Koppelingssysteem
Zie Belangrijke veiligheidsmaatregelen op pagina 35.
Speling koppelingshendel
Inspecteren
Controleer de speling (1).
Speling: 10 – 20 mm
Stel, indien nodig, af tot het voorgeschreven
bereik.
(1)
(1) speling
Een onjuiste afstelling van de speling kan leiden
tot voortijdige slijtage van de koppeling.
Stel de speling van de koppelingshendel af nadat
de koppelingskabel is losgekoppeld.
Stelmoer op kabeluiteinde
Voor kleine aanpassingen van de speling wordt de
stelmoer op het kabeluiteinde gebruikt.
Draai de versteller (1) van het uiteinde van de
koppelingskabel in de richting (+) om de speling te
vergroten en in de richting (–) om de speling te
verkleinen.
(–)
(1)
(+)
(1) versteller van uiteinde van koppelingskabel
(+) speling vergroten
(–) speling verkleinen
Als de stelmoer niet verder kan worden in- of
uitgedraaid of als de vereiste speling niet kan
worden verkregen, draait u de stelmoer helemaal in
en vervolgens vijf slagen uit. Stel daarna de
speling af met de integrale kabelafsteller.
Koppelingssysteem
Integrale kabelafsteller
De integrale kabelafsteller wordt gebruikt als de
stelmoer op het kabeluiteinde niet verder kan
worden in- of uitgedraaid — of als de juiste speling
niet kan worden verkregen.
1. Maak de stofkap (1) los.
2. Draai de stelmoer op het kabeluiteinde in de
richting (+) totdat deze op zijn plaats zit en
draai deze vervolgens vijf slagen naar buiten.
3. Draai de borgmoer (2) los.
4. Draai de integrale kabelafsteller (3) om de
voorgeschreven speling te verkrijgen.
5. Draai de borgmoer vast. Controleer de speling.
(–)
(+)
(2)
(3)
(1) stofkap
(+) speling vergroten
(2) borgmoer
(–) speling verkleinen
(3) integrale kabelafsteller
6. Start de motor, trek de koppelingshendel in en
zet de versnellingsbak in de versnelling. De
motor mag niet afslaan en de motorfiets mag
niet kruipen.
Laat de koppelingshendel geleidelijk los en
geef gas. Uw motorfiets moet soepel bewegen
en geleidelijk aan accelereren.
Als de juiste afstelling niet kan worden verkregen
of als de koppeling niet goed werkt, is de kabel
mogelijk geknikt of versleten of zijn de
koppelingsplaten versleten.
Controleer de koppelingsschijven en -platen
(pagina 84).
Het onderhoud van uw Honda
(1)
81