Download Print deze pagina

Honda CRF450L 2018 Instructieboekje pagina 136

Advertenties

Buiten- en binnenbanden
Zie Belangrijke veiligheidsmaatregelen op pagina 35.
Voor een veilig gebruik van uw motorfiets moeten de
banden van het juiste type en formaat zijn, in goede
staat verkeren, voldoende profiel hebben en op de
juiste spanning zijn voor het totale gewicht dat de
motorfiets vervoert.
WAARSCHUWING
Rijden op banden die overmatig zijn
versleten of niet op de juiste spanning zijn,
kan ongelukken veroorzaken met risico op
ernstig of dodelijk letsel.
Volg alle instructies in dit instructieboekje
met betrekking tot bandenspanning en
onderhoud.
Op de volgende pagina's vindt u meer informatie over
hoe en wanneer u de bandenspanning moet
controleren, hoe u de banden controleert op schade en
slijtage, en onze adviezen voor wat u kunt doen
wanneer uw banden moeten worden gerepareerd of
vervangen.
Bandenspanning
Met banden die correct op spanning zijn, beschikt u
over de beste combinatie van weggedrag,
profiellevensduur en rijcomfort. Banden met een te
lage spanning slijten meestal ongelijkmatig,
beïnvloeden het weggedrag negatief en zullen
waarschijnlijk eerder defecten vertonen door
oververhitting.
Banden met een te lage spanning kunnen op ruw
terrein schade aan het wiel veroorzaken. Banden met
een te hoge spanning rijden minder comfortabel,
lopen sneller schade op door onregelmatigheden op
de weg en slijten minder gelijkmatig.
Controleer of de ventieldoppen stevig zijn bevestigd.
Installeer zo nodig nieuwe ventieldoppen.
Gebruik een nauwkeurige bandenspanningsmeter om
de luchtdruk te meten alvorens op ruig terrein te
rijden en wanneer u terugkeert naar de weg na het
rijden op ruig terrein. Controleer de bandenspanning
eenmaal per maand of wanneer u denkt dat de
spanning te laag is wanneer u alleen op de weg rijdt.
Controleer de bandenspanning altijd wanneer uw
banden koud zijn. Als u de bandenspanning
controleert aan "warme" banden -- ook al hebt u maar
enkele kilometers met de motorfiets gereden -- zal de
gemeten bandenspanning hoger uitvallen. Laat nooit
lucht uit warme banden lopen om ze op de hieronder
aangegeven koude spanning te brengen. Hierdoor
zorgt u mogelijk voor een te lage bandenspanning.
De juiste ''koude'' bandenspanning is:
Voor
150 kPa (1,50 kgf/cm
Achter
150 kPa (1,50 kgf/cm
Als u de bandenspanning wilt aanpassen aan bepaalde
wegomstandigheden, doe dit dan in kleine stappen.
Inspecteren
Neem de tijd om banden en wielen vóór de rit te
controleren.
• Controleer grondig op bulten of bobbels in de
zijwand of op het loopvlak van de band. Vervang
banden met een bult of bobbel.
• Controleer grondig op insnijdingen, inkepingen
of scheuren in de banden. Vervang een band
wanneer u de koordlaag of het binnenweefsel
ervan kunt zien.
• Controleer op stenen of andere voorwerpen die
vastzitten in de band of het profiel. Verwijder
zulke voorwerpen.
• Controleer de positie van beide ventielen. Een
scheef ventiel wijst erop dat de binnenband in de
buitenband glijdt of dat de band over de velg
glijdt.
Buiten- en binnenbanden
Profielslijtage
(1)
(1) slijtage-indicator
(2) merkteken plaats van slijtage-indicator
2
)
Als u met een smak in een kuil of tegen een hard
voorwerp aan rijdt, zet de motorfiets dan zo spoedig
2
)
als dit veilig kan aan de kant van de weg en controleer
de banden zorgvuldig op schade.
Voor de beste prestaties moet u een band vervangen
voordat de profieldiepte in het midden de volgende
limieten bereikt:
Voor
Achter
Als de slijtage-indicators zichtbaar zijn, moet de band
onmiddellijk worden vervangen; deze is niet meer
veilig.
Binnenbanden vervangen
Een binnenband die lek of beschadigd is, moet u zo
snel mogelijk vervangen. Een binnenband die is
gerepareerd, is mogelijk minder betrouwbaar dan een
nieuwe binnenband en kan een klapband veroorzaken
tijdens het rijden.
Gebruik bij het vervangen van de binnenband een
band die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke
binnenband.
(2)
3,0 mm
3,0 mm
127
Het onderhoud van uw Honda

Advertenties

loading