C.Fn II -2
0:
Geschikt voor onderwerpen die zich met een vaste snelheid verplaatsen.
+2 / +1:
Dit is effectief voor onderwerpen die plotselinge bewegingen maken, plotseling versnellen of vaart
minderen of plotseling stoppen. Zelfs wanneer de snelheid van het bewegende onderwerp plotseling
sterk verandert, blijft de camera op het onderwerp scherpstellen. Zo is bij een naderend onderwerp de
kans kleiner dat de camera scherpstelt op een plek achter het onderwerp, aangezien dat tot een
onscherp onderwerp zou leiden. Voor een onderwerp dat plotseling tot stilstand komt, is de kans kleiner
dat de camera op een plek voor het onderwerp scherpstelt. Met de instelling +2 kan de camera grote
veranderingen in de snelheid van het bewegende onderwerp beter volgen dan met de instelling +1.
Omdat de camera gevoelig is voor kleine bewegingen van het onderwerp, kan de
scherpstelling echter even onstabiel zijn.
C.Fn II -3
Gelijke voorkeur:
Er wordt aan het scherpstellen en ontspannen gelijke prioriteit gegeven.
: Ontspannen
Wanneer u de ontspanknop indrukt, wordt de opname direct gemaakt, ook
al is er nog niet scherpgesteld. Dit is effectief wanneer u het wijzigen van de
sluitertijd belangrijker vindt dan de scherpstelling.
: Scherpstelvoorkeur
Wanneer u de ontspanknop indrukt, wordt er pas een opname gemaakt wanneer de camera heeft
scherpgesteld. Dit is effectief als u in ieder geval wilt scherpstellen voordat u de opname maakt.
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
Versnelde/vertraagde tracking
Dit bepaalt de gevoeligheid voor het volgen van
bewegende onderwerpen die plotseling enorm
kunnen versnellen of vertragen, bijvoorbeeld als
gevolg van abrupt starten of stoppen, enz.
AI servo 1e beeldvoorkeur
U kunt de eigenschappen instellen voor de
automatische scherpstelling en de ontspantiming
voor de eerste opname tijdens het maken van
continuopnamen met AI Servo AF.
369