Inleiding De EOS 700D is een hoogwaardige digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met circa 18,00 effectieve megapixels, DIGIC 5, uiterst nauwkeurige en snelle scherpstelling met 9 AF-punten, continu-opnamen met circa 5 frames per seconde, Live view-opnamen en filmopnamen in Full High-Definition (Full HD).
Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Batterij Batterijoplader Camera LP-E8 LC-E8/LC-E8E* (met oogschelp en cameradop) (met beschermdeksel) Brede draagriem Interfacekabel EW-100DB IV EOS Solution Disk XXX EOS Software Instruction Manuals Disk XXX CEL-XXX XXX...
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> : Het hoofdinstelwiel. <V> <U> : De pijltjestoetsen <S>. <0> : De instelknop. 0, 9, 7, 8 : Hiermee wordt aangeduid dat de desbetreffende functie respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
Hoofdstukken Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd. Inleiding Aan de slag Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen Creatieve opnamen Opnamefuncties voor gevorderden Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen) Filmopnamen Handige functies...
Inhoudsoverzicht Opnamen maken Automatisch opnamen maken pag. 57 - 75 (Basismodi) Continu-opnamen maken pag. 104 (i Continue opname) Een opname van uzelf maken in een groep pag. 106 (j Zelfontspanner) De actie bevriezen pag.
Een opname groot afdrukken pag. 88 (73, 83 en 1) Veel opnamen maken pag. 88 (7a, 8a, b, c) Scherpstellen Het scherpstelpunt wijzigen pag. 100 (S AF-puntselectie) Opnamen maken van een bewegend onderwerp pag.
Inhoud Inleiding Controlelijst onderdelen..............3 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ... 4 Hoofdstukken ................... 5 Inhoudsoverzicht ................6 Functie-index..................8 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ........16 Verkorte handleiding ..............18 Namen van onderdelen ..............20 Aan de slag De batterij opladen .................
Pagina 11
Inhoud Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) ... 58 A Volautomatische technieken (Automatisch/scène)....61 7 De flitser uitschakelen............... 63 C Creatieve automatische opnamen ..........64 2 Portretfoto's maken ..............67 3 Landschapsfoto's maken ............68 4 Close-ups maken ...............69 5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen......70 8: Speciale scènemodus ............
Pagina 12
Inhoud Opnamefuncties voor gevorderden s: De beweging van het onderwerp vastleggen......110 f: De scherptediepte wijzigen ..........112 Scherptedieptecontrole...............114 a: Handmatige belichting ............115 q De meetmethode wijzigen ............117 Belichtingscompensatie instellen ..........119 Belichtingstrapje (AEB) ..............121 A De belichting vergrendelen (AE-vergrendeling) ...... 123 A De flitsbelichting vergrendelen (FE-vergrendeling) ....
Pagina 13
Inhoud Filmopnamen k Filmopnamen ................174 Opnamen maken met automatische belichting ......174 Opnamen maken met handmatige belichting......177 Foto's maken................182 Instellingen voor de opnamefunctie ..........184 Het filmopnameformaat instellen ..........185 Videofoto's maken.................187 Menufunctie-instellingen voor film..........196 Handige functies Handige functies ................
Pagina 14
Inhoud Draadloze flitsfotografie Draadloze flitser gebruiken............230 Automatische draadloze flitsopnamen ......... 231 Aangepaste draadloze flitsopnamen ..........234 Overige instellingen ..............238 Opnamen weergeven H I Snel opnamen zoeken............242 u/y Vergrote weergave............. 244 d Opnamen weergeven met het aanraakscherm ......245 b De opname roteren ..............
Pagina 15
Inhoud De camera aanpassen aan uw voorkeuren Persoonlijke voorkeuzen instellen..........296 Persoonlijke voorkeuze-instellingen..........298 C.Fn I: Belichting ................ 298 C.Fn II: Beeld ................299 C.Fn III: Autofoc./transport ............300 C.Fn IV: Bediening/overig ............301 My Menu vastleggen..............303 Referentie Een gewoon stopcontact gebruiken..........306 Opnamen maken met de afstandsbediening ........
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
Behalve dat er stof van buitenaf de camera kan binnendringen, kan er in zeldzame gevallen ook smeermiddel van de interne onderdelen van de camera op de sensor terechtkomen. Als er na de automatische sensorreiniging nog vlekken zichtbaar zijn, kunt u de sensor het best laten reinigen door een Canon Service Center.
Verkorte handleiding Plaats de batterij (pag. 30) Zie pagina 28 voor meer informatie over het opladen van de batterij. Plaats een kaart (pag. 31) Plaats de kaart in de sleuf met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht. Bevestig het objectief (pag.
Pagina 19
Verkorte handleiding Klap het LCD-scherm uit (pag. 33) Zie pagina 36 als op het LCD- scherm de schermen voor het instellen van de tijdzone en de datum/tijd worden weergegeven. Stel scherp op het onderwerp (pag. 43) Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp.
Namen van onderdelen De vetgedrukte onderdelen worden vermeld in het gedeelte tot 'Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen'. Ingebouwde flitser/AF-hulplicht EF-objectiefbevestigingsmarkering (pag. 39) (pag. 107/101) Programmakeuzewiel (pag. 24) Microfoon (pag. 174) Contactpunten voor Aan-uitschakelaar (pag. 34) flitssynchronisatie <i> Knop voor Flitserschoen (pag.
Pagina 21
Namen van onderdelen Schermuitschakelingssensor Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 50, 217) (pag. 42) <A> Knop voor Live view-/ filmopnamen (pag. 146/174) Zoekeroculair <A/Hy> Knop voor AE-vergrendeling/ Oogschelp (pag. 308) FE-vergrendeling/ index/verkleinen <B> Infoknop (pag. 123/124/242/244, 287) (pag. 50, 84, 148, 179, 213) <S/u>...
Pagina 23
Namen van onderdelen Zoekerinformatie Spotmetingscirkel Indicator voor AF-puntactivatie <•> Matglas AF-punten <i> ISO-snelheid <u> Witbalans- correctie <A> Belichtings- <o> Focusbevestigings- vergrendeling/ lampje AEB wordt Max. opnamereeks uitgevoerd <D> Flitser gereed <0> Monochroom- Waarschuwing voor opnamen onjuiste FE-vergrendeling ISO-snelheid <e> Snelle synchronisatie (FP-flits) <A>...
Pagina 24
Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Het programmakeuzewiel bevat de basismodi en creatieve modi. Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen vast te leggen. : AE-programma (pag. 86) s : AE met sluitervoorkeur (pag. 110) f : AE met diafragmavoorkeur (pag. 112) : Handmatige belichting (pag.
Pagina 26
Namen van onderdelen Batterijoplader LC-E8 Oplader voor batterij LP-E8 (pag. 28). Stekker Batterijcompartiment Oplaadlampje Lampje 'volledig opgeladen' BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. De riem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
De batterij opladen Verwijder het beschermdeksel. Verwijder het beschermdeksel van de batterij. Plaats de batterij. Plaats de batterij op de juiste manier in de oplader zoals afgebeeld in de illustratie. Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
Pagina 29
Laad geen andere batterij op dan een batterij van het type LP-E8. Batterij LP-E8 is uitsluitend geschikt voor producten van Canon. Wanneer u deze oplaadt met een batterijoplader of een ander product dat niet compatibel is, kunnen zich defecten...
De batterij plaatsen en verwijderen Plaats een volledig opgeladen batterij LP-E8 in de camera. De batterij plaatsen Open het klepje. Schuif het schuifje in de richting van de pijlen en open het klepje. Plaats de batterij. Steek het uiteinde met de ...
De kaart plaatsen en verwijderen De kaart (afzonderlijk verkrijgbaar) kan een SD-, SDHC- of SDXC- geheugenkaart zijn. SDHC- en SDXC-geheugenkaarten met UHS-I kunnen ook worden gebruikt. De opnamen worden opgeslagen op de kaart. Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat zodat schrijven/wissen mogelijk is.
De kaart plaatsen en verwijderen De kaart verwijderen Open het klepje. Zet de aan-uitschakelaar op <2>. Controleer of de lees-/ schrijfindicator uit is en open vervolgens het klepje. Sluit het klepje als [Opslaan...] wordt Lees-/schrijfindicator weergegeven. Verwijder de kaart. Druk de kaart voorzichtig in de ...
Het LCD-scherm gebruiken Nadat u het LCD-scherm hebt uitgeklapt, kunt u menufuncties instellen, Live view-opnamen gebruiken, films opnemen en opnamen en films weergeven. U kunt de richting en hoek van het LCD-scherm wijzigen. Klap het LCD-scherm uit. Draai het LCD-scherm. 180°...
De camera inschakelen Als na het inschakelen van de camera de schermen voor het instellen van de tijdzone en de datum/tijd worden weergegeven, raadpleeg dan pagina 36 voor het instellen van de tijdzone en de datum en tijd. <k> : De camera is ingeschakeld. U kunt films opnemen (pag.
De camera inschakelen z Het batterijniveau controleren Wanneer de camera wordt ingeschakeld, heeft het batterijniveau een van de volgende vier niveaus. z : De batterij is vol. x : Batterijniveau is laag, maar de camera kan nog worden gebruikt. c : De batterij is bijna leeg. (Knippert) n : Laad de batterij op.
De datum, tijd en tijdzone instellen Als u de camera voor de eerste keer inschakelt of als de tijdzone en datum- en tijdinstellingen opnieuw zijn ingesteld, worden de instelschermen Tijdzone en Datum/tijd weergegeven. Volg de stappen hieronder om eerst de tijdzone in te stellen. U kunt ook de tijdzone van uw huidige adres instellen.
Pagina 37
3 De datum, tijd en tijdzone instellen Stel de datum en de tijd in. Druk op de toets <U> om het getal van de datum of tijd te selecteren. Druk op <0> zodat <a> wordt weergegeven. Druk op de toets <V> om het getal in ...
De interfacetaal selecteren Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer op het tabblad [52] de optie [TaalK]. Druk op de toets <U> om het tabblad [52] te selecteren. Druk op de toets <V> om [Taal ...
Een objectief bevestigen en verwijderen De camera is compatibel met alle Canon EF- en EF-S-objectieven. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M- objectieven. Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
Een objectief bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen Om in of uit te zoomen draait u de zoomring op het objectief met uw vingers. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling verloren gaan.
Objectieven met Image Stabilizer (beeldstabilisatie) Wanneer u de ingebouwde Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het IS-objectief gebruikt, wordt bewegingsonscherpte gecorrigeerd om scherpere opnamen te krijgen. In de hier uitgelegde procedure wordt het EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM-objectief als voorbeeld gebruikt. * IS betekent Image Stabilizer (beeldstabilisatie). Zet de IS-schakelaar op <1>.
Basisbediening De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts totdat de negen AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt aanbevolen om dioptrische aanpassingslenzen E-serie te gebruiken (10 typen, afzonderlijk verkrijgbaar).
Basisbediening Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker weergegeven (0).
Q Snel instellen voor opnamefuncties U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD- scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Dit wordt het scherm Snel instellen genoemd. Druk op de knop <Q>. Het scherm Snel instellen wordt weergegeven (7). Stel de gewenste functie in.
Menugebruik In de menu's kunt u verschillende functies instellen, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gebruikt u de knop <M>, de pijltjestoetsen <S> en de knop < > op de achterzijde van de camera om de menu's in te stellen. Knop <M>...
Pagina 47
3 Menugebruik Procedure voor menu-instellingen Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de toets <U> om een menutabblad te selecteren. Het tabblad [z3] verwijst bijvoorbeeld ...
De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren. Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle opnamen en gegevens op de kaart verwijderd. Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd;...
3 De kaart formatteren Gebruik [Kaart formatteren] in de volgende gevallen: De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of gegevens. Er wordt een kaartfout weergegeven (pag. 337). ...
Wisselen van scherm op het LCD-scherm Op het LCD-scherm kunnen de opname-instellingen, het menuscherm, opnamen, enzovoort worden weergegeven. Opname-instellingen Wanneer u de camera inschakelt, worden de opname-instellingen weergegeven. Als u met uw oog in de buurt van het zoekeroculair komt, schakelt de schermuitschakelingssensor (pag.
Pagina 51
Wisselen van scherm op het LCD-scherm Met de optie [52: LCD auto uit] kunt u voorkomen dat het LCD-scherm automatisch wordt uitgeschakeld (pag. 217). Zelfs als het menuscherm of de opname wordt weergegeven, kunt u onmiddellijk opnamen maken door de ontspanknop in te drukken. Als u door het zoekeroculair kijkt met een zonnebril op, wordt het LCD- ...
Uitleg De Uitleg geeft een eenvoudige beschrijving van de betreffende functie of optie. Deze wordt weergegeven als u de opnamemodus wijzigt of het scherm Snel instellen gebruikt om een opnamefunctie in te stellen, bij Live view-opnamen en filmopnamen, of tijdens de weergave. Als u een functie of optie selecteert in het scherm Snel instellen, wordt de Uitleg- beschrijving weergegeven.
d Bediening via het aanraakscherm Het LCD-scherm is een aanraakgevoelig paneel dat u met uw vingers kunt bedienen. Tikken Snel instellen (voorbeeldscherm) Gebruik uw vinger om op het LCD- scherm te tikken (kort aanraken). U kunt menu's, pictogrammen, enzovoort op het LCD-scherm selecteren door erop te tikken.
Pagina 54
d Bediening via het aanraakscherm Slepen Menuscherm (voorbeeldscherm) Sleep uw vinger over het LCD- scherm. Schaalweergave (voorbeeldscherm) Mogelijke bewerkingen door met uw vinger over het scherm te slepen Een menutabblad of -item selecteren nadat u op de knop <M> ...
d Bediening via het aanraakscherm 3 Instellingen voor aanraakbediening Selecteer de optie [Aanraakbediening]. Selecteer op het tabblad [53] de optie [Aanraakbediening] en druk vervolgens op <0>. Stel de aanraakbediening in. Selecteer [Inschakelen]. Als u de aanraakbediening instelt op ...
Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten en hoe u opnamen kunt weergeven. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken;...
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) <A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het onderwerp beweegt of niet (pag. 61). Stel het programmakeuzewiel in op <A>.
Pagina 59
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. De opname wordt gedurende 2 seconden op het LCD-scherm weergegeven. Nadat u de opname hebt gemaakt, kunt u de ingebouwde flitser weer inklappen door deze met uw vingers naar binnen te drukken.
Pagina 60
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) De flitser komt bij daglicht tevoorschijn. Bij een onderwerp met tegenlicht kan de flitser tevoorschijn komen om donkere schaduwen op het onderwerp lichter te maken. Als u de opname zonder flits wilt maken, stelt u de flitser in op Flitser uit (pag. 63). Op de flitsinstellingen na zijn de instellingen hetzelfde als in <A>.
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld, zodat er een uitgebalanceerde achtergrond en een goed perspectief wordt bereikt. In de modus <A> drukt u de ontspanknop half in om scherp te stellen op een niet- bewegend onderwerp.
Pagina 62
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) A Live view-opnamen U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Zie pagina 145 voor meer informatie. Geef het Live view-beeld op het LCD-scherm weer. Druk op de knop <A>. ...
7 De flitser uitschakelen De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan, gebruikt u de modus <7> (Flitser uit). Deze modus is ook geschikt om sfeer vast te leggen, bijvoorbeeld in situaties met kaarslicht.
C Creatieve automatische opnamen In de modus <C> kunt u op eenvoudige wijze de scherptediepte, transportmodus en flitser wijzigen. U kunt de sfeer kiezen die u in uw opnamen wilt vastleggen. De standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus <A>. * CA staat voor Creative Auto (Automatisch/creatief).
Pagina 65
C Creatieve automatische opnamen Sluitertijd Diafragma ISO-snelheid Batterijniveau Maximumaantal opnamen Opnamekwaliteit U kunt op de knop <Q> drukken om het volgende in te stellen: (1) Sfeeropnamen U kunt de sfeer instellen die u in uw opnamen wilt vastleggen. Druk op de toets <U> of draai aan het instelwiel <6> om de gewenste sfeer te selecteren.
C Creatieve automatische opnamen (3) Transportmodus: draai aan het instelwiel <6> om de gewenste instelling te kiezen. U kunt deze ook in een lijst selecteren door op <0> te drukken. <u> Enkelbeeld: Een opname tegelijk maken. <i> Continue opname: Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden er continu opnamen gemaakt.
2 Portretfoto's maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt. Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe beter. ...
3 Landschapsfoto's maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Opnametips Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde. ...
4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u hiervoor de modus <4> (Close-up). Gebruik een macro-objectief (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Bloemen en dergelijke steken tegen een eenvoudige achtergrond beter af. Nader het onder onderwerp zo dicht mogelijk.
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) voor het fotograferen van een bewegend onderwerp, bijvoorbeeld een rennend kind of een rijdende auto. Opnametips Gebruik een teleobjectief. Het gebruik van een teleobjectief wordt aanbevolen, omdat u hiermee op grote afstand kunt fotograferen.
8: Speciale scènemodus Selecteer de opnamemodus 'Nacht portret', 'Nachtopnamen uit hand' of 'HDR-tegenlicht'. De camera stelt alles in en zorgt dat de instellingen zijn afgestemd op de geselecteerde opnamemodus. Stel het programmakeuzewiel in op <8>. Druk op de knop <Q>. ...
6 's Avonds portretfoto's maken (met een statief) Gebruik de modus <6> (Nacht portret) als u 's avonds mensen wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende achtergrond wilt hebben. Opnametips Gebruik een groothoekobjectief en een statief. Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde om in het donker een panorama-effect te verkrijgen.
F 's Avonds opnamen uit de hand maken Normaal gesproken hebt u bij avondopnamen een statief nodig om uw camera stil te houden. Met de modus <F> (Nachtopnamen uit hand) kunt u echter 's avonds opnamen maken terwijl u de camera in de hand houdt. Er worden voor elke foto vier opnamen achter elkaar gemaakt waarbij het eindresultaat een opname is met minder bewegingsonscherpte.
G Opnamen met tegenlicht maken Als u een tafereel met zowel lichte als donkere gebieden fotografeert, gebruikt u de modus <G> (HDR-tegenlicht). Wanneer u één foto in deze modus maakt, worden drie continu-opnamen met verschillende belichting gemaakt. Het resultaat is één opname met een breed kleurtoonbereik waarbij dichtgelopen schaduwen, veroorzaakt door tegenlicht, tot een minimum zijn beperkt.
Pagina 75
Aandachtspunt voor <6> (Nacht portret) en <F> (Nachtopnamen uit hand) Tijdens Live view-opnamen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op lichtpunten zoals in een avondopname. In dergelijke gevallen dient u de AF-methode op [Quick-modus] in te stellen waarna u de opname maakt. Als het nog steeds moeilijk is om scherp te stellen, zet u de focusinstellingsknop op het objectief op [MF] en stelt u handmatig scherp.
Q Snel instellen Wanneer in de basismodi het scherm met de Voorbeeld: portretmodus opname-instellingen wordt weergegeven, kunt u op de knop <Q> drukken om het scherm Snel instellen weer te geven. In de onderstaande tabel worden de functies vermeld die in de diverse basismodi met het scherm Snel instellen kunnen worden ingesteld.
Opname via sfeerselectie U kunt de sfeer selecteren die u voor de opname wilt gebruiken, behalve wanneer de basismodus <A>, <7> of <G> is ingesteld. Sfeer Sfeereffect C 2 3 4 5 Standaard Geen instelling Levendig Zwak/Standaard/Sterk Soft Zwak/Standaard/Sterk Warm Zwak/Standaard/Sterk Intens Zwak/Standaard/Sterk...
Pagina 78
Opname via sfeerselectie Druk op de toets <U> of draai aan het instelwiel <6> om de gewenste sfeer te selecteren. Op het LCD-scherm wordt weergegeven hoe de opname er met de geselecteerde sfeerinstelling zal uitzien. Stel het sfeereffect in. Druk op de toets <V>...
Opname via sfeerselectie Sfeerinstellingen Standaard Standaardopnamekenmerken voor de respectieve opnamemodus. Let op: <2> heeft opnamekenmerken die voor portretfoto's zijn geoptimaliseerd en <3> is geoptimaliseerd voor landschapsfoto's. Elke sfeer is een aanpassing van de opnamekenmerken van de respectieve opnamemodus. Levendig Het onderwerp wordt scherp en levendig weergegeven. Met deze sfeerinstelling ziet de foto er indrukwekkender uit dan met de instelling [ Standaard].
Pagina 80
Opname via sfeerselectie Helderder De opname wordt lichter weergegeven. Donkerder De opname wordt donkerder weergegeven. Monochroom De opname is monochroom. U kunt de monochroomkleur instellen op zwart-wit, sepia of blauw. Wanneer [Monochroom] is geselecteerd, wordt <0> weergegeven in de zoeker.
Opname via licht of scènetype In de basismodi <2>, <3>, <4> en <5> kunt u opnamen maken waarbij de instellingen met de lichtomstandigheden of het type scène overeenkomen. In de meeste situaties voldoet [ Stand. inst.], maar als de instellingen aan de lichtomstandigheden of het type scène zijn aangepast, zal de opname nauwkeuriger overeenkomen met wat u ziet.
Pagina 82
Opname via licht of scènetype Selecteer in het scherm Snel instellen het type licht of scène. Druk op de knop <Q> (7). Druk op de toets <V> om Stand. inst.] te selecteren. [Licht-/scèneopnamen] wordt weergegeven op het scherm. Druk op de toets <U>...
Opname via licht of scènetype Instellingen voor het type licht of scène Stand. inst. Een standaardinstelling die geschikt is voor de meeste onderwerpen. Daglicht Voor onderwerpen in zonlicht. Hiermee zien blauwe luchten en groene gebieden zoals bomen en struiken er natuurlijker uit en worden lichtgekleurde bloemen beter weergegeven.
x Opnamen weergeven Hieronder wordt beschreven hoe u opnamen het eenvoudigst kunt weergeven. Zie pagina 241 voor meer informatie over de weergaveprocedure. Geef de opname weer. Druk op de knop <x>. De laatst gemaakte of laatst bekeken opname wordt weergegeven. Selecteer een opname.
Creatieve opnamen Om mislukte opnamen te voorkomen, kunnen in de basismodi geavanceerde functie-instellingen niet worden gewijzigd. In de modus < > (AE-programma) kunt u echter diverse functies instellen en creatievere opnamen maken. In de modus <d> stelt de camera de sluitertijd en het ...
d: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en het diafragma in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen. Dit heet AE- programma. Stel het programmakeuzewiel in op <d>. Stel scherp op het onderwerp. Kijk door de zoeker en richt het ...
d: AE-programma Opnametips Wijzig de ISO-snelheid of gebruik de ingebouwde flitser. Als u de belichting op het omgevingslicht en het onderwerp wilt afstemmen, kunt u de ISO-snelheid wijzigen (pag. 92) of de ingebouwde flitser gebruiken (pag. 107). In de modus <d> gaat de ingebouwde flitser niet automatisch af.
De opnamekwaliteit instellen U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn tien instellingen voor de opnamekwaliteit: 73, 83, 74, 84, 7a, 8a, b, c, 1+73, 1. Selecteer [Beeldkwalit.]. Selecteer op het tabblad [z1] de optie [Beeldkwalit.] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 89
* De cijfers voor de bestandsgrootte, het aantal mogelijke opnamen en de maximale opnamereeks zijn gebaseerd op een testgeheugenkaart van 8 GB en de testnormen van Canon (beeldverhouding 3:2, ISO 100 en beeldstijl Standaard). Deze cijfers kunnen verschillen afhankelijk van het onderwerp, merk van de kaart, beeldverhouding, ISO-snelheid, beeldstijl, persoonlijke voorkeuze, enzovoort.
3 De opnamekwaliteit instellen Veelgestelde vragen Ik wil de opnamekwaliteit selecteren die bij het papierformaat past waarop ik wil afdrukken. Raadpleeg het diagram links bij het Papierformaat kiezen van de opnamekwaliteit. Als u de A2 (59,4 x 42 cm) opname wilt bijsnijden, wordt het aanbevolen om een hogere kwaliteit A3 (42 x 29,7 cm)
3 De opnamekwaliteit instellen Informatie over 1 1-opnamen zijn onbewerkte opnamegegevens die nog moeten worden omgezet in 73 of andere typen afbeeldingen. Hoewel voor het weergeven van 1-opnamen op de computer software als Digital Photo Professional nodig is (meegeleverd, pag. 364), kunnen op 1- opnamen erg eenvoudig bewerkingen worden toegepast die bij andere soorten opnamen niet mogelijk zijn.
i: De ISO-snelheid wijzigenN Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld (pag. 93). Druk op de knop <i>. [ISO-snelheid] wordt weergegeven. Stel de ISO-snelheid in.
Pagina 93
i: De ISO-snelheid wijzigenN Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn. Als u een hoge ISO-snelheid en de flitser gebruikt om een onderwerp te fotograferen dat zich dichtbij bevindt, kan de opname overbelicht zijn. Met ISO 12800 of 'H' (gelijk aan ISO 25600) neemt de maximale ...
i: De ISO-snelheid wijzigenN Opnamemodus Instelling ISO-snelheid Automatisch ingesteld tussen ISO 100 en A/7/C/3/4/5/6/G ISO 6400 ISO 100 Automatisch ingesteld tussen ISO 100 en ISO 12800 Automatisch ingesteld tussen ISO 100 en d/s/f/a ISO 6400* Met flitser ISO 400* *1: Vast op ISO 400 voor bulb-belichting. *2: Afhankelijk van de ingestelde maximale ISO-snelheid.
A Optimale opnamekenmerken voor het onderwerpN Door een beeldstijl te selecteren, kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen. In de basismodi kunt u geen beeldstijl selecteren. Druk op de knop <XA>. [Beeldstijl] wordt weergegeven. Selecteer een beeldstijl.
Pagina 96
A Optimale opnamekenmerken voor het onderwerpN R Landschap Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Gebruik deze instelling voor indrukwekkende landschappen. S Neutraal Deze beeldstijl is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan geven om opnamen met de computer te verwerken. Voor natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen.
f: Het AF-gebruik wijzigenN U kunt het AF-gebruik (automatische scherpstelling) selecteren dat bij de opnameomstandigheden en het onderwerp past. In de basismodi wordt het optimale AF-gebruik automatisch ingesteld voor de respectieve opnamemodus. Zet op het objectief de focusinstellingsknop op <AF>. Druk op de knop <Zf>.
f: Het AF-gebruik wijzigenN 1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen Geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera slechts één keer scherp. Als de scherpstelling is bereikt, licht de stip in het AF-punt waarop is scherpgesteld gedurende korte tijd rood op en gaat ook het focusbevestigingslampje <o>...
f: Het AF-gebruik wijzigenN AI Focus AF voor automatisch wisselen van AF-gebruik In de modus AI Focus AF schakelt het AF-gebruik automatisch van 1-beeld AF over op AI Servo AF als het onderwerp in beweging komt. Als het onderwerp in beweging komt nadat erop is scherpgesteld bij ...
S Het AF-punt selecterenN In de basismodi stelt de camera automatisch scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp. Daarom wordt er mogelijk niet altijd op het beoogde onderwerp scherpgesteld. In de modi <d>, <s>, <f> en <a> kunt u het AF-punt selecteren en dat gebruiken om scherp te stellen op het beoogde onderwerp.
S Het AF-punt selecterenN Opnametips Als u van dichtbij een portret wilt maken, gebruikt u 1-beeld AF en stelt u scherp op de ogen. Als u eerst op de ogen scherpstelt, kunt u de compositie vervolgens opnieuw bepalen terwijl het gezicht scherp blijft. Als het moeilijk is om scherp te stellen, kunt u het beste het ...
S Het AF-punt selecterenN AF-gebruik en maximaal diafragma van het objectief Bij een maximaal diafragma van f/5.6: U kunt met alle AF-punten scherpstellen op basis van kruismetingen (verticale en horizontale lijnen worden tegelijkertijd gedetecteerd). Bij bepaalde objectieven (zie hieronder) kunnen met de buitenste AF-punten alleen verticale of horizontale lijnen worden gedetecteerd (geen kruismetingen).
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld Soms kan er niet automatisch worden scherpgesteld (het focusbevestigingslampje <o> van de zoeker knippert dan). Dit kan onder meer voorkomen bij de volgende onderwerpen: Onderwerpen met erg weinig contrast (bijvoorbeeld strakblauwe lucht, muren met een effen kleur, enzovoort) Onderwerpen bij zeer weinig licht ...
i Continue opname U kunt maximaal circa 5 opnamen per seconde maken. Deze functie kunt u bijvoorbeeld gebruiken als een kind naar u toe rent en u de verschillende gezichtsuitdrukkingen wilt vastleggen. Druk op de knop < iQ>. Selecteer <i>. Druk op de toets <U>...
Pagina 105
i Continue opname De maximale snelheid van circa 5 opnamen per seconde voor continu- opnamen wordt bereikt* bij een sluitertijd van 1/500 seconde of sneller bij het maximale diafragma (afhankelijk van het objectief). De snelheid van continu-opnamen neemt mogelijk af door de sluitertijd, het diafragma, de omstandigheden van het onderwerp, de helderheid, het objectief, het gebruik van de flitser, enzovoort.
j De zelfontspanner gebruiken Druk op de knop <Yi >. Selecteer de zelfontspanner. Druk op de toets <U> of draai aan het instelwiel <6> om de zelfontspanner te selecteren en druk vervolgens op <0>. Q: Zelfontspanner: 10 sec U kunt ook de afstandsbediening gebruiken (pag. 307). l: Zelfontspanner: 2 sec (pag.
D De ingebouwde flitser gebruiken Als u binnenshuis bent of te maken hebt met weinig licht of tegenlicht, kunt u de ingebouwde flitser omhoog klappen en op de ontspanknop drukken om opnamen met de flitser te maken. In de modus <d> wordt de sluitertijd (1/60 sec.
D De ingebouwde flitser gebruiken Opnametips Verhoog de ISO-snelheid als het onderwerp ver weg is (pag. 92). Door de ISO-snelheid te verhogen, kunt u het flitsbereik vergroten. Verlaag de ISO-snelheid bij fel licht. Verlaag de ISO-snelheid als de belichtingsinstelling in de zoeker knippert. Verwijder de zonnekap van het objectief en zorg dat u niet te ...
Opnamefuncties voor gevorderden Dit hoofdstuk is een aanvulling op hoofdstuk 3. U leest in dit hoofdstuk op welke manieren u nog meer creatief kunt fotograferen. In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de modi <s> <f> en <a> op het programmakeuzewiel kunt gebruiken.
s: De beweging van het onderwerp vastleggen Met de modus <s> (automatische belichting met sluitervoorkeur) op het programmakeuzewiel kunt u de actie bevriezen of onscherp maken. * <s> staat voor Time value (tijdwaarde). Onscherp gemaakte beweging Bevroren actie (lange sluitertijd: 1/30 seconde) (korte sluitertijd: 1/2000 seconde) Stel het programmakeuzewiel in op <s>.
Pagina 111
s: De beweging van het onderwerp vastleggen Opnametips Een snel bewegend onderwerp bevriezen Gebruik een korte sluitertijd, bijvoorbeeld tussen 1/4000 en 1/500 seconde. Een rennend kind of dier onscherp maken om de indruk van beweging te wekken Gebruik een gemiddelde sluitertijd, bijvoorbeeld tussen 1/250 en 1/30 seconde. Volg het bewegende onderwerp met de zoeker en druk de ontspanknop in om de opname te maken.
f: De scherptediepte wijzigen Om de achtergrond onscherp te maken of om onderwerpen die dichtbij of ver weg zijn scherp te krijgen, stelt u het programmakeuzewiel in op <f> (automatische belichting met diafragmavoorkeur). Zo kunt u de scherptediepte (het bereik van een acceptabele scherpstelling) aanpassen.
Pagina 113
f: De scherptediepte wijzigen Opnametips Wanneer u een diafragma met een hoog f-getal gebruikt of opnamen maakt bij weinig licht, kan er bewegingsonscherpte optreden. Bij een hoger f-getal van het diafragma is de sluitertijd langer. In omstandigheden met weinig licht kan de sluitertijd maar liefst 30 seconden bedragen. Verhoog in zo'n geval de ISO-snelheid en houd de camera stil of gebruik een statief.
f: De scherptediepte wijzigen D De ingebouwde flitser gebruiken Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen automatisch op het ingestelde diafragma afgestemd (automatische flitsbelichting). De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/200 seconde en 30 seconden, afhankelijk van de lichtomstandigheden. Bij weinig licht wordt het hoofdonderwerp belicht met de automatische flitser.
a: Handmatige belichting U kunt zowel de sluitertijd als het diafragma handmatig naar wens instellen. Terwijl u naar de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker kijkt, kunt u de belichting naar wens instellen. Deze methode heet handmatige belichting. * <a> staat voor Manual (handmatig). Stel het programmakeuzewiel in op <a>.
a: Handmatige belichting Als u bij [z2: Auto Lighting Optimizer/z2: Auto optimalisatie helderheid] het selectieteken <X> voor [Uitsch. bij handm. bel.] verwijdert, kunt u deze instelling ook instellen in de modus <a> (pag. 125). Wanneer ISO Auto is ingesteld, kunt u op de knop <A> drukken om de ...
q De meetmethode wijzigenN Er zijn vier meetmethoden beschikbaar om de helderheid van het onderwerp te meten. Meestal wordt meervlaksmeting aanbevolen. In de basismodi wordt meervlaksmeting automatisch ingesteld. Selecteer [Meetmethode]. Selecteer op het tabblad [z2] de optie [Meetmethode] en druk vervolgens op <0>.
q De meetmethode wijzigenN Centrum gew. gemiddeld De helderheid wordt in het midden van het beeld gemeten, waarna een gemiddelde voor de gehele opname wordt berekend. Deze meetmethode is voor gevorderde gebruikers. Meetbereik tijdens Live view-opnamen Met de instellingen q (meervlaks meting) en e (centrum gew. ...
Belichtingscompensatie instellenN O Belichtingscompensatie instellen Stel de belichtingscompensatie in wanneer de belichting (zonder flitser) anders uitvalt dan gewenst. Deze functie kan worden gebruikt in de creatieve modi (met uitzondering van <a>). U kunt de belichtingscompensatie instellen op maximaal ±5 stops met tussenstappen van 1/3 stop. Lichter maken: Houd de knop <O>...
Belichtingscompensatie instellenN y Flitsbelichtingscompensatie Stel de flitsbelichtingscompensatie in wanneer de belichting van het onderwerp anders uitvalt dan gewenst. U kunt de belichtingscompensatie instellen op maximaal ±2 stops met tussenstappen van 1/3. Druk op de knop <Q>. Het scherm Snel instellen wordt weergegeven (pag.
Belichtingstrapje (AEB)N Met deze functie gaat belichtingscompensatie een stap verder, doordat de belichting over drie opnamen automatisch wordt gevarieerd (maximaal ±2 stops met tussenstappen van 1/3 stop), zoals hieronder is weergegeven. Vervolgens kunt u de beste belichting kiezen. Dit heet AEB (Auto Exposure Bracketing, belichtingstrapje). Donkerdere belichting Helderdere belichting Standaardbelichting...
3 Belichtingstrapje (AEB)N AEB annuleren Volg stap 1 en 2 als u de AEB-waarde niet wilt weergeven. De AEB-instelling wordt ook automatisch geannuleerd als de aan- uitschakelaar op <2> wordt gezet, als de flitser weer gebruiksklaar is, enzovoort. Opnametips Gebruik van AEB bij het maken van continu-opnamen ...
A De belichting vergrendelenN Wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied, of wanneer u meerdere foto's met dezelfde belichtingsinstelling wilt nemen, kunt u de belichting vergrendelen. Druk op de knop <A> om de belichting te vergrendelen, maak een nieuwe compositie en maak de opname.
(het onderwerp bij de rand plaatsen) en de opname maken. Deze functie kan ook worden gebruikt met een Canon Speedlite uit de EX-serie. * FE staat voor Flash Exposure (flitsbelichting).
De helderheid en het contrast automatisch corrigerenN Als de opname te donker wordt of als het contrast te laag is, kunnen de helderheid en het contrast van de opname automatisch worden verbeterd. Deze functie heet Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). De standaardinstelling is [Standaard]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie uitgevoerd wanneer de opname is gemaakt.
Instellingen voor ruisreductieN Hoge ISO-ruisreductie Met deze functie vermindert u de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral effectief bij hoge ISO-snelheden. Bij lage ISO-snelheden wordt de ruis in de donkere gedeelten van de opname (de schaduwpartijen) verder gereduceerd.
3 Instellingen voor ruisreductieN Informatie over [Ruisond. bij meerd. opn.] De volgende functies kunnen niet worden ingesteld: AEB, witbalanstrapje, [z3: Ruisred. lange sluitertijd], 1+73/1. Als een van deze functies al is ingesteld, kunt u [Ruisond. bij meerd. opn.] niet instellen. Flitsopname is niet mogelijk.
Pagina 128
3 Instellingen voor ruisreductieN Stel de optie in. Selecteer de gewenste instelling en druk op <0>. Het scherm met de instellingen wordt afgesloten en het menu wordt opnieuw weergegeven. [Automatisch] Bij een belichtingstijd van 1 seconde of langer wordt ruisreductie automatisch uitgevoerd wanneer ruis veroorzaakt door lange belichting wordt gedetecteerd.
Correctie helderheid randen/Chromatische correctie Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname donkerder eruit zien als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens. Een andere chromatische afwijking is het verschijnen van kleurranden rond de contouren van het onderwerp. Deze lensafwijkingen kunnen beide worden gecorrigeerd.
3 Correctie helderheid randen/Chromatische correctie Chromatische correctie Selecteer de instelling. Controleer of [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven voor het gebruikte objectief. Selecteer [Chromatische afw.] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op <0>. Als [Correctiegeg. niet ...
Correctie helderheid randen en chromatische correctie kunnen niet worden toegepast op JPEG-opnamen die al zijn gemaakt. Wanneer u een objectief van een ander merk dan Canon gebruikt, wordt het aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uitschakelen], zelfs als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven.
A Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeurenN U kunt de beeldstijl naar wens aanpassen door afzonderlijke parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast]. Maak proefopnamen om het resultaat te bekijken. Zie pagina 134 voor het aanpassen van [Monochroom]. Druk op de knop <XA>. Selecteer een beeldstijl.
Pagina 133
A Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeurenN Parameterinstellingen en -effecten Scherpte Hiermee kunt u de scherpte van de opname aanpassen. Als u de opname minder scherp wilt maken, stelt u de scherpte in naar de kant met E. Hoe dichter de markering zich bij E bevindt, hoe zachter de opname. Als u de opname scherper wilt maken, stelt u de scherpte in naar de kant met F.
A Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeurenN V Monochroom aanpassen Voor Monochroom kunt u naast [Scherpte] en [Contrast] (zoals op de vorige pagina is beschreven) ook [Filtereffect] en [Toningeffect] instellen. kFiltereffect U kunt op een monochrome opname witte wolken of groene bomen meer laten afsteken door een filtereffect toe te passen.
A Favoriete opnamekenmerken vastleggenN U kunt een basis-Picture Style selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3]. U kunt meerdere beeldstijlen maken met andere parameterinstellingen, zoals scherpte en contrast.
Pagina 136
A Favoriete opnamekenmerken vastleggenN Selecteer een parameter. Selecteer een parameter, bijvoorbeeld [Scherpte], en druk vervolgens op <0>. Stel de parameter in. Druk op de toets <U> om de parameter naar wens aan te passen en druk vervolgens op <0>. Zie 'Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren' op pagina 132 - 134 voor meer informatie.
B: Aanpassen aan de lichtbronN De functie waarmee de kleurtoon zodanig kan worden aangepast dat een wit object in de opname ook daadwerkelijk wit lijkt, wordt witbalans (WB) genoemd. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld.
Pagina 138
B: Aanpassen aan de lichtbronN Selecteer [Handmatige witbalans]. Selecteer op het tabblad [z2] de optie [Handmatige witbalans] en druk vervolgens op <0>. Het scherm voor handmatige selectie van de witbalans wordt weergegeven. Importeer de witbalansgegevens. Selecteer de opname die u bij stap 1 ...
u De kleurtoon voor de lichtbron aanpassenN U kunt de ingestelde witbalans corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuurconversiefilter of kleurcorrectiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd. Deze functie is voor gevorderde gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleurtemperatuurconversie- of kleurcorrectiefilters.
u De kleurtoon voor de lichtbron aanpassenN Witbalanstrapje Het is mogelijk om met één opname tegelijkertijd drie opnamen met een verschillende kleurbalans op te slaan. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de kleurtemperatuur van de actuele witbalansinstelling, maar ook met meer blauw/amber of magenta/groen. Dit wordt een witbalanstrapje (WB-BKT) genoemd.
Het bereik van reproduceerbare kleuren instellenN Het bereik van reproduceerbare kleuren wordt 'kleurruimte' genoemd. Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op sRGB of Adobe RGB. Voor normale opnamen wordt sRGB aanbevolen. Bij de basismodi wordt sRGB automatisch ingesteld. Selecteer [Kleurruimte].
Spiegel opklappen om bewegingsonscherpte te verminderenN De camerabeweging die door de reflexspiegelactie wordt veroorzaakt, kan foto's die zijn genomen met een superteleobjectief of een macro-objectief (close-up) onscherp maken. In dit geval kan het nuttig zijn de spiegel op te klappen. U kunt het opklappen van de spiegel inschakelen door de optie [5: Spiegel opklappen] in te stellen op [1: Activeren] in het menu [54: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] (pag.
Pagina 143
Spiegel opklappen om bewegingsonscherpte te verminderenN Bij zeer fel licht, bijvoorbeeld op het strand of tijdens het skiën op een zonnige dag, kunt u de opname het beste direct na het opklappen van de spiegel maken. Richt de camera niet direct op de zon. De warmte van de zon kan de ...
Opnamen maken met het LCD- scherm (Live view-opnamen) U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Wanneer u de camera in de hand houdt en opnamen maakt terwijl u op het LCD-scherm kijkt, kan het bewegen van de camera onscherpe opnamen tot gevolg hebben.
A Opnamen maken met het LCD-scherm Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <A>. Het Live view-beeld wordt op het LCD- scherm weergegeven. In de modus <A> wordt het scènepictogram voor de scène die door de camera wordt gedetecteerd, linksboven weergegeven (pag.
A Opnamen maken met het LCD-scherm Live view-opname inschakelen Stel [A: Live view-opname.] in op [Inschakelen]. Levensduur batterij bij Live view-opnamen Opnameomstandigheden Temperatuur Geen flits 50% flits Bij 23 °C Circa 200 opnamen Circa 180 opnamen Bij 0 °C Circa 170 opnamen Circa 150 opnamen De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen LP-E8-batterij en op de ...
Pagina 148
A Opnamen maken met het LCD-scherm Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. AF-punt (snelle AF) Batterijniveau Histogram Maximumaantal opnamen Auto Lighting Optimizer (Auto AF-methode optimalisatie helderheid) Opnamemodus Snel instellen Transportmodus Witbalans Meetmethode Beeldstijl Opnamekwaliteit Creatieve filters...
Pagina 149
A Opnamen maken met het LCD-scherm Scènepictogrammen Tijdens het maken van Live view-opnamen in de modus <A> wordt een pictogram weergegeven dat de scène vertegenwoordigt die is gedetecteerd door de camera. De opname wordt vervolgens aangepast aan die scène. Bij bepaalde scènes of opnameomstandigheden komt het weergegeven pictogram mogelijk niet overeen met de daadwerkelijke scène.
A Opnamen maken met het LCD-scherm *5: Wordt weergegeven met een van de onderstaande objectieven: • EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS II • EF-S 55-250mm f/4-5.6 IS II • EF 300mm f/2.8L IS II USM • EF 400mm f/2.8L IS II USM •...
Instellingen voor de opnamefunctie In dit gedeelte worden de instellingen besproken die specifiek zijn voor Live view-opnamen. Q Snel instellen Wanneer u op de knop <Q>drukt terwijl het beeld op het LCD-scherm in een creatieve modus wordt weergegeven, kunt u een van de volgende functies instellen: AF-methode, transportmodus, meetmethode, opnamekwaliteit, instellingen voor de ingebouwde flitser, witbalans, beeldstijl, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie...
U Creatieve filters gebruiken Tijdens het maken van opnamen kunt u een filtereffect toepassen (Korrelig Z/W, Soft focus, Fisheye-effect, Effect kunst opvallend, Aquareleffect, Speelgoedcamera-effect en Miniatuureffect) terwijl u naar het Live view- scherm kijkt. Deze filtereffecten worden Creatieve filters genoemd. Wanneer u een opname maakt waarbij u een creatief filter toepast, worden alleen opnamen met een toegepast creatief filter opgeslagen.
Pagina 153
U Creatieve filters gebruiken Pas het creatieve-filtereffect aan.. Druk op de knop <B> (behalve voor het miniatuureffect). Druk op de toets <U> om het effect van het creatieve filter aan te passen en druk vervolgens op <0>. Voor het miniatuureffect drukt u op ...
U Creatieve filters gebruiken Kenmerken van creatieve filters Korrelig Z/W Maakt het beeld korrelig en zwart-wit. Door het contrast aan te passen, kunt u het zwart-witeffect veranderen. Soft focus Geeft het beeld een zachte uitstraling. Door de scherpte aan te passen, bepaalt u de zachtheid van het beeld.
Pagina 155
U Creatieve filters gebruiken Speelgoedcamera-effect Geeft een kleurentint die typisch is voor speelgoedcamera's en maakt de vier hoeken van het beeld donkerder. Door de kleurtoon aan te passen, bepaalt u de tint van de opname. Miniatuureffect Creëert een kijkdooseffect. U kunt aangeven waar de opname scherp moet zijn.
A Menufunctie-instellingen De onderstaande menuopties worden weergegeven. De instelbare functies in dit menuscherm worden alleen toegepast tijdens Live view-opnamen. Deze functies worden niet toegepast bij het maken van opnamen via de zoeker. Live view-opname. U kunt Live view-opname. instellen op [Inschakelen] of [Uitschakelen].
Pagina 157
A Menufunctie-instellingen Aspect ratioN De beeldverhouding (aspect ratio) van de opname kan worden ingesteld op [3:2], [4:3], [16:9] of [1:1]. Het gebied rond het Live view-beeld wordt omgeven door een zwart masker wanneer de volgende beeldverhoudingen zijn ingesteld: [4:3] [16:9] [1:1]. De JPEG-opnamen worden samen met de ingestelde beeldverhouding opgeslagen.
Pagina 158
A Menufunctie-instellingen MeettimerN U kunt wijzigen hoe lang de belichtingsinstelling wordt weergegeven (duur van de belichtingsvergrendeling). In de basismodi heeft de meettimer een vaste instelling van 16 sec. De Live view-opname stopt bij een van de volgende handelingen. Als u ...
De AF-methode (automatische scherpstelling) wijzigen De AF-methode selecteren U kunt de AF-methode selecteren die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp past. De volgende AF-methoden zijn beschikbaar: [u(gezicht)+volgen], [FlexiZone - Multi] (pag. 161), [FlexiZone - Single] (pag. 162) en [Quick-modus] (pag. 166). AF-methoden, met uitzondering van de [Quick-modus], gebruiken de beeldsensor om automatisch scherp te stellen terwijl het Live view-beeld wordt weergegeven.
Pagina 160
De AF-methode (automatische scherpstelling) wijzigen Als er geen gezichten worden gedetecteerd of als u op het LCD-scherm tikt maar geen gezicht of onderwerp selecteert, schakelt de camera over naar [FlexiZone - Multi] met automatische selectie (pag. 161). Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in om ...
Pagina 161
De AF-methode (automatische scherpstelling) wijzigen Als [Continue AF] (pag. 156) of [Servo AF voor film] (pag. 196) is ingesteld op [Inschakelen] Als [u+volgen] of [FlexiZone - Multi] met automatische selectie is ingesteld en het onderwerp niet wordt gedetecteerd, wordt het AF-punt kort weergegeven in het midden van het beeld.
Pagina 162
De AF-methode (automatische scherpstelling) wijzigen Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF-kader oranje.
Pagina 163
De AF-methode (automatische scherpstelling) wijzigen Verplaats het AF-punt. Druk op de toets <S> om het AF- punt te verplaatsen naar de positie waarop u wilt scherpstellen. (Het AF- punt kan niet naar de randen van het beeld worden verplaatst.) Druk op <0>...
Pagina 164
De AF-methode (automatische scherpstelling) wijzigen Opmerkingen over [u+volgen], [FlexiZone - Multi] en [FlexiZone - Single] AF-gebruik Scherpstellen duurt langer dan met de [Quick-modus]. Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaals scherpgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt. Tijdens en na de automatische scherpstelling kan de helderheid van ...
Pagina 165
EF 50mm f/1.4 USM, EF 50mm f/1.8 II, EF 50mm f/2.5 Compact Macro, EF 75-300mm f/4-5.6 III, EF 75-300mm f/4-5.6 III USM Ga naar de Canon-website voor uw land voor informatie over objectieven die niet meer worden verkocht.
Pagina 166
De AF-methode (automatische scherpstelling) wijzigen Quick-modus: f De speciale AF-sensor wordt gebruikt om bij 1-beeld AF (pag. 98) op dezelfde manier scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker. Hoewel u snel kunt scherpstellen op het gewenste gebied, wordt het Live view-beeld tijdens het automatisch scherpstellen even onderbroken.
Pagina 167
De AF-methode (automatische scherpstelling) wijzigen Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Het Live view-beeld wordt uitgeschakeld, de reflexspiegel wordt neergeklapt en er wordt automatisch scherpgesteld. (Er is geen opname gemaakt.) ...
x Opnamen maken met de Touch Shutter Door eenvoudigweg op het LCD-scherm te tikken, kunt u scherpstellen en automatisch een opname maken. Dit werkt in alle opnamemodi. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <A>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Pagina 169
x Opnamen maken met de Touch Shutter Zelfs als <i> (continue opname) is ingesteld, wordt er slechts één opname gemaakt. De Touch Shutter werkt niet in de vergrote weergave. Wanneer bij [54: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [6: Sluiter/ ...
MF: Handmatig scherpstellen U kunt de opname vergroten en nauwkeurig scherpstellen met handmatig scherpstellen. Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>. Draai aan de focusring van het objectief om ruw scherp te stellen. Geef het vergrotingskader weer. Druk op de knop <u>. ...
Pagina 171
Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen Beeldkwaliteit Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn. Opnamen bij hoge temperaturen kunnen ruis en afwijkende kleuren in de ...
Pagina 172
Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen Opnameresultaten Als u de foto in de vergrote weergave maakt, is het mogelijk dat de belichting niet naar wens is. Keer naar de normale weergave terug voordat u een foto maakt. In de vergrote weergave worden de sluitertijd en het diafragma oranje weergegeven.
Filmopnamen U kunt filmopnamen maken door de aan-uitschakelaar op <k> te zetten. De opname-indeling voor films is MOV. Kaarten waarop films kunnen worden opgeslagen Voor filmopnamen moet u een SD-geheugenkaart met een hoge capaciteit en van snelheidsklasse 6 ' ' of hoger gebruiken. Als u voor het opnemen van films een kaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, kan het zijn dat de film niet goed wordt opgeslagen.
k Filmopnamen U wordt aangeraden de camera op een televisie aan te sluiten als u opgenomen films wilt afspelen (pag. 262 en 265). Opnamen maken met automatische belichting Wanneer de opnamemodus niet is ingesteld op <a>, schakelt de camera over naar automatische belichting die past bij de lichtomstandigheden van de situatie.
Pagina 175
k Filmopnamen Aandachtspunten voor filmopnamen vindt u op pagina 200 en 201. Lees indien nodig ook de aandachtspunten voor Live view- opnamen op pagina 171 en 172. In de basismodi zijn de opnameresultaten dezelfde als in de modus ...
Pagina 176
k Filmopnamen Scènepictogrammen Tijdens het maken van filmopnamen in de basismodi wordt er een pictogram weergegeven voor de scène die door de camera is gedetecteerd en worden de opname-instellingen dienovereenkomstig aangepast. Bij bepaalde scènes of opnameomstandigheden komt het weergegeven pictogram mogelijk niet overeen met de daadwerkelijke scène. Onderwerp Niet-portret Achter-...
k Filmopnamen Opnamen maken met handmatige belichting In de modus <a> kunt u de sluitertijd, het diafragma en de ISO-snelheid voor filmopname naar wens instellen. Het handmatig instellen van de belichting voor filmopnamen is bedoeld voor geavanceerde gebruikers. Zet de aan-uitschakelaar op <k>.
k Filmopnamen Stel scherp en start de filmopname. De procedure is dezelfde als stap 3 en 4 voor 'Opnamen maken met automatische belichting' (pag. 174). ISO-snelheid tijdens opnamen met handmatige belichting Als u [AUTO] selecteert, wordt de ISO-snelheid automatisch ...
Pagina 179
k Filmopnamen Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. AF-methode • c: u+volgen • o : FlexiZone - Multi Filmmodus • d : FlexiZone - Single : Automatische belichting Maximumaantal opnamen (Basismodi) Resterende tijd/ : Automatische belichting verstreken tijd voor filmopname (Creatieve modi)
k Filmopnamen Opmerkingen over filmopnamen Richt het objectief tijdens het filmen niet rechtstreeks op de zon. De warmte van de zon kan de interne onderdelen van de camera beschadigen. Als <Q> is ingesteld, dient u de ISO-snelheid en het diafragma tijdens de filmopname ...
Pagina 181
k Filmopnamen Simulatie van de definitieve opname De simulatie van de definitieve opname is een functie waarmee u de effecten op de opname kunt bekijken van bijvoorbeeld de beeldstijl of de witbalans. Tijdens het maken van filmopnamen worden de effecten van de hieronder vermelde instellingen automatisch in het filmbeeld weergegeven.
k Filmopnamen Foto's maken Tijdens het maken van filmopnamen kunt u nog altijd foto's maken door de ontspanknop volledig in te drukken. Foto's maken tijdens filmopnamen Als u tijdens filmopnamen een foto maakt, wordt er een stilstaand beeld vastgelegd van circa 1 seconde. De gemaakte foto wordt op de kaart opgeslagen en de filmopname wordt ...
Pagina 183
k Filmopnamen Als u de ontspanknop half indrukt om automatisch scherp te stellen tijdens filmopnamen, kan het volgende zich voordoen. • De scherpstelling kan er even flink naast zitten. • De helderheid van de filmopname wijkt af van de helderheid van de daadwerkelijke scène.
Instellingen voor de opnamefunctie In dit gedeelte worden de instellingen besproken die specifiek zijn voor filmopnamen. Q Snel instellen Als u op de knop <Q> drukt terwijl de opname wordt weergegeven op het lcd- scherm, kunt u de volgende functies instellen: AF-methode, transportmodus, opnamekwaliteit (foto's), filmopnameformaat, videofoto's, witbalans, beeldstijl en Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid).
Het filmopnameformaat instellen Met de menuoptie [Z2: Movie-opn. formaat] kunt u het opnameformaat van de film [****x****] en de framesnelheid [9] (aantal opgenomen frames per seconde) selecteren. De 9 (framesnelheid) schakelt automatisch over, afhankelijk van de instelling van [52: Videosysteem]. Beeldformaat ...
3 Het filmopnameformaat instellen Totale opnameduur voor film en bestandsgrootte per minuut Totale opnameduur (bij benadering) Bestands- Filmopname- grootte (bij Kaart van 4 Kaart van 8 Kaart van 16 formaat benadering) [1920x1080] 11 min. 22 min. 44 min. 330 MB/min. [1280x720] 11 min.
Videofoto's maken Met de functie voor videofoto's kunt u gemakkelijk een kort filmpje maken. Een videofoto is een korte filmclip van circa 2, 4 of 8 seconden. Een verzameling videofoto's wordt een videofotoalbum genoemd en kan op de kaart worden opgeslagen als een afzonderlijk filmbestand. Door in elke videofoto de scène of hoek te veranderen, kunt u dynamische korte filmpjes maken.
Pagina 188
3 Videofoto's maken Selecteer [Albuminstellingen]. Selecteer [Albuminstellingen] en druk vervolgens op <0>. Als u verder wilt gaan met opnamen voor een bestaand album, gaat u naar 'Toevoegen aan een bestaand album' (pag. 192). Selecteer [Nieuw album maken]. Selecteer [Nieuw album maken] en ...
Pagina 189
3 Videofoto's maken Een videofotoalbum maken Maak de eerste videofoto. Druk op de knop <A> om de opname te maken. De blauwe balk die de opnameduur aangeeft, loopt langzaam terug. Nadat de ingestelde opnameduur is verstreken, stopt de opname automatisch.
Pagina 190
3 Videofoto's maken De videofoto-opname stoppen. Stel [Videosnapshot] in op [Uitschakelen]. Om terug te keren naar normale filmopnamen moet u niet vergeten [Uitschakelen] in te stellen. Druk op de knop <M> om het menu af te sluiten en terug te keren naar het normale filmopnamescherm.
Pagina 191
3 Videofoto's maken Handelingen bij [Speel videofoto af] Functie Beschrijving van weergave Door op <0> te drukken, kunt u de zojuist opgenomen Afspelen videofoto afspelen of pauzeren. Hiermee wordt de eerste scène van de eerste videofoto in Eerste beeld het album weergegeven. Overslaan Telkens als u op <0>...
3 Videofoto's maken Toevoegen aan een bestaand album Selecteer [Aan bestaand album toevoegen]. Voer stap 4 op pagina 188 uit om [Aan bestaand album toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer een bestaand album. Druk op de toets <U> om een ...
3 Videofoto's maken Waarschuwingen voor het maken van videofoto's U kunt aan een album alleen videofoto's met dezelfde lengte (circa 2, 4 of 8 seconden) toevoegen. Als u tijdens het maken van videofoto's een van de volgende handelingen uitvoert, wordt er een nieuw album gemaakt voor de volgende videofoto's.
3 Videofoto's maken Achtergrondmuziek Muziek die op de geheugenkaart wordt opgenomen, mag uitsluitend worden gebruikt voor privégebruik. Pleeg geen inbreuk op het auteursrecht. U kunt achtergrondmuziek laten horen tijdens het afspelen van albums, normale films en diavoorstellingen op de camera (pag. 255, 258). Als u achtergrondmuziek wilt laten horen, moet u die eerst met behulp van EOS Utility (meegeleverde software) kopiëren naar de kaart.
Pagina 195
3 Videofoto's maken Sla het bewerkte album op. Druk op de knop <M> om terug te keren naar het bewerkingspaneel onder aan het scherm. Druk op de toets <U> om [W] (Opslaan) te selecteren en druk vervolgens op <0>. ...
Menufunctie-instellingen voor film Wanneer u de aan-uitschakelaar instelt op <k>, worden er op het tabblad [Z1] en [Z2] functies weergegeven die speciaal bedoeld zijn voor filmopnamen. Hieronder volgen de menuopties. [Z1]-menu [Z2]-menu AF-methode De AF-methoden werken hetzelfde als beschreven op pagina 159 - 165.
Pagina 197
3 Menufunctie-instellingen voor film • Als u wilt scherpstellen op een bepaald punt of wilt voorkomen dat er vóór of tijdens filmopnamen geluid van het objectief wordt opgenomen, kunt u Servo AF voor film tijdelijk stopzetten door een van de volgende handelingen uit te voeren. Wanneer u Servo AF voor film stopt, wordt het AF-punt grijs weergegeven.
Pagina 198
3 Menufunctie-instellingen voor film Rasterweergave Met [Raster 1l] of [Raster 2m] kunt u rasterlijnen weergeven om u te helpen de camera in verticale of horizontale stand recht te houden. MeettimerN U kunt wijzigen hoe lang de belichtingsinstelling wordt weergegeven (AE-vergrendelingstijd).
Pagina 199
3 Menufunctie-instellingen voor film [Windfilter] Wanneer deze functie is ingesteld op [Inschakelen], wordt het geluid dat wordt veroorzaakt door wind verminderd wanneer het buiten waait. Deze functie wordt alleen geactiveerd bij gebruik van de ingebouwde microfoon. Als deze functie is ingesteld op [Inschakelen], worden ook de lage bastonen verminderd.
Aandachtspunten voor filmopnamen Witte <s> en rode <E> waarschuwingspictogrammen voor interne temperatuur Als de interne temperatuur van de camera oploopt vanwege langdurig gebruik van filmopnamen of bij een hoge omgevingstemperatuur, verschijnt er een wit pictogram <s>. Wanneer u filmt terwijl dit pictogram wordt weergegeven, wordt de beeldkwaliteit van de film nauwelijks beïnvloed.
Pagina 201
Aandachtspunten voor filmopnamen Opname Als u een kaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, wordt tijdens filmopnamen rechts in het scherm mogelijk een indicator met vijf niveaus weergegeven. Deze geeft aan hoeveel gegevens nog niet naar de kaart zijn geschreven (beschikbare capaciteit van het interne buffergeheugen).
Aandachtspunten wanneer [Servo AF voor films] is ingesteld op [Inschakelen] Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld Een snel bewegend onderwerp dat de camera nadert of van de camera af beweegt. Een onderwerp dat zich op korte afstand voor de camera beweegt. ...
Handige functies De pieptoon uitzetten (pag. 204) Kaartwaarschuwing (pag. 204) De kijktijd instellen (pag. 204) De tijd voor automatisch uitschakelen instellen (pag. 205) De helderheid van het LCD-scherm aanpassen (pag. 205) Een map maken en selecteren (pag. 206) ...
Handige functies 3 De pieptoon uitzetten U kunt voorkomen dat er een pieptoon klinkt zodra er is scherpgesteld of bij het gebruik van de zelfontspanner en bij bediening via het aanraakscherm. Selecteer op het tabblad [z1] de optie [Pieptoon] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Deactiveren] en druk vervolgens op <0>.
Handige functies 3 De tijd voor automatisch uitschakelen instellen Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze gedurende een bepaalde ingestelde tijd niet is gebruikt. U kunt deze tijdsduur zelf aan de hand van een aantal opties instellen. Na een automatische uitschakeling kunt u de camera weer inschakelen door de ontspanknop half in te drukken of door op een van de volgende knoppen te drukken: <M>, <B>, <x>, <A>, enz.
Handige functies 3 Een map maken en selecteren U kunt naar wens mappen maken en selecteren waarin de opnamen worden opgeslagen. Deze handeling is optioneel, aangezien er automatisch een map voor de opslag van opnamen wordt gemaakt. Een map maken Selecteer [Selecteer map].
Pagina 207
Handige functies Een map selecteren Open het scherm Selecteer map, Laagste bestandsnummer selecteer een map en druk op <0>. Aantal opnamen De map waarin de opnamen worden in map opgeslagen, is geselecteerd. Volgende opnamen zullen in de geselecteerde map worden opgeslagen.
Handige functies 3 Methoden voor bestandsnummering De beeldbestanden worden genummerd van 0001 tot 9999 in de volgorde waarin de opnamen zijn gemaakt. Vervolgens worden de bestanden in een map opgeslagen. U kunt instellen hoe het bestandsnummer wordt toegewezen. Het bestandsnummer wordt op de computer in de volgende notatie weergegeven: IMG_0001.JPG.
Pagina 209
Handige functies [Auto. reset]: de bestandsnummering begint elke keer opnieuw bij 0001 nadat de kaart is vervangen of een nieuwe map is gemaakt. Als u de kaart vervangt of een map maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001 voor de nieuwe opnamen. Dit is handig als u de opnamen per kaart of map wilt archiveren. Als echter de vervangende kaart of de bestaande map opnamen bevat die eerder zijn gemaakt, kan de bestandsnummering van de nieuwe opnamen worden voortgezet vanaf de bestandsnummers van de bestaande opnamen op...
Handige functies 3 Copyrightinformatie instellenN Wanneer u de copyrightinformatie instelt, wordt deze als Exif-informatie aan de opname toegevoegd. Selecteer [Copyrightinformatie]. Selecteer op het tabblad [54] de optie [Copyrightinformatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de optie die u wilt instellen. Selecteer [Voer naam van auteur in] ...
Handige functies Tekstinvoerprocedure Het invoergebied wijzigen: Druk op de knop <Q> om tussen het bovenste en onderste invoergebied te wisselen. De cursor verplaatsen: Druk op de toets <U> om de cursor te verplaatsen. Tekst invoeren: Druk terwijl de cursor in het onderste invoergebied staat op de toets <S>...
Handige functies 3 Verticale opnamen automatisch roteren Verticale opnamen worden automatisch gedraaid, zodat ze verticaal in plaats van horizontaal op het LCD-scherm van de camera of op de pc worden weergegeven. U kunt de instelling voor deze functie wijzigen. Selecteer op het tabblad [51] de optie [Auto. roteren] en druk vervolgens op <0>.
Handige functies B Camera-instellingen controleren Als de opname-instellingen (pag. 50) worden weergegeven, kunt u op de knop <B> drukken om de belangrijkste functie-instellingen van de camera weer te geven. Instellingenscherm Resterende capaciteit van kaart Kleurruimte (pag. 141) Witbalanscorrectie (pag. 139)/ Witbalanstrapje (pag.
Handige functies 3 De standaardinstellingen van de camera herstellenN De opname-instellingen en menu-instellingen van de camera kunnen worden teruggezet naar de standaardinstellingen. Deze optie is beschikbaar in de creatieve modi. Selecteer [Wis instellingen]. Selecteer op het tabblad <54> de optie [Wis instellingen] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 215
Handige functies Opname-instellingen Camera-instellingen AF-gebruik 1-beeld AF Uitschakelen 30 sec. AF-puntselectie Automatische Pieptoon Inschakelen Transportmodus Ontspan sluiter u (Enkelbeeld) Inschakelen zonder kaart Meetmethode q (Meervlaks meting) ISO-snelheid AUTO Kijktijd 2 sec. ISO auto Max.: 6400 Histogram Helderheid Spring met 6 e (10 beelden) Bel.comp./AEB Geannuleerd...
Pagina 216
Handige functies Live view-opnamen Filmopnamen Live view-opnamen Inschakelen AF-methode u+volgen AF-methode Servo AF voor film Inschakelen u+volgen Continue AF Inschakelen AF met ontspanknop ONE SHOT Touch Shutter Deactiveren tijdens k Rasterweergave Aspect ratio Rasterweergave Meettimer 16 sec. Meettimer 16 sec. Filmopnameformaat 1920x1080 Geluidsopname Automatisch...
Handige functies 3 Voorkomen dat het LCD-scherm automatisch wordt uitgeschakeld U kunt voorkomen dat de schermuitschakelingssensor de weergave met opname-instellingen op het LCD-scherm uitschakelt wanneer u met uw oog in de buurt van de zoeker komt. Selecteer op het tabblad [52] de optie [LCD auto uit] en druk vervolgens op <0>.
De flitser instellenN De instellingen voor de ingebouwde flitser en de externe Speedlite kunnen via het menu van de camera worden ingesteld. U kunt de functie-instellingen van de externe Speedlite alleen via het menu van de camera instellen als een Speedlite uit de EX-serie die compatibel is met deze functie, is bevestigd.
Pagina 219
3 De flitser instellenN [Flitssync.snelheid AV-modus] U kunt de flitssynchronisatiesnelheid voor flitsfotografie instellen in de modus Aperture priority AE (f). : Automatisch De flitssynchronisatiesnelheid wordt automatisch ingesteld in een bereik van 1/200 en 30 seconden afhankelijk van de lichtomstandigheden. Ook snelle synchronisatie kan worden gebruikt.
Pagina 220
3 De flitser instellenN [Func.inst. int. flitser] en [Func.inst. externe flitser] U kunt de functies in de onderstaande tabel instellen. De functies die bij [Func.inst. externe flitser] worden weergegeven, verschillen per Speedlite-model. Selecteer [Func.inst. int. flitser] of [Func.inst. externe flitser]. ...
3 De flitser instellenN Sluiter sync. Stel deze optie normaliter in op [1e-gordijn] zodat er direct na de belichting wordt geflitst. Als [2e gordijn] wordt ingesteld, wordt er vlak voordat de sluiter dichtgaat geflitst. Wanneer dit wordt gecombineerd met een lange sluitertijd, kunt u een lichtspoor maken.
3 De flitser instellenN De persoonlijke voorkeuze voor de externe Speedlite instellen De persoonlijke voorkeuze-instellingen die bij [C.Fn-inst. externe flitser] worden weergegeven, verschillen per Speedlite-model. Geef de persoonlijke voorkeuze weer. Wanneer de camera klaar is om opnamen met een externe Speedlite te maken, selecteert u [C.Fn-inst.
f Automatische sensorreiniging Als u de aan-uitschakelaar op <1> of <2> zet, verwijdert de zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de sensor. Normaal gesproken is de reinigingseenheid actief zonder dat u daar iets van merkt. U kunt de sensorreiniging echter op ieder gewenst moment activeren of uitschakelen.
Stofwisdata toevoegenN De zelfreinigende sensor zal er gewoonlijk voor zorgen dat er nauwelijks stof zichtbaar is op opnamen. Als er echter zichtbaar stof achterblijft, kunt u stofwisdata aan de opname toevoegen om naderhand stofvlekken te verwijderen. Digital Photo Professional (meegeleverde software, pag. 364) gebruikt de stofwisdata om stofvlekken automatisch te verwijderen.
Pagina 225
3 Stofwisdata toevoegenN Fotografeer een effen wit object. Vul de zoeker op een afstand van 20-30 cm met een effen wit object zonder patroon en maak een opname. De foto wordt in de diafragmavoorkeuze- modus gemaakt bij een diafragma van f/22. Aangezien de opname niet wordt ...
Haal het objectief van de camera voordat u de sensor gaat reinigen. Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Wij raden u aan om fysieke reiniging van de sensor bij een Canon Service Center te laten uitvoeren. Selecteer [Sensorreiniging].
Pagina 227
Als de batterij leeg raakt terwijl u de sensor reinigt, klinkt er een pieptoon als waarschuwing. Stop het reinigen van de sensor. Als er vuil blijft zitten dat niet met een blaasbuisje kan worden verwijderd, kunt u de sensor het beste door een Canon Service Center laten reinigen.
U kunt de ingebouwde flitser gebruiken voor draadloos flitsen. De ingebouwde flitser op de camera kan functioneren als een mastereenheid met Canon Speedlites die een draadloze slavefunctie bevatten en de Speedlite(s) zo draadloos kan laten flitsen. De automatische uitschakelfunctie van de slave annuleren Als u de automatische uitschakelfunctie van de slave wilt annuleren, drukt u op de knop <A>...
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw Speedlite (slave) en stel de slave als volgt in. Alle andere dan de onderstaande instellingen voor de besturing van de slave worden ingesteld met de camera. Overige typen Canon Speedlite-slaves kunnen worden gebruikt en samen worden bediend. (1) Stel de Speedlite in als slave.
Automatische draadloze flitsopnamen De basisprincipes van het volautomatisch fotograferen met een draadloze flitser worden hieronder uitgelegd. Volautomatisch opnamen maken met één externe Speedlite Stap 1 t/m 4 en stap 6 zijn van toepassing op alle opnamen met draadloze flitser. Deze stappen worden daarom overgeslagen in de overige draadloze flitsinstellingen die op de pagina's hierna worden...
Pagina 232
Automatische draadloze flitsopnamen Selecteer [Func.inst. int. flitser]. Selecteer [Func.inst. int. flitser] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [EasyWireless]. Selecteer bij [Interne flitser] de optie [EasyWireless] en druk vervolgens op <0>. Stel [Kanaal] in. Stel het transmissiekanaal (1-4) in op ...
Pagina 233
Automatische draadloze flitsopnamen Volautomatisch opnamen maken met meerdere externe Speedlites U kunt meerdere slaves laten flitsen alsof het een enkele Speedlite is. Dit is handig wanneer u een grote flitsoutput nodig hebt. Basisinstellingen: Flitsmodus : E-TTL II E-TTL II meting : Evaluatief Interne flitser : EasyWireless Kanaal...
Aangepaste draadloze flitsopnamen Volautomatisch opnamen maken met één externe Speedlite en ingebouwde flitser Dit gedeelte beschrijft volautomatisch fotograferen met een draadloze flitser met één externe Speedlite en de ingebouwde flitser. U kunt de flitsverhouding tussen de externe Speedlite en de ingebouwde flitser wijzigen om de manier waarop schaduwen op het onderwerp vallen aan te passen.
Pagina 235
Aangepaste draadloze flitsopnamen Volautomatisch opnamen maken met meerdere externe Speedlites Het is mogelijk om meerdere Speedlite-slaves als één flitseenheid te behandelen of te verdelen over slavegroepen waarvoor een flitsverhouding kan worden ingesteld. De basisinstellingen worden hieronder weergegeven. Door de instelling voor [Flitsgroep] te veranderen, kunt u opnamen maken met verschillende draadloze flitsinstellingen en meerdere Speedlites.
Pagina 236
Aangepaste draadloze flitsopnamen [1 (A:B)] Meerdere slaves in meerdere groepen Verdeel de slaves in groep A en groep B en wijzig de flitsverhouding om het gewenste belichtingseffect te verkrijgen. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw Speedlite voor het instellen van één slave-id op A (groep A) en de andere slave-id van een slave op B (groep B) en plaats ze zoals in de afbeelding...
Aangepaste draadloze flitsopnamen Volautomatisch fotograferen met de ingebouwde flitser en meerdere externe Speedlites De ingebouwde flitser kan ook worden toegevoegd aan het draadloze flitssysteem zoals beschreven op pagina 235 - 236. De basisinstellingen worden hieronder weergegeven. Door de instelling voor [Flitsgroep] te veranderen, kunt u fotograferen met verschillende draadloze flitsinstellingen van meerdere Speedlites, aangevuld door de ingebouwde flitser.
Overige instellingen Flitsbelichtingscompensatie Als [Flitsmodus] is ingesteld op [E-TTL II], kan de flitsbelichtingscompensatie worden ingesteld. Welke instellingen voor de flitsbelichtingscompensatie (zie hieronder) kunnen worden ingesteld, is afhankelijk van de instellingen voor [Draadloze func.] en [Flitsgroep]. [Flitsbel. comp.] De flitsbelichtingscompensatie wordt ...
Overige instellingen De flitsoutput handmatig instellen voor draadloos flitsen Als [Flitsmodus] is ingesteld op [Manual flash], kan de flitsbelichting handmatig worden ingesteld. Welke flitsoutputinstellingen ([1 flitsoutput], [Fl.verm. gr. A] enzovoort) kunnen worden ingesteld, is afhankelijk van de instelling voor [Draadloze func.] (zie hieronder). [Draadloze func.0] [Flitsgroep: 1Alle]: de flitsoutput ...
Opnamen weergeven In dit hoofdstuk worden de functies voor het bekijken van foto's en video's uitgelegd, waarbij dit onderwerp uitgebreider aan bod komt dan in hoofdstuk 2 'Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen'. Hier vindt u informatie over hoe u foto's en films op de camera kunt weergeven en wissen en op de tv kunt bekijken.
x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) Zoek snel naar opnamen met de indexweergave waarbij 4 of 9 opnamen op 1 scherm worden weergegeven. Geef de opname weer. Als u op de knop <x> drukt, wordt ...
x Snel opnamen zoeken Door opnamen navigeren (opnamesprong) Bij de weergave van afzonderlijke opnamen kunt u aan het instelwiel <6> draaien om snel vooruit of achteruit door de opnamen te bladeren, al naar gelang de ingestelde sprongmethode. Selecteer [Spring met 6]. Selecteer op het tabblad [x2] de ...
u/y Vergrote weergave Opnamen kunnen op het LCD-scherm circa 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot. Vergroot het beeld. Druk tijdens opnameweergave op de knop <u>. De opname wordt vergroot. Als u de knop <u> ingedrukt houdt, wordt de opname verder vergroot tot de maximale vergroting is bereikt.
d Opnamen weergeven met het aanraakscherm Het LCD-scherm is een aanraakgevoelig paneel dat u met uw vingers kunt bedienen. Druk op de knop <x> om de opnamen weer te geven. Door opnamen bladeren Veeg met één vinger. Gebruik bij de weergave van ...
d Opnamen weergeven met het aanraakscherm Opname verkleinen (indexweergave) Druk twee vingers tegen elkaar aan. Raak het scherm aan met twee uitgespreide vingers en breng uw vingers vervolgens samen op het scherm. Elke keer dat u uw vingers samenbrengt, verandert het scherm van de weergave van 1 opname naar een indexweergave met 4 opnamen en een indexweergave...
b De opname roteren U kunt de weergegeven opname in de gewenste positie draaien. Selecteer [Beeld roteren]. Selecteer op het tabblad [x1] de optie [Beeld roteren] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een opname. Druk op de toets <U> om de ...
Classificaties instellen U kunt opnamen en films classificeren met een van vijf classificaties: l/m/n/o/p. Deze functie heet classificatie. Selecteer [Classificatie]. Selecteer op het tabblad [x2] de optie [Classificatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een opname of een film. Druk op de toets <U>...
Pagina 249
3 Classificaties instellen Het totale aantal opnamen met een bepaalde classificatie dat kan worden weergegeven, is 999. Indien er meer dan 999 opnamen zijn met een bepaalde classificatie, wordt er [###] weergegeven voor die classificatie. Het voordeel van classificaties Met [x2: Spring met 6] kunt u alleen opnamen en films met een ...
Q Snel instellen tijdens weergave Tijdens de weergave kunt u op de knop <Q> drukken om de volgende opties in te stellen: [ : Beveilig beelden], [b: Beeld roteren], [9: Classificatie], [U: Creatieve filters], [S: Wijzig formaat] (alleen JPEG-beelden) en [e: Spring met 6]. Voor films kunnen alleen de functies die hierboven vetgedrukt worden weergegeven worden ingesteld.
Pagina 251
Q Snel instellen tijdens weergave Stel [51: Auto. roteren] in op [AanzD] om een opname te draaien. Als [51: Auto. roteren] is ingesteld op [AanD] of [Uit], wordt de instelling [b Beeld roteren] aan de opname toegevoegd, maar de camera zal de opname niet in de weergave draaien.
k Genieten van films U kunt films op de volgende drie manieren afspelen: Afspelen op een tv (pag. 262 en 265) Gebruik de stereo-AV-kabel AVC- DC400ST (afzonderlijk verkrijgbaar) of de HDMI-kabel HTC-100 (afzonderlijk verkrijgbaar) om de camera op een tv aan te sluiten.
k Genieten van films Afspelen en bewerken op een computer (pag. 364) De filmbestanden op de kaart kunnen worden overgezet naar een computer en worden afgespeeld of bewerkt met ImageBrowser EX (meegeleverde software). Om een film vloeiend af te spelen op een computer, is een hoogwaardige ...
k Films afspelen Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om opnamen weer te geven. Selecteer een film. Druk op de toets <U> om een film te selecteren. Bij de weergave van één opname geeft het ...
k Films afspelen Filmweergavepaneel Bewerking Beschrijving van weergave Afspelen Door op <0> te drukken, kunt u schakelen tussen weergeven en stoppen. Pas de vertragingssnelheid aan door op de toets <U> te drukken. De Vertraagd vertragingssnelheid wordt rechtsboven in het scherm weergegeven. Eerste beeld Hiermee wordt het eerste beeld van de film weergegeven.
X De eerste en laatste beelden van een film bewerken U kunt de eerste en laatste beelden van een film (behalve videofoto's) bewerken in tussenstappen van 1 seconde. Selecteer [X] in het filmweergavescherm. Het bewerkingsscherm wordt weergegeven. Geef aan welk deel moet worden verwijderd.
Pagina 257
X De eerste en laatste beelden van een film bewerken Sla de bewerkte film op. Selecteer [W] en druk vervolgens op <0>. Het scherm Opslaan wordt weergegeven. Om het bestand als een nieuwe film op te slaan, selecteert u [Nieuw bestand].
Diavoorstelling (automatische weergave) U kunt de opnamen op de kaart weergeven als een automatische diavoorstelling. Selecteer [Diavoorstelling]. Selecteer op het tabblad [x2] de optie [Diavoorstelling] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de opnamen die u wilt Aantal weer te geven opnamen afspelen.
Pagina 259
3 Diavoorstelling (automatische weergave) Optie Beschrijving van weergave jAlle bldn Alle foto's en films op de geheugenkaart worden weergegeven. De foto's en films die zijn vastgelegd op de geselecteerde iDatum opnamedatum, worden weergegeven. De foto's en films in de geselecteerde map worden weergegeven. nMap Alleen de films op de geheugenkaart worden weergegeven.
Pagina 260
3 Diavoorstelling (automatische weergave) [Overgangseffect] [Achtergrondmuziek] Start de diavoorstelling. Druk op de toets <V> om [Start] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Nadat de tekst [Laden van beeld...] is weergegeven, begint de diavoorstelling. Stop de diavoorstelling. Als u de diavoorstelling wilt afsluiten ...
Pagina 261
3 Diavoorstelling (automatische weergave) De achtergrondmuziek selecteren Selecteer [Achtergrondmuziek]. Stel [Achtergrondmuziek] in op [Aan] en druk dan op <0>. Selecteer de achtergrondmuziek. Druk op de toets <V> om de gewenste achtergrondmuziek te selecteren en druk vervolgens op <0>. U kunt ook meerdere tracks met achtergrondmuziek selecteren.
Opnamen op de tv bekijken U kunt de foto's en films ook weergeven op een tv. Opnamen bekijken op een HD-tv (via een HDMI-kabel) Hiervoor hebt u de HDMI-kabel HTC-100 (afzonderlijk verkrijgbaar) nodig. Sluit de HDMI-kabel aan op de camera. Sluit de stekker met het <dHDMI ...
Opnamen op de tv bekijken Druk op de knop <x>. De opname wordt op het tv-scherm weergegeven. (Het LCD-scherm van de camera blijft leeg.) De opnamen worden automatisch weergegeven met de optimale resolutie van de tv. U kunt het weergaveformaat wijzigen ...
Pagina 264
Opnamen op de tv bekijken Sluit de camera aan op een tv. Gebruik een HDMI-kabel om de camera aan te sluiten op de tv. De invoer van de tv wordt automatisch overgeschakeld op de HDMI-poort waarop de camera is aangesloten. Druk op de knop <x>...
Pagina 265
Sluit de AV-kabel aan op de camera. Sluit de stekker aan op de <q >- aansluiting met het <Canon>-logo naar de achterzijde van de camera gericht. Sluit de AV-kabel aan op de tv. (rood) Sluit de AV-kabel aan op de video IN- ...
K Opnamen beveiligen Door opnamen te beveiligen, voorkomt u dat deze per ongeluk worden verwijderd. 3 Een afzonderlijke opname beveiligen Selecteer [Beveilig beelden]. Selecteer op het tabblad [x1] de optie [Beveilig beelden] en druk vervolgens op <0>. Het scherm met beveiligingsinstellingen wordt weergegeven.
K Opnamen beveiligen 3 Alle opnamen in een map of op een kaart beveiligen U kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk beveiligen. Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] in [x1: Beveilig beelden] selecteert, worden alle beelden in de map of op de kaart beveiligd.
L Opnamen wissen U kunt opnamen één voor één selecteren en wissen, of in een batch. Beveiligde opnamen (pag. 266) worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden teruggehaald. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt.
L Opnamen wissen Selecteer [Selecteer en wis beelden]. Selecteer [Selecteer en wis beelden] en druk vervolgens op <0>. De opnamen worden weergegeven. Druk op de knop <Hy> voor de weergave van drie opnamen. Als u wilt terugkeren naar de weergave van een enkele opname, drukt u op de knop <u>.
B: Weergave met opname-informatie Voorbeeld van een opname gemaakt in een creatieve modus Beveilig beelden Waarde belichtingscorrectie Classificatie Waarde flitsbelichtingscompensatie Mapnummer - bestandsnummer Diafragma Histogram Sluitertijd (Helderheid/RGB) Beeldstijl/Instellingen Meetmethode Opnamemodus ISO-snelheid Lichte tonen prioriteit Witbalans Kleurruimte Opnamedatum en -tijd Opnamekwaliteit Nummer van de opname/ Witbalanscorrectie Totaalaantal...
B: Weergave met opname-informatie Voorbeeld van een opname gemaakt in een basismodus Sfeer Opnamemodus Sfeereffect Licht of scène * Bij opnamen die zijn gemaakt in een basismodus, kan het zijn dat de weergegeven informatie verschilt, afhankelijk van de opnamemodus. * Foto's die zijn gemaakt in de modus <C> geven [Achtergrond wazig] weer. Voorbeeldfilm Opnametijd Weergave...
B: Weergave met opname-informatie Overbelichtingswaarschuwing Wanneer de opname-informatie wordt weergegeven, gaan overbelichte gedeelten van de opname knipperen. Voor meer detail in de overbelichte gedeelten stelt u de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde en maakt u de foto opnieuw. Het histogram ...
Opnamen naverwerken Nadat u opnamen hebt gemaakt, kunt u creatieve filters toepassen of het beeldformaat wijzigen (het aantal pixels reduceren). De camera kan mogelijk geen opnamen verwerken die zijn gemaakt met een andere camera. Wanneer de camera is aangesloten op een pc via de ...
U Creatieve filters toepassen op de opname U kunt de volgende creatieve filters op een opname toepassen en deze vervolgens als een nieuwe opname opslaan: Korrelig Z/W, Soft focus, Fisheye-effect, Effect kunst opvallend, Aquareleffect, Speelgoedcamera-effect en Miniatuureffect. Selecteer [Creatieve filters]. Selecteer op het tabblad [x1] de ...
Pagina 275
U Creatieve filters toepassen op de opname Sla de opname op. Selecteer [OK] om de opname op te slaan. Controleer de bestemmingsmap en het nummer van het bestand en selecteer [OK]. Als u het filter op nog een opname wilt ...
Pagina 276
U Creatieve filters toepassen op de opname Fisheye-effect Geeft het effect van een fisheye-objectief. De opname krijgt een tonvormige vervorming. Afhankelijk van het niveau van dit filtereffect, verandert het bijgesneden gedeelte langs de rand van de opname. Aangezien dit filtereffect er tevens voor zorgt dat het midden van het beeld wordt vergroot, kan de ogenschijnlijke resolutie in het midden slechter zijn afhankelijk van het aantal opgenomen pixels.
S Het formaat van een JPEG-opname wijzigen U kunt het formaat van een opname wijzigen om het aantal pixels te reduceren en u kunt de opname vervolgens als nieuw bestand opslaan. Het is alleen bij JPEG 3/4/ a/b-opnamen mogelijk om het formaat te wijzigen. Het formaat van JPEG c- en 1-opnamen kan niet worden gewijzigd.
S Het formaat van een JPEG-opname wijzigen Opties voor wijziging formaat op basis van het originele beeldformaat Beschikbare instellingen voor wijziging formaat Origineel beeldformaat Beeldformaten Het beeldformaat dat wordt weergegeven bij stap 3 op de voorgaande pagina, zoals [***M ****x****], heeft een beeldverhouding van 3:2. Het beeldformaat volgens de beeldverhoudingen wordt weergegeven in de onderstaande tabel.
Opnamen afdrukken Afdrukken (pag. 280) U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een printer en de opnamen op de kaart afdrukken. De camera is compatibel met 'wPictBridge', de standaard voor rechtstreeks afdrukken. Digital Print Order Format (DPOF) (pag. 289) ...
Het afdrukken voorbereiden De procedure voor rechtstreeks afdrukken kan volledig worden uitgevoerd via het LCD-scherm van de camera. De camera op een printer aansluiten Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <2>. Installeer de printer. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie. Sluit de camera op de printer aan.
Pagina 281
Het afdrukken voorbereiden Geef de opname weer. PictBridge Druk op de knop < >. De opname wordt weergegeven en het pictogram <w> dat in de linkerbovenhoek van het scherm verschijnt, geeft aan dat de camera op een printer is aangesloten. Controleer voordat u een printer gebruikt of deze over een PictBridge- ...
wAfdrukken De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie. Pictogram aangesloten Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Controleer of linksboven in het LCD-scherm het pictogram <w>...
wAfdrukken Q Het papierformaat instellen Selecteer het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>. Het scherm met papiersoorten wordt weergegeven. Y De papiersoort instellen Selecteer het type papier dat in de printer is ...
Pagina 284
wAfdrukken Stel de afdrukeffecten in (beeldoptimalisatie). Stel ze indien nodig in. Ga naar stap 5 als u geen afdrukeffecten wilt instellen. De schermweergave kan per printer verschillen. Selecteer de optie en druk vervolgens op <0>. Selecteer het gewenste afdrukeffect ...
Pagina 285
wAfdrukken Stel het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. Stel ze indien nodig in. Selecteer < > en druk vervolgens op <0>. Kies de gewenste instelling en druk vervolgens op <0>. Stel het aantal exemplaren in. Stel deze optie in, indien nodig.
wAfdrukken e Afdrukeffecten aanpassen Selecteer het afdrukeffect zoals beschreven bij stap 4 op pagina 284. Wanneer het pictogram <e> duidelijk wordt weergegeven naast <z>, kunt u op de knop <B> drukken. Vervolgens kunt u het afdrukeffect aanpassen. De selectie die u bij stap 4 hebt gemaakt, bepaalt wat u kunt aanpassen en wat er wordt weergegeven.
wAfdrukken De opname bijsnijden U kunt de opname bijsnijden en alleen het Kantelcorrectie bijgesneden gedeelte afdrukken, net alsof de compositie opnieuw is bepaald. Stel het bijsnijden in vlak voordat u de opname afdrukt. Als u het bijsnijden instelt en vervolgens de afdrukinstellingen wijzigt, moet u het bijsnijden wellicht opnieuw instellen voordat u kunt afdrukken.
wAfdrukken Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte van de opname niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De afgedrukte foto wordt korreliger naarmate u het bijsnijdkader verkleint. Controleer de opname tijdens het bijsnijden op het LCD-scherm van de ...
W Digital Print Order Format (DPOF) U kunt het afdruktype instellen en instellen of de datum en het bestandsnummer moeten worden afgedrukt. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd om te worden afgedrukt. (Ze kunnen niet voor elke opname afzonderlijk worden ingesteld.) De afdrukopties instellen Selecteer [Printopties].
Pagina 290
W Digital Print Order Format (DPOF) Standaard Er wordt één opname afgedrukt per vel. Index Er worden meerdere miniatuurafbeeldingen afgedrukt per vel. Afdruktype Beide Er worden zowel standaard- als indexafdrukken gemaakt. Datum Bij [Aan] wordt de datum van de opname afgedrukt. File No.
W Digital Print Order Format (DPOF) Afdrukopties opgeven Sel.beeld Selecteer een voor een opnamen en voeg ze aan de afdruktaak toe. Druk op de knop <Hy> voor de weergave van drie opnamen. Als u wilt terugkeren naar de weergave van een enkele opname, drukt u op de knop <u>.
W Rechtstreeks afdrukken met DPOF Met een PictBridge-printer kunt u opnamen eenvoudig met DPOF afdrukken. Bereid het afdrukken voor. Zie pagina 280. Volg de procedure 'De camera op een printer aansluiten' tot stap 5. Selecteer op het tabblad [x1] de optie [Printopties]. Selecteer [Print].
p Opnamen selecteren voor een fotoboek Wanneer u opnamen selecteert om te gebruiken in fotoboeken (maximaal 998 opnamen) en EOS Utility (meegeleverde software) gebruikt om ze over te brengen naar een computer, worden de geselecteerde opnamen naar een speciale map gekopieerd.
p Opnamen selecteren voor een fotoboek Alle opnamen in een map of op een kaart opgeven U kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk selecteren. Wanneer [x1: Fotoboek instellen] is ingesteld op [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart], worden alle opnamen in de map of op de kaart opgegeven.
De camera aanpassen aan uw voorkeuren U kunt verschillende camerafuncties aanpassen aan uw opnamevoorkeuren met behulp van persoonlijke voorkeuzen. Persoonlijke voorkeuzen kunnen alleen worden ingesteld en gebruikt in creatieve modi.
Persoonlijke voorkeuzen instellenN Selecteer [Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)]. Selecteer op het tabblad [54] de optie [Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] en druk vervolgens op <0>. Selecteer het nummer van de Nummer van persoonlijke voorkeuze persoonlijke voorkeuze. Druk op de toets <U> om het nummer van de persoonlijke voorkeuze te selecteren en druk vervolgens op <0>.
3 Persoonlijke voorkeuzen instellenN Persoonlijke voorkeuzen A LV- kFilm- C.Fn I: Belichting opnamen opnamen Belichtingsniveauverhogingen pag. 298 ISO vergroten In a C.Fn II: Beeld Lichte tonen prioriteit pag. 299 C.Fn III: Autofoc./transport k (met AF-hulplicht pag. 300 Spiegel opklappen * Als u een Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk verkrijgbaar) met een ledlamp gebruikt, wordt de ledlamp zelfs in de c, o en d-modi ingeschakeld als AF-hulplicht.
Persoonlijke voorkeuze-instellingenN De persoonlijke voorkeuzen zijn ondergebracht in vier groepen op basis van functietype: C.Fn I: Belichting, C.Fn II: Beeld, C.Fn III: Autofoc./ transport, C.Fn IV: Bediening/overig. C.Fn I: Belichting C.Fn-1 Belichtingsniveauverhogingen 0: 1/3-stop 1: 1/2-stop Hier stelt u verhogingen in stappen van 1/2 stop in voor de sluitertijd, het diafragma, AEB, de flitsbelichtingscompensatie, enzovoort.
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II: Beeld C.Fn II -3 Lichte tonen prioriteit 0: Uitschakelen 1: Inschakelen Verbetert de details in lichte tinten. Het dynamische bereik wordt uitgebreid van het standaard 18% grijs naar heldere lichte tinten. De overgang tussen grijstinten en lichte tinten wordt geleidelijker. Met instelling 1 wordt de Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag.
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn III: Autofoc./transport C.Fn-4 AF-hulplicht De instellingen waarmee u kunt bepalen of het AF-hulplicht wel of niet wordt geactiveerd door de ingebouwde flitser van de camera of door een externe Speedlite voor EOS-camera's kunnen worden ingesteld. 0: Inschakelen Indien nodig wordt het AF-hulplicht wordt ingeschakeld door de ingebouwde filter of externe Speedlite.
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn IV: Bediening/overig C.Fn-6 Sluiter/AE-vergrendelknop 0: AF/AE-vergrendeling 1: AE-vergrendeling/AF Dit is handig wanneer u afzonderlijk wilt scherpstellen en meten. Druk op de knop <A> om automatisch scherp te stellen en druk de ontspanknop half in om de automatische belichting te vergrendelen. 2: AF/AF vergrendeling, geen AE-vergrendeling Tijdens het gebruik van AI Servo AF kunt u op de knop <A>...
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn-7 Wijs SET-knop toe U kunt aan <0> een functie toewijzen die u veel gebruikt. Druk op <0> wanneer de camera gereed is voor het maken van opnamen. 0: Normaal (uitgeschakeld) 1: Beeldkwaliteit Druk op <0> om het instellingenscherm voor beeldkwaliteit op het LCD-scherm weer te geven.
My Menu vastleggenN Op het tabblad My Menu kunt u tot zes menuopties en persoonlijke voorkeuzen vastleggen waarvan u de instellingen regelmatig wijzigt. Selecteer [My Menu instellingen]. Selecteer op het tabblad [9] de optie [My Menu instellingen] en druk vervolgens op <0>.
Referentie Dit hoofdstuk biedt referentie voor camerafuncties, systeemaccessoires, enzovoort. Certificaatlogo Als u [54 Certificaatlogo weergeven] selecteert en op <0> drukt, wordt er een aantal logo's van cameracertificaten weergegeven. Andere certificaatlogo's zijn te vinden in deze instructiehandleiding, op de camerabehuizing, of op de verpakking van de camera.
Een gewoon stopcontact gebruiken Met de AC-adapterset ACK-E8 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact en hoeft u het resterende batterijniveau niet in de gaten te houden. Sluit het netsnoer aan. Sluit het netsnoer aan zoals ...
Opnamen maken met de afstandsbediening Afstandsbediening RC-6 (afzonderlijk verkrijgbaar) Met deze afstandsbediening kunt u draadloos opnamen maken op maximaal circa 5 meter afstand van de camera. U kunt de opname direct maken of na een vertraging van 2 seconden. Sensor van afstandsbediening Stel de zelfontspanner in op <Q>...
Opnamen maken met de afstandsbediening F Afstandsbediening RS-60E3 (afzonderlijk verkrijgbaar) Afstandsbediening RS-60E3 (afzonderlijk verkrijgbaar) heeft een snoer van circa 60 cm. Wanneer de afstandsbediening op de hiervoor bestemde aansluiting van de camera is aangesloten, kan de afstandsbediening half en helemaal worden ingedrukt, net zoals de ontspanknop. De oculairdop gebruiken Als u de zelfontspanner, bulb of afstandsbediening gebruikt en niet door de zoeker kijkt, kan het zijn dat er licht in de zoeker valt waardoor de...
Externe Speedlites EOS-Speedlites uit de EX-serie Deze Speedlites functioneren als een ingebouwde flitser, zodat ze gemakkelijk kunnen worden bediend. Wanneer een Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera is bevestigd, wordt de automatische flitsbediening praktisch volledig door de camera geregeld. Dit is dus een hoogwaardige flitser die extern wordt bevestigd en de rol van de ingebouwde flitser overneemt.
Test de flitser van te voren om er zeker van te zijn dat deze correct synchroniseert met de camera. Live view-opnamen: waarschuwing Een flitser van een ander merk dan Canon flitst niet tijdens Live view- opnamen. De camera werkt mogelijk niet goed als deze wordt gebruikt in ...
Eye-Fi-kaarten gebruiken Met een in de handel verkrijgbare en reeds geconfigureerde Eye-Fi-kaart kunt u opnamen automatisch overbrengen naar een pc of uploaden naar een online service via een draadloos LAN. De opnameoverdracht is een functie van de Eye-Fi-kaart. Voor informatie over het configureren en gebruiken van de Eye-Fi-kaart en het oplossen van eventuele problemen met de opnameoverdracht, raadpleegt u de instructiehandleiding bij de Eye-Fi-kaart of neemt u contact op met de fabrikant van de kaart.
Pagina 312
Eye-Fi-kaarten gebruiken Controleer de instelling [Toegangspunt SSID:]. Controleer of een toegangspunt wordt weergegeven voor [Toegangspunt SSID:]. U kunt ook het MAC-adres en de firmwareversie van de Eye-Fi-kaart controleren. Druk drie keer op de knop <M> om het menu af te sluiten. Maak de opname.
Pagina 313
Eye-Fi-kaarten gebruiken Aandachtspunten bij het gebruik van Eye-Fi-kaarten Als 'J' wordt weergegeven, is er een fout opgetreden bij het ophalen van de kaartinformatie. Schakel de camera uit en weer in. Zelfs als [Eye-Fi trans.] is ingesteld op [Uit], zendt de kaart wellicht nog ...
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus o: automatisch ingesteld k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen/uitgeschakeld Basismodi Creatieve modi Film Functie A 7 C 2 3 4 5 d s f a k z* Alle selecteerbare instellingen k k k k k k k k k k k k k voor beeldkwaliteit...
Pagina 315
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus Basismodi Creatieve Film Functie A 7 C 2 3 4 5 d s f a k z* 6 F G o o o o o o o o o o k k k k Meervlaks meting Meetmethode k k k k...
Systeemschema ST-E2 ST-E3-RT 270EX II 320EX 430EX II 600EX-RT/ Macro Ring Lite Macro Twin Lite 600EX MR-14EX MT-24EX Standaard- accessoires 90EX Oogschelp Ef Oculairverlengstuk EP-EX15ll Rubberframe Ef Brede draagriem EW-100DB IV Dioptrische aanpassingslenzen E-serie Hoekzoeker C AC-adapterset ACK-E8 Batterij Batterijoplader LP-E8 LC-E8 of LC-E8E Handriem E2...
Pagina 317
Systeemschema Afstands- GPS-ontvanger bediening Afstandsbediening GP-E2 RC-6 RS-60E3 EF-objectieven EF-S-objectieven Externe microfoon HDMI-kabel HTC-100 (2,9 m) Tv/video Stereo-AV-kabel AVC-DC400ST (1,3 m) Met PictBridge EOS Solution compatibele printer Disk Interfacekabel (1,3 m) Interfacekabel IFC-200U/500U (1,9 m/4,7 m) Computer USB-poort Windows 8 Windows 7 SD-/SDHC-/SDXC- Windows Vista...
Menu-instellingen Voor opnamen met de zoeker en Live view-opnamen Opname 1 (Rood) Pagina 73 / 83 / 74 / 84 / 7a / 8a / b / c / Beeldkwaliteit 1+73* / 1* Pieptoon Inschakelen / Aanr. op / Uitschakelen Ontspan sluiter Inschak.
Pagina 319
3 Menu-instellingen Opname 3 (Rood) Pagina Verzamelt gegevens waarmee stofvlekken Stofwisdata kunnen worden verwijderd Max.: 400 / max.: 800 / max.: 1600 / ISO auto max.: 3200 / max.: 6400 Ruisred. lange sluitertijd Uitschakelen / Auto / Inschakelen Uitschakelen/Zwak/Standaard/Sterk Hoge ISO-ruisreductie Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen A Live view-opnamen (Rood) Live view-opnamen...
Pagina 320
3 Menu-instellingen Weergave 2 (Blauw) Pagina Histogram Helderheid / RGB 1 beeld / 10 beelden / 100 beelden / Datum / Spring met 6 Map / Movies / Foto's / Classificatie Beschrijving van weergave / Weergaveduur / Diavoorstelling Herhalen / Overgangseffect / Achtergrondmuziek Classificatie [OFF] / l / m / n / o / p...
Pagina 321
3 Menu-instellingen Instellingen 3 (Geel) Pagina De kleur van het scherm met opname- Schermkleur instellingen selecteren Uitleg Inschak. / Uitschak. Aanraakbediening Inschak. / Uitschak. Auto. reiniging: Inschakelen/uitschakelen Sensorreiniging Reinig nu Reinig handmatig Instellingen beschikbaar wanneer de GPS- Instellingen GPS- ontvanger GP-E2 (afzonderlijk verkrijgbaar) is –...
3 Menu-instellingen k Voor filmopnamen Opname 1 (Rood) Pagina 73 / 83 / 74 / 84 / 7a / 8a / b / c / Beeldkwaliteit 1+73 / 1 Pieptoon Inschakelen / Aanr. op / Uitschakelen Ontspan sluiter Inschak. / Uitschak. zonder kaart Kijktijd Uit / 2 sec.
Pagina 323
3 Menu-instellingen Film 1 (Rood) Pagina u+volgen / FlexiZone - Multi / AF-methode FlexiZone - Single Servo AF voor film Inschak. / Uitschak. AF met ontspanknop ONE SHOT / Uitschakelen tijdens k Rasterweergave Uit / Raster 1l / Raster 2m 4 sec.
Problemen oplossen Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Stroomgerelateerde problemen De batterij laadt niet op. Laad alleen originele LP-E8-batterijen van Canon op.
Pagina 325
Problemen oplossen De batterij raakt snel leeg. Gebruik een volledig opgeladen batterij (pag. 28). De prestaties van de oplaadbare batterij nemen na verloop van tijd af. Koop een nieuwe batterij. Het aantal mogelijke opnamen neemt af bij een van de volgende ...
Pagina 326
Problemen oplossen Opnamegerelateerde problemen Er kunnen geen opnamen worden gemaakt of opgeslagen. Controleer of de kaart correct is geplaatst (pag. 31). Schuif het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart naar de stand voor schrijven/wissen (pag. 31). Vervang de kaart als deze vol is of wis overbodige opnamen om ...
Pagina 327
Problemen oplossen Ik kan de scherpstelling niet vergrendelen en de compositie van de opname niet opnieuw bepalen. Stel het AF-gebruik in op 1-beeld AF. Focusvergrendeling is niet mogelijk in de modi AI Servo AF en AI Focus AF (pag. 98). Met FlexiZone - Multi duurt het langer om automatisch scherp te stellen.
Pagina 328
Problemen oplossen ISO 100 kan niet worden ingesteld. Als in het menu [54: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [3: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [1: Inschakelen], kan ISO 100 niet worden ingesteld. Als [0: Uitschakelen] is ingesteld, kan ISO 100 wel worden ingesteld (pag.
Pagina 329
Problemen oplossen De ingebouwde flitser klapt vanzelf uit. In de modi A, C, 2, 4, 6 en G klapt de ingebouwde flitser automatisch uit wanneer flitslicht nodig is. De ingebouwde flitser werkt niet. Als u continu en met slechts korte tussenpozen opnamen maakt met ...
Pagina 330
Problemen oplossen Snelle synchronisatie kan niet worden ingesteld in de modus <f>. Stel bij [z1: Flitsbesturing] de optie [Flitssync.snelheid Av- modus] in op [Automatisch] (pag. 219). De camera maakt geluid wanneer deze wordt geschud. Het uitschuifmechanisme van de flitser beweegt een beetje. Dit is ...
Pagina 331
Problemen oplossen De ISO-snelheid kan niet worden ingesteld voor filmopname. In andere opnamemodi dan <a> wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld. In de modus <a> kunt u de ISO-snelheid naar wens instellen (pag. 178). De belichting verandert tijdens de filmopname. Als u tijdens de filmopname de sluitertijd of het diafragma aanpast, ...
Problemen oplossen Problemen met de bediening Tijdens bediening via het aanraakscherm klinkt de pieptoon ineens zachter. Controleer of uw vinger de luidspreker bedekt (pag. 21). Bediening via het aanraakscherm is niet mogelijk. Controleer of [Activeren] is ingesteld bij [53: Aanraakbediening] ...
Pagina 333
Problemen oplossen De weergegeven datum en tijd van de opname zijn onjuist. Controleer of juiste datum en tijd zijn ingesteld (pag. 36). Controleer de tijdzone en zomertijd (pag. 36). De datum en tijd staan niet op de opname. De opnamedatum en -tijd worden niet op de opname weergegeven.
Problemen oplossen Problemen met weergave van opnamen Een gedeelte van de opname knippert zwart. Dit is de overbelichtingswaarschuwing (pag. 272). Overbelichte gedeelten met verlies van detail in de lichte delen zullen knipperen. De opname kan niet worden gewist. Als de opname tegen wissen is beveiligd, kan deze niet worden ...
Pagina 335
Problemen oplossen Er zijn verschillende filmbestanden voor één filmopname. Wanneer de filmbestandsgrootte 4 GB bereikt, wordt er automatisch een ander filmbestand gemaakt (pag. 186). De kaartlezer herkent de kaart niet. Afhankelijk van de kaartlezer en het gebruikte besturingssysteem van de computer ...
Problemen oplossen Problemen met sensorreiniging De sluiter maakt een geluid tijdens het reinigen van de sensor. Als u [Reinig nuf] hebt geselecteerd, maakt de sluiter een geluid, maar er wordt geen opname gemaakt (pag. 223). Automatische sensorreiniging werkt niet. Als u met de aan-uitschakelaar snel achter elkaar tussen <1>/ ...
Communicatie tussen camera en lens is foutief. Reinig lenscontacten. Maak de elektrische contactpunten op de camera en het objectief schoon of gebruik een objectief van Canon (pag 17 en 20). Geen toegang tot kaart. Herplaats/vervang kaart of formatteer kaart met deze camera.
Opnamemedia: SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC-geheugenkaart * Compatibel met UHS-I Grootte beeldsensor: Circa 22,3 x 14,9 mm Compatibele objectieven: Canon EF-objectieven (incl. EF-S-objectieven) * Exclusief EF-M-objectieven (voor deze objectieven geldt dat de 35mm-equivalente brandpuntsafstand met ongeveer 1,6 moet worden vermenigvuldigd) Objectiefvatting: Canon EF-vatting •...
Pagina 339
Specificaties • Zoeker Type: Pentaspiegel met vast oogniveau Dekking: Verticaal/horizontaal circa 95% (met gezichtspunt van circa 19 mm) Vergroting: Circa 0,85x (-1 m met 50 mm-objectief bij oneindig) Gezichtspunt: Circa 19 mm (vanaf het midden van de oculairlens bij -1 m Ingebouwde dioptrische aanpassing: Circa -3,0 - +1,0 m (dpt) Matglas:...
Pagina 340
8 GB die compatibel is met UHS-I en zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. * De getallen zijn gebaseerd op de testnormen van Canon (ISO 100 en beeldstijl Standaard) met een kaart van 8 GB. • Live view-opnamen...
Pagina 341
Specificaties Continue AF: Aanwezig Touch Shutter: Aanwezig Lichtmeetmethoden: Meting met beeldsensor in realtime Meervlaksmeting (315 zones), Deelmeting (circa 8,8% van Live view-scherm), Spotmeting (circa 2,8% van Live view-scherm), Centrum gewogen gemiddelde (gemiddelde meting met nadruk op het midden) Bereik helderheid lichtmeting: BW 0 - 20 (bij 23 °C met EF 50mm f/1.4 USM-objectief en ISO 100) Creatieve filters: Korrelig Z/W, Soft focus, Fisheye-effect, Effect kunst opvallend, Aquareleffect, Speelgoedcamera-effect,...
Pagina 342
Specificaties ISO-snelheid: Bij automatische belichting: automatisch ingesteld tussen ISO 100 en ISO 6400 (Aanbevolen automatisch ingesteld belichtingsmarkering) Bij handmatige belichting: automatisch/handmatig ingesteld tussen ISO 100 en 6400, uit te breiden tot H (gelijk aan ISO 12800) Videofoto's: Instelbaar op 2 sec./4 sec./8 sec. Geluidsopname: Interne stereomicrofoon Aansluiting voor externe stereomicrofoon aanwezig...
Pagina 343
Specificaties • Rechtstreeks afdrukken Compatibele printers: Met PictBridge compatibele printers Opnamen die kunnen worden afgedrukt: JPEG- en RAW-opnamen Afdrukopties opgeven: Compatibel met DPOF versie 1.1 • Persoonlijke voorkeuzen Persoonlijke voorkeuzen: 8 My Menu-vastleggen: Mogelijk Copyrightinformatie: Invoer en bijvoegen mogelijk • Interface Audio/video OUT/ Digitale aansluiting: Analoge video (compatibel met NTSC/PAL)/stereo audio-uitvoer...
Specificaties • Gebruiksomgeving Bedrijfstemperatuur: 0 °C - 40 °C Luchtvochtigheid tijdens gebruik: 85% of lager • Batterij LP-E8 Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij Nominale spanning: 7,2 V DC Batterijcapaciteit: 1120 mAh Bedrijfstemperatuur: Tijdens opladen: 6 °C - 40 °C Tijdens opnamen:0 °C - 40 °C Luchtvochtigheid tijdens gebruik: 85% of lager Afmetingen (B x H x D): Circa 37,1 x 15,4 x 55,2 mm Gewicht:...
Pagina 345
EW-73B (afzonderlijk verkrijgbaar) Objectiefkoker: LP1116 (afzonderlijk verkrijgbaar) Alle bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de testnormen van Canon en de testcriteria en richtlijnen van CIPA (Camera & Imaging Products Association). Bovenstaande afmetingen, maximale diameter, lengte en gewicht zijn gebaseerd op CIPA- ...
Tips en waarschuwingen voor het gebruik: EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM, EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS STM De kitobjectieven hebben een stappenmotor voor de scherpstelling. De motor stuurt de focuslens tevens aan wanneer er wordt in- of uitgezoomd. 1. De camera is uitgeschakeld De motor werkt niet als de camera is uitgeschakeld of als de camera is uitgeschakeld door de functie voor automatische uitschakeling.
Handelsmerken Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Pagina 348
Canon zijn (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Deze garantie is niet van toepassing op reparaties die het gevolg zijn van defecten in accessoires die niet van Canon zijn. U kunt dergelijke reparaties aanvragen tegen vergoeding.
Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
Pagina 350
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
Pagina 351
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/environment. (EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
Pagina 352
5. Het gebruik van een bevestigd onderdeel dat niet wordt aanbevolen of verkocht door Canon, kan leiden tot vuur, elektrische schok of persoonlijk letsel. 6. Trek aan de stekker in plaats van aan het snoer wanneer u de oplader verwijdert. Dit vermindert het risico op schade aan de elektrische stekker en het snoer.
Opnamen downloaden naar een computer In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u opnamen van de camera naar uw computer kunt downloaden. Daarnaast vindt u in dit hoofdstuk een overzicht van de software die op de bij de camera geleverde EOS Solution Disk (cd-rom) staat.
Opnamen downloaden naar een computer U kunt de meegeleverde software gebruiken om de opnamen op de camera naar uw computer te downloaden. Dit kan op twee manieren. Opnamen downloaden door de camera op de computer aan te sluiten. Installeer de software (pag.
(pdf, pag. 367) op de cd-rom voor meer informatie. Als u opnamen van de camera naar uw computer downloadt en hiervoor een kaartlezer gebruikt in plaats van de Canon-software, kopieert u de map DCIM op de kaart naar uw computer.
EOS Solution Disk EOS Solution Disk XXX Deze cd bevat de volgende software voor EOS-camera's. CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX De software die bij eerdere camera's is geleverd, biedt mogelijk geen ondersteuning voor foto's en filmbestanden die met deze camera worden gemaakt.
De software op Windows installeren Compatibele Windows 8 Windows 7 Windows Vista Windows XP besturingssystemen Controleer of de camera niet op uw computer is aangesloten. Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd. Anders zal de software niet op de juiste manier worden geïnstalleerd.
Controleer of de camera niet op uw computer is aangesloten. Plaats de EOS Solution Disk (cd) in het cd-romstation. Dubbelklik op het bureaublad van uw computer op het cd- rompictogram en dubbelklik vervolgens op [Canon EOS Digital Installer/Installatieprogramma Canon EOS Digital]. Selecteer uw regio, land en taal.
[WINDOWS] EOS Software Instruction Manuals Disk EOS Software Instruction Manuals Disk XXX Kopieer de instructiehandleidingen (pdf) op de cd naar de computer. CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Plaats de EOS Software Instruction Manuals Disk (cd) in het cd-romstation van de computer. Open de cd.
Verkorte handleiding Menugebruik Knop <M> Knop <0> LCD- scherm/ <S> aanraak- Pijltjestoetsen scherm 1. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. 2. Druk op de toets <U> om een tabblad te selecteren en druk vervolgens op de toets <V> om het gewenste item te selecteren. 3.
Verkorte handleiding Opnamekwaliteit Selecteer [z1: Beeldkwalit.] en druk vervolgens op <0>. Druk op de toets <U> om de kwaliteit te selecteren en druk vervolgens op <0>. Opnamekwaliteit Vastgelegde pixels Maximumaantal opnamen A BeeldstijlN Druk op de knop <XA>. Druk op de toets <U> om de beeldstijl te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Verkorte handleiding Basismodi Alle opname-instellingen worden automatisch ingesteld. U hoeft alleen de ontspanknop in te drukken; de camera doet de rest. A Automatisch/scène 5 Sport 7 Flitser uit 8 Speciale scène C Automatisch/creatief 6 Nacht portret 2 Portret F Nachtopnamen uit hand 3 Landschap G HDR-tegenlicht 4 Close-up...
Verkorte handleiding Creatieve modi U kunt de camera-instellingen naar wens aanpassen om verschillende opnamen te maken. d: AE-programma De camera stelt de sluitertijd en diafragmawaarde automatisch hetzelfde in als in de modus <A>. Stel het programmakeuzewiel in op <d>. s: AE met sluitervoorkeur Stel het programmakeuzewiel in op <s>.
Verkorte handleiding f: AF-bedieningN Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <f>. Druk op de knop <Zf>. Druk op de toets <U> of draai aan het instelwiel <6> om de AF-bediening te selecteren en druk vervolgens op <0>. X(1-beeld AF): Voor niet-bewegende onderwerpen 9(AI Focus AF): De AF-bediening wisselt automatisch...
Verkorte handleiding i: ISO-snelheidN Druk op de knop <i>. Druk op de toets <U> of draai aan het instelwiel <6> om de gewenste ISO-snelheid te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer [AUTO] is geselecteerd, wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt de huidige ISO-snelheid weergegeven.
Verkorte handleiding A Live view-opname A Live view-opname Druk op de knop <A> om het Live view-beeld weer te geven. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken. Gebruiksduur batterij bij Live view-opname Temperatuur Temperatuur Geen flits...
Verkorte handleiding k Filmopnamen Zet de aan-uitschakelaar op <k>. Draai het programmakeuzewiel naar een andere opnamemodus dan <a>. Druk op de knop <A> om een filmopname te starten. Druk nogmaals op <A> om de filmopname te stoppen. Filmopname Microfoon...
Index Nummers Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) ....125 1280x720 ........185 Auto. reset........209 1920x1080 ........185 Autofocus ....... 97, 100 1-beeld AF ........98 Automatisch/creatief....... 64 640x480 ........185 Automatische selectie van 9 punts AF-selectie, automatisch..100 AF-punt ........100 Automatische weergave....258 A (Automatisch/scène) ....58 Av (AE met diafragmavoorkeur) ...
Pagina 383
Index Chromatische correctie ....130 Bekijken op tv....252, 262 Bestandsgrootte....... 186 Classificatie........248 Bewerken ......... 256 Close-ups........69 Demper ........199 Contactpunten voor Eerste en laatste beeld flitssynchronisatie......20 uit film verwijderen ....256 Continu..........208 Filmopnameformaat ....185 Continu-opnamen ......104 Foto's maken ......182 Framesnelheid ......
Pagina 385
Index Licht-/scèneopnamen......81 Nachtopname ......72, 73 Lichte tonen prioriteit.....299 Nachtopnamen uit hand ....73 Live view-opnamen ....62, 145 Namen van onderdelen ....20 Aspect ratio.......157 Natuurlijk ........96 Continue AF......156 Neutraal.......... 96 Creatieve filters......152 Normaal (opnamekwaliteit)..... 22 FlexiZone - Multi .......161 NTSC........
Pagina 386
Index Opnamemodus .......24 Av (AE met diafragmavoorkeur)....112 Rasterweergave ....156, 198 M (Handmatige belichting) ..115 RAW ......... 22, 91 P (AE-programma) .....86 RAW+JPEG ......22, 91 Tv (AE met sluitervoorkeur)..110 A (Automatisch/scène) ....58 Rechtstreeks afdrukken ....292 7 (Flitser uit) ......63 Reiniging (beeldsensor) ..
Pagina 387
Index Speelgoedcamera-effect ..155, 276 Verzadiging........133 Spiegel opklappen ....142, 300 Videofoto ........187 Sport ..........70 Videofotoalbum ......187 Spotmeting ........117 Videosysteem....185, 265, 320 sRGB ..........141 Voeding Batterijniveau ......35 Standaardinstellingen herstellen ...214 Maximum aantal Standaardmodi........24 opnamen ...... 35, 88, 147 Statiefbevestigingspunt ....21 Opladen ........