Vering
12. Reinig de vlakken waar de as en asklemmen
elkaar raken.
Breng vet aan op de randen van elke
stofkeerring van het voorwiel.
Monteer de linkerbus (20) en de rechterbus
(21) in de wielnaaf.
(21)
(20)
(20) linkerbus
(21) rechterbus
13. Monteer het voorwiel tussen de vorkpoten
terwijl u de schijf tussen de remblokken steekt
en zorg ervoor dat u de remblokken niet
beschadigt.
• Pas op dat u de wieltoerentalsensor en de
impulsring niet beschadigt tijdens het
aanbrengen van het wiel.
14. Steek de voorste steekas vanaf de rechterzijde
door de vorkpoten en de wielnaaf. Controleer
of de voorste steekas stevig aanligt tegen het
binnenvlak van de linker vorkpootklem. Draai
de voorwielasmoer (22) vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment:
88 Nm (9,0 kgf·m)
Draai de linker wielasklembouten (23) vast
met het voorgeschreven aanhaalmoment:
20 Nm (2,0 kgf·m)
15. Leid de draad van de wieltoerentalsensor (24)
correct en breng de wieltoerentalsensor (25) op
de linker vorksteun aan. Breng de
bevestigingsbout van de wieltoerentalsensor
(26) aan en zet hem vast.
Breng de plaat van de kabelgeleider van de
wieltoerentalsensor (27) aan en zet de schroef
van de geleideplaat (28) vast.
112
Het onderhoud van uw Honda
(25)
(26)
(22)
(23)
(22) voorwielasmoer
(23) linker wielasklembouten
(24) draad van wieltoerentalsensor
(25) schroef van wieltoerentalsensor
16. Monteer het stuur (29), de
bevestigingsrubbers, onderlegringen en
onderste stuurhoudermoeren (30), en zet de
stuurhoudermoeren vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment:
44 Nm (4,5 kgf·m)
(30)
(29) stuur
(30) bevestigingsrubbers, onderlegringen en onderste
stuurhoudermoeren
17. Houd de voorremhendel aangetrokken en
(24)
(28)
pomp de vork een paar keer op en neer zodat de
wielas zich kan zetten en controleer dan de
remwerking.
(27)
(26) bout
(27) plaat
(28) schroef
(29)