(3) Opnamen Canon Connect Station* afdrukken met een Wi-Fi-printer * Gebruik de nieuwste firmware. De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen en gebieden ondersteund. Voor informatie over de ondersteunde landen en gebieden raadpleegt u de website van Canon (www.canon.com/cig).
Pagina 3
(5) m Opnamen naar een webservice versturen (pag. 89) Deel opnamen met vrienden en familie of deel opnamen met behulp van een reeks webservices via CANON iMAGE GATEWAY, een online fotoservice voor Canon-gebruikers (gratis registratie is vereist). Gemakkelijke verbinding met de NFC-functie...
De indeling van deze handleiding Deze handleiding bestaat uit de volgende drie gedeelten: “Aan de slag”, “Gemakkelijke verbinding” en “Geavanceerde verbinding”. Nadat u de verbinding hebt voorbereid in “Aan de slag”, volgt u het onderstaande diagram en raadpleegt u de overeenkomstige pagina’s die u nodig hebt.
Hoofdstukken Inleiding Aan de slag Voorbereiding en basisbediening Gemakkelijke verbinding Verbinding maken met een smartphone Opnamen naar een andere camera overbrengen Verbinding maken met een printer Verbinden met Connect Station Geavanceerde verbinding Verbinding maken door een netwerk te selecteren Verbinding maken met een webservice Verbindingsinstellingen controleren en bedienen Problemen oplossen Referentie...
Pagina 6
Inhoudsopgave Inleiding Wat u met de draadloze functies kunt doen ........2 De indeling van deze handleiding ............ 4 Hoofdstukken ................... 5 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ..9 Aan de slag Stroomdiagram voor de bediening ..........12 Voorbereiding en basisbediening Een bijnaam opgeven..............
Pagina 7
Inhoudsopgave Opnamen naar een andere camera overbrengen Verbinding maken met een camera ..........48 Opnamen overbrengen ..............50 Opnieuw verbinding maken ............54 Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen.........55 Verbinding maken met een printer Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding......58 Afdrukken..................61 Opnieuw verbinding maken ............64 Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen.........65 Verbinden met Connect Station Beelden opslaan ................
Pagina 8
Inhoudsopgave Verbinding maken met een webservice Voorbereiding voor webservices ............ 90 Het type access point controleren ..........92 Verbinding maken via WPS (PBC-modus) ........93 Verbinding maken via WPS (PIN-modus) ........96 Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk ..99 Beelden naar een webservice verzenden ........
Zorg bij het gebruik van draadloze functies voor adequate beveiliging, naar uw eigen inzicht en op uw eigen risico. Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van onbevoegde toegang of andere schendingen.
Stroomdiagram voor de bediening In dit gedeelte wordt de basisbediening van de draadloze functies beschreven en hoe u een bijnaam opgeeft (ten behoeve van identificatie). Volg de procedures hieronder. Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen]. (Stap 1 en 2 op pagina 17) Wanneer deze functie voor het eerst wordt geselecteerd, verschijnt er een scherm waarin u een bijnaam moet opgeven.
Voorbereiding en basisbediening In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een bijnaam opgeeft (ten behoeve van identificatie) die noodzakelijk is voor het gebruik van de draadloze functies en de basisbediening van de camera.
Een bijnaam opgeven Stel eerst een bijnaam voor de camera in (ten behoeve van identificatie). Wanneer de camera draadloos op een ander apparaat is aangesloten, wordt de bijnaam op dat apparaat weergegeven. U kunt pas de draadloze functies instellen als u een bijnaam hebt ingevoerd. Selecteer [Wi-Fi/NFC].
Pagina 15
Een bijnaam opgeven Voer een bijnaam in. Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u de volgende pagina. Wanneer u de standaard bijnaam (de cameranaam) gebruikt, gaat u verder naar stap 4. Anders kunt u 1 tot 10 willekeurige ...
Een bijnaam opgeven Het virtuele toetsenbord gebruiken Het invoergebied wijzigen Druk op de knop <Q> om tussen het bovenste en onderste invoergebied te wisselen. De cursor verplaatsen Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om de cursor te verplaatsen. Tekst invoeren ...
Basisbediening en -instellingen De basisbediening voor het gebruik van de draadloze functies van de camera wordt hier beschreven. Volg de procedures hieronder. Selecteer [Wi-Fi/NFC]. Selecteer op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen]. Druk op de knop <Z>...
Basisbediening en -instellingen Selecteer de Wi-Fi-functie waarmee u verbinding wilt maken. Druk op de pijltjestoetsen <W> <X> of <Y> <Z> om een item te selecteren. Als u de verbindingsinstellingen niet hebt vastgelegd, wordt het instelscherm weergegeven. Als u de verbindingsinstellingen al hebt vastgelegd, wordt het scherm voor opnieuw verbinden weergegeven.
Basisbediening en -instellingen Status draadloze verbinding U kunt de status van de draadloze verbinding controleren op het <k>- lampje van de camera. Verbindingsstatus <k>-lampje Verbonden Er worden gegevens Knippert snel verzonden of ontvangen Wacht op verbinding/ wacht op nieuwe Knippert verbinding <k>-lampje Knippert vrij...
NFC-functie Als u een smartphone met NFC-ondersteuning of Connect Station gebruikt, kunt u het volgende doen: Houd een smartphone tegen de camera om deze gemakkelijk draadloos met elkaar te verbinden (pag. 27). Tijdens het afspelen van opnamen op de camera kunt u een ...
Pagina 21
NFC-functie Als u draadloze communicatie tot stand brengt met de NFC-functie, raadpleegt u de volgende pagina’s. Draadloos verbinden met een smartphone: pagina 27* Opnamen naar een smartphone verzenden: pagina 38* Verbinden met Connect Station: pagina 67 * Raadpleeg pagina’s 22 en 26 wanneer u verbinding maakt met een smartphone.
Voorbereiding voor smartphones Om [q] (Verbinden met smartphone) te gebruiken, hebt u een smartphone met iOS of Android nodig. Daarnaast moet de toepassing Camera Connect (gratis) op de smartphone zijn geïnstalleerd. U kunt Camera Connect downloaden van de App Store of van ...
Stroomdiagram voor het gebruik van de draadloze functie (Gemakkelijke verbinding) Connect Smartphone Camera Printer Station Een bijnaam opgeven voor de camera (pag. 14) Camera Connect compatibele compatibele Connect Station installeren op camera instellen printer instellen instellen een smartphone (pag. 47) (pag.
Verbinding maken met een smartphone Als u de camera met een smartphone verbindt, kunt u het volgende doen: • Bekijk opnamen die op de camera zijn opgeslagen, op een smartphone of sla bekeken opnamen op een smartphone op. • Bedien de camera om opnamen te maken of camera- instellingen te wijzigen met behulp van een smartphone.
Verbindingsmethode Als de smartphone NFC ondersteunt, raadpleegt u pagina 27. U kunt gemakkelijk verbinding maken via de NFC-functie. Als de smartphone NFC niet ondersteunt, raadpleegt u pagina 30. Breng een verbinding tot stand door [Gemakkelijke verbinding] te selecteren. Smartphones die zijn voorzien van het symbool p, bieden ondersteuning voor NFC.
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Gebruik de NFC-functie om verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een smartphone. De procedure voor verbinding via NFC is als volgt. (1) Schakel de camera en de smartphone in. (2) Schakel de NFC-functie in op de camera en de smartphone. (3) Houd de smartphone tegen de camera om de verbinding tot stand te brengen.
Pagina 28
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD-scherm van de camera. Wanneer u verbinding maakt met dezelfde smartphone, wordt dit scherm niet opnieuw weergegeven.
Pagina 29
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” (pag. 21) doornemen. Let goed op dat u de smartphone of de camera niet laat vallen wanneer u ze tegen elkaar houdt. Duw de smartphone niet met kracht tegen de camera. Hierdoor kunnen ...
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding De camera en een smartphone kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een draadloze verbinding. Omdat er geen access point nodig is voor de verbinding, kunt u gemakkelijk een draadloze verbinding tot stand brengen. Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet u een aantal handelingen op de smartphone uitvoeren.
Pagina 31
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Handelingen op de smartphone-2 Maak vanuit de smartphone Scherm van smartphone (voorbeeld) verbinding met de camera. Schakel de Wi-Fi-functie van de smartphone in en selecteer de SSID (netwerknaam) die op het LCD- scherm van de camera wordt weergegeven.
Pagina 32
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Selecteer de camera waarmee u verbinding wilt maken op de smartphone. Selecteer en raak de camera waarmee u verbinding wilt maken aan bij [Cameras/Camera’s] in Camera Connect. Handelingen op de camera-2 Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is ...
Pagina 33
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Handelingen op de smartphone-3 Bedien de camera met Camera Connect. Voer verdere handelingen uit via Camera Connect. Zie pagina 34. De instellingen voor verbinding met een smartphone zijn nu geconfigureerd. Op het instellingenscherm van Camera Connect kunt u de ...
De camera met een smartphone bedienen Met een smartphone waarop Camera Connect is geïnstalleerd, kunt u opnamen bekijken die op de camera zijn opgeslagen en de camera op afstand bedienen om foto’s te maken. Het hoofdvenster van Camera Connect Hier volgt een beschrijving van de belangrijkste functies van Camera Connect.
De camera met een smartphone bedienen De verbinding verbreken U kunt de verbinding op een van de volgende manieren verbreken. Tik op het Camera Connect- scherm van de smartphone op [e]. Zet de camera op <2>. Tijdens de verbinding kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt ...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een smartphone waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met ...
Pagina 37
Opnieuw verbinding maken Activeer de Wi-Fi-functie van de smartphone. Als het doel van de verbinding is gewijzigd, herstelt u de instelling om verbinding te kunnen maken met de camera. Start Camera Connect op de smartphone. Er wordt verbinding tot stand ...
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie Tijdens het afspelen van opnamen op de camera kunt u een smartphone die ondersteuning biedt voor NFC tegen de camera houden om een vastgelegde opname naar de smartphone te verzenden. Als er al een draadloze verbinding tot stand is gebracht, beëindigt u die ...
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie Selecteer de beelden die u wilt verzenden. U kunt opnamen selecteren en verzenden. Wanneer de indexweergave is geselecteerd in stap 2, verschijnt het selectiescherm voor meerdere beelden. Zie stap 3 op pagina 40. Afzonderlijke beelden verzenden U kunt beelden afzonderlijk selecteren en verzenden.
Pagina 40
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie Meerdere opnamen verzenden U kunt meerdere opnamen tegelijk selecteren en verzenden. Als het selectiescherm voor meerdere beelden al wordt weergegeven, voert u de bewerking uit vanaf stap 3. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Als u het formaat voor de te ...
Pagina 41
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel deze in als dit nodig is. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. De geselecteerde opnamen worden verzonden. Wanneer de overdracht is voltooid, wordt het scherm van stap 1 weer weergegeven.
Pagina 42
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie De verbinding verbreken Om de beeldoverdracht te beëindigen, drukt u op de knop <M> op het scherm voor beeldoverdracht. Selecteer [OK] in het bevestigingsdialoogvenster om de verbinding te verbreken. Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” ...
Beelden die kunnen worden bekeken opgeven U kunt op de camera instellen welke opnamen er op de smartphone worden weergegeven. Opnamen kunnen zowel tijdens de verbindingsinstelling als na beëindiging van de verbinding worden opgegeven. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie ...
Pagina 44
Beelden die kunnen worden bekeken opgeven Selecteer [Weerg. beelden]. Selecteer [Weerg. beelden] en druk op <0>. Selecteer een item. Selecteer een item en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm weer te geven.
Pagina 45
Beelden die kunnen worden bekeken opgeven [Selecteer op classificatie] Specificeer welke beelden kunnen worden bekeken op basis van de (al dan niet) toegekende classificatie of het type classificatie. Selecteer een classificatie en druk op <0> om te specificeren welke beelden kunnen worden weergegeven.
Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met smartphones vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
ingebouwde draadloze functies die in 2012 en later op de markt zijn gebracht en beeldoverdracht tussen camera’s ondersteunen. Let op: de camera kan niet met Canon- camcorders worden verbonden, ook niet als deze ingebouwde draadloze functies hebben. De camera kan niet op Canon-camera’s zonder ingebouwde ...
Verbinding maken met een camera Registreer de doelcamera waarmee u draadloos verbinding wilt maken. De camera kan met slechts één andere camera tegelijk worden verbonden. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie] (pag.
Pagina 49
Verbinding maken met een camera Selecteer de beelden die u wilt verzenden. Selecteer opnamen op de verzendende camera (pag. 50). Bedien de camera die de opnamen ontvangt niet. De instellingen voor verbinding met een camera zijn nu geconfigureerd. Voor bedieningen na het instellen van een verbinding raadpleegt u pagina 50.
Opnamen overbrengen Afzonderlijke beelden verzenden U kunt beelden afzonderlijk selecteren en verzenden. Selecteer een beeld dat u wilt verzenden. Druk op de knoppen <Y> <Z> om de gewenste opname te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <Hy> drukt, ...
Pagina 51
Opnamen overbrengen Meerdere opnamen verzenden U kunt meerdere opnamen tegelijk selecteren en verzenden. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Als u het formaat voor de te verzenden opnamen wilt kiezen, selecteert u [Beeldf. wijz.] en drukt u op <0>. Selecteer [Gesel.
Pagina 52
Opnamen overbrengen Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel deze in als dit nodig is. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. Selecteer [Verzend.] en druk op <0>. De geselecteerde opnamen worden verzonden.
Pagina 53
Opnamen overbrengen Tijdens de verbinding kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Als u de verbinding wilt verbreken om opnamen te maken of andere handelingen uit te voeren, drukt u op de knop <M>...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een camera waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/ NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [z]. Selecteer [z] (Beelden tussen camera’s ...
Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met camera’s vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [z]. Selecteer [z] (Beelden tussen camera’s verzenden) en druk op <0>.
Verbinding maken met een printer In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera gemakkelijk met een printer verbindt. • Een verbinding is mogelijk met draadloze printers die ondersteuning bieden voor PictBridge (Wireless LAN). • Om verbinding te maken met een Wi-Fi-toegangspunt of verbinding te maken in de camera access point modus, raadpleegt u “Geavanceerde verbinding”...
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding De camera en een printer kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een draadloze verbinding. Omdat u geen access point nodig hebt om verbinding te maken, kunt u gemakkelijk afdrukken. Om verbinding tot stand te brengen, moet u een aantal handelingen op de printer uitvoeren.
Pagina 59
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Selecteer [Gemakkelijke verbinding]. Selecteer [Gemakkelijke verbinding] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Stel de Wi-Fi-instellingen van de SSID (netwerknaam) printer in om een verbinding tussen de camera en de printer tot stand te kunnen brengen.
Pagina 60
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken. Wanneer er een lijst met gedetecteerde printers wordt weergegeven, selecteert u de gewenste printer en drukt u op <0>. Sommige printers kunnen een pieptoon laten horen. Als de printer waarmee u verbinding ...
Afdrukken Afzonderlijke beelden printen U kunt beelden afzonderlijk selecteren en printen. Selecteer een beeld dat u wilt printen. Druk op de knoppen <Y> en <Z> om de opname te selecteren die u wilt printen en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <Hy>...
Afdrukken Opties opgeven bij printen U kunt bij het printen de gewenste afdrukopties opgeven. Druk op <0>. Selecteer [Printopties]. Selecteer [Printopties] en druk op <0>. Het scherm [Printopties] wordt weergegeven. Stel de gewenste afdrukopties in. Raadpleeg voor meer informatie over ...
Pagina 63
Afdrukken Verbreek de verbinding. Druk op de knop <M> om terug te keren naar het scherm van stap 1. Druk nogmaals op de knop <M>, om het bevestigingsdialoogvenster weer te geven. Selecteer [OK] en druk vervolgens op <0> om de verbinding te verbreken.
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een printer waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi- ...
Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met printers vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi-printer) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
Verbinden met Connect Station Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) is een apparaat waarmee u foto’s en films kunt importeren om ze te bekijken op uw televisie, smartphone, enzovoort of om ze via een netwerk te delen. U kunt foto’s en films makkelijk op Connect Station opslaan door deze camera tegen Connect Station te houden.
Beelden opslaan In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een draadloze verbinding tussen de camera en Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) tot stand kunt brengen. Als u opnamen op een andere manier wilt opslaan, raadpleegt u de instructiehandleiding voor Connect Station. Stel de camera van tevoren in op gebruik van de NFC-functie ...
Pagina 69
Beelden opslaan Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” (pag. 21) doornemen. Tijdens het opslaan van beelden kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Laat de camera niet op Connect Station vallen en duw de camera niet ...
LAN-functie (Geavanceerde verbinding) Smartphone Printer Webservice Bijnaam vastleggen (pag. 14) Camera Connect • Registreren bij installeren op een CANON iMAGE smartphone (pag. 22) GATEWAY (pag. 90) • Webservices vastleggen op de camera (pag. 91) Elk apparaat verbinden met een Wi-Fi- toegangspunt* De camera verbinden met een Wi-Fi-toegangspunt (pag.
Verbinding maken door een netwerk te selecteren In dit gedeelte wordt voornamelijk uitgelegd hoe u een verbinding tot stand brengt met behulp van een Wi-Fi-toegangspunt. Wanneer u verbinding maakt met een Wi-Fi-toegangspunt, kunt u de volgende Wi-Fi-functies gebruiken: • Verbinding maken met een smartphone •...
Het type access point controleren Controleer ten eerste of het toegangspunt ondersteuning biedt voor WPS*, waarmee u een gemakkelijke verbinding tussen Wi-Fi-apparaten tot stand kunt brengen. Als u niet weet of het gebruikte access point WPS-compatibel is, raadpleegt u de instructiehandleiding of andere documentatie die bij het access point hoort.
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. In de PBC-modus (Push Button Connection) kunt u de camera met het access point verbinden door eenvoudig op de WPS-knop van het access point te drukken. Als er meerdere access points in de buurt actief zijn, kan het lastiger ...
Pagina 76
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Selecteer [Verbind via WPS]. Selecteer [Verbind via WPS] en druk op <0>. Selecteer [WPS (PBC-modus)]. Selecteer [WPS (PBC-modus)] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Maak verbinding met het access point.
Pagina 77
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Selecteer [Autom. instellen]. Selecteer [Autom. instellen] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm voor de Wi-Fi-functie weer te geven die u in stap 2 hebt geselecteerd (pag. 78). Als [Autom.
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone Stap 6 op pagina 31 Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer ...
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. Bij de verbindingsmethode met PIN- code (PIN-modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer dat op de camera is opgegeven, op het access point ingesteld om verbinding tot stand te brengen.
Pagina 80
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Selecteer [Verbind via WPS]. Selecteer [Verbind via WPS] en druk op <0>. Selecteer [WPS (PIN-modus)]. Selecteer [WPS (PIN-modus)] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Geef bij het access point de PIN- code op.
Pagina 81
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Maak verbinding met het access point. Selecteer [OK] en druk op <0> om verbinding met het access point te maken. Wanneer er verbinding met het access point tot stand is gebracht, wordt het volgende scherm weergegeven.
Pagina 82
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone Stap 6 op pagina 31 Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer ...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Breng een verbinding tot stand door de SSID (of ESS-ID) van het access point waarmee u verbinding wilt maken, te selecteren in een lijst met actieve access points in de buurt. Het access point selecteren Selecteer [Wi-Fi-functie].
Pagina 84
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Selecteer een access point. (2) (3) Druk op de pijltjestoetsen <W> <X> om het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken te selecteren in een lijst met actieve toegangspunten en druk vervolgens op <0>. (1) SSID (2) Er wordt een pictogram weergegeven als het access point versleuteld is (3) Het gebruikte kanaal...
Pagina 85
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk De encryptiesleutel voor het access point invoeren Stel de encryptiesleutel (wachtwoord) in die voor het access point is gespecificeerd. Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point. De schermen die in stap 5 t/m 7 hieronder zijn weergegeven, ...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Het IP-adres instellen Selecteer [Autom. instellen]. Selecteer [Autom. instellen] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm voor de Wi-Fi-functie weer te geven die u in stap 2 hebt geselecteerd (pag.
Pagina 87
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone Stap 6 op pagina 31 Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Camera access point modus Camera access point modus is een verbindingsmodus om de camera rechtstreeks met elk apparaat te verbinden. Deze optie wordt weergegeven wanneer [q] of [l] is geselecteerd in [Wi-Fi-functie]. In de camera access point modus zijn de volgende twee verbindingsmethoden beschikbaar.
Verbinden maken met een webservice U kunt diverse webservices op de camera registreren en daar beelden die in de camera zijn opgeslagen, naartoe sturen.
geregistreerde webservices, kan de werking afwijken van de beschrijving in deze handleiding of is besturing niet mogelijk. Uw registratie als lid vindt u in de Help van de CANON iMAGE GATEWAY-site. Voor webservices die met de draadloze functies van deze camera’s kunnen...
Pagina 91
Voorbereiding voor webservices Instellingen voor het gebruik van webservices configureren Start EOS Utility op de computer, meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY en configureer de instellingen op de camera voor toegang tot webservices. Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor meer informatie.
Het type access point controleren Controleer ten eerste of het toegangspunt ondersteuning biedt voor WPS*, waarmee u een gemakkelijke verbinding tussen Wi-Fi-apparaten tot stand kunt brengen. Als u niet weet of het gebruikte access point WPS-compatibel is, raadpleegt u de instructiehandleiding of andere documentatie die bij het access point hoort.
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. In de PBC-modus (Push Button Connection) kunt u de camera met het access point verbinden door eenvoudig op de WPS-knop van het access point te drukken. Als er meerdere access points in de buurt actief zijn, kan het lastiger ...
Pagina 94
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Selecteer een webservice. Selecteer een webservice waarmee u verbinding wilt maken en druk vervolgens op <0>. De inhoud en volgorde van de lijst kunnen afhankelijk van de instellingen variëren (pag. 91). De webservice waarmee u verbinding ...
Pagina 95
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Maak verbinding met het access point. Druk op de WPS-knop van het access point. Voor informatie over waar u de knop vindt en hoe lang u deze moet indrukken, raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point.
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. Bij de verbindingsmethode met PIN-code (PIN-modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer dat op de camera is opgegeven, op het access point ingesteld om verbinding tot stand te brengen. Zelfs als er in de omgeving meerdere access points actief zijn, kan er met dit ...
Pagina 97
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Selecteer [Verbind via WPS]. Selecteer [Verbind via WPS] en druk op <0>. Selecteer [WPS (PIN-modus)]. Selecteer [WPS (PIN-modus)] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Geef bij het access point de PIN- code op.
Pagina 98
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Selecteer [Autom. instellen]. Selecteer [Autom. instellen] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om een beeld op de kaart weer te geven. Het <k>-lampje van de camera licht groen op. Als [Autom.
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Breng een verbinding tot stand door de SSID (of ESS-ID) van het access point waarmee u verbinding wilt maken, te selecteren in een lijst met actieve access points in de buurt. Het access point selecteren Selecteer [Wi-Fi-functie].
Pagina 100
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Selecteer een access point. (2) (3) Druk op de pijltjestoetsen <W> <X> om het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken te selecteren in een lijst met actieve toegangspunten en druk vervolgens op <0>. (1) SSID (2) Er wordt een pictogram weergegeven als het access point versleuteld is (3) Het gebruikte kanaal...
Pagina 101
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk De encryptiesleutel voor het access point invoeren Stel de encryptiesleutel (wachtwoord) in die voor het access point is gespecificeerd. Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point. De schermen die in stap 5 t/m 7 hieronder zijn weergegeven, ...
Pagina 102
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Het IP-adres instellen Selecteer [Autom. instellen]. Selecteer [Autom. instellen] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om een beeld op de kaart weer te geven. Het <k>-lampje van de camera licht groen op.
Pagina 103
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Scherm Verzenden naar Er wordt mogelijk een scherm weergegeven om een bestemming te selecteren afhankelijk van het type of de instellingen van de webservice die u selecteert. Het registreren van bestemmingen of het opgeven van instellingen dient op een computer te gebeuren.
Beelden naar een webservice verzenden U kunt beelden met uw familie en vrienden delen door deze vanaf de camera naar een op de camera geregistreerde webservice te sturen of door koppelingen van de onlinealbums te verzenden. Afzonderlijke beelden verzenden U kunt beelden afzonderlijk selecteren en verzenden. Selecteer een beeld dat u wilt verzenden.
Pagina 105
Beelden naar een webservice verzenden Wanneer het scherm met de [Gebruiksvoorwaarden] wordt weergegeven, leest u het bericht zorgvuldig en selecteert u [Akkoord]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om omhoog en omlaag te bladeren door het scherm. Meerdere opnamen verzenden U kunt meerdere opnamen tegelijk selecteren en verzenden.
Pagina 106
Beelden naar een webservice verzenden Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Wanneer YouTube als bestemming is geselecteerd, wordt [Beeldf. wijz.] niet weergegeven. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. Selecteer [Verzend.] en druk ...
Pagina 107
Foto’s van andere modellen worden zonder aanpassing van het formaat ve’rzonden. Wanneer u CANON iMAGE GATEWAY op een computer of een ander apparaat opent, kunt u de verzendgeschiedenis bekijken van de webservices waarnaar de opnamen zijn verzonden.
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een webservice waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. De verbinding met het toegangspunt hoeft slechts eenmaal tot stand te worden gebracht. U hoeft niet voor elke webservice opnieuw een verbinding tot stand te brengen. Selecteer [Wi-Fi-functie].
Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met webservices vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [m]. Selecteer [m] (Uploaden naar webservice) en druk op <0>. Selecteer een webservice.
Verbindingsinstellingen controleren en bedienen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de verbindingsinstellingen kunt controleren of wijzigen, hoe u de instellingen kunt verwijderen, hoe u de instellingen voor de draadloze functie kunt wissen enzovoort.
Verbindingsinstellingen controleren, wijzigen of verwijderen Instellingen die op de camera zijn opgeslagen, kunt u controleren, wijzigen en verwijderen. Verbreek de verbinding en voer de bewerking vervolgens uit. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Pagina 113
Verbindingsinstellingen controleren, wijzigen of verwijderen Controleer of wijzig de instellingen. Selecteer een item en druk op <0>. Controleer of wijzig vervolgens de instellingen die op het scherm verschijnen. [Wijzig inst.] Wijzig de instellingen. Wanneer u [Wijzig inst.] selecteert, wordt er een scherm weergegeven waarin u verbindingsinstellingen kunt configureren.
Verbindingsinstellingen controleren, wijzigen of verwijderen Instellingen verwijderen Selecteer [Verwijder instellingen] op het scherm in stap 3 op pagina 112 om verbindingsinstellingen te verwijderen die op de camera zijn opgeslagen. Selecteer [Verwijder instellingen]. Selecteer [Verwijder instellingen] en druk op <0>. Selecteer de instellingen die u wilt verwijderen.
Wi-Fi-functie-instellingen wissen Verwijder alle instellingen voor [Wi-Fi-functie]. U kunt voorkomen dat anderen aan de haal gaan met de informatie die is ingesteld met [Wi-Fi-functie] wanneer u de camera uitleent. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Wi-Fi-functie-instellingen wissen Het scherm met algemene instellingen Op het scherm [Algemene inst.], dat in stap 3 op de vorige pagina wordt weergegeven, kunt u de draadloze instellingen controleren en wijzigen. [Bijnaam bewerken] De bijnaam bewerken. Selecteer [Bijnaam bewerken] en voer de gewenste bijnaam in met het virtuele toetsenbord (pag.
Reageren op foutmeldingen Wanneer zich een verbindingsfout voordoet, kunt u op de volgende manieren meer informatie over de fout weergeven. Verhelp vervolgens de oorzaak van de fout aan de hand van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Selecteer [53: Wi-Fi-functie] 9 [Algemene inst.] 9 [Foutdetails] ...
Pagina 119
Reageren op foutmeldingen 11: Verb.doel niet gevonden Controleer in het geval van [q] of Camera Connect wordt uitgevoerd. Maak verbinding met behulp van Camera Connect (pag. 31). Controleer in het geval van [l] of de printer is ingeschakeld. ...
Reageren op foutmeldingen 21: Geen adres toegewezen door DHCP server Controleren op de camera Het IP-adres op de camera is ingesteld op [Autom. instellen]. Is dit de juiste instelling? Als u geen DHCP-server gebruikt, stelt u het IP-adres op de ...
Pagina 121
Reageren op foutmeldingen 22: Geen respons van DNS server Controleren op de camera Komt het IP-adres van de DNS-server op de camera overeen met het werkelijke IP-adres van de DNS-server? Stel het IP-adres in op [Handm. Instellen]. Stel vervolgens op de ...
Reageren op foutmeldingen 23: Device met zelfde IP-adres bestaat op geselecteerd netwerk Controleren op de camera Gebruikt een ander apparaat in het cameranetwerk hetzelfde IP-adres als de camera? Wijzig het IP-adres van de camera om te voorkomen dat twee apparaten hetzelfde adres gebruiken.
Pagina 123
Reageren op foutmeldingen 61: Geselecteerd SSID LAN netwerk niet gevonden Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het access point? Verplaats de antenne van het access point zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag. 132). Bevindt de camera zich te ver van het doelapparaat of de ...
Reageren op foutmeldingen 63: Wireless LAN-verificatiefout Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze dezelfde verificatiemethode gebruiken? De camera ondersteunt de volgende verificatiemethoden: [Open systeem], [Shared Key] en [WPA/WPA2-PSK] (pag. 74 en 92). Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze ...
Reageren op foutmeldingen 65: Wireless LAN-verbinding verbroken Zijn er obstakels tussen de camera en het doelapparaat of de antenne van het access point? Verplaats het doelapparaat of de antenne van het access point zo dat dit duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag.
Reageren op foutmeldingen 68: Kan niet verbinden met wireless LAN-terminal Start opnieuw. Hebt u de WPS-knop (Wi-Fi Protected Setup) op het access point lang genoeg ingedrukt? Houd de WPS-knop zo lang ingedrukt als in de instructiehandleiding van het access point is opgegeven. Probeert u verbinding te maken in de buurt van het access point? ...
Pagina 127
Reageren op foutmeldingen 102: Kon geen bestanden verzenden Heeft de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden genoeg ruimte? Controleer de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Vervang de kaart of zorg ervoor dat er genoeg ruimte beschikbaar is.
Reageren op foutmeldingen 105: Kon geen bestanden ontvangen. Kaart schrijfbeveiligd Is de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden vergrendeld? Controleer de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Maak de vergrendeling ongedaan. Probeer vervolgens de gegevens opnieuw te verzenden.
Controleer de verbindingsstatus van het netwerk. 126: Kon geen verbinding maken met server Er wordt onderhoud gepleegd aan CANON iMAGE GATEWAY of de belasting is tijdelijk geconcentreerd. Probeer later opnieuw verbinding te maken met de webservice.
Pagina 130
Reageren op foutmeldingen 127: Er is een fout opgetreden Tijdens het verbinden met de webservice heeft zich een ander probleem voorgedaan dan foutmelding 121 t/m 126. Probeer opnieuw verbinding te maken met de webservice. 141: Printer is bezig. Probeer opnieuw verbinding te maken.
Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Kan geen gebruikmaken van een apparaat dat via een kabel is aangesloten.
Opmerkingen over de draadloze functie Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken, movies niet vloeiend worden weergegeven of andere problemen optreden bij het gebruik van de draadloze functies, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen. Installatie van het doelapparaat of de antenne voor het access point Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de ruimte waar ...
Beveiliging Als de beveiligingsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen de volgende problemen optreden. Bekijken van de overdracht Derden met slechte bedoelingen kunnen Wireless LAN-overdrachten opsporen en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt. Ongeoorloofde netwerktoegang Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of vernietigen.
Netwerkinstellingen controleren Windows Open de [Opdrachtprompt] van Windows, typ ipconfig/all en druk op de <Enter>-toets. Het IP-adres dat aan de computer is toegewezen, wordt weergegeven, samen met het subnetmasker, de gateway en de DNS-serverinformatie. Mac OS Open in Mac OS X de toepassing [Terminal], typ ifconfig -a en druk op <Return>.
Het netwerk handmatig instellen U kunt de netwerkinstellingen voor de Camera access point modus handmatig instellen. [SSID], [Kanaal instelling] en [Encryptie instellingen] kunnen worden ingesteld op de schermen die worden weergegeven. Selecteer [Handmatige verbinding]. Selecteer [Handmatige verbinding] en druk op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0>...
Pagina 137
Het netwerk handmatig instellen Selecteer de gewenste encryptie- instelling. Selecteer een item en druk op <0>. Voor encryptie selecteert u [AES]. Selecteer [OK] en druk op <0>. Wanneer [AES] is geselecteerd, wordt het virtuele toetsenbord (pag. 16) weergegeven. Voer een willekeurige encryptiesleutel van acht tekens in en druk op de knop <M>...
Het IP-adres handmatig instellen Stel de IP-adresinstellingen handmatig in. De items die worden weergegeven, variëren afhankelijk van de Wi-Fi-functie. Selecteer [Handm. Instellen]. Selecteer [Handm. Instellen] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Selecteer het item dat u wilt instellen.
Pagina 139
Het IP-adres handmatig instellen Selecteer [OK]. Wanneer u alle nodige items hebt ingesteld, selecteert u [OK] en drukt u op <0>. Het instellingenscherm voor de Wi-Fi-functie wordt weergegeven. Indien u niet zeker weet wat u moet invoeren, raadpleegt u de pagina “Netwerkinstellingen controleren”...
Opnamen kunnen naar Connect Station worden Connect Station: verzonden en daar worden opgeslagen. Opnamen versturen Opnamen op de camera en koppelingen naar naar een webservice: opnamen kunnen worden verzonden naar geregistreerde webservices. Alle bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. ...
Pagina 141
Handelsmerken Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi Protected Setup-symbool zijn ...
Beelden weergeven ......34 Bijnaam...........14 Kabel ..........19 Camera access point modus ..88 MAC-adres ....... 74, 92, 116 Camera Connect.......22, 34 CANON iMAGE GATEWAY ....90 NFC........20, 27, 68 Connect Station ......67 Beelden verzenden....38 Draadloze communicatie- Opmerkingen........ 132 instellingen wissen......115 Opnameformaat verkleinen......
Pagina 143
Index PictBridge........57 Printer/printen .........57 Problemen oplossen .....117 Pushbutton connection-modus.....75, 93 Toegangspunt .....73, 74, 92 Encryptie.......74, 92 Toetsenbord ........16 Verbinding maken met een smartphone ........25 Verbindingsmethode met PIN-code ......79, 96 Verborgen modus......74, 92 WPS (Wi-Fi Protected Setup) ...74, 92 PBC-modus ......75, 93 PIN-modus......79, 96...
Pagina 144
Europa, Afrika en het Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over uw lokale Canon-vestiging. Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V.