Advertenties
Schakelend tastsysteem: cyclus MEANDER met rotatie-as
Wanneer in de ingaveparameter LIJNRICHTING een lineaire as (b.v.
X) gedefinieerd wordt, dan schakelt de TNC aan het einde van de
regel de in cyclus BEREIK vastgelegde rotatie-as (b.v. A) een L.AFST
verder. Het tastsysteem gaat dan b.v. in het Z/X-vlak op en neer. Zie
afbeelding rechtsboven.
Wanneer als lijnrichting een rotatie-as (b.v. A) gedefinieerd is, dan
schakelt de TNC aan het einde van de regel de in cyclus BEREIK
vastgelegde lineaire as (b.v. X) een L.AFST. verder. Het tastsysteem
gaat dan b.v. in het Z/A-vlak op en neer. Zie afbeelding rechts in het
midden.
NC-voorbeeldregels
30 TCH PROBE
.0 BEREIK
31 TCH PROBE
.1 PGMNAME: DATRND
32 TCH PROBE
.2 Z X+0 A+0 Z+0
33 TCH PROBE
.3 X+8
34 TCH PROBE
.4 HOOGTE: 100
...
60 TCH PROBE 6.0 MEANDER
61 TCH PROBE 6.1 RICHTING A
62 TCH PROBE 6.2 PL: 0,3 L.AFST: 0,
HOOGTELIJNEN met rotatie-as
In de cyclus wordt het startpunt in een lineaire as (b.v. X) en een
rotatie-as (b.v. C) vastgelegd. De benaderingsvolgorde wordt
overeenkomstig gedefinieerd. Het tastsysteem gaat dan b.v. in het
X/C-vlak op en neer. Zie afbeelding rechtsonder.
Deze methode is ook voor machines geschikt, die alleen over twee
lineaire assen (b.v. Z/X) en een rotatie-as (b.v. C) beschikken.
NC-programmaregels b.v.:
30 TCH PROBE
.0 BEREIK
31 TCH PROBE
.1 PGMNAME: DATH
32 TCH PROBE
.2 Z X– 0 C+0 Z+0
33 TCH PROBE
.3 X+ 0 C+360 Z+8
34 TCH PROBE
.4 HOOGTE: 100
...
60 TCH PROBE 7.0 HOOGTELIJNEN
61 TCH PROBE 7.1 TIJD: 2 0 X+80 C+0
62 TCH PROBE 7.2 VOLGORDE X–/C+
63 TCH PROBE 7.3 PL: 0,3 L.AFST: –0,
De in de BENADERINGSVOLGORDE vastgelegde
draairichting van de rotatie-as geldt voor alle hoogtelijnen
(regels). Via de draairichting wordt reeds vastgelegd, of
de volgende freesbewerking meelopend of tegenlopend
uitgevoerd moet worden.
292
A+270 Z+6
P.AFST: 0,
P.AFST: 0,
Z
L
A
X
Z
A
L
X
Z
C
13 Digitaliseren
Y
Y
X
Advertenties
