Bougie
Bougie
Zie Belangrijke veiligheidsmaatregelen op pagina 35.
Aanbevolen bougie
De aanbevolen standaardbougie is geschikt voor
de meeste wedstrijdomstandigheden.
Standaard
SILMAR9A – 9S (NGK)
Optie
SILMAR10A – 9S (NGK)
Gebruik uitsluitend het aanbevolen type bougies
met het aanbevolen temperatuurbereik.
LET OP
Het gebruik van bougies met een ongeschikt of
onjuist bereik kan beschadiging van de motor
veroorzaken.
Het gebruik van een bougie zonder weerstand kan
problemen tijdens de ontsteking veroorzaken.
Deze motorfiets is voorzien van een bougie met
een iridiumpunt in de centrale elektrode en een
platinapunt in de zijelektrode.
Let op het volgende bij het onderhoud van de
bougie.
• Reinig de bougie niet. Als een elektrode is
verontreinigd door ophoping van vuil of modder,
vervangt u de bougie.
• Controleer de elektrodenafstand van de bougie
altijd met een voelermaat van het draadtype. Om
schade aan de iridium punt van de centrale
elektrode en de platina punt van de zijelektrode
te voorkomen, mag u nooit een voelermaat van
het bladtype gebruiken.
• Pas de elektrodenafstand niet aan. Als de
elektrodenafstand buiten de specificaties valt,
vervangt u de bougie.
86
Het onderhoud van uw Honda
Bougies inspecteren en vervangen
1. Verwijder het zadel en de brandstoftank (pagina 47, 49).
2. Maak de bougiedop (1) los.
3. Verwijder eventuele vervuiling rondom de bougie.
4. Verwijder de bougie (2).
(1)
(1) bougiedop
(2) bougie
5. Controleer de elektroden op slijtage of afzettingen,
de pakking (3) op schade, en de isolator op barsten.
Vervang de bougie als u bovenstaande slijtage of
schade aantreft.
6. Meet de elektrodenafstand (4) met een voelermaat
van het draadtype. Als de elektrodenafstand buiten
de specificaties valt, vervangt u de bougie.
De aanbevolen elektrodenafstand is:
0,8 – 0,9 mm
(4)
(3)
(3) pakking
(4) elektrodenafstand
7. Om nauwkeurige metingen voor de bougie te
kunnen verrichten, maakt u snelheid op een
recht stuk weg. Druk de motorstopschakelaar
in de stand
(Stop) en ontkoppel de koppeling
door de hendel in te trekken.
Kom langzaam tot stilstand. Verwijder en inspecteer
daarna de bougie. De porseleinen isolator rond de
centrale elektrode moet een lichtbruine of grijze
kleur hebben.
Als u een nieuwe bougie gaat gebruiken, moet u eerst
(2)
10-15 minuten rijden voordat u de bougie inspecteert.
Een nieuwe bougie verkleurt in eerste instantie niet.
Als de elektroden verbrand lijken of als de isolator wit of
lichtgrijs (arm) is, of als de elektroden en isolator zwart
of vervuild (rijk) zijn, is er elders een probleem
(pagina 153).
Controleer het PGM-FI-systeem en het ontstekingstijdstip.
8. Draai met de pakking bevestigd de bougie
handmatig in om scheef indraaien te voorkomen.
9. Draai de bougie aan.
• Als de oude bougie in orde is:
1/12 slag na contact.
• Draai een nieuwe bougie bij het installeren
tweemaal vast om losraken te voorkomen:
a) Zet eerst de bougie vast:
1/4 slag na contact.
b) Draai dan de bougie los.
c) Draai daarna de bougie weer vast:
1/12 slag na contact.
Bij het gebruik van een momentsleutel, draait u de
bougie vast tot het voorgeschreven aanhaalmoment:
22 Nm (2,2 kgf·m)
LET OP
De motor kan worden beschadigd door een bougie die
onvoldoende is vastgedraaid. Als een bougie te los zit, kan
de zuiger worden beschadigd. Als een bougie te strak is
aangedraaid, kunnen de schroefdraden worden beschadigd.
10. Maak de bougiedop los. Let op dat er geen
kabels of draden beklemd raken.
11. Breng de brandstoftank en het zadel aan
(pagina 47, 51).