Referentiepunten via boringen vastleggen
In een tweede softkey-balk staan softkeys, waarmee U boringen of
ronde tappen voor het vastleggen van het referentiepunt kunt
gebruiken.
Vastleggen of boring of ronde tap getast moet worden
Tastfunctie kiezen: softkey TOUCH PROBE indrukken,
softkey-balk doorschakelen.
Tastfunctie voor boringen kiezen: b.v. softkey PROBING
ROT indrukken.
Boringen of ronde tappen kiezen: actief element wordt
omkaderd.
Boringen tasten
Tastsysteem ongeveer naar het midden van de boring voor-
positioneren. Nadat de externe START-toets is ingedrukt, tast de
TNC automatisch vier punten van de boringswand af.
Aansluitend wordt het tastsyst. naar de volgende boring verplaatst
en wordt deze boring net zo getast. De TNC herhaalt dit proces,
totdat alle boringen voor bepaling van de referentiepunten getast
zijn.
Ronde tappen tasten
Tastsyst. naar een positie in de buurt van het eerste tastpunt op de
ronde tap verpl. Via softkey tastrichting kiezen, tastproces met
externe START-toets uitvoeren. Proces in het totaal vier keer
uitvoeren.
Toepassing
Basisrotatie via 2 boringen:
de TNC bepaalt de hoek tussen de verbindingslijn
van de middelpunten van de boringen en een
nominale positie (hoekreferentie-as).
Referentiepunt via 4 boringen:
de TNC bepaalt het snijpunt van de verbindings-
lijnen van de beide als eerste en de beide als
laatste getaste boringen. Als de basisrotatie via
2 boringen is uitgevoerd, hoeven deze beide
boringen niet opnieuw getast te worden.
Cirkelmiddelpunt via 3 boringen:
de TNC bepaalt een cirkelbaan waarop alle 3
de boringen liggen en berekent voor de cirkelbaan
het cirkelmiddelpunt.
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
Softkey
273