i: De ISO-snelheid instellenN
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de
waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt
de ISO-snelheid automatisch ingesteld (pag. 122).
Raadpleeg pagina 254 en 257 voor meer informatie over de ISO-
snelheid tijdens movie-opname.
Richtlijnen voor de ISO-snelheid
ISO-snelheid
ISO 100 - ISO 400
ISO 400 - ISO 1600
ISO 1600 -
ISO 12800, H
* Bij hoge ISO-snelheden kunnen opnamen er korreliger uitzien.
120
Druk op de knop <i>.
1
Stel de ISO-snelheid in.
2
Terwijl u naar het LCD-paneel of de
zoeker kijkt, draait u aan het
instelwiel <6> of <5>.
De ISO-snelheid kan worden
ingesteld op een waarde van ISO 100
tot en met ISO 12800, met
tussenstappen van 1/3 stop.
'A' staat voor Auto ISO. De ISO-
snelheid wordt automatisch ingesteld
(pag. 122).
Wanneer het scherm wordt
weergegeven dat u hier links ziet,
kunt u op de knop <B> drukken
om de instelling op 'AUTO' te zetten.
Opnamesituatie
(Geen flits)
Zonnig, buiten
Bewolkt of 's avonds
Donker, binnen of 's avonds
(9)
Flitsbereik
Hoe hoger de ISO-
snelheid, des te groter
het flitsbereik.