Luchtfilter
5. Reinig het luchtfilter met een schoon, niet-
ontvlambaar oplosmiddel zoals Honda Foam
Air Filter Cleaner. Reinig het filter vervolgens
in heet sop, spoel goed af en laat het volledig
drogen. Het luchtfilterelement bestaat uit twee
delen: een binnen- en buitendeel, die niet van
elkaar kunnen worden gescheiden.
6. Reinig de binnenkant van het luchtfilterhuis.
7. Laat het luchtfilter volledig drogen. Breng na
het drogen 55 cm
Honda Foam Air Filter Oil
3
(olie voor schuimrubberfilterelementen) of een
gelijkwaardige luchtfilterolie aan vanaf de
binnenkant van het element.
Plaats het element in een plastic zak (10) en
verdeel de olie gelijkmatig met de hand.
(10)
(10) plastic zak
8. Monteer het luchtfilterelement en de houder.
Breng de lip op de houder aan in de opening in
het luchtfilterelement.
9. Breng 1,5 – 5,5 g Honda White Lithium Grease
(wit lithiumvet) of een gelijkwaardig
smeermiddel aan op het contactvlak van het
luchtfilterelement in het luchtfilterhuis.
76
Het onderhoud van uw Honda
10. Breng de luchtfiltereenheid (5) aan in de steun
van het luchtfilterhuis (11).
11. Breng voorzichtig de afdichtflens van het
element aan om binnendringen van vuil te
voorkomen.
(11)
(5) luchtfiltereenheid
(11) steun van luchtfilterhuis
12. Breng de bevestigingsbout van het luchtfilter
(4) aan en draai deze vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment:
2,4 Nm (0,2 kgf·m)
(4) bevestigingsbout van luchtfilter
LET OP
Wanneer de luchtfiltereenheid onjuist is
aangebracht, kan er vuil en stof in de motor
terechtkomen. Dit veroorzaakt een snelle slijtage
van de zuigerveren en cilinder.
13. Breng het luchtfilterdeksel (3) aan op het
luchtfilterhuis. Breng de bouten van het
luchtfilter (1) aan en draai deze vast. Zet het
luchtfilterdeksel met de houder (2) vast zoals
afgebeeld.
(1)
(5)
(1) bouten
(4)
(2) houder
14. Monteer het zadel (pagina 47).
(2)
(3)
(3) luchtfilterdeksel