Voer de Inspectie vóór het rijden (pagina 23) uit bij iedere voorgeschreven onderhoudsbeurt.
I: Inspecteren en reinigen, afstellen, smeren of vervangen indien nodig. C: Reinigen. R: Vervangen. A: Afstellen. L: Smeren.
FREQUENTIE
ITEMS
*
BRANDSTOFLEIDING
BRANDSTOFNIVEAU
**
BRANDSTOFFILTER
*
WERKING VAN DE GASHENDEL
*
LUCHTFILTER
CARTERONTLUCHTING
BOUGIE
*
KLEPSPELING
MOTOROLIE
MOTOROLIEFILTER
*
DECOMPRESSIESYSTEEM
**
STATIONAIR MOTORTOERENTAL
**
INLAAT-/UITLAATKLEP
**
ZUIGER EN ZUIGERVEREN
**
ZUIGERPEN
**
KRUKAS
**
KRUKASLAGER
**
TRANSMISSIE
**
HEFBOOM NOKKENASKETTINGSPANNER
KOELVLOEISTOF RADIATEUR
*
KOELSYSTEEM
*
SECUNDAIR LUCHTTOEVOERSYSTEEM
AANDRIJFKETTING
GLIJBLOK AANDRIJFKETTING
REMVLOEISTOF
REMBLOKSLIJTAGE
REMSYSTEEM
REMLICHTSCHAKELAAR
*
KOPLAMPHOOGTE
LICHTEN/CLAXON
MOTORSTOPSCHAKELAAR
KOPPELINGSSYSTEEM
ZIJSTANDAARD
*
VERING
MOEREN, BOUTEN,
*
BEVESTIGINGSMIDDELEN
**
WIELEN/BANDEN
**
BALHOOFDLAGERS
* Moet worden uitgevoerd door uw dealer, tenzij de eigenaar beschikt over de juiste gereedschappen, onderhoudsgegevens en technische kennis en ervaring. Raadpleeg de officiële Honda-werkplaatshandleiding.
** In het belang van uw veiligheid raden wij u aan om deze items altijd door een dealer te laten onderhouden.
OPMERKING: 1.Herhaal volgens het hier vermelde frequentie-interval bij hogere kilometerstanden.
2.Voer vaker servicebeurten uit wanneer u in buitengewoon natte of stoffige omgevingen rijdt.
3.Voer vaker servicebeurten uit wanneer u in de regen rijdt of met vol gas.
4.Bij TERREINRIJDEN is vaker onderhoud nodig.
5.Voor het vervangen is technische vaardigheid vereist.