Advertenties
Afstelrichtlijnen voor de vering (Alleen terreinrijden)
Achtervering afstellen
Afstellingen voor type circuit
Verhard circuit
Zanderig circuit
Modderig circuit
Symptomen en afstellingen
• Begin altijd met de standaardinstellingen.
• Draai de verstellers voor compressiedemping voor lage snelheid en uitgaande demping in stappen van één klik en draai de versteller voor compressiedemping voor hoge
snelheid in stappen van 1/12 omwenteling. Als u per keer twee of meer klikken of omwentelingen verstelt, slaat u misschien de beste instelling over. Maak na elke aanpassing
een proefrit.
• Als de vering na het afstellen ongewoon aanvoelt, zoek dan het bijbehorende symptoom in de tabel en test stuggere of zachtere instellingen voor compressie- en/of uitgaande
demping, totdat u de correcte instellingen hebt zoals beschreven.
Stugge vering
Vering voelt stug aan op kleine hobbels
Vering voelt stug aan op grote hobbels
Hele veerweg te stug
Zachte vering
Hele veerweg te zacht
Achterkant slingert
Vering slaat door
Vering slaat door bij landen na een
sprong
Vering slaat door na landen
Vering slaat door na serie continue
hobbels
152
Instellingen
Begin met de standaardinstellingen. Als de vering te stug/zacht is, stel deze dan af volgens het onderstaande schema.
Verlaag de achterkant (voor meer voorwielstabiliteit) door de raceveerhoogte te vergroten (verlaag veervoorspanning).
Voorbeeld: –Draai de versteller voor compressiedemping en vooral de versteller voor uitgaande demping naar een stuggere afstelling.
–Vergroot de standaard raceveerhoogte (+5 tot 10 mm).
Stel stugger af, omdat uw CRF zwaarder wordt door aankoekende modder.
Voorbeeld: –Draai de verstellers voor compressiedemping en uitgaande demping naar stuggere instellingen.
–Verminder de standaard raceveerhoogte (–5 tot –10 mm).
Symptoom
1. Test zachtere instelling voor compressiedemping voor lage snelheid.
2. Als de vering nog steeds stug aanvoelt, test dan meerdere zachtere instellingen voor compressiedemping voor
hoge en lage snelheid.
1. Test zachtere instelling voor compressiedemping voor hoge snelheid.
2. Als de vering nog steeds stug aanvoelt, test dan meerdere zachtere instellingen voor compressiedemping voor
hoge en lage snelheid.
1. Test tegelijkertijd zachtere instellingen voor de compressiedemping en uitgaande demping voor hoge en lage
snelheid.
1. Test tegelijkertijd instellingen voor de compressiedemping voor hoge en lage snelheid.
1. Test tegelijkertijd stuggere instellingen voor de compressiedemping en uitgaande demping voor hoge en lage
snelheid.
1. Test stuggere instelling voor compressiedemping voor hoge snelheid.
2. Als de vering nog steeds doorslaat, test dan stuggere instellingen voor compressiedemping voor hoge en lage
snelheid.
1. Test stuggere instelling voor compressiedemping voor lage snelheid.
2. Als de vering nog steeds doorslaat, test dan stuggere instellingen voor compressiedemping voor hoge en lage
snelheid.
1. Test zachtere instelling voor uitgaande demping.
2. Als de vering nog steeds doorslaat, test dan stuggere instellingen voor compressiedemping voor hoge en lage
snelheid en een zachtere instelling voor uitgaande demping.
Actie
Advertenties
