Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 426 B Bedieningshandboek pagina 48

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 426 B:

Advertenties

Pad
Een pad geeft het loopwerk en de totale directories resp.
subdirectories weer, waarin een bestand is opgeslagen. De
afzonderlijke gegevens worden door een „\" gescheiden.
Voorbeeld: in het loopwerk TNC:\ werd de directory AUFTR1
gemaakt. Vervolgens werd in de directory AUFTR1nog een
subdirectory NCPROG gemaakt en daar werd het bewerkings-
programma PROG1.H naartoe gekopieerd. Het bewerkings-
programma heeft dus het pad:
TNC:\AUFTR1\NCPROG\PROG1.H
Rechts wordt een voorbeeld gegeven van een directory-overzicht
met verschillende paden. Deze boomstructuur wordt vaak door het
engelse begrip „tree" weergegeven, dat in verschillende softkeys
van de TNC's voorkomt.
De TNC beheert max. 6 directory-niveaus!
Met bestandsbeheer werken
Dit gedeelte informeert U over de beide beeldschermindelingen
van bestandsbeheer, de betekenis van de afzonderlijke beeldscherm-
informatie en hoe bestanden en directories gekozen kunnen
worden. Wanneer U nog niet vertrouwd bent met bestandsbeheer
van de TNC, dan is het raadzaam dit gedeelte volledig door te lezen
en de afzonderlijke functies op de TNC te proberen.
Bestandsbeheer oproepen
Toets PGM MGT indrukken:
de TNC toont het venster van bestandsbeheer
Ook bij bestandsbeheer toont de TNC altijd de beeldschermindeling,
die het laatst gekozen is. Wanneer de indeling niet overeenkomt
met de grafische weergave rechts, dan wordt dit gewijzigd door
middel van de softkey WINDOW.
De indeling rechts is bijzonder geschikt voor het oproepen en
hernoemen van programma's en voor het maken van directories.
Het linker, smalle venster toont boven 3 loopwerken
de TNC aangesloten is aan een netwerk, dan toont de TNC van
daaruit additionele loopwerken. Loopwerken duiden de apparaten
aan, waarmee gegevens opgeslagen worden of waarmee
overdracht van gegevens geschiedt. Eén loopwerk is de harde schijf
van de TNC. Verdere loopwerken zijn de interfaces (RS232, RS422,
Ethernet), waaraan b.v. een PC aangesloten kan worden. Het
gekozen (actieve) loopwerk wordt gekleurd weergegeven.
34
. Wanneer
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer, programmeerondersteuning
TNC:\
AUFTR1
NCPROG
WZTAB
A35K941
ZYLM
TESTPROG
HUBER
KAR25T

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 430