(4) Opnamen opslaan in Canon Connect Station De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen en gebieden ondersteund. Welke landen en gebieden de CANON iMAGE GATEWAY-services ondersteunen, vindt u op de website van Canon (http://www.canon.com/cig).
Pagina 3
'smartphone' verwezen naar smartphones en tablets. (2) z Opnamen naar een andere camera overbrengen (pag. 43) Breng opnamen op deze camera naar andere Canon-camera's over met de ingebouwde wireless-netwerkvoorziening. (3) l Opnamen printen met een Wi-Fi-printer (pag. 53 en 93)
De structuur van deze handleiding Deze handleiding bestaat uit de gedeelten “Aan de slag”, “Gemakkelijke verbinding” en “Geavanceerde verbinding”. Voer eerst een bijnaam in volgens de aanwijzingen in Aan de slag (pag. 19) en raadpleeg vervolgens de pagina's die u nodig hebt. z/Connect Station: “Gemakkelijke verbinding”...
Hoofdstukken Inleiding Aan de slag Basisbediening en -instellingen Een bijnaam opgeven Gemakkelijke verbinding Gemakkelijke verbinding met een smartphone Opnamen naar een andere camera overbrengen Gemakkelijke verbinding met een Wi-Fi-printer Gemakkelijke verbinding met Connect Station Geavanceerde verbinding Een Wi-Fi access point gebruiken Wi-Fi-verbinding met een smartphone Wi-Fi-verbinding met een Wi-Fi-printer Opnamen bekijken met een mediaspeler...
Inhoudsopgave Inleiding Wat u met de wireless-netwerkfuncties kunt doen ......2 De structuur van deze handleiding........... 4 Hoofdstukken ................... 5 Inhoud ....................6 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ..10 Aan de slag Stroomdiagram voor de wireless-netwerkfunctie ......12 Basisbediening en -instellingen Basisbediening en -instellingen............
Pagina 7
Inhoudsopgave Opnamen naar een andere camera overbrengen De verbindingsbestemming selecteren........... 44 Opnamen overbrengen ..............46 Opnieuw verbinding maken ............50 Instellingen voor meerdere verbindingen opgeven ......51 Gemakkelijke verbinding met een Wi-Fi-printer Verbinding maken in de Camera access point modus....54 Printen.....................
Pagina 8
Inhoudsopgave Wi-Fi-verbinding met een Wi-Fi-printer Verbinding maken in de Infrastructuurmodus......... 94 Printen .................... 95 Opnieuw verbinding maken ............98 Instellingen voor meerdere verbindingen opgeven ......99 Opnamen bekijken met een mediaspeler Opnamen weergeven op een tv ........... 102 Opnieuw verbinding maken ............104 Instellingen voor meerdere verbindingen opgeven ......
Pagina 9
Inhoudsopgave Problemen oplossen Reageren op foutmeldingen............140 Problemen oplossen ..............153 Opmerkingen over wireless netwerken.........154 Netwerkinstellingen controleren............156 Referentie Het netwerk handmatig instellen...........158 Het IP-adres handmatig instellen..........160 Specificaties..................162 Aandachtspunten bij Wi-Fi (wireless netwerken) ......163 Index .....................165...
Zorg bij het gebruik van Wi-Fi-functies voor adequate beveiliging, naar uw eigen inzicht en op uw eigen risico. Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van onbevoegde toegang of andere schendingen.
Stroomdiagram voor de wireless-netwerkfunctie In dit gedeelte worden de basisprincipes van de wireless-netwerkfuncties beschreven en hoe u een bijnaam opgeeft (ten behoeve van identificatie). Volg de procedures hieronder. Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen]. (Stap 1 en 2 op pagina 14) Wanneer deze functie voor het eerst wordt geselecteerd, verschijnt er een scherm waarin u een bijnaam moet opgeven.
Basisbediening en -instellingen In dit hoofdstuk worden de basisbediening en de instellingen beschreven die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de wireless-netwerkinstellingen van de camera.
Basisbediening en -instellingen De basisbediening voor het instellen van de wireless- netwerkinstellingen van de camera wordt hier uitgelegd. Volg de onderstaande procedures. Selecteer [Wi-Fi/NFC]. Selecteer op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen]. Druk op de knop <Z>...
Pagina 15
Basisbediening en -instellingen Selecteer de Wi-Fi-functie waarmee u verbinding wilt maken. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> of <Y> en <Z> om een item te selecteren. De wireless-netwerkinstellingen voor de camera worden vanuit dit scherm geconfigureerd. Zie voor andere verbindingsinstellingen “Gemakkelijke verbinding”...
Basisbediening en -instellingen Automatisch uitschakelen Indien nodig stelt u [Uitschakelen] op tabblad [52] in op [Deactiveren]. Als de camerafunctie voor automatisch uitschakelen tijdens de wireless-netwerkverbinding actief is, wordt de verbinding verbroken. Status van wireless-netwerkverbinding U kunt de status van de wireless-netwerkverbinding controleren op het <k>-lampje van de camera.
NFC geschikt is tegen de camera aan om een opname naar de smartphone te verzenden (pag. 39). Houd de camera dicht bij het Canon Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) om de apparaten gemakkelijk met elkaar te verbinden via een wireless LAN (pag.
Pagina 18
Basisbediening en -instellingen Aandachtspunten bij een kabelverbinding Wanneer [51: Wi-Fi/NFC] is ingesteld op [Inschakelen], is verbinding via een interfacekabel, stereo-AV-kabel of HDMI-kabel uitgeschakeld. Stel [51: Wi-Fi/NFC] in op [Uitschakelen] voordat u een kabel aansluit. Wanneer de camera met een kabel op een Connect Station, computer, ...
Een bijnaam registreren Stel de bijnaam (voor identificatie) van de camera in voordat u een verbinding instelt. Wanneer de camera via een wireless netwerk op een ander apparaat is aangesloten, wordt de bijnaam op dat apparaat weergegeven. Als u geen bijnaam instelt, kunt u niet naar het scherm met de wireless- netwerkinstellingen gaan.
Pagina 21
Een bijnaam registreren Voer een bijnaam in. Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u ‘Gebruik van het virtuele toetsenbord’ op de volgende pagina. Voer een tekenreeks in die 1 tot 14 tekens lang is. Verlaat de instelling. Wanneer u klaar bent, drukt u op de ...
Een bijnaam registreren Gebruik van het virtuele toetsenbord Het invoergebied wijzigen Druk op de knop <Q> om te schakelen tussen het bovenste en onderste invoergebied. De cursor verplaatsen Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> in het bovenste gebied om de cursor te verplaatsen.
Stroomdiagram voor de wireless-netwerkfunctie (Gemakkelijke verbinding) Connect Smartphone Camera Printer Station Een bijnaam opgeven voor de camera (pag. 20) Camera Connect installeren compatibele compatibele Connect Station op een camera instellen printer instellen instellen smartphone (pag. 43) (pag. 53) (pag. 26) Bestemmingsinstellingen opgeven in de camera Verbinding maken via NFC...
Eenvoudig verbinding maken met een smartphone Als u de camera aansluit op een smartphone, kunt u het volgende doen: • Opnamen die zijn opgeslagen in de camera bekijken of beheren met de smartphone. • Opnamen die zijn opgeslagen in de camera ontvangen met de smartphone.
Voorbereiding Camera Connect installeren op een smartphone Om te communiceren met een smartphone is de smartphone-app Camera Connect (gratis) nodig. Camera Connect kan worden gedownload van de App Store of van Google Play. Installeer Camera Connect op de smartphone en voer de procedures voor het tot stand brengen van de verbinding uit.
Pagina 27
Voorbereiding Verbindingsmethode Controleer bij het gebruik van een Android-smartphone of deze geschikt is voor NFC. Wanneer de smartphone geschikt is voor NFC: zie pag. 28 U kunt eenvoudig een verbinding instellen met de NFC-functie. Wanneer de smartphone niet geschikt is voor NFC: zie pag. 31 ...
Verbinding maken via de NFC-functie Gebruik de NFC-functie om verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een smartphone. De procedure voor verbinding via NFC is als volgt. (1) Schakel de camera en de smartphone in. (2) Schakel de NFC-functie in op de camera en de smartphone. (3) Raak met de smartphone de camera aan, zodat ze met elkaar in contact komen (pag.
Pagina 29
Verbinding maken via de NFC-functie Verbinding maken met een smartphone Houd een smartphone tegen de camera. Als er een opname op de camera wordt weergegeven, beëindigt u de weergave. Houd het symbool p op de smartphone tegen hetzelfde symbool op de camera.
Pagina 30
Verbinding maken via de NFC-functie Bedien de camera met Camera Connect. Voer verdere handelingen uit via Camera Connect. Zie pagina 35 voor aanwijzingen. De instellingen voor communicatie met de smartphone zijn nu geconfigureerd. Aandachtspunten bij NFC Let goed op dat u de smartphone of de camera niet laat vallen wanneer ...
Een verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Met smartphones die geen ondersteuning bieden voor NFC, kunt u verbinding maken in de Camera access point modus. Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet u een aantal handelingen op de smartphone uitvoeren.
Een verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Selecteer [Gemakkelijke verbinding]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Gemakkelijke verbinding] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Zie pagina 158 voor handmatig ...
Pagina 33
Een verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Start Camera Connect op de smartphone. Wanneer de Wi-Fi-instellingen op de smartphone zijn geconfigureerd, start u Camera Connect. Selecteer op de smartphone de camera waarmee u verbinding wilt maken. Selecteer en raak de camera ...
Een verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Bediening op de camera-2 Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD-scherm van de camera. Druk op de knop <B> om het aantal ...
De camera met een smartphone bedienen Met een smartphone waarop Camera Connect is geïnstalleerd, kunt u opnamen bekijken die op de camera zijn opgeslagen en de camera op afstand bedienen om foto's te maken. Hoofdvenster van Camera Connect Hier volgt een beschrijving van de belangrijkste functies van Camera Connect.
De camera met een smartphone bedienen De verbinding verbreken Voer een van de volgende handelingen uit om de verbinding te verbreken. Tik in het Camera Connect-scherm op [t]. Schakel de camera uit <2>. Wanneer er weer te geven opnamen zijn ingesteld (pag. 89), zijn de ...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een smartphone waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met ...
Pagina 38
Opnieuw verbinding maken Activeer de Wi-Fi-functie op de smartphone. Als de bestemmingsinstelling is gewijzigd, herstelt u deze om verbinding te kunnen maken met de camera. Start Camera Connect op de smartphone. Er wordt verbinding tot stand gebracht. Als u opnieuw verbinding wilt maken en de SSID van de camera niet ...
Eenvoudige beeldoverdracht met de NFC-functie Houd tijdens het weergeven van opnamen op de camera een smartphone die voor NFC geschikt is tegen de camera aan om een opname naar de smartphone te verzenden. Als er al een verbinding tot stand is gebracht via een wireless netwerk, ...
Pagina 40
Eenvoudige beeldoverdracht met de NFC-functie Druk op <0>. Selecteer [Wrg. bld. vrz.]. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om [Wrg. bld. vrz.] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u [Gesel. verz.] selecteert, wordt het scherm in stap 2 op pagina 41 weergegeven.
Pagina 41
Eenvoudige beeldoverdracht met de NFC-functie Geselecteerde opnamen overbrengen Wanneer de indexweergave is geselecteerd in stap 1 op pagina 39, wordt het opnameselectiescherm weergegeven op de camera nadat er een verbinding tot stand is gebracht. Verbind de camera met de smartphone. Speel opnamen af in de ...
Eenvoudige beeldoverdracht met de NFC-functie Nog een opname overbrengen Druk op het scherm voor het voltooien van de opnameverzending op <0> om nog een opname over te brengen. [Gesel. verz.] U kunt de opnamen die u wilt verzenden, selecteren in het scherm voor opnameselectie.
Opnamen naar een andere camera overbrengen Opnamen op deze camera kunnen naar andere Canon- camera's worden overgebracht met de ingebouwde wireless-netwerkvoorziening. Wireless verbinding is mogelijk voor Canon-camera's met ingebouwde wireless-netwerkvoorziening en die in 2012 of later op de markt zijn gebracht. Let op: de camera kan niet met Canon-camcorders worden verbonden, ook niet als deze een wireless-netwerkvoorziening hebben.
De verbindingsbestemming selecteren Registreer de camera waarmee u verbinding wilt maken via een wireless netwerk. De camera kan met slechts één andere camera tegelijk worden verbonden. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Pagina 45
De verbindingsbestemming selecteren Selecteer de opnamen die u wilt overbrengen. Selecteer opnamen op de verzendende camera (pag. 46). Bedien de camera die de opnamen ontvangt niet. Let op: GPS-informatie wordt niet op het scherm van de camera weergegeven, zelfs niet als de GPS-informatie bij de ontvangen opname is gevoegd.
Opnamen overbrengen Afzonderlijke opnamen overbrengen U kunt opnamen afzonderlijk selecteren en verzenden. Selecteer een opname die u wilt overbrengen. Druk op de knoppen <Y> en <Z> om de opname die u wilt verzenden, te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <I>...
Pagina 47
Opnamen overbrengen Meerdere opnamen overbrengen U kunt meerdere opnamen tegelijk selecteren en verzenden. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Als u het formaat voor de te verzenden opnamen wilt kiezen, selecteert u [Beeldf. wijz.] en drukt u op <0>. Druk op de pijltjestoetsen <Y>...
Pagina 48
Opnamen overbrengen Verklein de afmetingen. Stel deze in als dit nodig is. Druk op het volgende scherm op de pijltjestoetsen <W> en <X> om een opnameformaat te selecteren en druk vervolgens op <0>. Breng de opnamen over. Druk op de pijltjestoetsen <W> en ...
Pagina 49
[Gew. f.:S2] en [Gew. f.:S3] zijn alleen beschikbaar voor foto's die met de EOS 750D zijn gemaakt. Opnamen van andere camera's worden zonder aanpassing van het formaat verzonden. De bestandsgrootte (totale grootte) is gebaseerd op de bestandsgrootte ...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een andere camera waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [z]. Selecteer [z] (Blden tussen ...
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met camera's vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [z]. Selecteer [z] (Blden tussen camera's verz.) en druk op <0>.
Makkelijke verbinding met een Wi-Fi-printer U kunt opnamen rechtstreeks printen door de camera via een wireless netwerk te verbinden met een printer die ondersteuning biedt voor wireless netwerken en PictBridge (wireless LAN). Wanneer de camera zich in de modus <F> of <G> bevindt of de functie Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen actief is, kan er geen verbinding tussen de camera en een printer tot stand worden gebracht.
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus De camera en de printer kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een wireless netwerk. Omdat de camera als access point fungeert, is er geen ander access point nodig en kunt u opnamen makkelijk printen.
Pagina 55
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Selecteer [Gemakkelijke verbinding]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Gemakkelijke verbinding] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Zie pagina 158 voor handmatig ...
Pagina 56
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken. Wanneer er een lijst met gedetecteerde printers wordt weergegeven, selecteert u de gewenste printer en drukt u op <0>. Sommige printers kunnen een pieptoon laten horen.
Printen Afzonderlijke opnamen printen U kunt opnamen afzonderlijk selecteren en printen. Selecteer een opname die u wilt printen. Druk op de knoppen <Y> en <Z> om de opname te selecteren die u wilt printen en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <I>...
Pagina 58
Printen Opties opgeven bij printen U kunt bij het printen de gewenste opties opgeven. Druk op <0>. Selecteer [Printopties]. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om [Printopties] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Het scherm [Printopties] wordt weergegeven.
Pagina 59
Printen Verbreek de verbinding. Druk op de knop <M> om terug te keren naar het scherm van stap 1. Druk nogmaals op de knop <M>, om het bevestigingsvenster weer te geven. Druk op de knop <Z> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op <0>...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een printer waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi- ...
Gemakkelijke verbinding met Connect Station Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) is een apparaat waarmee u foto's en movies kunt importeren om ze te bekijken op uw televisie, smartphone, enzovoort of om ze via een netwerk te delen. U kunt gemakkelijk foto's en movies op Connect Station opslaan door deze camera dicht bij Connect Station te houden.
Opnamen opslaan In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u verbinding tussen de camera en Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) tot stand kunt brengen via een wireless netwerk. Als u opnamen op een andere manier wilt opslaan, raadpleegt u de instructiehandleiding voor Connect Station. Stel de camera van tevoren in op gebruik van de NFC-functie (pag.
Pagina 63
Opnamen opslaan Laat de camera niet op Connect Station vallen en duw de camera niet met kracht tegen Connect Station. De interne vaste schijf van Connect Station zou hierdoor beschadigd kunnen raken. Het kan zijn dat de camera niet meteen wordt herkend; houd de camera dan ...
Stroomdiagram voor de wireless-netwerkfunctie (Geavanceerde verbinding) Smartphone Printer Mediaspeler Webservice Bijnaam vastleggen (pag. 20) Camera Connect • Registreren bij installeren op een CANON iMAGE smartphone GATEWAY (pag. 68) (pag. 108) • Webservices vastleggen op de Elk apparaat verbinden met een camera (pag. 108)
Pagina 67
Als u verbinding wilt maken met z (Opnamen naar een andere camera overbrengen) of Connect Station, raadpleegt u “Gemakkelijke verbinding” (pag. 23). * Volg deze instructies pas nadat alle apparaten, bijvoorbeeld een smartphone, met een Wi-Fi-access point zijn verbonden.
Verbinding met een smartphone voorbereiden Voor gebruik van [q] (Verbinden met smartphone) moet de toepassing Camera Connect (gratis) op de smartphone zijn geïnstalleerd. U kunt Camera Connect downloaden uit de App Store of van Google Play. Om Camera Connect te kunnen gebruiken, hebt u een smartphone ...
Een Wi-Fi access point gebruiken Wanneer u verbinding maakt met een Wi-Fi access point, kunt u de volgende voorzieningen benutten: • Verbinding maken met een smartphone • Opnamen printen met een Wi-Fi-printer • Opnamen bekijken met een mediaspeler • Opnamen naar een webservice versturen* * Voor het versturen van opnamen naar een webservice kunt u het beste direct naar pagina 107 gaan.
Het type access point controleren Controleer ten eerste of het access point ondersteuning biedt voor WPS (Wi-Fi Protected Setup), waarmee u gemakkelijke verbinding tussen Wi-Fi-apparaten tot stand kunt brengen. Als u niet weet of het access point dat u gebruikt WPS-compatibel is, raadpleegt u de instructiehandleiding of andere documentatie over het access point.
Verbinding via WPS (PBC-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. In de PBC-modus (Push Button Connection) kunt u de camera met het access point verbinden door eenvoudig op de WPS-knop van het access point te drukken. Als er meerdere access points in de buurt actief zijn, kan het lastiger ...
Pagina 72
Verbinding via WPS (PBC-modus) Selecteer [WPS (PBC-modus)]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [WPS (PBC-modus)] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Maak verbinding met het access point.
Verbinding via WPS (PBC-modus) Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone: hoofdstuk 8 (pag. 83) Opnamen printen met een Wi-Fi-printer: hoofdstuk 9 (pag.
Verbinding via WPS (PIN-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. Bij de verbindingsmethode met PIN- code (PIN-modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer dat op de camera is opgegeven, op het access point ingesteld om verbinding tot stand te brengen.
Pagina 75
Verbinding via WPS (PIN-modus) Selecteer [WPS (PIN-modus)]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [WPS (PIN-modus)] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Geef bij het access point de PIN- code op.
Pagina 76
Verbinding via WPS (PIN-modus) Selecteer [Autom. Instellen]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Autom. Instellen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm voor de Wi-Fi- functie weer te geven die u in stap 2 hebt geselecteerd (pag.
Pagina 77
Verbinding via WPS (PIN-modus) Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone: hoofdstuk 8 (pag. 83) Opnamen printen met een Wi-Fi-printer: hoofdstuk 9 (pag.
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Wanneer [Netwerk zoeken] wordt geselecteerd, wordt er een lijst met actieve access points in de buurt weergegeven, samen met informatie over deze access points. Selecteer de SSID (of ESS-ID) van het access point waarmee u verbinding wilt maken en breng de verbinding tot stand. Het wireless netwerk selecteren Selecteer [Wi-Fi-functie].
Pagina 79
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Selecteer [Netwerk zoeken]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Netwerk zoeken] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Selecteer een access point.
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken De encryptiesleutel voor het wireless netwerk invoeren Stel de encryptiesleutel in die voor het access point is gespecificeerd. Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point. De schermen die in stap 6 t/m 8 hieronder zijn weergegeven variëren, ...
Pagina 81
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Het IP-adres instellen Selecteer [Autom. Instellen]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Autom. Instellen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm voor de Wi-Fi- functie weer te geven die u in stap 2 hebt geselecteerd (pag.
Pagina 82
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone: hoofdstuk 8 (pag. 83) Opnamen printen met een Wi-Fi-printer: hoofdstuk 9 (pag.
Wi-Fi-verbinding met een smartphone Als u de camera met een smartphone verbindt, kunt u het volgende doen: • Opnamen die in de camera zijn opgeslagen, met de smartphone bekijken en beheren. • Opnamen die in de camera zijn opgeslagen, op de smartphone ontvangen.
Verbinding maken in de Infrastructuurmodus Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 7. Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet u een aantal handelingen op de smartphone uitvoeren. Raadpleeg de instructiehandleiding van de smartphone voor meer informatie. Als u verbinding wilt maken via de functie NFC of in de Camera ...
Pagina 85
Verbinding maken in de Infrastructuurmodus Bediening op de camera Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD- scherm van de camera. Druk op de knop <B> om het aantal ...
De camera met een smartphone bedienen Met een smartphone waarop Camera Connect is geïnstalleerd, kunt u opnamen bekijken die op de camera zijn opgeslagen en de camera op afstand bedienen om foto's te maken. Het hoofdvenster van Camera Connect Hier volgt een beschrijving van de belangrijkste functies van Camera Connect.
De camera met een smartphone bedienen De verbinding verbreken U kunt de verbinding op een van de volgende manieren verbreken. Tik in het Camera Connect-scherm op [t]. Schakel de camera uit <2>. Wanneer er weer te geven opnamen zijn ingesteld (pag. 89), zijn de ...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een smartphone waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met ...
Opnamen voor weergave specificeren U kunt op de camera instellen welke opnamen er op de smartphone worden weergegeven. Opnamen kunnen zowel tijdens de verbindingsinstelling als na beëindiging van de verbinding worden gespecificeerd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie ...
Pagina 90
Opnamen voor weergave specificeren Selecteer een item. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om een item te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm weer te geven. [Alle beelden] Alle opnamen op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven.
Pagina 91
Opnamen voor weergave specificeren [Bestandsnummerreeks] (Select. reeks) Selecteer de eerste en laatste weer te geven opname van de reeks opnamen die op bestandsnummer zijn gesorteerd. 1 Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om de eerste opname te selecteren die moet worden weergegeven.
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met smartphones vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone) en druk op <0>.
Wi-Fi-verbinding met een Wi-Fi-printer U kunt opnamen rechtstreeks printen door de camera via een wireless netwerk te verbinden met een printer die ondersteuning biedt voor wireless netwerken en PictBridge (wireless LAN). Volg deze instructies pas nadat de printer met een toegangspunt is verbonden.
Verbinding maken in de Infrastructuurmodus Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 7. Als u de camera in Camera access point modus wilt verbinden, raadpleegt u “Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus” (pag. 54). Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Printen Afzonderlijke opnamen printen U kunt opnamen afzonderlijk selecteren en printen. Selecteer een opname die u wilt printen. Druk op de knoppen <Y> en <Z> om de opname te selecteren die u wilt printen en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <I>...
Printen Opties opgeven bij printen U kunt bij het printen de gewenste opties opgeven. Druk op <0>. Selecteer [Printopties]. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om [Printopties] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Het scherm [Printopties] wordt weergegeven.
Pagina 97
Printen Verbreek de verbinding. Druk op de knop <M> om terug te keren naar het scherm van stap 1. Druk nogmaals op de knop <M>, om het bevestigingsvenster weer te geven. Druk op de knop <Z> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op <0>...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een printer waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi- ...
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met printers vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi- ...
Opnamen bekijken met een mediaspeler Opnamen op een geheugenkaart in de camera kunnen via een wireless netwerk op een televisie worden bekeken. Deze functie vereist een televisie, spelcomputer, smartphone of een andere mediaspeler die compatibel is met DLNA*. In deze handleiding wordt de term “mediaspeler”...
Er kan een ander pictogram worden weergegeven. Dit is afhankelijk van de mediaspeler. Zoek in dat geval naar het pictogram met de naam EOS 750D. Selecteer het pictogram EOS 750D < EOS 750D> op de mediaspeler.
Pagina 103
Pictogrammen met labels zoals “1-100” bevatten opnamen die zijn gegroepeerd op bestandsnummer in de geselecteerde map (***CANON). Datuminformatie die voor opnamen wordt weergegeven, is gebaseerd op de informatie die aan de opnamen is toegevoegd.
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een mediaspeler waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [o]. Selecteer [o] (Beelden op DLNA- ...
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met mediaspelers vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [o]. Selecteer [o] (Beelden op DLNA- ...
Wi-Fi-verbinding met een webservice U kunt diverse webservices op de camera registreren en daar opnamen naartoe sturen. De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen en gebieden ondersteund. Welke landen en gebieden de CANON iMAGE GATEWAY-services ondersteunen, vindt u op de website van Canon (http://www.canon.com/cig).
Als zich wijzigingen hebben voorgedaan in de servicevoorzieningen of geregistreerde webservices, kan de werking afwijken van de beschrijving in deze handleiding of is besturing niet mogelijk. Uw registratie als lid vindt u in de Help van de CANON iMAGE GATEWAY-site.
Pagina 109
Gebruik de EOS-software op de cd-rom om EOS Utility te installeren. Ga op de computer naar de website van Canon en meld u aan als CANON iMAGE GATEWAY-lid (gratis). Als u al lid bent, gaat u verder naar stap 3.
Het type access point controleren Controleer ten eerste of het access point ondersteuning biedt voor WPS (Wi-Fi Protected Setup), waarmee u gemakkelijke verbinding tussen Wi-Fi-apparaten tot stand kunt brengen. Als u niet weet of het access point dat u gebruikt WPS-compatibel is, raadpleegt u de instructiehandleiding of andere documentatie over het access point.
Verbinding via WPS (PBC-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. In de PBC-modus (Push Button Connection) kunt u de camera met het access point verbinden door eenvoudig op de WPS-knop van het access point te drukken. Als er meerdere access points in de buurt actief zijn, kan het lastiger ...
Pagina 112
Verbinding via WPS (PBC-modus) Selecteer een webservice. Selecteer een webservice waarmee u verbinding wilt maken en druk vervolgens op <0>. De inhoud en volgorde van de lijst kunnen afhankelijk van de instellingen variëren. De webservice waarmee u verbinding maakt, ...
Pagina 113
Verbinding via WPS (PBC-modus) Selecteer [Autom. Instellen]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Autom. Instellen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0>. De instellingen worden opgeslagen en er wordt een opname weergegeven die zich op de kaart bevindt.
Verbinding via WPS (PIN-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. Bij de verbindingsmethode met PIN-code (PIN- modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer dat op de camera is opgegeven, op het access point ingesteld om verbinding tot stand te brengen. Zelfs als er in de omgeving meerdere access points actief zijn, kan ...
Pagina 115
Verbinding via WPS (PIN-modus) Selecteer [WPS (PIN-modus)]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [WPS (PIN-modus)] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Geef bij het access point de PIN- code op.
Pagina 116
Verbinding via WPS (PIN-modus) Selecteer [Autom. Instellen]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Autom. Instellen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0>. De instellingen worden opgeslagen en er wordt een opname weergegeven die zich op de kaart bevindt.
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Wanneer [Netwerk zoeken] wordt geselecteerd, wordt er een lijst met actieve access points in de buurt weergegeven, samen met informatie over deze access points. Selecteer de SSID (of ESS-ID) van het access point waarmee u verbinding wilt maken en breng de verbinding tot stand. Het wireless netwerk selecteren Selecteer [Wi-Fi-functie].
Pagina 118
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Selecteer [Netwerk zoeken]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Netwerk zoeken] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Selecteer een access point.
Pagina 119
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken De encryptiesleutel voor het wireless netwerk invoeren Stel de encryptiesleutel in die voor het access point is gespecificeerd. Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point. De schermen die in stap 6 t/m 8 hieronder zijn weergegeven ...
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Het IP-adres instellen Selecteer [Autom. Instellen]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Autom. Instellen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0>. De instellingen worden opgeslagen en er wordt een opname weergegeven die zich op de kaart bevindt.
Opnamen naar een webservice versturen U kunt de foto's en movies die u hebt gemaakt met anderen delen door ze naar een op de camera geregistreerde webservice zoals CANON iMAGE GATEWAY te versturen. Foto's worden in een online album op CANON iMAGE GATEWAY opgeslagen en een koppeling naar het album wordt naar elke webservice verstuurd.
Pagina 122
Opnamen naar een webservice versturen Wanneer het scherm met de [Gebruiksvoorwaarden] wordt weergegeven, leest u het bericht zorgvuldig en drukt u vervolgens op de knop <Z> om [Akkoord] te selecteren. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om omhoog en omlaag te bladeren door het scherm.
Pagina 123
Opnamen naar een webservice versturen Verklein de afmetingen. Stel deze in als dit nodig is. Wanneer YouTube als bestemming is geselecteerd, wordt [Beeldf. wijz.] niet weergegeven. Druk op het volgende scherm op de pijltjestoetsen <W> en <X> om een opnameformaat te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 124
• Wanneer de opname rechtstreeks naar een andere webservice dan CANON iMAGE GATEWAY is verzonden. Verwerkingsfouten van de server kunt u bekijken op de CANON iMAGE GATEWAY-site. Lees de inhoud van de foutmelding en probeer de opname vervolgens opnieuw te verzenden.
Pagina 125
Opnamen naar een webservice versturen Een bestemming kiezen Opnamen die op de camera zijn opgeslagen en koppelingen naar online geplaatste opnamen, kunt u verzenden naar geregistreerde bestemmingen. Het registreren van e-mailbestemmingen en instellingen voor het verzenden van e-mails dient op een computer te gebeuren. Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding (PDF) voor meer informatie.
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een webservice waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. De verbinding met het access point hoeft slechts eenmaal tot stand te worden gebracht. U hoeft niet voor elke webservice opnieuw een verbinding tot stand te brengen. Selecteer [Wi-Fi-functie].
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met webservices vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [m]. Selecteer [m] (Uploaden naar webservice) en druk op <0>.
Verbinding maken met een wireless netwerk vanuit een weergavescherm Vanuit het scherm Snel instellen kunt u tijdens weergave via vastgelegde bestemmingen verbinding maken met een wireless netwerk. Het is niet mogelijk om bestemmingsinstellingen in te voeren in het weergavescherm. Configureer bestemmingsinstellingen via het menuscherm.
Verbinding maken vanuit een weergavescherm Als u bestemmingsinstellingen hebt vastgelegd, kunt u vanuit het scherm Snel instellen tijdens weergave gebruikmaken van wireless- netwerkfuncties. Tijdens weergave kunt u vanuit het scherm Snel instellen verbinding maken voor twee functies: [z] (Opnamen naar een andere camera overbrengen) en [m] (Uploaden naar webservice).
Pagina 131
Verbinding maken vanuit een weergavescherm Breng een verbinding tot stand. Selecteer [Verbinden] en druk op <0>. De opnamen op de kaart worden weergegeven en de gewenste opnamen kunnen worden geselecteerd. Wanneer er instellingen voor meerdere verbindingsdoelen zijn vastgelegd, selecteert u [Kies instell.], het verbindingsdoel en brengt u de verbinding tot stand.
Instellingen controleren, wijzigen of verwijderen Instellingen die op de camera zijn opgeslagen, kunt u controleren, wijzigen en verwijderen. Als u instellingen wilt wijzigen of verwijderen, verbreekt u eerst de verbinding. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Pagina 135
Instellingen controleren, wijzigen of verwijderen Controleer of wijzig de instellingen. Selecteer een item en druk op <0>. Controleer of wijzig vervolgens de instellingen die op het scherm verschijnen. [Wijzig inst.] De instellingen wijzigen. Wanneer u [Wijzig inst.] selecteert, wordt er een scherm weergegeven waarin u verbindingsinstellingen kunt configureren.
Instellingen controleren, wijzigen of verwijderen Instellingen verwijderen Selecteer [Verwijder instellingen] in stap 3 op pagina 134 om verbindingsinstellingen te verwijderen die op de camera zijn opgeslagen. Selecteer [Verwijder instellingen]. Selecteer de instellingen die u wilt verwijderen. Selecteer de instelling die u wilt ...
Wireless-netwerkinstellingen wissen Alle wireless-netwerkinstellingen kunnen worden gewist. Door de wireless-netwerkinstellingen te wissen, kunt u voorkomen dat anderen ermee aan de haal gaan wanneer u de camera uitleent. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [51] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Wireless-netwerkinstellingen wissen Het scherm Algemene instellingen Op het scherm [Algemene inst.], dat in stap 3 op de vorige pagina wordt weergegeven, kunt u de instellingen voor het wireless netwerk controleren en wijzigen. [Bijnaam bewerken] De bijnaam bewerken. Selecteer [Bijnaam bewerken] en voer de gewenste bijnaam in met het virtuele toetsenbord (pag.
Reageren op foutmeldingen Wanneer zich een verbindingsfout voordoet, kunt u op een van de volgende manieren meer informatie over de fout weergeven. Verhelp vervolgens de oorzaak van de fout aan de hand van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Selecteer [51: Wi-Fi-functie] 9 [Algemene inst.] 9 [Foutdetails] ...
Pagina 141
Reageren op foutmeldingen 11: Verb.doel niet gevonden Controleer in het geval van [q] of Camera Connect wordt uitgevoerd. Maak verbinding met behulp van Camera Connect (pag. 33 en 84). Controleer in het geval van [l] of de printer is ingeschakeld. ...
Reageren op foutmeldingen 21: Geen adres toegewezen door DHCP server Controleren op de camera Het IP-adres is op de camera ingesteld op [Autom. toeken.]. Is dit de juiste instelling? Als u geen DHCP-server gebruikt, stelt u het IP-adres op de ...
Pagina 143
Reageren op foutmeldingen 22: Geen respons van DNS server Controleren op de camera Komt het IP-adres van de DNS-server op de camera overeen met het werkelijke IP-adres van de DNS-server? Stel het IP-adres in op [Handm. Instellen]. Stel vervolgens op de ...
Pagina 144
Reageren op foutmeldingen 23: Device met zelfde IP-adres bestaat op gesel. netwerk Controleren op de camera Gebruikt een ander apparaat in het cameranetwerk hetzelfde IP-adres als de camera? Wijzig het IP-adres van de camera om te voorkomen dat twee ...
Pagina 145
Reageren op foutmeldingen 61: Geselect. SSID LAN network niet gevonden Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het access point? Verplaats de antenne van het access point zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag. 154). Controleren op de camera Zijn de SSID-instelling van de camera en die van het access ...
Reageren op foutmeldingen 63: Wireless LAN-verificatiefout Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze dezelfde verificatiemethode gebruiken? De camera ondersteunt de volgende verificatiemethoden: [Open systeem], [Shared key] en [WPA/WPA2-PSK] (pag. 79 en 118). Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze ...
Reageren op foutmeldingen 65: Wireless LAN-verbinding verbroken Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het access point? Verplaats de antenne van het access point zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag. 154). De wireless-netwerkverbinding is om een of andere reden ...
Reageren op foutmeldingen 68: Kan niet verbinden met wireless LAN-terminal. Start opnieuw. Hebt u de WPS-knop (Wi-Fi Protected Setup) op het access point lang genoeg ingedrukt? Houd de WPS-knop zo lang ingedrukt als in de instructiehandleiding van het access point staat beschreven. Probeert u verbinding te maken in de buurt van het access point? ...
Pagina 149
Reageren op foutmeldingen 102: Kon geen bestanden verzenden Heeft de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden genoeg ruimte? Controleer de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Vervang de kaart of zorg ervoor dat er genoeg ruimte beschikbaar is.
Reageren op foutmeldingen 105: Kon geen bestanden ontvangen. Kaart schrijfbeveiligd Is de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden vergrendeld? Controleer de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Maak de vergrendeling ongedaan. Probeer vervolgens de gegevens opnieuw te verzenden. 106: Kon geen bestanden ontvangen.
Pagina 151
Controleer de verbindingsstatus van het netwerk. 126: Kon geen verbinding maken met server Er wordt onderhoud gepleegd aan CANON iMAGE GATEWAY of de belasting is tijdelijk geconcentreerd. Probeer later opnieuw verbinding te maken met de webservice. ...
Pagina 152
Reageren op foutmeldingen 127: Er is een fout opgetreden Tijdens het verbinden met de webservice heeft zich een ander probleem voorgedaan dan foutmelding 121 t/m 126. Probeer opnieuw verbinding te maken met de webservice. 141: Printer is bezig. Probeer opnieuw verbinding te maken. Is de printer bezig met printen? ...
Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Kan geen gebruikmaken van een apparaat dat via een kabel is aangesloten.
Opmerkingen over wireless netwerken Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere problemen optreden bij het gebruik van een camera met een wireless netwerk, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen. Installatielocatie van het access point en de antenne Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de ruimte waar ...
Opmerkingen over wireless netwerken Beveiliging Als de beveiligingsinstellingen niet correct zijn geconfigureerd, kunnen de volgende problemen optreden. Controle van overdracht Derden met kwaadwillende bedoelingen kunnen de wireless LAN- overdrachtgegevens in de gaten houden en proberen de gegevens te bemachtigen die u verzendt. Ongeautoriseerde netwerktoegang ...
Netwerkinstellingen controleren Windows Klik in Windows op [Command Prompt/Opdrachtprompt]. Typ ipconfig/all en druk op <Enter>. Het IP-adres dat aan de computer is toegewezen wordt samen met het subnetmasker, de gateway en de DNS-serverinformatie weergegeven. Om te voorkomen dat hetzelfde IP-adres wordt gebruikt voor de computer en andere netwerkapparatuur, wijzigt u het laatste getal in het IP-adres bij het configureren van het IP-adres dat aan de camera wordt toegewezen tijdens de bewerkingen die op pagina 160 worden...
Het netwerk handmatig instellen U kunt de netwerkinstellingen voor de Camera access point modus handmatig instellen. Stel [SSID], [Kanaal instelling] en [Encryptie instellingen] in op de schermen die worden weergegeven. Selecteer [Handmatige verbinding]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X>...
Pagina 159
Het netwerk handmatig instellen Selecteer de gewenste encryptie- instelling. Selecteer een item en druk op <0>. Voor encryptie selecteert u [AES]. Selecteer [OK] en druk op <0>. Wanneer [AES] is geselecteerd, wordt het virtuele toetsenbord (pag. 22) weergegeven. Voer een willekeurige encryptiesleutel van acht tekens in en druk op de knop <M>...
Het IP-adres handmatig instellen U kunt het IP-adres voor de infrastructuurmodus handmatig instellen. De weergegeven items kunnen variëren. Dit is afhankelijk van de Wi-Fi-functie. Selecteer [Handm. Instellen]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [Handm. Instellen] te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 161
Het IP-adres handmatig instellen Selecteer [OK]. Wanneer de gewenste items zijn ingesteld, drukt u op de pijltjestoetsen <W> en <X> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op <0>. Het instellingenscherm voor de Wi-Fi- functie wordt weergegeven. Indien u niet zeker weet wat u moet ...
Opnamen kunnen worden bekeken met een een mediaspeler: mediaspeler die compatibel is met DLNA. Opnamen versturen Opnamen op de camera en koppelingen naar webservice: opnamen kunnen worden verzonden naar geregistreerde webservices. Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. ...
Het gebruik van wireless netwerken is in bepaalde landen en regio's aan restricties gebonden en illegaal gebruik kan volgens landelijke of lokale wetgeving strafbaar zijn. Kijk op de website van Canon waar het gebruik van wireless netwerken is toegestaan, zodat u de regelgeving hieromtrent niet overtreedt.
Netwerk zoeken...... 78, 118 NFC ......17, 27, 28, 62 Camera access point modus ..31, 54 beeldoverdracht ......39 Camera Connect...26, 35, 68, 86 CANON iMAGE GATEWAY ..108 Opmerkingen over wireless netwerken........154 Connect Station.......61 Opnameformaat verkleinen ..48, 123 Opnamen maken op afstand ..
Pagina 166
Index Toetsenbord ........22 Uitschakelen ........16 Verbinding maken met een smartphone.......25, 83 Verbindingsmethode met PIN-code......74, 114 Verborgen modus ....70, 110 Wi-Fi-printer ......53, 93 Wireless-netwerkaccess point ..110 Wireless-netwerkinstellingen wissen...........137 WPS (Wi-Fi Protected Setup)..70, 110 PBC-modus ......71, 111 PIN-modus ......74, 114...
Pagina 168
Europa, Afrika & Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V.