Verhelpen van storingen
De punten die aan de hand van dit instructieboekje
kunnen worden verholpen, worden gevolgd door
het paginanummer tussen haakjes. De punten
waarvoor het officiële Honda werkplaatshandboek
nodig is, worden gevolgd door een sterretje (*).
MOTOR START NIET OF START MOEILIJK
Bedien de startknop met de gashendel in volledig
gesloten stand (pagina 27).
CONTROLE
MOGELIJKE
OORZAKEN
1. Controleer de
• Losse of losgekoppelde
DRAAIT
startmotor*
accupolen (p.138)
NIET
• Doorgebrande hoofdzekering
DRAAIT
(p.172)
• Zwakke accu (p.138, 175)
• Defecte startrelaisschakelaar
of startmotor*
• Defecte startknop*
• Defecte koppelingsschakelaar
• Defecte CKP-sensor*
2. Controleer het
INCORRECT
• Defect startmotor-/
startmotor-/
ontstekingsrelais
ontstekingsrelais*
CORRECT
INCORRECT
3. Controleer de staat van
• Onjuiste warmtegraad van de
de bougie (p.86)
bougie
• Onjuiste elektrodenafstand
CORRECT
• Verontreinigd
luchtfilterelement
4. Voer een vonktest uit*
GEEN OF
• Defecte bougie (p.86)
• Vervuilde bougie (p.86)
ZWAKKE
GOEDE VONK
• Defecte ECM*
VONK
• Onderbreking of kortsluiting in
bougiekabel
• Defecte dynamo*
• Defecte bobine*
• Defecte motorstopschakelaar*
• Losse of niet-aangesloten
bedrading van
ontstekingssysteem
• Defecte CKP-sensor*
• Defecte spanningsregelaar/
gelijkrichter*
INCORRECT
5. Controleer het PGM-
• Defect PGM-FI-systeem
FI-systeem (p.14)
CORRECT
6. Controleer de werking
INCORRECT
• Defecte brandstofpomp*
van de brandstofpomp
• Verstopt brandstofpompfilter
en controleer de
brandstofstroom*
CORRECT
INCORRECT
7. Controleer het geluid
• Defect PGM-FI-systeem
dat de
• Defecte brandstofverstuiver
brandstofverstuiver
maakt als deze werkt
CORRECT
8. Test
LAAG
• Klepspeling is te klein
cilindercompressie*
• Klep hangt in open-stand
• Versleten cilinder en
CORRECT
zuigerveer*
• Beschadigde
cilinderkoppakking
• Foutieve kleppentijden*
• Vastgelopen klep
9. Start door de normale
MOTOR
• Lekkende isolator
startprocedure te
• Foutief ontstekingstijdstip
START MAAR
volgen
(Defecte ECM of CKP-
STOPT SNEL
sensor)*
• Knop voor versneld stationair
toerental hangt open of is
beschadigd
• Vervuilde brandstof
MOTOR HEEFT GEEN VERMOGEN
CONTROLE
MOGELIJKE
OORZAKEN
INCORRECT
1. Controleer of het wiel
• Rem loopt aan
soepel draait
• Versleten of beschadigde
wiellagers
CORRECT
• Verbogen steekas
• Aandrijfketting staat te strak
INCORRECT
2. Controleer de
• Defecte ventielkern
bandenspanning (p.127)
• Lekke band
CORRECT
NIET GOED
3. Controleer of het
• Koppeling slipt
motortoerental
• Onjuist afgestelde speling
overeenkomstig
koppelingshendel (p.81)
verandert wanneer de
• Versleten koppelingsschijven/
koppeling wordt
-platen (p.84)
ingeschakeld*
• Kromme koppelingsschijven/-
platen (p.84)
GOED
• Zwakke koppelingsveren*
• Koppelingslichter blijft hangen
• Additief in motorolie
4. Controleer de toename
NIET GOED
• Verontreinigd
van het motortoerental
luchtfilterelement
• Verstopte uitlaatdemper
GOED
• Knop voor versneld stationair
toerental hangt open of is
beschadigd
• Vernauwde ontluchtingsbuis
brandstofvuldop
• Belemmerde brandstofstroom
Verhelpen van storingen
JA
5. Controleer op pingelen
• Versleten zuiger en cilinder*
van de motor bij
• Gebruik van slechte kwaliteit
acceleratie of rijden
brandstof
met hoge snelheid
• Bovenmatige verkoolde
aanslag in verbrandingskamer
NEE
• Ontstekingstijdstip te vroeg
(defecte ECM)*
• Arm brandstofmengsel
6. Controleer het
INCORRECT
• Defecte ECM*
ontstekingstijdstip*
• Defecte CKP-sensor*
CORRECT
LAAG
7. Test
• Klepspeling is te klein
cilindercompressie*
• Klep hangt in open-stand
• Versleten cilinder en
CORRECT
zuigerveer*
• Beschadigde
cilinderkoppakking
• Foutieve kleppentijden*
• Defect
decompressiesysteem*
INCORRECT
8. Controleer het PGM-
• Defect PGM-FI-systeem
FI-systeem (p.14)
CORRECT
9. Controleer de werking
INCORRECT
• Defecte
van de brandstofpomp
brandstofpompeenheid*
en controleer de
• Verstopt brandstofpompfilter
brandstofstroom*
CORRECT
INCORRECT
10. Controleer de staat van
• Onjuiste bougie
de bougie (p.86)
• Onjuiste elektrodenafstand
• Verontreinigd
CORRECT
luchtfilterelement
INCORRECT
11.Controleer het peil
• Motoroliepeil te hoog
en de staat van de
• Motoroliepeil te laag
motorolie (p.70)
• Verontreinigde motorolie
CORRECT
12.Verwijder het
INCORRECT
• Defecte oliepomp*
kleppendeksel en
• Defecte drukontlastklep*
inspecteer de
• Verstopte olieboring*
smering
• Verstopte motoroliezeef*
(vervolg)
161
Tips