D De ingebouwde flitser gebruiken
<3> <5> en <G>), komt de ingebouwde flitser bij weinig licht of
tegenlicht omhoog om automatisch te flitsen.
In de modi <A> <C> <2> <4> <F> kunt u kiezen of u de flitser
wel of niet wilt gebruiken.
De onderstaande tabel geeft de instellingen weer voor de sluitertijd en
het diafragma die met de flitser worden gebruikt.
Opnamemodus
A C 2 4 6 F Automatisch ingesteld
d
s
f
a
F
Flitsfotografie in de modus <f>
Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen automatisch
(automatische flitsbelichting) op het handmatig ingestelde diafragma afgestemd.
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/250 en 30 seconden,
afhankelijk van de lichtomstandigheden.
Bij weinig licht wordt het hoofdonderwerp belicht met de automatische
flitser. De achtergrond wordt belicht met de automatisch ingestelde langere
sluitertijd. Zowel het onderwerp als de achtergrond zien er goed belicht uit
(automatische lange flitssynchronisatietijd). Wanneer u de camera in de
hand houdt, dient u deze goed stil te houden om bewegingsonscherpte te
voorkomen. U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
Als u een lange sluitertijd wilt voorkomen, stelt u in [z2: Flitsbesturing] de
optie [Flitssync.snelheid AV-modus] in op [1/250-1/60 sec. auto] of
[1/250 sec. (vast)] (pag. 196).
188
In de creatieve modi drukt u op de knop
<D> om de ingebouwde flitser omhoog te
klappen. Als u de flitser wilt inklappen,
duwt u de flitser met uw vingers naar
beneden.
In de basismodi (behalve de modi <7>
Sluitertijd
Automatisch ingesteld (1/250 - 1/60 sec.)
Handmatig ingesteld (1/250 - 30 sec.)
Automatisch ingesteld (1/250 - 30 sec.) Handmatig ingesteld
Handmatig ingesteld (1/250 - 30 sec.)
De belichting wordt voortdurend bijgesteld
wanneer u de ontspanknop indrukt.
Diafragma
Automatisch ingesteld
Automatisch ingesteld
Automatisch ingesteld
Handmatig ingesteld
Handmatig ingesteld