Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 426 B Bedieningshandboek pagina 83

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 426 B:

Advertenties

De coördinaten voor de positie X,Y, Z en voor de
vlaknormaalvectoren NX, XY, XZ moeten in dezelfde
volgorde in de NC-regel staan.
3D-correctie met vlaknormaalvectoren kan alleen voor
coördinaataanduidingen in de hoofdassen X, Y, Z gebruikt
worden.
TNC waarschuwt niet met een foutmelding als
gereedschapsovermaten tot beschadiging van de
contour leiden.
Via machineparameter 7680 wordt vastgelegd, of het
CAD-systeem de gereedschapslengte heeft gecorrigeerd
via centrum van kogel P
Andere gereedschappen toepassen: deltawaarden
Wanneer gereedschappen toegepast worden, die andere
afmetingen hebben dan de oorspronkelijk geplande gereed-
schappen, dan moet het verschil tussen de lengten en radii als
deltawaarden in de gereedschapstabel ingegeven worden.
Positieve deltawaarde DL, DR, DR2
De maten van het gereedschap zijn groter dan die van het
originele gereedschap (overmaat).
Negatieve deltawaarde DL, DR, DR2
De maten van het gereedschap zijn kleiner dan die van het
originele gereedschap (ondermaat).
De TNC corrigeert de gereedschapspositie met de deltawaarden en
de vlaknormaalvectoren.
Voorbeeld: programmaregel met vlaknormaalvectoren
LN
X+31,737 Y+21,95
NY+0,0078922 NZ–0,876 339 F1000 M3
LN
Rechte met 3D-correctie
X, Y, Z
Gecorrigeerde coördinaten van eindpunt rechte
NX, NY, NZ
Componenten van de vlaknormaalvectoren
F
Aanzet
M
Additionele functie
Aanzet F en additionele M-functie kunnen in de werkstand
PROGRAMMEREN/BEWERKEN ingegeven en veranderd worden.
De coördinaten van het eindpunt van de rechte en de compo-
nenten van de vlaknormaalvectoren worden door het CAD-systeem
doorgegeven.
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
of via zuidpool van kogel P
T
Z+33,165 NX+0,2637581
P
.
SP
T
P
SP
R
L
R2
DR2>0
DL>0
69

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 430