> zodat het vak verdwijnt u de aanpassing kunt doorvoeren.
Pagina 382
8: Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling Wanneer u opnamen maakt met het middenbereik (brandpuntsafstand) van een zoomlens, wordt het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling gecorrigeerd ten opzichte van de aanpassingen die zijn gemaakt voor de groothoek- en telestand. Zelfs wanneer alleen de groothoek- of telestand is aangepast, wordt automatisch een correctie doorgevoerd voor het middenbereik.
Pagina 383
8: Aangepaste bediening U kunt veelgebruikte functies naar wens toewijzen aan cameraknoppen of instelwielen. Selecteer [C.Fn III: Bediening/ overig]. Selecteer op het tabblad [8] [C.Fn III: Bediening/overig] en druk op <0>. Selecteer [4: Aangepaste bediening]. Selecteer [4: Aangepaste bediening] ...
Pagina 384
8: Aangepaste bediening Toewijsbare functies voor knoppen/wielen op de camera Functie Pagina Meten en AF-start AF-stop ONE SHOT z AI SERVO Directe AF-puntselectie Start meten AE-vergrendeling/FE-vergrendeling Belichtingsvergrendeling AE-vergrendeling (bij ingedrukte knop) Belichting AE-vergrendeling (vasthouden) Flitsbelichtingsvergrendeling ISO-snelheid instellen (knop vasthouden, draaien) Sluitertijdinstel.
Pagina 385
8: Aangepaste bediening * De AF-stopknop ( ) is alleen aanwezig op IS-superteleobjectieven.
Pagina 386
8: Aangepaste bediening : Meten en AF-start Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, worden de meting en de AF uitgevoerd. : AF-stop De AF stopt wanneer u de knop die aan deze functie is toegewezen ingedrukt houdt.
Pagina 387
8: Aangepaste bediening : Belichtingsvergrendeling Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, kunt u de belichting tijdens de meting vergrendelen (AE-vergrendeling). Dit is handig wanneer u de opname op meerdere gebieden wilt scherpstellen en meten of een aantal opnamen wilt maken met dezelfde belichtingsinstelling.
Pagina 388
8: Aangepaste bediening : Flitsbelichtingscompensatie Druk op <0> om het scherm voor het instellen van de flitsbelichtingscompensatie (pag. 190) op het LCD-scherm weer te geven. : Beeldkwaliteit Druk op <0> om het instellingenscherm voor beeldkwaliteit (pag. 116) op het LCD-scherm weer te geven. : Beeldstijl Druk op <0>...
Pagina 389
My Menu vastleggenN Op het tabblad My Menu kunt u tot zes menuopties en persoonlijke voorkeuzen vastleggen waarvan u de instellingen regelmatig wijzigt. Selecteer [My Menu instellingen]. Selecteer op het tabblad [9] de optie [My Menu instellingen] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 390
w: Aangepaste opnamemodi instellenN U kunt de huidige camera-instellingen, zoals de opnamemodus, menufuncties en persoonlijke voorkeuzen als aangepaste opnamemodus onder de stand <w> van het programmakeuzewiel instellen. Selecteer [Aangep. opnamemodus (C-modus)]. Selecteer [Aangep. opnamemodus (C-modus)] op het tabblad [54] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 391
w: Aangepaste opnamemodi instellenN Vastgelegde instellingen Instellingen voor de opnamefunctie Opnamemodus, sluitertijd, diafragma, ISO-snelheid, belichtingscompensatie, flitsbelichtingscompensatie, AF-gebruik, AF-punt, transportmodus en meetmethode. Menufuncties Beeldkwaliteit, Rasterweergave l, Zoekerniveau, Pieptoon, Ontspan sluiter zonder kaart, Kijktijd Lensafwijkingscorrectie (Helderheid randen, Chromatische afwijking), Flitsbesturing, E-TTL II meting, Flitssynchronisatiesnelheid AV-modus, Rode ogen Aan/Uit, Spiegel opklappen Belichtingscompensatie/AEB, ISO-snelheidsinstellingen,...
Pagina 392
w: Aangepaste opnamemodi instellenN C.Fn I: Belichting Belichtingsniveauverhogingen, ISO-stappen, Bracketing automatisch annuleren, Bracketingvolgorde, Aantal bracketed opnamen, Veiligheidsshift C.Fn II: Automatische scherpstelling Trackinggevoeligheid, Versnelling/vertraging tracking, Selectiemethode AF-gebied, AI servo 1e beeldvoorkeur, AI servo 2e beeldvoorkeur, AF-hulplicht, Obj.sturing bij AF onmogelijk, Selecteer AF-gebiedselectiemodus, Selectiemethode AF-gebied, AF-punt op basis van richting, Handmatige AF-puntselectiepatroon, AF-punt weerg.
Pagina 393
Referentie Dit hoofdstuk biedt referentie voor camerafuncties, systeemaccessoires, enzovoort. Certificaatlogo Als u [54: Certificaatlogo weergeven] selecteert en op <0> drukt, wordt een aantal logo's van cameracertificaten weergegeven. Andere certificaatlogo's zijn te vinden in deze instructiehandleiding, op de camerabehuizing en op de verpakking van de camera.
Pagina 394
B-knopfuncties Als u op de knop <B> drukt wanneer de camera gereed is om opnamen te maken, kunt u [Geeft camera-inst. weer], [Digitale horizon] (pag. 65) en [Geeft opname-inst. weer] (pag. 395) weergeven. Op het tabblad [53] kunt u met [Weergaveopties z-knop] aangeven welke opties moeten worden weergegeven wanneer u op de knop <B>...
Pagina 395
B-knopfuncties Instellingen voor de opnamefunctie Witbalanscorrectie Diafragma Belichtingsvergrendeling Sluitertijd Flitsbelichtingscompensatie Opnamemodus ISO-snelheid Indicator Lichte tonen prioriteit belichtingsniveau WIFI-voorziening Beeldstijl Aangepaste bediening AF-gebruik Opnamekwaliteit Pictogram Sneltoetsen Maximumaantal opnamen Batterijniveau Max. opnamereeks/ Aantal resterende opnamen Witbalans met meervoudige belichting AF-puntselectie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) Eye-Fi-overdrachtstatus Meervoudige belichting/HDR/ Status GPS-ontvangst...
Pagina 396
Gebruik uitsluitend originele Canon-accu's van het type LP-E6/LP-E6N. Als u een batterij van een ander merk dan Canon gebruikt, zijn de prestaties van de camera mogelijk niet optimaal of kunnen er storingen optreden. De sluitertelling is het aantal foto's dat werd genomen. (Movies worden niet meegeteld.) ...
Pagina 397
3 De batterijgegevens controleren De batterij registreren in de camera U kunt maximaal zes LP-E6/LP-E6N-accu's registreren in de camera. Als u meerdere accu's wilt registreren in de camera, voert u voor elke accu de onderstaande procedure uit. Druk op de knop <B>. Druk, terwijl het scherm Accu-info ...
Pagina 398
3 De batterijgegevens controleren Een etiket met het serienummer op de batterij plakken Het is handig om de serienummers op alle geregistreerde accu's LP-E6/LP-E6N te vermelden. Dit kunt u doen met behulp van in de winkel verkrijgbare etiketten. Schrijf het serienummer op een Serienummer etiket.
Pagina 399
3 De batterijgegevens controleren De resterende capaciteit van een geregistreerde accu controleren U kunt nagaan wat de resterende capaciteit van een accu is (zelfs wanneer deze zich niet in de camera bevindt) en wanneer de accu voor het laatst is gebruikt. Zoek het serienummer op.
Pagina 400
Een gewoon stopcontact gebruiken Met de AC-adapterset ACK-E6 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de camera op een gewoon stopcontact aansluiten, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over het resterende batterijniveau. Sluit de stekker van de DC-koppeling aan. Plaats de stekker van de DC-koppeling ...
Pagina 401
H Eye-Fi-kaarten gebruiken Met een in de handel verkrijgbare en reeds geconfigureerde Eye-Fi-kaart kunt u opnamen via een draadloos netwerk automatisch naar een pc overbrengen of naar een online service uploaden. De opnameoverdracht is een functie van de Eye-Fi-kaart. Voor informatie over het configureren en gebruiken van de Eye-Fi-kaart en het oplossen van eventuele problemen met de opnameoverdracht, raadpleegt u de instructiehandleiding bij de Eye-Fi-kaart of neemt u contact op met de...
Pagina 402
H Eye-Fi-kaarten gebruiken Geef de verbindingsinformatie weer. Selecteer [Verbindingsinfo] en druk vervolgens op <0>. Controleer de instelling [Toegangspunt SSID:]. Controleer of een toegangspunt wordt weergegeven voor [Toegangspunt SSID:]. U kunt ook het MAC-adres en de firmwareversie van de Eye-Fi-kaart controleren.
Pagina 403
H Eye-Fi-kaarten gebruiken Aandachtspunten bij het gebruik van Eye-Fi-kaarten Als [53: Wi-Fi] is ingesteld op [Inschakelen], is opnameoverdracht met een Eye-Fi-kaart niet mogelijk. Als ' ' wordt weergegeven, is er een fout opgetreden bij het ophalen van de kaartinformatie. Schakel de camera uit en weer in. Zelfs als [Eye-Fi trans.] is ingesteld op [Uit], zendt de kaart wellicht nog ...
Pagina 404
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus Foto-opnamen o: automatisch ingesteld k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen/uitgeschakeld Basismodi Creatieve modi Functie A 7 C 2 3 4 5 6 F G d s f a F Alle selecteerbare instellingen k k k k k k k k k k k k k k...
Pagina 405
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus Basismodi Creatieve modi Functie A 7 C 2 3 4 5 6 F G d s f a F o k k k k k AF-hulplicht k k k k k AF-fijnafstelling k k k k k k k k k k k k k k k Continue AF* o o o o o o o o o o k k k k k Meervlaks meting...
Pagina 406
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus Movie-opnamen o: automatisch ingesteld k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen/uitgeschakeld Movie Foto's Functie A 7 C 8 d s f F M y k M Alle selecteerbare instellingen k k k k k k k k k voor beeldkwaliteit (movie) Alle selecteerbare instellingen k k k...
Pagina 407
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus Movie Foto's Functie A 7 C 8 d s f F M y k M k k k k k k k k k k k k u+volgen k k k k k k k k k k k k FlexiZone - Multi k k k k k k k k k k k k FlexiZone - Single...
Pagina 408
Menu-instellingen Opnamen met de zoeker en Live view-opnamen z: Opname 1 (rood) Pagina 1* / 41* / 61* Beeldkwaliteit 73/83/74/84/7a/8a/b/c Raster in zoeker Uitschakelen / Inschakelen Zoekerniveau Verbergen / Weergeven Pieptoon Inschakelen / Aanr. op / Uitschakelen Ontspan sluiter zonder Inschakelen / Uitschakelen kaart Kijktijd...
Pagina 409
Menu-instellingen z: Opname 3 (rood) Pagina Tussenstappen van 1/3 stops, ongeveer Bel.comp./AEB 5 stops (AEB ongeveer 3 stops) ISO-snelheid / ISO-snelheidsbereik / Auto ISO- ISO-snelheidsinstelling bereik / Minimale sluitertijd Auto Lighting Optimizer Deactiveren / Zwak / Standaard / Hoog (Auto optimalisatie UIT met M of Bulb helderheid) Q/W/E/R/Y/U/D/O/...
Pagina 410
Menu-instellingen A1: Live view-opnamen 1 (rood) Pagina Live view-opname. Inschak. / Uitschak. u+volgen / FlexiZone - Multi / AF-methode FlexiZone - Single / Quick-modus Continue AF Inschakelen / Uitschakelen Touch Shutter Inschakelen / Uitschakelen Rasterweergave Uit / 3x3 l / 6x4 m / 3x3+diagonaal n Aspect ratio 3:2 / 4:3 / 16:9 / 1:1 Belichtingssimulatie...
Pagina 411
Menu-instellingen 3: Weergave 2 (blauw) Pagina Wijzig formaat Het aantal pixels van de opname reduceren Classificatie [OFF] / l / m / n / o / p Beschrijving van weergave / Weergaveduur / Diavoorstelling Herhalen / Overgangseffect / Achtergrondmuziek 1 beeld / 10 beelden / 100 beelden / Datum / Spring met 6 Map / Movies / Foto's / Classificatie 3: Weergave 3 (blauw)
Pagina 412
Menu-instellingen 5: Instellingen 1 (geel) Pagina Selecteer map Een map maken en selecteren File No. Continu / Auto. reset / Handm. reset Auto. roteren Aan zD / Aan D / Uit Kaart formatteren Gegevens op de kaart initialiseren en wissen Weergegeven wanneer een in de handel Eye-Fi-instellingen verkrijgbare Eye-Fi-kaart is geplaatst.
Pagina 413
Afstandsbediening (EOS Utility) / Afdrukken op Wi-Fi-printer / Uploaden naar webservice / Opnamen weergeven op DLNA-apparaten * De EOS 70D (N) bevat geen Wi-Fi-voorziening (niet weergegeven). * Raadpleeg de Instructiehandleiding Wi-Fi functie. Wanneer u gebruikmaakt van de Wi-Fi functie, dient u van te voren de ...
Pagina 414
Menu-instellingen 5: Instellingen 4 (geel) Pagina Auto. reiniging: Inschak. / Uitschak. Sensorreiniging Reinig nu Reinig handmatig Voeding / Resterende capaciteit / Sluiterteller / Accu-info Laadprestatie / Batterijregistratie / Batterijgeschiedenis Geeft een aantal van de logo's van de Certificaatlogo weergeven cameracertificaten weer Hiermee legt u de huidige camera-instellingen vast Aangepaste opnamemodus (C-modus)
Pagina 415
Menu-instellingen Movie-opnamen Z1: Movie 1 (rood) Pagina u+volgen / FlexiZone - Multi / AF-methode FlexiZone - Single Servo AF voor film Inschakelen / Uitschakelen Stille LV-opname Modus 1 / Modus 2 / Uitschakelen 4 sec. / 16 sec. / 30 sec. / 1 min. / 10 min. / Meettimer 30 min.
Pagina 416
Systeemschema Macro Ring Lite Macro Twin Lite ST-E2 ST-E3-RT 270EX II 320EX 430EX II 600EX-RT/ MR-14EX II MT-24EX 600EX Standaard- accessoires 90EX Oogschelp Eb Oculairverlengstuk EP-EX15 Rubberframe Eb Brede draagriem Dioptrische aanpassings- lenzen E-serie Accu Batterijoplader LP-E6* LC-E6 of LC-E6E Hoekzoeker C AC-adapter DC-koppeling...
Pagina 417
(1,9 m/4,7 m) USB-poort SD-/SDHC-/SDXC- Kaartlezer geheugenkaart Computer Kaartsleuf *1: batterij LP-E6N kan ook worden gebruikt. * Alle opgegeven kabellengten zijn bij benadering. * Wireless File Transmitter WFT-E7 is niet compatibel Lederen cameratas EH21-L met de EOS 70D (W, N).
Pagina 418
communicatie met de accu kon plaatsvinden (met een accu van een ander merk dan Canon), stopt het beveiligingscircuit met opladen en knippert het lampje snel oranje. Verwijder in geval van (1) het netsnoer van de oplader uit het stopcontact. Haal de accu uit de oplader en plaats deze vervolgens terug.
Pagina 419
Problemen oplossen De lees-/schrijfindicator blijft knipperen, zelfs wanneer de aan-uitschakelaar op <2> staat. Als het apparaat wordt uitgeschakeld wanneer er een opname op de kaart wordt opgeslagen, blijft de lees-/schrijfindicator aan of blijft deze een paar seconden knipperen. Wanneer de opname is voltooid, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
Pagina 420
Problemen oplossen Opnamegerelateerde problemen Het objectief kan niet worden bevestigd. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-objectieven (pag. 40). De zoeker is donker. Plaats een opgeladen accu in de camera (pag. 28). Er kunnen geen opnamen worden gemaakt of opgeslagen. Controleer of de kaart correct is geplaatst (pag.
Pagina 421
Problemen oplossen De opname is niet scherp. Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF> (pag. 40). Druk voorzichtig op de ontspanknop om bewegingsonscherpte te voorkomen (pag. 44 en 45). Als het objectief een Image Stabilizer (beeldstabilisatie) heeft, stelt u ...
Pagina 422
Problemen oplossen ISO 100 kan niet worden ingesteld. De ISO-snelheid kan niet worden verhoogd. Als [z4: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Uitschakelen], kan ISO 100/125/160 worden ingesteld (pag. 145). Als [z4: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschakelen], is het ...
Pagina 423
Als u voor Live view-opnamen een flitser gebruikt van een ander merk dan Canon, stelt u [A2: Stille LV-opname] in op [Uitschakelen] (pag. 231). De externe flitser werkt altijd op vol vermogen. Als u een andere flitser gebruikt dan een Speedlite uit de EX-serie, ...
Pagina 424
Problemen oplossen De sluiter maakt bij Live view-opnamen twee opnamegeluiden. Als u de flitser gebruikt, maakt de sluiter bij iedere opname twee geluiden (pag. 217). Tijdens Live view- en movie-opnamen wordt er een wit < > of rood <E> pictogram weergegeven. Dit geeft aan dat de interne temperatuur van de camera te hoog is.
Pagina 425
Problemen oplossen De handmatig ingestelde ISO-snelheid verandert wanneer u overschakelt op de moviemodus. Als u movie-opnamen maakt terwijl [Maximum: H (25600)] is ingesteld voor [ISO-snelh.bereik] en de ISO-snelheid is ingesteld op “H” (25600), wordt de ISO-snelheid veranderd in “H” (12800) (tijdens movie-opnamen met handmatige belichting).
Pagina 426
Wi-Fi-functie in. Raadpleeg de Instructiehandleiding Wi-Fi functie voor meer informatie. * De EOS 70D (N) bevat geen Wi-Fi-voorziening. Problemen met de bediening Ik kan de instelling niet wijzigen met het instelwiel <6> of <5>...
Pagina 427
Problemen oplossen Problemen met weergave op het scherm Het menuscherm geeft weinig tabbladen en opties weer. In de basismodi worden bepaalde tabbladen en menuopties niet weergegeven. Stel de opnamemodus in op een creatieve modus (pag. 52). Het eerste teken van de bestandsnaam is een onderstrepingsteken ('_').
Pagina 428
Problemen oplossen De weergave op het LCD-scherm is onduidelijk. Indien het LCD-scherm vuil is, dient u een zachte doek te gebruiken om het schoon te maken. Bij lage of hoge temperaturen kan het LCD-scherm langzamer reageren of er zwart uitzien. Bij kamertemperatuur functioneert het scherm weer normaal.
Pagina 429
Problemen oplossen Bij het afspelen van de movie is het geluid van de camera te horen. Als u tijdens movie-opnamen aan de instelwielen draait of het objectief instelt, wordt ook het bijbehorende geluid opgenomen. Het is raadzaam om een externe microfoon (afzonderlijk verkrijgbaar) te gebruiken (pag.
Pagina 430
Problemen oplossen Ik kan de RAW-opname niet verwerken. 41- en 61-bestanden kunnen niet met de camera worden verwerkt. Verwerk de opname met de meegeleverde software Digital Photo Professional (pag. 457). Ik kan het beeldformaat niet aanpassen. Het beeldformaat van c JPEG-opnamen en 1/41/61- ...
Pagina 431
Problemen oplossen Problemen bij aansluiten op een computer Ik kan geen beelden overbrengen naar een pc. Installeer de meegeleverde software (cd-rom EOS Solution Disk) op de computer (pag. 459). Als [53: Wi-Fi] is ingesteld op [Inschakelen], kan de camera geen ...
Pagina 432
Maak de elektrische contactpunten op de camera en het objectief schoon, gebruik een objectief van Canon of verwijder de accu en plaats deze weer (pag. 19, 20 en 30). Geen toegang tot kaart. Herplaats/vervang kaart of formatteer kaart met deze camera.
Pagina 433
Opnamemedia: SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart*, SDXC-geheugenkaart* * Compatibel met UHS-I-kaarten. Grootte beeldsensor: Circa 22,5 x 15,0 mm Compatibele objectieven: Canon EF-objectieven (incl. EF-S-objectieven) * Exclusief EF-M-objectieven (De effectieve brandpuntsafstand (kleinbeeldequivalent) is de brandpuntsafstand van het objectief vermenigvuldigd met ongeveer 1,6) Objectiefbevestiging: EF-vatting van Canon •...
Pagina 434
Specificaties Witbalans: Automatisch, vooraf ingesteld (Daglicht, Schaduw, Bewolkt, Kunstlicht, Wit TL licht, Flitser), Handmatig, Kleurtemp. (circa 2500-10000 K), witbalanscorrectie en witbalans bracketing mogelijk * Overdracht kleurtemperatuurgegevens van flitser ingeschakeld Ruisreductie: Van toepassing op lange belichtingstijden en opnamen met een hoge ISO-snelheid Automatische Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) helderheidscorrectie:...
Pagina 435
Specificaties • Belichting Meetmethoden: TTL-meting met volledige diafragmaopening en 63 zones • Meervlaksmeting (koppelbaar aan elk AF-punt) • Deelmeting (circa 7,7% van de zoeker in het midden) • Spotmeting (circa 3,0% van de zoeker in het midden) • Centrum gew. gemiddeld Bereik helderheid EV 1 - 20 (bij kamertemperatuur, ISO 100) lichtmeting:...
Pagina 436
RAW: circa 15 opnamen (circa 16 opnamen) RAW+JPEG Groot/Fijn: circa 8 opnamen (circa 8 opnamen) * De cijfers zijn gebaseerd op de testnormen van Canon (ISO 100 en beeldstijl Standaard) met een kaart van 8 GB. * De cijfers tussen haakjes hebben betrekking op een kaart van 8 GB die compatibel is met UHS-I en die is gebaseerd op de testnormen van Canon.
Pagina 437
Specificaties Continue AF: Beschikbaar Bereik helderheid EV 0 - 18 (bij kamertemperatuur, ISO 100) scherpstelling: Meetmethoden: Meervlaksmeting (315 zones), deelmeting (circa 10,3% van Live view-scherm), spotmeting (circa 2,6% van Live view- scherm), gemiddelde meting met nadruk op het midden Bereik helderheid EV 0 - 20 (bij kamertemperatuur, ISO 100) lichtmeting: Creatieve filters:...
Pagina 438
Specificaties Belichtingscontrole: Automatische belichting (AE-programma voor movies) en handmatige belichting Belichtingscompensatie: ±3 stops met tussenstappen van 1/3 stop (±5 stops bij fotografie) ISO-snelheid: Voor opnamen met automatische belichting: ISO 100 - (aanbevolen ISO 6400 automatisch ingesteld. In de creatieve modie is belichtingsindex) de bovengrens uit te breiden naar H (gelijk aan ISO 12800).
Pagina 439
Specificaties Classificatie: Beschikbaar Movieweergave: Ingeschakeld (LCD-scherm, video/audio OUT, HDMI OUT), ingebouwde luidspreker Diavoorstelling: Alle opnamen, op datum, op map, op movies, op foto's of op classificatie Achtergrondmuziek: Selecteerbaar voor het weergeven van diavoorstellingen en movies Opnamebeveiliging: Mogelijk • Naverwerking van beelden RAW-bestandsverwerking Helderheidscorrectie, Witbalans, Beeldstijl, Auto Lighting in de camera:...
Pagina 440
* Met volledig opgeladen accu LP-E6. • Afmetingen en gewicht Afmetingen (B x H x D): Circa 139,0 x 104,3 x 78,5 mm Gewicht (EOS 70D (W)): Circa 755 g (CIPA-richtlijnen), circa 675 gram (alleen behuizing) Gewicht (EOS 70D (N)): Circa 750 g (CIPA-richtlijnen), circa 670 g (alleen behuizing) •...
Pagina 441
Specificaties Bedrijfstemperatuur: 5 °C - 40 °C Luchtvochtigheid tijdens 85% of lager gebruik: Afmetingen (B x H x D): Circa 69,0 x 33,0 x 93,0 mm Gewicht: Circa 130 g • Batterijoplader LC-E6E Compatibele batterij: Accu LP-E6/LP-E6N Lengte netsnoer: Circa 1 m Oplaadtijd: Circa 2 uur en 30 min.
Pagina 442
Zonnekap: EW-78D (afzonderlijk verkrijgbaar) Objectiefkoker: LP1116 (afzonderlijk verkrijgbaar) Alle bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de testnormen van Canon en de testcriteria en richtlijnen van CIPA (Camera & Imaging Products Association). Bovenstaande afmetingen, maximale diameter, lengte en gewicht zijn gebaseerd ...
Pagina 443
*1: Van toepassing op de volgende digitale spiegelreflexcamera's die compatibel zijn met het EF-S-objectief: EOS 7D Mark II, EOS 7D, EOS 70D, EOS 60D, EOS 60Da, EOS 50D, EOS 40D, EOS 30D, EOS 20D, EOS 20Da, EOS 600D, EOS 550D,...
Pagina 444
Dit product levert uitstekende prestaties wanneer het wordt gebruikt met echte Canon-accessoires. Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door accessoires die niet van Canon zijn (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een accu). Deze garantie is niet van toepassing op reparaties die het gevolg zijn van defecten in accessoires die niet van Canon zijn.
Pagina 445
Als u defecten, problemen of schade aan het product opmerkt, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center of de leverancier bij wie u het product hebt gekocht. volg onderstaande waarschuwingen. Anders Waarschuwingen: kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn.
Pagina 446
Veiligheidsmaatregelen Wanneer de camera of accessoires niet worden gebruikt, dient u de batterij te verwijderen en de stekker uit het apparaat te halen voordat u het opbergt. Zo voorkomt u elektrische schokken, warmteontwikkeling, brand en corrosie. Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een explosie of brand. ...
Pagina 447
Veiligheidsmaatregelen volg onderstaande waarschuwingen. Anders bestaat het Waarschuwing: risico op lichamelijk letsel of schade aan eigendommen. Zorg dat u het product niet gebruikt of laat liggen in een auto die in de zon staat of in de nabijheid van een warmtebron. Het product kan heet worden en brandwonden veroorzaken.
Pagina 448
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/weee, of www.canon-europe.com/battery. VOORZICHTIG ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE BATTERIJ.
Pagina 451
De instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven/ Opnamen downloaden naar een computer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de instructiehandleidingen voor de camera en de software (op de meegeleverde dvd-rom) weergeeft op de computer en hoe u opnamen van de camera naar de computer downloadt.
Pagina 452
De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) bevat onderstaande instructiehandleidingen (pdf): EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Instructiehandleiding Uitleg van de functies en bediening van de camera, waaronder de basisfuncties.
Pagina 453
De index van de instructiehandleidingen wordt weergegeven. EOS 70D (W) EOS 70D (N) NEDERLANDS Deze handleiding voor de EOS 70D (N) bevat geen uitleg van de INSTRUCTIE- Wi-Fi-functies. HANDLEIDING Instructie- handleiding U dient Adobe Reader (de meest recente versie wordt aanbevolen) te installeren om de bestanden van de instructiehandleiding (pdf-indeling) te bekijken.
Pagina 454
De index van de instructiehandleidingen wordt weergegeven. EOS 70D (W) EOS 70D (N) NEDERLANDS Deze handleiding voor de EOS 70D (N) bevat geen uitleg van de INSTRUCTIE- Wi-Fi-functies. HANDLEIDING Instructie- handleiding U dient Adobe Reader (de meest recente versie wordt aanbevolen) te installeren om de bestanden van de instructiehandleiding (pdf-indeling) te bekijken.
Pagina 455
Opnamen downloaden naar een computer U kunt de meegeleverde software gebruiken om de opnamen op de camera naar een computer te downloaden. Dit kan op twee manieren. Downloaden door de camera op de computer aan te sluiten Installeer de software (pag.
Pagina 456
Raadpleeg de software- instructiehandleiding (pag. 453) voor meer informatie. Als u opnamen van de camera naar uw computer downloadt en hiervoor een kaartlezer gebruikt in plaats van de Canon-software, kopieert u de map DCIM op de kaart naar uw computer.
Pagina 457
Informatie over de software EOS Solution Disk EOS Solution Disk XXX Deze cd bevat de volgende software voor EOS-camera's. CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX De software die bij eerdere camera's is geleverd, biedt mogelijk geen XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX ondersteuning voor foto's en moviebestanden die met deze camera worden gemaakt.
Pagina 458
Informatie over de software d ImageBrowser EX Software voor het weergeven en bewerken van opnamen Maak verbinzding met internet om de software de downloaden en installeren.* U kunt door JPEG-opnamen op uw computer bladeren, deze weergeven en afdrukken. U kunt movies (MOV-bestanden) en videosnapshotalbums afspelen en moviebeelden ...
Pagina 459
De software installeren De software op Windows installeren Compatibele Windows 8 Windows 7 Windows Vista Windows XP besturingssystemen Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software ...
Pagina 460
De software installeren De software op Macintosh installeren MAC OS X 10.6 - 10.8 Compatibele besturingssystemen Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten. Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd. Anders wordt de software niet juist geïnstalleerd.
Pagina 463
Index Flitsbesturing ......195 HDR..........172 Flitser uit .......77, 80 HDR-tegenlicht ....... 88 Flitsmodus ........199 Helemaal indrukken......45 Flitssynchronisatiesnelheid..194 Help ..........70 Handmatig flitsen....199, 213 Histogram (Helderheid/RGB) ..295 Ingebouwde flitser ....188 Persoonlijke voorkeuze ....202 Hoge ISO-ruisreductie....141 Rode-ogencorrectie ....190 Hoofdinstelwiel ....... 46 Sluitersynchronisatie (1e/2e gordijn)..200 Flitsers van een ander merk ..194 ICC-profiel ........
Pagina 464
Index Kabel....4, 316, 319, 416, 455 LOCK ..........48 Kijktijd ..........60 Luidspreker ........308 Klein (opnamekwaliteit)..117, 333 Kleurruimte ........155 M (Handmatige belichting) ... 164, 256 Kleurtemperatuur ....134, 137 Macrofotografie ......84 Kleurtoon ........130 Maken/selecteren van mappen ..149 Korrelig Z/W......226, 336 Maximale opnamereeks ..
Pagina 465
Index Movie-opnameformaat....265 Oogschelp ........183 Op een televisie bekijken ..306, 316 Op een tv bekijken....306, 316 Opnamen met automatische Opladen.......... 28 belichting ........252 Oplader........26, 28 Opnamen met handmatige Opname-instellingen ....49, 395 belichting ........256 Opnametijd .......266 Opnamekwaliteit......116 Rasterweergave .......276 Opnamemodi........
Pagina 466
Index Opnamesprong (door Reiniging (beeldsensor) ....339 opnamen navigeren) ....297 Riem..........27 Overbelichtingswaarschuwing..294 Rode-ogencorrectie...... 190 Vergroting .........298 Roteren (opname) ..301, 325, 353 Weergave .........289 Ruisond. bij meerd. opn....141 Wissen........322 Ruisreductie Opnamen beveiligen.....320 Hoge ISO-snelheid ....141 Opnamen maken met de Lange belichtingstijden ....
Pagina 468
De beschrijvingen in deze Instructiehandleiding zijn in oktober 2014 geactualiseerd. Voor informatie over de compatibiliteit met producten van na deze datum, kunt u zich wenden tot een Canon Service Center. Raadpleeg voor de nieuwste versie van de Instructiehandleiding de Canon-website.