Download Print deze pagina

Advertenties

CRF450L
MANUEL DU CONDUCTEUR ET CARNET TOUT-TERRAIN
FAHRERHANDBUCH UND OFFROAD-HANDBUCH
INSTRUCTIEBOEKJE & OFFROAD-HANDBOEK

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Honda CRF450L 2018

  • Pagina 1 CRF450L MANUEL DU CONDUCTEUR ET CARNET TOUT-TERRAIN FAHRERHANDBUCH UND OFFROAD-HANDBUCH INSTRUCTIEBOEKJE & OFFROAD-HANDBOEK...
  • Pagina 2 CRF450L INSTRUCTIEBOEKJE & OFFROAD-HANDBOEK © Honda Motor Co., Ltd., 2018...
  • Pagina 3 Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op de meest recente productinformatie die bij het ter perse gaan beschikbaar was. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
  • Pagina 4 Honda CRF450L INSTRUCTIEBOEKJE EN OFF-ROAD HANDBOEK...
  • Pagina 5 LET OP Dergelijke informatie is van belang ter afkortingen gebruikt voor het aanduiden van de Als eigenaar van een Honda maakt u deel uit van voorkoming van schade aan uw Honda, uw betreffende onderdelen en systemen. een wereldwijde familie van tevreden klanten –...
  • Pagina 6 Enkele opmerkingen over veiligheid Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn zeer belangrijk. Het veilig rijden op deze motorfiets is een belangrijke verantwoordelijkheid. Om u te helpen verstandige veiligheidsbeslissingen te nemen, zijn er bedieningsaanwijzingen en andere informatie vermeld op labels en in dit instructieboekje. Deze informatie maakt u attent op potentiële gevaren waardoor u of anderen letsel kunnen oplopen.
  • Pagina 7 Helderheid achtergrondverlichting Richtlijnen voor het inrijden ......32 Koelvloeistof verversen....... 73 instellen ............17 Koelsysteem ontluchten ......74 HET ONDERHOUD VAN UW HONDA ..33 Eenheid van snelheid en afgelegde afstand Luchtfilter ............75 Het belang van onderhoud ......34 wijzigen ............18 Reinigen............
  • Pagina 8 Demperolie verversen ....... 115 Koplamphoogte ..........139 Vervoeren van uw motorfiets ....... 158 Vorkdemper monteren....... 118 Verticaal afstellen van de Stallen van uw Honda ........159 Inspectie achtervering ....... 121 koplamphoogte...........139 Voorbereiding voor stallen......159 Remmen ............122 Onderhoud van buitenkant ......140 Uit stalling halen ........
  • Pagina 9 Logboek terreinrijden ........186 Optionele onderdelen ........188 Reserveonderdelen en uitrusting ....189 Reserveonderdelen ........189 Universeel gereedschap......189 Speciaal gereedschap van Honda ....189 Chemische producten ........ 189 Overige producten ........189 Bedradingsschema ........190 INDEX ............191 Inhoudsopgave...
  • Pagina 10 Veiligheid bij het motorrijden Veiligheid bij het motorrijden In dit hoofdstuk vindt u de belangrijkste informatie Belangrijke veiligheidsinformatie......2 en aanbevelingen om veilig met uw motorfiets te Belangrijke veiligheidsmaatregelen....2 kunnen rijden. Neem even de tijd om deze pagina's Accessoires en aanpassingen ......3 door te lezen.
  • Pagina 11 Besteed altijd aandacht aan ander verkeer om u heen en veronderstel niet dat andere bestuurders u Houd uw Honda in veilige staat. zien. Zorg dat u snel kunt stoppen of een Het is belangrijk dat u uw motorfiets naar behoren uitwijkmanoeuvre kunt maken.
  • Pagina 12 Accessoires en aanpassingen Accessoires en aanpassingen Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires te monteren die niet specifiek door Honda voor uw motorfiets zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw motorfiets aan te brengen. Hierdoor kan uw voertuig onveilig worden.
  • Pagina 13 Veiligheid bij terreinrijden Veiligheid bij terreinrijden Veiligheid bij terreinrijden Leer te rijden op een rustige weg zonder obstakels alvorens u op onbekend terrein te begeven. • Houd u altijd aan de lokale wet- en regelgeving met betrekking tot terreinrijden. • Vraag eerst toestemming alvorens u op privéterrein te begeven.
  • Pagina 14 Labels Labels Op de volgende pagina's leest u meer over de betekenis en de locatie van de labels op uw motorfiets. Sommige labels waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere bieden belangrijke veiligheidsinformatie. Lees deze informatie aandachtig en verwijder de labels niet. Als een label eraf valt of moeilijk te lezen is, neem dan contact op met uw dealer voor een vervangingslabel.
  • Pagina 15 Labels LABEL RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 1,1 kgf/cm LABEL ACHTERSCHOKDEMPER (alleen type ED) GEVULD MET GAS Niet verwarmen. LABEL BANDENINFORMATIE & AANDRIJFKETTING Bandenspanning in koude toestand: [Bestuurder] Voor 150 kPa (1,50 kgf/cm Achter 150 kPa (1,50 kgf/cm Zorg ervoor dat de aandrijfketting juist is afgesteld en gesmeerd.
  • Pagina 16 Labels ACCULABEL GEVAAR (alleen type ED) • Demonteer, wijzig of soldeer de hoofdeenheid en de accupolen niet. Dit kan leiden tot lekkage, warmte-opwekking, explosie, brand of het verlies van gezichtsvermogen als gevolg van gelekte elektrolyt. Als er elektrolyt in uw ogen komt, spoelt u direct de ogen met overvloedig water en laat u zich zo spoedig mogelijk behandelen door een oogarts (oftalmoloog).
  • Pagina 17 Labels LABEL ACCULABEL ACHTERSCHOKDEMPER BRANDSTOFLABEL (alleen type ED) (alleen type ED) (alleen type ED) LABEL RADIATEURDOP Veiligheid bij het motorrijden...
  • Pagina 18 Labels LABEL BANDENINFORMATIE & VEILIGHEIDS-/BRANDSTOFLABEL AANDRIJFKETTING Veiligheid bij het motorrijden...
  • Pagina 19 Veiligheid bij het motorrijden...
  • Pagina 20 Instrumenten en bedieningselementen Instrumenten en bedieningselementen In dit hoofdstuk wordt de locatie aangegeven van Locatie van bedieningselementen ....12 alle indicatielampjes en bedieningselementen die u Indicatielampjes en displays ......13 normaal gesproken gebruikt vóór of tijdens het Multifunctiedisplay........14 rijden op uw motorfiets. Snelheidsmeter..........16 Kilometerteller/Ritteller A &...
  • Pagina 21 Locatie van bedieningselementen Locatie van bedieningselementen contactschakelaar dimlichtschakelaar motorstopschakelaar koppelingshendel voorremhendel passeerlichtschakelaar gashendel richtingaanwijzerschakelaar startknop claxonknop knop versneld stationair toerental datalinkstekker achterrempedaal schakelhendel zijstandaard Instrumenten en bedieningselementen...
  • Pagina 22 Indicatielampjes en displays Indicatielampjes en displays De indicatielampjes en het display op uw Lamp controleren Displaycontrole De meeste indicatielampjes gaan branden Wanneer de contactslotschakelaar in de stand motorfiets houden u op de hoogte, waarschuwen voor mogelijke problemen en zorgen dat u veiliger wanneer u de contactschakelaar wordt gezet, toont het in de stand...
  • Pagina 23 Indicatielampjes en displays SEL-toets Gebruik deze toets voor de volgende doeleinden. Multifunctiedisplay • Voor het wijzigen van 12/24-uur • Voor het instellen van de tijd Het multifunctiedisplay (1) heeft de volgende • Voor het afstellen van de displayverlichting functies: • Voor het selecteren en resetten van de brandstofverbruikmeter •...
  • Pagina 24 Indicatielampjes en displays Normale MODUS Instelmodus Druk op de SEL-toets om kilometerteller, TRIP A, TRIP B, huidig brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik Houd de SEL-toets ingedrukt terwijl de (TRIP A/TRIP B) of brandstofverbruik (TRIP A/TRIP B) te selecteren. kilometerteller of het huidige brandstofverbruik wordt weergegeven;...
  • Pagina 25 Indicatielampjes en displays De ritteller, het gemiddelde brandstofverbruik en Snelheidsmeter Brandstofverbruikmeter het brandstofverbruik resetten Druk op de SEL-toets (1) om TRIP A (2), gemiddeld Toont de rijsnelheid. De brandstofverbruikmeter beschikt over de brandstofverbruik A (3), brandstofverbruik A (4), volgende functies: Toont uw snelheid in kilometer per uur (km/h) of TRIP B, gemiddeld brandstofverbruik B of huidig brandstofverbruik...
  • Pagina 26 Indicatielampjes en displays 6. Druk op de SEL-toets totdat het gewenste uur Digitale klok instellen Helderheid achtergrondverlichting wordt weergegeven. instellen De digitale klok toont de uren en minuten. Om de tijdsindeling en de klok in te stellen, gaat u als Om de helderheid van de achtergrondverlichting in volgt te werk: te stellen, gaat u als volgt te werk:...
  • Pagina 27 Indicatielampjes en displays Eenheid van snelheid en afgelegde Eenheid van de brandstofverbruikmeter afstand wijzigen wijzigen Om de eenheid van snelheid en afgelegde afstand Om de eenheid van de brandstofverbruikmeter te te wijzigen, gaat u als volgt te werk: wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1.
  • Pagina 28 Bedieningselementen en functies Bedieningselementen en functies Contactschakelaar Startknop Dimlichtschakelaar De contactschakelaar (1) wordt gebruikt voor het De dimlichtschakelaar (1) wordt gebruikt om te wisselen tussen grootlicht en dimlicht. Druk de starten en stoppen van de motor (pagina 28) en schakelaar op (Hi) voor grootlicht en op vergrendelen van het stuurwiel voor (Lo) voor dimlicht voor gebruik.
  • Pagina 29 Instrumenten en bedieningselementen...
  • Pagina 30 Voordat u gaat rijden Voordat u gaat rijden Voorafgaand aan elke rit moet u zeker weten dat u Bent u klaar om te gaan rijden? .......22 en uw motorfiets rijklaar zijn. Om u hierbij te Draag deze handleiding en gereedschapsset helpen, staat in dit hoofdstuk hoe u beoordeelt of u altijd bij u .............22 rijklaar bent, op welke punten u uw motorfiets...
  • Pagina 31 Bent u klaar om te gaan rijden? Bent u klaar om te gaan rijden? Voordat u uw motorfiets voor de eerste keer Speciale uitrusting voor rijden op de weg Beschermende uitrusting gebruikt, raden wij u het volgende aan: Naast een helm en oogbescherming adviseren wij tevens: •...
  • Pagina 32 Is uw motorfiets rijklaar? Is uw motorfiets rijklaar? Rijden op de weg • Motoroliepeil - Vul indien nodig motorolie bij. Terreinrijden Het is voor uw veiligheid zeer belangrijk om uw Inspecteer op lekken (pagina 69). Controleer vóór elke rit het volgende: motorfiets voor elke rit kort van alle kanten te •...
  • Pagina 33 Beladingslimieten en -richtlijnen Beladingslimieten en -richtlijnen Uw motorfiets is ontworpen om door één persoon Maximale belading bereden te worden. Neem op deze motorfiets geen passagier mee en ook geen bagage. Een passagier Hier volgen de richtlijnen voor maximale belading of een stuk bagage kan de balans van deze van uw motorfiets: motorfiets gemakkelijk verstoren en u hinderen in de besturing van de motorfiets.
  • Pagina 34 Algemene bedieningsinstructies Algemene bedieningsinstructies Dit hoofdstuk bevat algemene rij-instructies, Voorzorgsmaatregelen voor veilig rijden ..26 inclusief het starten en stoppen van de motor en het Gevaar voor koolmonoxide ......26 gebruik van de gashendel, de koppeling en de Motor starten & stoppen ........27 remmen.
  • Pagina 35 Algemene bedieningsinstructies Algemene bedieningsinstructies Voorzorgsmaatregelen voor veilig rijden Gevaar voor koolmonoxide Lees voordat u voor het eerst met uw motorfiets Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide, een gaat rijden de Belangrijke veiligheidsmaatregelen kleurloos, reukloos gas. Het inademen van vanaf pagina 2 en het vorige hoofdstuk getiteld koolmonoxide kan bewusteloosheid veroorzaken Voordat u gaat rijden goed door.
  • Pagina 36 Motor starten & stoppen Motor starten & stoppen Volg altijd de hieronder beschreven startprocedure. 3. Met de gashendel gesloten. Startprocedure Trek de koppelingshendel helemaal in en druk U kunt uw motorfiets met ingeschakelde op de startknop (2). Volg altijd de hieronder beschreven versnelling starten door de koppelingshendel in te startprocedure.
  • Pagina 37 Motor starten & stoppen Warme motor starten Ontstekingsblokkeringssysteem Motor stoppen 1. Zet de transmissie in de neutraalstand. 2. Trek de koppelingshendel in en druk op de startknop. (Draai de gashendel niet open.) Uw motorfiets is zo ontworpen dat de motor Normale motorstop Om de motor te stoppen: schakel naar de automatisch afslaat en de brandstofpomp stopt als...
  • Pagina 38 Schakelen Schakelen 6. Herhaal stap 5 om verder te schakelen naar elke hogere versnelling. 7. Draai de gashendel dicht, trek de koppelingshendel in en druk de schakelhendel omlaag om naar een lagere versnelling te schakelen. Laat na het schakelen de koppelingshendel los en geef gas.
  • Pagina 39 Remmen Remmen Uw motorfiets is uitgerust met schijfremsystemen Bij aanhoudend remmen kunnen de remmen die hydraulisch worden geactiveerd. Door oververhit raken, waardoor de remwerking bediening van de remhendel wordt de voorste afneemt. remschijf ingeschakeld. Door intrappen van het • Als u rijdt met uw voet op het rempedaal of met rempedaal wordt de achterste remschijf uw hand aan de remhendel, kan het remlicht ingeschakeld.
  • Pagina 40 Parkeren Parkeren 1. Zoek een vlak parkeergebied. Als u niet op een Voorzorgsmaatregelen tegen diefstal verhard oppervlak kunt parkeren, zorg er dan voor dat de grond stevig is, vooral onder de • Parkeer uw motorfiets waar mogelijk in een zijstandaard. afgesloten garage.
  • Pagina 41 Richtlijnen voor het inrijden Richtlijnen voor het inrijden Rijden op de weg In het belang van een betrouwbare duurzaamheid en optimale prestaties van uw motorfiets dient u er vooral tijdens de eerste 500 km voorzichtig mee te rijden. Draai in deze periode het gas niet helemaal open en trek niet te snel op.
  • Pagina 42 Het onderhoud van uw Honda Het onderhoud van uw Honda Het goed onderhouden van uw motorfiets is een Frame Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan uw absolute vereiste voor uw veiligheid. Bovendien is Vering ............105 Honda verricht Voorvering inspecteren ......105 het een goede manier om uw investering te Het belang van onderhoud .......34...
  • Pagina 43 -schema's in dit instructieboekje. Als u met de motorfiets valt of betrokken raakt bij een aanrijding, laat uw dealer dan alle voornaamste onderdelen inspecteren. Dit geldt ook als u de schade zelf kunt repareren. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 44 Onthoud dat uw Honda-dealer uw motorfiets het best kent en alles in huis heeft voor onderhoud en Belangrijke veiligheidsmaatregelen reparatie. • Zet altijd de motor af voordat u met het Gebruik voor de beste kwaliteit en onderhoud of een reparatie begint.
  • Pagina 45 Alleen rijden op de weg basiskennis en handgereedschap. De procedures Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met uw voor deze werkzaamheden vindt u in dit motorfiets te laten maken na het uitvoeren van het instructieboekje.
  • Pagina 46 BALHOOFDLAGERS * Moet worden uitgevoerd door uw dealer, tenzij de eigenaar beschikt over de juiste gereedschappen, onderhoudsgegevens en technische kennis en ervaring. Raadpleeg de officiële Honda-werkplaatshandleiding. ** In het belang van uw veiligheid raden wij u aan om deze items altijd door een dealer te laten onderhouden.
  • Pagina 47 Alle onderdelen moeten worden gecontroleerd voor elke competitierit. Verzoek uw dealer om dit te doen, tenzij u zelf een vaardig monteur bent en over de juiste gereedschappen beschikt. Schade als gevolg van terreinrijden wordt niet gedekt door de beperkte garantie van de leverancier op uw Honda. Voer de Inspectie vóór het rijden (pagina 23) uit bij iedere voorgeschreven onderhoudsbeurt.
  • Pagina 48 De gereedschapsset kan niet worden bewaard bij deze motorfiets. Draag de gereedschapsset bij u tijdens het rijden. U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. • Bougiesleutel • Spaaksleutel Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 49 O-ringen, splitpennen, zuigerpenklemmen, borgringen, etc. aan. Controleer na hermontage of alle onderdelen juist zijn aangebracht en goed werken. Alle punten bij inspecties vóór het rijden Zie Inspectie voor het rijden op pagina 23. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 50 (pagina 75). Gebruik het originele Honda-luchtfilter of een gelijkwaardig luchtfilter zoals gespecificeerd voor deze motorfiets. Bij gebruik van een verkeerd Honda-luchtfilter of een niet- gelijkwaardig luchtfilter van een ander merk, kan de motor voortijdig slijten of slechter presteren. Motorolie en oliefilter...
  • Pagina 51 Raadpleeg de officiële werkplaatshandleiding van Honda. van de motor zijn aangehaald tot het juiste Gebruik alleen Pro Honda HP-vorkolie, SS-19 of een gelijkwaardig product dat aanhaalmoment. speciale additieven bevat om de optimale prestaties van de voorvering van uw motorfiets te verzekeren.
  • Pagina 52 Verwijder de moeren, reinig de schroefdraden van de moeren oliekeerring beschadigd. Raadpleeg een officiële en bouten, breng Honda Thread Lock werkplaatshandleiding van Honda of neem contact op met uw dealer (schroefdraadborgmiddel) of een gelijkwaardig product aan om de mechanische afdichting of oliekeerring te vervangen. Beide en haal de moeren aan met het voorgeschreven afdichtingen dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
  • Pagina 53 • Reinig de zijkanten van de aandrijfketting met een stevige nylonborstel. Smeer de ketting en stel deze naar behoefte af. Voer geen onderhoud uit terwijl de motor draait. Dit kan letsel aan uw vingers of handen veroorzaken. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 54 Raadpleeg Onderhoud van buitenkant Reinig en smeer de aandrijfketting (pagina 131). (pagina 140) wanneer u de motorfiets wilt wassen Veeg de ketting goed schoon en droog alvorens of reinigingsmiddelen wilt gebruiken. hem te smeren. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 55 (stationair motoroliefilter tingsslang motortoerental) aftapbout voor motorolie afstelmechanisme voor motorolievuldop remklauw achterrem- versteller voor uitgaande demping van remvloeistofreser- uitgaande demping van achter pedaal remklauw voor aandrijfketting voir achterrem voorvering (zowel links als rechts) achtervering Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 56 26 Nm (2,7 kgf·m) (1) bevestigingsbouten (2) zadel zadel (1) voorste zadelgaffel (4) sleuven in de zadelsteun (5) bevestigingsbouten zadel (2) sleuf (3) middelste zadelgaffels Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 57 De zijkappen rechts en links kunnen op dezelfde manier worden geïnstalleerd. De zijkappen rechts en links worden op dezelfde manier verwijderd. (1) zijkap (2) bouten (1) zijkap 2. Breng het zadel aan (pagina 47). (2) bouten Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 58 (3) bout C van windgeleider (4) windgeleider (5) zijkap (11) (10) bouten van brandstoftank (11) onderlegringen 7. Til de brandstoftank (12) uit het frame aan de (13) linkerkant van het frame. (12) brandstoftank (13) brandstofvulslang Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 59 (23) (23) stootrubbers (12) LET OP (16) (12) brandstoftank Ga niet rijden met uw motorfiets als de (16) afdekking van brandstofsnelkoppeling stootrubbers zijn verwijderd. (17) brandstofpomp Hierdoor kunnen scheuren ontstaan in de brandstoftank. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 60 • Gebruik geen handschoenen of een doek bij een visuele controle uit en trek aan de het monteren van de snelkoppeling. connectorhouder. (7) klem van (9) brandstofpompconnector kabelboomband (8) blokkeerkabelgeleider (3) houder Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 61 (20) bout C van windgeleider (17) lip (21) bout van windgeleider B (22) bout van windgeleider A (18) sleuf (19) zijkap 12. Breng het zadel aan (pagina 47). (12) ontluchtingsbuis (14) buisgeleider (13) 3-weg buisverbinding (15) tankafdekking Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 62 (4) van het subframe. (13) (10) (12) (10) (19) (11) (20) (19) (20) (13) (13) subframe (4) zadelsteun (12) haken (19) kabelbinders (10) bouten (13) subframe (20) minpool (-) van accu (11) bussen (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 63 (37) bussen B kentekenplaatverlichting remlicht (26) los. Koppel de connectoren van de (38) klem (34) bevestigingsbouten A richtingaanwijzer (27) los. (35) bussen A (24) (25) (27) (26) (24) kabelboombinder (25) connectorafdekkingen (26) connectoren kentekenplaatverlichting/achterlicht/remlicht (27) connectoren richtingaanwijzer Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 64 (50) (40) (41) (13) (48) bevestigingsbouten A van luchtfilterhuis (49) bevestigingsbouten B van luchtfilterhuis (13) subframe (50) bussen (40) bout (41) relais/steun richtingaanwijzer (44) (45) (44) bevestigingsbouten/onderlegring van zekeringkast (45) bevestigingsbouten van regelaar/gelijkrichter (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 65 B van het luchtfilterhuis (9) aan en draai deze vast. (17) (53) (17) luchtfilterhuis (3) subframe (53) verbindingsbuis (4) hoofdframe (7) bevestigingsbouten A van luchtfilterhuis (5) bovenste bevestigingsbouten (8) bussen (6) onderste bevestigingsbouten (9) bevestigingsbouten B van luchtfilterhuis Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 66 (25) bussen A (1) luchtfilterhuis (22) steun van kentekenplaatverlichting (26) bevestigingsbouten B (12) zekeringkast (23) draad van kentekenplaatverlichting (27) bussen B (13) bevestigingsbout/onderlegring van zekeringkast (24) bevestigingsbouten A (28) klem (14) bevestigingsbouten van regelaar/gelijkrichter (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 67 (46) schroef van binder van verbindingsbuis (38) (36) (32) (37) (34) (41) (42) (41) (41) minpool (-) van accu (42) kabelbinders (37) (35) (32) kabelboom (36) connectorafdekkingen (37) steunen van achterspatbord (34) richtingaanwijzerstekkers (38) kabelbinder (35) connectoren kentekenplaatverlichting/ achterlicht/remlicht Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 68 20. Breng de uitlaatdemper aan (pagina 133). (51) onderlegringen (47) zadelsteun 21. Breng de brandstoftank aan (pagina 51). (52) bussen B (48) bussen (53) bussen A 22. Breng de accu aan (pagina 138). (49) bouten (54) steun van ECM (55) bouten Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 69 • Zorg dat u de tank niet overmatig vult. Er mag dan contact op met uw dealer. geen benzine in de vulhals staan. Gebruik nooit oude of vervuilde benzine. Voorkom het binnendringen van vuil, stof of water in de brandstoftank. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 70 (3) klem en stelrubber 4. Leg een doek (4) over de onmiddellijk. 4. Breng de afdekking van de brandstofsnelkoppeling. brandstofsnelkoppeling aan. 5. Breng de brandstoftank aan (pagina 51). (5) houder (4) doek (6) brandstofkoppeling (7) connectorbehuizing (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 71 • Gebruik geen handschoenen of een doek bij het monteren van de snelkoppeling. (6) brandstofkoppeling (9) losgekoppelde connector (10) plastic zakjes (3) houder Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 72 • Verwijder gemorste brandstof 6. Breng de brandstoftank aan (pagina 51). onmiddellijk. 7. Verhoog de brandstofdruk (pagina 68). (1) bevestigingsmoeren van brandstofpomp (2) dopmoer van brandstofpomp (3) blokkeerkabelgeleider (4) onderlegring (5) bussen (6) conische veerringen (7) brandstofpompplaat (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 73 (14) haken (16) groeven (15) lippen (13) (20) (19) blokkering van brandstofpomp (20) demperrubber (11) (12) (11) aansluitpunten van brandstofpompbedrading (12) aansluitpunten van brandstofreservesensorbedrading (13) voet van brandstofpomp Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 74 (7) en groene (8) elektrische draden van de brandstofpomp door de groeven (9) in de houder leidt zoals weergegeven. (24) (10) demperrubber (nieuw) (11) blokkering van brandstofpomp (21) brandstofpompeenheid (24) brandstofpompfilter (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 75 Duw de (13) voet van (25) groeven (31) brandstofpompeenheid aansluitpunten van de draad zo ver mogelijk brandstofpomp (26) nok van stofafdichting (32) brandstoftank (23) stofafdichting (nieuw) naar binnen, zoals weergegeven. (27) referentiemarkering (24) lippen Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 76 14. Breng de brandstoftank aan (pagina 62). 15. Verhoog de brandstofdruk (pagina 68). (37) Brandstoftankzijde (34) (43) (34) brandstofpompplaat (37) conische veerringen (38) bussen (39) onderlegring (40) blokkeerkabelgeleider (41) bevestigingsmoeren van brandstofpomp (42) dopmoer van brandstofpomp (43) identificatiemarkering Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 77 De motor zal starten door de verhoging van de brandstofdruk. Als de motor niet start, controleer dan alle stekkeraansluitingen en/of raadpleeg de officiële Honda werkplaatshandleiding voor het verhelpen van storingen in het PGM-FI-systeem. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 78 Aanbevolen olie API-classificatie SG of hoger, behalve oliën met het opschrift 'energiebesparend' of 'hulpbronbesparend' op het ronde API-servicelabel viscositeit SAE 10W-30 (gewicht) JASO T 903-norm aanbevolen olie Honda ''4-STROKE MOTORCYCLE OIL'' of gelijkwaardig Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 79 2. Laat de motor gedurende 3 minuten stationair lopen en schakel hem daarna uit. 3. Houd de motorfiets rechtop op een vlakke ondergrond. 4. Verwijder de motorolievuldop/peilstok (4) uit (1) motorolievuldop/peilstok het linker carterdeksel. (2) bovenste markering (3) onderste markering Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 80 Gebruik een voor uw model motorfiets op een nieuwe O-ring, brengt u de nieuwe O-ring aanbevolen Honda-oliefilter of een filter van aan op de aftapbout en haalt u de aftapbout aan tot gelijkwaardige kwaliteit.
  • Pagina 81 Deze koelvloeistof is geschikt voor de meeste (1) expansiereservoir (3) onderste niveau bedrijfstemperaturen en biedt een goede (2) bovenste niveau (4) oliekijkglas corrosiebescherming. Een concentratie van antivriesmiddel van minder dan 40% biedt onvoldoende bescherming tegen corrosie. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 82 Controleer het ontluchtingsgat 1. Controleer het koelsysteem op lekkages (zie de van de waterpomp op tekenen van lekkage bij de officiële werkplaatshandleiding van Honda voor het afdichtingen. Als er water lekt via het opsporen van lekkages).
  • Pagina 83 Als de radiateurdop niet goed wordt aangebracht, (3) dop van (4) BOVENSTE niveaulijn leidt dit tot overmatig koelvloeistofverlies expansiereservoir waardoor de motor oververhit en beschadigd kan raken. 5. Breng de dop van het expansiereservoir aan. (1) radiateurdop (2) vulhals Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 84 Het luchtfilter van uw motorfiets moet voldoen aan luchtfilterelement los te maken van de zeer specifieke prestatie-eisen. Gebruik een voor lipjes (9) op de houder. uw model motorfiets aanbevolen Honda-luchtfilter of een luchtfilter van gelijkwaardige kwaliteit. LET OP Het gebruik van een verkeerd luchtfilter kan leiden tot voortijdige slijtage van de motor.
  • Pagina 85 8. Monteer het luchtfilterelement en de houder. Breng de lip op de houder aan in de opening in het luchtfilterelement. 9. Breng 1,5 – 5,5 g Honda White Lithium Grease (wit lithiumvet) of een gelijkwaardig smeermiddel aan op het contactvlak van het (4) bevestigingsbout van luchtfilter luchtfilterelement in het luchtfilterhuis.
  • Pagina 86 Als de ontluchtingsbuis overloopt kan het luchtfilter verontreinigd worden door motorolie, met slechte motorprestaties tot gevolg. (1) pluggen van carterontluchtingsslang (2) carterontluchtingsslangen Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 87 Zet de borgmoer stevig vast. worden gedraaid. Voer de afstelling uit met de onderste stelmoer. Neem contact op met uw dealer als het niet lukt om de speling af te stellen binnen het gespecificeerde bereik. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 88 6. Breng de stofkap aan in de omgekeerde volgorde van het verwijderen. Als de gashendel niet soepel werkt, vervangt u de gaskabel. Controleer of de gashendel in alle stuurstanden vanuit (3) gashendel volgas automatisch terugkeert in de gesloten stand. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 89 2. Sluit een toerenteller op de motor aan. 3. Zet de transmissie in de neutraalstand. Start de motor. 4. Stel het stationair toerental af met de knop (1) voor versneld stationair toerental. Stationair toerental: 1,800 ± 100 min (rpm) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 90 Als de juiste afstelling niet kan worden verkregen of als de koppeling niet goed werkt, is de kabel mogelijk geknikt of versleten of zijn de koppelingsplaten versleten. Controleer de koppelingsschijven en -platen (pagina 84). Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 91 6. Monteer de koppelingskabel en draai de verkrijgbaar kabelsmeermiddel. versteller. 2. Controleer de koppelingskabel op slijtage, knikken of beschadiging. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 92 (1) en het deksel (2). 5. Verwijder de drukplaat van de koppeling (6). (9) druklager Als het lager niet soepel draait, raadpleeg dan een officiële werkplaatshandleiding van Honda voor (1) bouten (2) deksel het demonteren van het lager of neem contact op (5) bouten en veren van koppelingsveer 3.
  • Pagina 93 Vervang de koppelingsschijven en -platen als geheel. schijf C schijf B schijf A (1) veerschotel (6) nokken (2) schokveer (7) groef (3) koppelingsschijf A (8) koppelingsschijf C (4) koppelingsplaten (9) lippen (2) koppelingsplaten (5) koppelingsschijven B (10) ondiepe sleuven Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 94 10. Breng het rechter carterdeksel (17) aan en aanhaalmoment: draai de vier rechter bouten van het carterdeksel (18) vast. 12 Nm (1,2 kgf·m) (17) (18) (14) (13) (13) drukplaat van koppeling (17) deksel (18) bouten (14) bouten en veren van koppelingsveer Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 95 7. Om nauwkeurige metingen voor de bougie te kabels of draden beklemd raken. vervangt u de bougie. kunnen verrichten, maakt u snelheid op een 11. Breng de brandstoftank en het zadel aan recht stuk weg. Druk de motorstopschakelaar (pagina 47, 51). Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 96 Het controleren of afstellen van de klepspeling moet gebeuren wanneer de motor koud is. De klepspeling verandert wanneer de motortemperatuur stijgt. (3) inbusbouten van kleppendeksel (4) rubberafdichtingen van kleppendeksel (5) kleppendeksel (6) afdichtring van bougie (1) ontluchtingsbuis (2) bougiedop Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 97 (2) bout van primaire aandrijftandwiel (3) "T"-markering (4) referentiemarkering (5) decompressiegewicht (8) tuimelaars 6. Controleer of de markering (6) voor de ontsteking op het nokkenastandwiel is uitgelijnd met het contactvlak (7) voor de nokkenashouder van de cilinderkop. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 98 Nokkenas verwijderen (deze pagina) en selecteert u de juiste vulplaatjes voor elke klep. (1) voelermaat (3) nokken van nokkenas (2) tuimelaars van inlaatklep Klepspeling: IN: 0,11 ± 0,03 mm (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 99 (8) stelringen (5) hendel (9) linker nokkenaslager (10) nokkenas LET OP (11) nokkenasketting Zorg ervoor dat de stelringen niet in het carter vallen. Als de stelringen achterblijven op de nokkenashouder, verwijdert u de stelringen voorzichtig. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 100 Let op dat de vulplaatjes niet in het carter vallen. valt, laat u de motorfiets controleren door uw Reinig de tuimelaars van de inlaatklep niet met dealer. een in de handel verkrijgbaar reinigingsmiddel. 1,80 mm 1,825 mm 1,85 mm 1,875 mm Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 101 (5) decompressiegewicht naar rechts. Als de plunjer niet soepel werkt, raadpleeg dan een (10) officiële werkplaatshandleiding van Honda voor het demonteren van de decompressor of neem (1) tuimelaars (3) klepveerhouders contact op met uw dealer.
  • Pagina 102 (17) nokkenashouder (19) bouten van nokkenashouder (12) (lang) (18) markering " " (20) bouten van nokkenashouder Zorg ervoor dat de stelringen niet in het carter (11) markering voor ontsteking (kort) vallen. (12) contactvlak voor nokkenashouder (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 103 (27) in het deksel van de hefboom van de nokkenaskettingspanner vast. (27) (1) O-ring (nieuw) (2) kapje krukasopening 3. Breng het rechter carterdeksel aan (pagina 83). (26) (26) afdichtring (nieuw) (27) bout in deksel van hefboom van nokkenaskettingspanner Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 104 4. Monteer het kleppendeksel (2) en zet de inbusbouten (7) van het kleppendeksel vast met het voorgeschreven aanhaalmoment: 10 Nm (1,0 kgf·m) (1) afdichtring van bougie (2) kleppendeksel (3) pakking van kleppendeksel (4) groef van kleppendeksel (2) kleppendeksel (7) inbusbouten van kleppendeksel Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 105 Verwijder de bobine (3) door de bouten (4) te verwijderen. (7) schroef van isolatorband (8) gasklephuis (9) isolator (1) connector A van bobine (3) bobine (2) connector B van bobine (4) bouten van bobine Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 106 (13) bouten van cilinderkopophanging (14) bouten van plaat van cilinderkopophanging (15) linkerplaat van cilinderkopophanging (16) rechterplaat van cilinderkopophanging (27) (26) geleider van nokkenasketting (27) cilinder (21) (21) cilinderbout (22) bouten en onderlegringen van cilinderkop (23) cilinderkop Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 107 (1) zuigerveer LET OP Zorg ervoor dat de nokkenasketting niet in het carter valt. Zorg ervoor dat de paspennen niet in het carter vallen. (1) doeken (3) zuigerpen (2) zuigerpenklemmen (4) zuiger (3) paspennen (4) cilinderkoppakking Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 108 Raadpleeg een officiële werkplaatshandleiding 1. Verwijder de koolstofafzettingen uit de bovenste veer, de tweede veer en de van Honda of neem contact op met uw dealer voor zuigerkop en zuigerveergroeven. afstandsring op 120 graden van elkaar. Plaats het op de juiste wijze meten van de slijtagegrens.
  • Pagina 109 Gebruik nieuwe zuigerpenklemmen. Gebruik oude klemmen nooit opnieuw. Zorg ervoor dat de zuigerpenklemmen niet in het carter vallen. Zorg ervoor dat de opening van de zuigerpenklem niet is uitgelijnd met de uitsparing (8) in de zuiger. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 110 Zorg ervoor dat de nokkenasketting niet in het carter valt. 5 – 10 mm 5 – 10 mm (2) paspennen (3) cilinderpakking (nieuw) (1) contactvlak van carter (4) cilinderboring (6) nokkenasketting (5) zuigerveren Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 111 (10) aanhaalmoment: (6) cilinderkop (11) olieopvangtank 50 Nm (5,1 kgf·m) (9) steun van (12) bevestigingsbout olieopvangtank (10) bus LET OP Zorg ervoor dat de onderlegringen niet in het carter vallen. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 112 (24) thermostaatbehuizing (25) cilinderkop (16) (26) bouten (13) linkerplaat van cilinderkopophanging (20) (14) rechterplaat van cilinderkopophanging (15) bouten van plaat van cilinderkopophanging (20) onderste bevestigingsbout rechts van radiateur (16) bouten van cilinderkopophanging (21) onderlegring (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 113 – abnormale motorgeluiden – lekkage in het secundaire luchtsysteem – lekkage van uitlaatgassen – koelvloeistoflekkage (28) (30) – olielekkage (27) bobine (28) bouten van bobine (29) connector A van bobine (30) connector B van bobine Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 114 • Vervang de demperolie na elke 8 races of 30,0 rijuren. Zie pagina 115 voor verversen van de olie van de vorkdemper. • Gebruik alleen Pro Honda HP-vorkolie, SS-19 of een gelijkwaardig product dat speciale additieven bevat om de optimale prestaties van de voorvering van uw motorfiets te verzekeren.
  • Pagina 115 (3) onderste stuurhoudermoeren, onderlegringen en (1) versteller voor compressiedemping bevestigingsrubbers (2) versteller voor uitgaande demping (4) stuur 3. Draai de bovenste kroonplaatklembouten (5) los. 4. Draai de vorkbouteenheid (6) los, maar verwijder deze nog niet. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 116 • Laat de remklauw niet los aan de remslang hangen. • Bedien de remhendel niet als het voorwiel is verwijderd. In dat geval wordt het moeilijk om de remschijf tussen de remblokken te (9) remschijfkap (10) inbusbouten van remschijfkap schuiven. (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 117 (2). Verwijder de O-ring (7) uit de vorkdempereenheid. (1) buitenste buis (3) borgmoersleutel (2) vorkdempereenheid (4) ashouder (30) (28) glijvlak (30) lengte (29) stofafdichting van vork (1) buitenste buis (6) oliegaatjes (2) vorkdempereenheid (7) O-ring Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 118 13,7 12,5 11,4 aanbevolen standaardhoeveelheid vorkolie. 18,4 15,9 14,5 13,7 11,7 Zie Voorvering afstellen op pagina 144. 0 °C 10 °C 20 °C (1) buitenste buis (4) borgmoersleutel 30 °C (3) vorkdempereenheid Tijd omgekeerd (minuten) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 119 (6) versteller voor compressiedemping 30 Nm (3,1 kgf·m) 5. Lijn de groef (7) in de buitenste buis uit met het bovenvlak van de bovenste kroonplaat (8). Uitlijnen (2) vorkdempereenheid (3) borgmoersleutel (4) vorkbouteenheid (7) groef (8) bovenste kroonplaat Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 120 (14) uit met de onderste uiteinden van steun A (19) draadklem (15) en steun B (16) en monteer ze. Zet ze aan de linker vorkbeschermer vast met de klembouten van de remslang/ wieltoerentalsensordraad (17). (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 121 Breng de stuurhoudermoeren bevestigingsbout van de wieltoerentalsensor (26) aan en zet hem vast. Breng de plaat van de kabelgeleider van de wieltoerentalsensor (27) aan en zet de schroef van de geleideplaat (28) vast. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 122 (3) volledig blootligt en plaats de zuigerhouder (4) of het blokkeergereedschap tussen de ashouder (1) en de borgmoer van de vorkmiddenbout. • Zuigerhouder 07958-2500001 (35) (34) versteller voor compressiedemping (35) versteller voor uitgaande demping (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 123 Verwijder de vorkveer (8), de bus (9) van de veerzitting en de steunring/zittingaanslag (10) uit de vorkeenheid. (6) vorkdempereenheid (7) vorkeenheid (8) vorkveer (9) veerschotel (10) steunring/zittingaanslag (1) ashouder (3) borgmoer van (2) vorkmiddenbout vorkmiddenbout (4) zuigerhouder Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 124 5. Verwijder de vorkolie uit de 2. Draai de vorkbouteenheid (3) terug terwijl u de vorkdempereenheid (4) door de demperstang vorkdempereenheid (4) vasthoudt. enkele malen heen en weer te pompen. (4) vorkdempereenheid (3) vorkbouteenheid (4) vorkdempereenheid (4) vorkdempereenheid (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 125 (1) borgmoer van vorkmiddenbout (7) (8) (2) zuigerstang van vorkdemper (3) vorkbouteenheid (7) O-ringen (nieuw) 13. Controleer het glijvlak van de zuigerstang van (6) vorkboutbussen (8) zuigerveer (nieuw) de vorkdemper en de schroefdraad op beschadiging. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 126 Giet de afgetapte olie in een geschikte opvangbak en voer de olie op een goedgekeurde wijze af (2) zuigerstang van (4) vorkdempereenheid vorkdemper (pagina 160). LET OP Het op onjuiste wijze afvoeren van afgetapte vloeistoffen is schadelijk voor het milieu. (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 127 Het op onjuiste wijze afvoeren van afgetapte (4) vorkdempereenheid (10) oliegaatje vloeistoffen is schadelijk voor het milieu. (12) drukontlastschroeven (13) O-ringen (nieuw) Hoeveelheid vorkolie die in de voorvork achterblijft (zonder demper en veer) eenheid: cm minuut °C Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 128 (13) of het blokkeergereedschap tussen de ashouder (12) en de borgmoer van de vorkmiddenbout. (1) vorkgroep (9) vorkdempereenheid Meet de schroefdraadlengte opnieuw. (8) vorkveer Standaard: 9 – 11 mm • Zuigerhouder 07958-2500001 (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 129 Draai de vorkmiddenbout volledig vast met de ashouder en zet deze vast met het hand. voorgeschreven aanhaalmoment: 69 Nm (7,0 kgf·m) Uitlijnen (17) (16) (15) (14) (17) (14) drukstang (16) O-ring (nieuw) (15) zuigerstang (17) vorkmiddenbout (17) vorkmiddenbout Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 130 Er mag geen sprake zijn van • Als het niet lukt om de juiste afstelling te vinden, beweging. Als dit wel zo is, laat de lagers dan begin dan opnieuw vanuit de standaardinstelling. vervangen door uw dealer. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 131 (pagina 125) niet hebben overschreden, zit er waarschijnlijk lucht in het remsysteem. Raadpleeg een officiële werkplaatshandleiding van Honda of neem contact op met uw dealer om (–) het systeem te ontluchten. Voorremhendel afstellen 1. Schuif de stofkap van de voorremhendel (1)
  • Pagina 132 Honda raadt aan om DOT4-remvloeistof uit een Honda raadt aan om DOT4-remvloeistof uit een verzegelde verpakking of een gelijkwaardig verzegelde verpakking of een gelijkwaardig product te gebruiken.
  • Pagina 133 1,0 Nm (0,1 kgf·m) (1) bouten van deksel van reservoir van de achterrem (2) reservoirdeksel (3) tussenplaat (4) membraan (5) bovenste markering (1) schroeven van vloeistofreservoirdeksel van voorrem (2) reservoirdeksel (3) tussenplaat (4) membraan (5) bovenste markering Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 134 B als de schakelaar te vroeg in werking treedt. vervangen 1,0 mm (1) remblokken (3) remschijf (2) remklauw achter vervangen 1,0 mm (1) remlichtschakelaar slijtage- (2) stelmoer indicatorgroeven (1) remblokken (3) remschijf (2) remklauw voor Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 135 Raadpleeg een officiële werkplaatshandleiding van cruciaal belang om de wielen rond te houden schade. van Honda voor meer informatie over inspecties: en een goede spaakspanning te behouden. 2. Zet losse spaken vast met het voorgeschreven Gedurende de eerste paar ritten raken de spaken 1.
  • Pagina 136 Gebruik bij het vervangen van de binnenband een band die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke Controleer of de ventieldoppen stevig zijn bevestigd. binnenband. Installeer zo nodig nieuwe ventieldoppen. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 137 Als u een band professioneel laat vervangen bij een rijcomfort. niet-Honda-faciliteit, raden wij u aan het werk te laten controleren door uw dealer. Gebruik bij het vervangen de aanbevolen banden of gelijkwaardige banden waarvan de bandenmaat, constructie, snelheidswaarde en het belastingsbereik identiek zijn.
  • Pagina 138 1. Ga op de motorfiets zitten en zet de transmissie in neutraal. 2. Klap de zijstandaard omhoog. 3. Start de motor. 4. Trek de koppelingshendel in. 5. Schakel de transmissie in de versnelling. 6. Klap de zijstandaard volledig omlaag. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 139 Stel indien nodig de kettingspanning af (pagina 131). 25 – 35 mm (3) glijblok van kettinggeleider (4) slijtagelimiet Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 140 Haal de bout en moer van de rol van de aandrijfketting 27 Nm (2,8 kgf·m) aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment: 12 Nm (1,2 kgf·m) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 141 1. Reinig de zijkanten van de ketting met een droge van kettingwiel van kettingwiel doek. Gebruik een oplosmiddel met hoog ontvlammingspunt zoals kerosine of Honda kettingreiniger - geen benzine. De rubber O- ringen mogen niet met een borstel worden VERVANGEN VERVANGEN schoongemaakt.
  • Pagina 142 B (3) en de onderlegring (4) van de uitlaatdemper en de uitlaatdemper (5). (10) bout van klem van uitlaatdemper (1) pakking (4) uitlaatdemper (2) uitlaatpijp (5) lipje (3) uitsparing (6) klem van uitlaatdemper (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 143 7. Breng de rechter windgeleider aan (pagina 51). van de steun van de connector (2) en koppel de -sensor los. (1) pakking voor uitlaatpijp (nieuw) (2) uitlaatpijp (3) verbindingsmoeren van uitlaatpijp (1) connector van O -sensor (2) steun van de connector Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 144 Als er sprake is van speling of stroefheid, maar u ziet geen beweging in het balhoofd, dan zijn de vorkbussen mogelijk versleten. Raadpleeg een officiële werkplaatshandleiding van Honda voor vervangings- of afstelprocedures, of neem contact op met uw dealer. (1) stuur...
  • Pagina 145 (5) bouten van oliefilterdeksel (2) bouten van koppelingsdeksel (6) cilinderkopbouten (3) bouten van waterpompdeksel (8) bout van aandrijfkettingwiel (4) kapje van krukasopening (9) aftapbout voor motorolie (6) cilinderkopbouten (7) verbindingsmoeren van uitlaatpijp (10) aftapbout voor koelvloeistof Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 146 (te beginnen met de Raadpleeg uw dealer met betrekking tot de minkabel). vervanging van de accu. Vervang de accu altijd door een andere lithium-ion (li-ion)-accu van De accu bevindt zich onder het zadel. hetzelfde type. (vervolg) Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 147 Gebruik van een acculader die niet wordt aanbevolen, kan leiden tot permanente schade aan de accu. (1) accu (3) bout van de minpool (–) (2) bout van de pluspool (+)(4) accuband Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 148 Draai de schroef (1) naar binnen of buiten met behulp van de meegeleverde kruiskopschroevendraaier (2). Houd u aan de lokale wetten en voorschriften. (1) schroef (A) Omhoog (2) Kruiskopschroevendraaier (B) Omlaag Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 149 Water kan onder hoge resten te verwijderen van de lak en oppervlakken druk binnendringen in de stofafdichtingen van van lichtmetaal, kunststof en rubber. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 150 Wrijf na het reinigen droog met een zachte, schone instructieboekje bij het smeren van onderdelen frameonderdelen zonder coating. doek. zoals de scharnierpunten van de rem- en koppelingshendel en de scharnierpennen van de voetsteun. Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 151 Het onderhoud van uw Honda...
  • Pagina 152 Instellingen Instellingen Dit hoofdstuk beschrijft de fijnafstelling van uw Voorvering afstellen........144 motofiets voor optimale prestaties. Luchtdruk voorvering ........144 Demping voorvering ........145 Alleen terreinrijden Achtervering afstellen ........146 De eerste afstelling van de vering kunt u het beste Veervoorspanning achtervering pas doen na minimaal 2 uur rustig inrijden. (Alleen terreinrijden) .........146 Demping achtervering........147 Volg de instructies voor het instellen van de...
  • Pagina 153 Voorvering afstellen Voorvering afstellen De voorvering kan op een of meer van de volgende 4. Breng de drukontlastschroef aan en zet vast Luchtdruk voorvering manieren worden aangepast aan het gewicht van met het voorgeschreven aanhaalmoment: de bestuurder en de rijomstandigheden: 1,3 Nm (0,1 kgf·m) Lucht is een instabiel gas dat druk opbouwt als het wordt belast (zoals in een vork).
  • Pagina 154 Voorvering afstellen LET OP Demping voorvering Begin altijd met de stugste instelling bij het Compressiedemping afstellen afstellen van de demping. Deze afstelling beïnvloedt de snelheid waarmee de Draai de stelschroef niet verder dan de vork inveert. De versteller voor aangegeven standen, anders kan de versteller compressiedemping van de vork heeft een beschadigd raken.
  • Pagina 155 44 Nm (4,5 kgf·m) over de officiële Honda werkplaatshandleiding beschikt. Alleen terreinrijden Als uw motorfiets nog nieuw is, zorg dan voor voldoende inrijtijd onder deellast (ongeveer 1 uur) zodat de vering zich kan zetten.
  • Pagina 156 Achtervering afstellen Demping voor hoge snelheid: Demping voor lage snelheid: Demping achtervering De demping voor hoge snelheid kan worden De demping voor lage snelheid kan worden afgesteld door het zeshoekige gedeelte van de afgesteld door de middelste schroef van de Compressiedemping versteller voor compressiedemping te draaien.
  • Pagina 157 Achtervering afstellen Uitgaande demping onbelast: motorfiets op een optionele Raceveerhoogte achtervering De versteller voor uitgaande demping (6) bevindt werkstandaard met achtervering volledig (Alleen terreinrijden) zich op het onderste uiteinde van de uitgeschoven, geen bestuurder. achterschokdemper. belast met bestuurder: motorfiets op de grond, met De correcte instelling van de raceveerhoogte bestuurder.
  • Pagina 158 Achtervering afstellen Vraag de andere helper om de lengte belast met bestuurder te meten. ZADELBEVESTIGINGSBOUT BELADEN METING (met bestuurder) VOORBEELD: 525 mm BORGMOER KETTINGSPANNER Voorbeeld: Onbelast = 625 mm – Belast = 525 mm Raceveerhoogte = 100 mm 4. Bereken de afstand voor de raceveerhoogte. U doet dit door de afstand belast met bestuurder (stap 3) af te trekken van de afstand onbelast (stap 2).
  • Pagina 159 Afstelrichtlijnen voor de vering (Alleen terreinrijden) Afstelrichtlijnen voor de vering (Alleen terreinrijden) Volg de hieronder beschreven procedures om uw motorfiets correct af te stellen aan de hand van de methoden vermeld op de pagina’s 144 – 149. Denk eraan dat u alle afstellingen maakt in stappen van één klik of 1/12 slag.
  • Pagina 160 Afstelrichtlijnen voor de vering (Alleen terreinrijden) Symptoom Actie Stugge vering Eerste veertraject te stug: – Test zachtere instellingen voor de compressiedemping in stappen van één klik. • Stug over kleine hobbels bij rechtuit rijden met volgas. – Verminder de uitgaande demping in stappen van één klik. •...
  • Pagina 161 Afstelrichtlijnen voor de vering (Alleen terreinrijden) Achtervering afstellen Afstellingen voor type circuit Verhard circuit Begin met de standaardinstellingen. Als de vering te stug/zacht is, stel deze dan af volgens het onderstaande schema. Zanderig circuit Verlaag de achterkant (voor meer voorwielstabiliteit) door de raceveerhoogte te vergroten (verlaag veervoorspanning). Voorbeeld: –Draai de versteller voor compressiedemping en vooral de versteller voor uitgaande demping naar een stuggere afstelling.
  • Pagina 162 Tuningtips Tuningtips LET OP LET OP Bougie beoordelen (Alleen terreinrijden) Bij gebruik van een bougie met de verkeerde De motor kan worden beschadigd door een bougie Zie Bougie op pagina 86. warmtegraad of een foutief bereik kan die onvoldoende is vastgedraaid. Als een bougie te motorschade optreden.
  • Pagina 163 Frame afstellen Frame afstellen De volgende tips kunnen misschien helpen bij het Vorkhoogte/vorkhoek (Alleen Wielbasis (Alleen terreinrijden) oplossen van een specifiek probleem. Er kunnen terreinrijden) ook subtiele veranderingen in het hele rijgedrag Het aanpassen van de wielbasis van uw motorfiets worden waargenomen.
  • Pagina 164 Bandenkeuze voor circuitcondities (Alleen terreinrijden) Bandenkeuze voor circuitcondities (Alleen terreinrijden) Uw eindklassering bij terreinrijden kan afhangen Als u voor extra trekkracht een band kiest van een van de juiste keuze voor bandprofiel en plakkende rubbersoort, bedenk dan wel dat deze de rubbersoort.
  • Pagina 165 Breng vóór de afstelling Honda Thread Lock (borgvloeistof) of een gelijkwaardig product aan op de schroefdraad van deze bouten, zodat het juiste aanhaalmoment gehandhaafd blijft.
  • Pagina 166 Tips Tips Hier volgen handige adviezen over de beste manier Vervoeren van uw motorfiets......158 van vervoer en stalling van uw motorfiets, plus Stallen van uw Honda ........159 drie storingzoekschema's. Voorbereiding voor stallen ......159 Uit stalling halen........159 U en het milieu..........160 Verhelpen van storingen ........161...
  • Pagina 167 Vervoeren van uw motorfiets Vervoeren van uw motorfiets Als u een vrachtwagen of motorfietstrailer Zet uw motorfiets vast door het voorwiel tegen de gebruikt om uw motorfiets te vervoeren, neem dan voorkant van de laadbak of de stang van de de volgende richtlijnen in acht: aanhanger te klemmen.
  • Pagina 168 Stallen van uw Honda Stallen van uw Honda Als u langere tijd niet gaat rijden, zoals in de 4. Verwijder de radiateurdop en de aftapbout 11. Druk een poetsdoek in de opening van de winter, inspecteer uw motorfiets dan zorgvuldig en voor de koelvloeistof (4) met de afdichtring (5) uitlaatdemper.
  • Pagina 169 U en het milieu U en het milieu Het bezit en het berijden van een motorfiets is LET OP plezierig, maar enige medewerking aan de bescherming van het milieu is daarbij wel vereist. Het op onjuiste wijze afvoeren van afgetapte Als u respect toont voor het landschap, de dieren in vloeistoffen is schadelijk voor het milieu.
  • Pagina 170 De punten maakt als deze werkt met hoge snelheid • Bovenmatige verkoolde waarvoor het officiële Honda werkplaatshandboek aanslag in verbrandingskamer CORRECT • Ontstekingstijdstip te vroeg nodig is, worden gevolgd door een sterretje (*). (defecte ECM)* •...
  • Pagina 171 Verhelpen van storingen SLECHTE RIJEIGENSCHAPPEN SLECHTE WERKING BIJ LAAG EN STATIONAIR SLECHTE WERKING BIJ HOOG TOERENTAL TOERENTAL CONTROLE MOGELIJKE Besturing is zwaar OORZAKEN CONTROLE MOGELIJKE • Stuurstangstelmoer te strak* OORZAKEN 1. Controleer het INCORRECT • Defecte ECM* • Beschadigde balhoofdlagers ontstekingstijdstip* •...
  • Pagina 172 Voorbereid zijn op onverwachte zaken Voorbereid zijn op onverwachte zaken In dit hoofdstuk worden de meest voorkomende Algemene richtlijnen........164 problemen besproken die zich kunnen voordoen Als de motor uitvalt of niet start ....165 met uw motorfiets tijdens het rijden. Er wordt Als u een lekke band heeft ......167 uitgelegd hoe elk probleem moet worden Moet u een band of...
  • Pagina 173 Voorbereid zijn op onverwachte zaken Voorbereid zijn op onverwachte zaken Algemene richtlijnen Het goed onderhouden van uw motorfiets is de beste manier om de mogelijkheid te reduceren op een probleem op de weg. Vergeet niet het instructieboekje, de gereedschapsset die is meegeleverd met uw motorfiets en andere items (zoals bandenreparatieset en extra gereedschappen) mee te nemen die kunnen helpen bij het zelf oplossen...
  • Pagina 174 Als de motor uitvalt of niet start Als de motor uitvalt of niet start Een juiste werking en onderhoud kan problemen bij het starten en met het motorvermogen voorkomen. In veel gevallen kan de oorzaak van het probleem een eenvoudige operationele nalatigheid zijn. Als u een probleem hebt bij het starten van de motor of slechte motorprestaties ervaart, dan kan de volgende informatie helpen.
  • Pagina 175 Als de motor uitvalt of niet start SYMPTOOM: De motor start, maar draait slecht. MOGELIJKE OORZAAK WAT TE DOEN onregelmatig of te snel Controleer de afstelling van het stationair toerental (pagina 80). Als het stationair toerental, slaat af probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw dealer. oververhitting Controleer het indicatielampje koelvloeistoftemperatuur.
  • Pagina 176 (6) en de toerentalsensor (7). een volledige behandeling van reparaties en vervanging, 4. Verwijder de voorwielasmoer (8) en draai de Honda raadt niet aan dat u een tijdelijke reparatie zie de tekst vanaf pagina 127 asklembouten (9) van beide vorkpoten los. Trek de uitvoert aan een band met binnenband op de velg.
  • Pagina 177 Als u een lekke band heeft Montage 6. Bedien de voorrem en pomp de vork (14) verschillende keren. Controleer of het wiel vrij 1. Reinig de vlakken waar de as en asklemmen ronddraait nadat u de remhendel loslaat. elkaar raken. Breng vet aan op de randen van Controleer het wiel opnieuw als de rem sleept elke stofkeerring van het voorwiel.
  • Pagina 178 Als u een lekke band heeft 2. Zorg ervoor dat de nok (10) van de Achterwiel voor noodgevallen remklauwsteun in de sleuf (11) van de verwijderen/aanbrengen swingarm (12) zit. 3. Steek de vooras in vanaf de linkerzijde, door Raadpleeg Belangrijke veiligheidsmaatregelen op de linker swingarm, de wielnaaf en de pagina 35.
  • Pagina 179 Als het indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt Als het indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt Normaal gesproken stijgt de temperatuur van de Start de motor. Als het indicatielampje hoge koelvloeistof in het koelsysteem tot een niveau koelvloeistoftemperatuur gaat branden en ongeveer halverwege tussen koud en koken. Door blijft branden, zet u de motor uit.
  • Pagina 180 Als u een doorgebrande lamp heeft Als u een doorgebrande lamp heeft Remlicht/achterlicht Kentekenplaatverlichting Doorgebrande lamp Het remlicht (1) en het achterlicht (2) gebruiken De kentekenplaatverlichting (1) gebruikt een led. meerdere leds. Als een led niet gaat branden, neem dan contact op Alle lampen van de motorfiets zijn leds.
  • Pagina 181 Doorbranden van een zekering Doorbranden van een zekering Alle elektrische circuits op uw motorfiets zijn Vervang een doorgebrande zekering altijd doorgebrande zekering altijd door een gezekerd, om ze te beveiligen tegen schade door door een reservezekering met dezelfde reservezekering met dezelfde stroomsterkte. stroomstoten (kortsluiting of overbelasting).
  • Pagina 182 Als u een ongeval krijgt Als u een ongeval krijgt Uw eigen veiligheid heeft de hoogste prioriteit na een ongeval. Als u of iemand anders letsel heeft opgelopen, neem dan de tijd om de ernst van het letsel te beoordelen en te bepalen of het veilig is om door te rijden.
  • Pagina 183 Als u uw sleutel verloren bent Als u uw sleutel verloren bent Schrijf het bij de sleutelnummerplaat (2) geleverde sleutelnummer (1) op in dit instructieboekje. Bewaar de reservesleutel op een veilige plaats. Als u een sleutel wilt laten bijmaken, dient u de reservesleutel of het sleutelnummer mee te nemen naar uw dealer.
  • Pagina 184 Bij een zwakke (of lege) accu Bij een zwakke (of lege) accu Als er sprake is van overspanning, overstroom of kortsluiting, kan de zekering van de accu doorbranden. Start niet met startkabels, want dit kan leiden tot beschadiging van het elektrisch systeem en de accu van uw motorfiets.
  • Pagina 185 Voorbereid zijn op onverwachte zaken...
  • Pagina 186 Serienummers ..........178 over overheidsvereisten vermeld. Specificaties ...........179 Specificaties aanhaalmoment......181 Moeren, bouten, bevestigingsmiddelen ..181 Alcoholhoudende benzine......184 Katalysator .............185 Logboek terreinrijden........186 Optionele onderdelen ........188 Reserveonderdelen en uitrusting....189 Reserveonderdelen........189 Universeel gereedschap ......189 Speciaal gereedschap van Honda....189 Chemische producten.........189 Overige producten........189 Bedradingsschema .........190 Technische informatie...
  • Pagina 187 Voertuigidentificatie Voertuigidentificatie Het motornummer (2) is ingeslagen op het linker Serienummers carter. De serienummers op het frame en de motor identificeren uw motorfiets en zijn vereist om uw motorfiets te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
  • Pagina 188 Specificaties Specificaties loodvrije benzine, Item Metrisch Item Metrisch Brandstof researchoctaangetal 95 of Afmeting Motor hoger Totale lengte 2280 mm Type Vloeistofgekoeld, 4-takt Alcoholhoudende ETHANOL tot brandstoffen 10% van het volume Totale breedte 825 mm Enkel, onder hoek 10° Cilinderopstelling t.o.v. verticaal Brandstoftankinhoud 7,6 ℓ...
  • Pagina 189 Specificaties Item Metrisch Aandrijflijn Nat, meervoudige-platen Type koppeling type Versnellingsbak 6-traps, constant mesh Primaire overbrenging 2,357 Overbrenging in I 2,357 Overbrenging in II 1,705 Overbrenging in III 1,300 Overbrenging in IV 1,090 Overbrenging in V 0,916 Overbrenging in VI 0,793 Eindoverbrenging 3,923 Terugkeersysteem...
  • Pagina 190 Specificaties aanhaalmoment Specificaties aanhaalmoment MOTOR Moeren, bouten, bevestigingsmiddelen Aanhaalmoment Item Opmerkingen Controleer de moeren, bouten en bevestigingsmiddelen en haal ze aan vóór elke rit. kgf·m LINKERZIJDE Inbusbouten van kleppendeksel Bouten van koppelingsdeksel Bouten van waterpompdeksel Kapje van krukasopening OPM. 1 Bouten van oliefilterdeksel Bouten van cilinderkop OPM.
  • Pagina 191 Specificaties aanhaalmoment LINKERZIJDE (21) FRAME (16) (13) Aanhaalmoment Item Opmerkingen (14) kgf·m Stuurstangmoer 11,0 Bovenste kroonplaatklembouten Onderste kroonplaatklembouten Bouten bovenste stuurhouder Moeren onderste stuurhouder OPM. 1 Moer vooras Klembouten as Moer achteras 13,1 OPM. 1 Borgmoeren kettingspanner OPM. 2 Moeren voorste motorsteun Moeren voorste motorsteunplaat Moer onderste motorsteun Bouten cilinderkopsteun...
  • Pagina 192 Specificaties aanhaalmoment FRAME LINKERZIJDE (41) (46) (47) (52) (31) (50) (38) Aanhaalmoment Item Opmerkingen kgf·m Oliebouten remslang (35) Bevestigingsbouten voorremklauw OPM. 4 Moeren voorwielremschijf OPM. 1 Moeren achterwielremschijf OPM. 1 Scharnierbout rempedaal Spaken (voor) (achter) Aandrijfkettingrol (boven) OPM. 4 (onderste) OPM.
  • Pagina 193 Als de motor slecht presteert doordat alcoholhoudende brandstof is gebruikt, wordt dit niet gedekt door de garantie. Honda kan het gebruik van brandstof met methanol niet goedkeuren, omdat de geschiktheid ervan nog niet is vastgesteld.
  • Pagina 194 Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt. Volg de onderstaande richtlijnen om beschadiging van de katalysator te voorkomen.
  • Pagina 195 Logboek terreinrijden Logboek terreinrijden Als u zich serieus gaat bezighouden met Instellingen & afstelposities Wedstrijdregistratie terreinrijden, kan de in eerdere races opgedane en Houd bij welke instellingen en afstelposities op Waardevolle informatie in dit gedeelte van uw vastgelegde kennis doorslaggevend zijn. De beste een bepaalde locatie het best voldeden.
  • Pagina 196 Logboek terreinrijden Datum Bedrijfsuren Locatie/Gebeurtenis Opmerkingen (instellingen vering, tandwieloverbrenging, instellingen frame, uitgevoerd onderhoud, etc.) (Maak een aantal fotokopieën van deze pagina voor toekomstig gebruik) Technische informatie...
  • Pagina 197 Optionele onderdelen Optionele onderdelen Dit gereedschap kunt u bestellen bij uw erkende dealer. GEREEDSCHAP Opmerkingen Pensleutel A Voor afstellen van veervoorspanning. (twee sleutels vereist) Werkstandaard Voor onderhoud Luchtdrukmeter Voor controle van de bandenspanning Technische informatie...
  • Pagina 198 DOT 4 Brake Fluid (remvloeistof) plastic zak) momentsleutel (metrische meetschaal, kliktype) Aandrijfkettingsmeermiddel. ketting & hoofdschakels tangen: standaard, puntbektang, waterpomptype Honda Foam Air Filter Oil (olie voor glijder kettinggeleider hamer, kunststof kop schuimrubberen luchtfilter) kettinggeleider spuit met verstelbare aanslag Honda diëlektrisch vet...
  • Pagina 199 Bedradingsschema Bedradingsschema TEMPERATUUR- WIELTOERENTAL- GEVOELIGE BRAND- REMLICHTSCHAKELAAR Zwart Lichtgroen SENSOR VOOR HOEKSENSOR WEERSTAND CONTACTSCHAKELAAR STARTMOTORRELAIS STOFPOMP ACHTERREM Bruin Oranje Blauw Roze Groen Rood Grijs Lichtblauw Geel (Bl) KLEURENCOMB.: MASSA/MARKERING SOLENOIDEKLEP INSPUITING VENTILATOR- VENTILA- BRANDSTOF- COMBIMETER SCHAKELAAR RECHTER HANDGREEP (Bl) ACCESSOIRE UITLAATLUCHT MOTOR TORRELAIS...
  • Pagina 200 Index Index blokken, rem ..........125 bougie...............86 bougie, aandrijfketting ..........130 filter, beoordelen.........153 aanpassingen............3 brandstofpomp..........63 onderhoud ...........86 aanpassingen, lucht ............75 brandstof ............60 persoonlijk..........156 olie .............. 70 brandstof, accessoires ............3 filter, lucht ............75 leiding controleren ........61 accu..............
  • Pagina 201 Index knop stationair toerental, versneld....27 onderdelen, optioneel........188 belangrijke veiligheidsmaatregelen....2 koelvloeistof ............ 72 onderhoud na een wedstrijd ......45 kleding ............2 koplamphoogte ..........139 onderhoud tussen races en bij trainingen ..44 voor het............21 koppelingssysteem, afstellen ......81 onderhoud van buitenkant......140 rijtraining ............
  • Pagina 202 Index enkele opmerkingen over ......5 labels............. 5 onderhoud........... 35 voorzorgsmaatregelen voor rijden....26 verhelpen van storingen......... 161 vering afstellen, achter ............146 richtlijnen ..........150 voor............144 vering, achter ............121 voor............105 vervoeren ............158 verzopen motor, starten ........28 voertuigidentificatienummer ......
  • Pagina 203 fghY 1000.2019.02.K 37MKE801 00X37-MKE-8010 Printed in Japan...