De flitser instellenN
3
Bij gebruik van de ingebouwde flitser of een Speedlite uit de EX-serie
die compatibel is met de flitsfunctie-instellingen, kunt u het
menuscherm van de camera gebruiken om de functies en persoonlijke
voorkeuzen van de Speedlite in te stellen. Als u een externe Speedlite
gebruikt, bevestigt u deze op de camera en schakelt u de Speedlite
in voordat u begint met deze instellingen.
Zie de instructiehandleiding van de externe Speedlite voor meer
informatie over flitsfuncties van de Speedlite.
Flitsen
E-TTL II-flitslichtmeting
Selecteer [Flitsbesturing].
1
Selecteer op het tabblad [z2] de
optie [Flitsbesturing] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm voor flitsbesturing wordt
weergegeven.
Selecteer de gewenste optie.
2
Selecteer de optie die u wilt instellen
en druk op <0>.
Om flitsfotografie in te schakelen stelt u
[Inschakelen] in. Als u alleen het AF-
hulplicht wilt gebruiken, stelt u
[Uitschakelen] in.
Voor normale flitsbelichtingen stelt u deze
optie in op [Evaluatief]. Als [Gemiddeld]
is ingesteld, wordt het gemiddelde van de
gehele gemeten scène berekend. Het kan
nodig zijn om flitsbelichtingscompensatie
te gebruiken. Deze instelling is voor
geavanceerde gebruikers.
195