Automatische correctie van de machinegeometrie
bij het werken met zwenkassen: M114
Standaardinstelling
De TNC verplaatst het gereedschap naar de in het bewerkings-
programma vastgelegde posities. Bij een positionering met
zwenkassen moet een postprocessor rekening houden met de
verstelling van het gereedschap.
Instelling met M114
De TNC compenseert de verstelling van het gereedschap met een
3D-lengtecorrectie. Met de radiuscorrectie moet het CAD-systeem
resp. de postprocessor rekening houden. Een geprogrammeerde
radiuscorrectie RL/RR geeft de foutmelding „NIET TOEGESTANE
NC-REGEL " .
De afbeelding rechts toont de verstelling van het referentiepunt
van het gereedschap bij het zwenken.
Als een NC-programma door een postprocessor gemaakt wordt,
hoeft er geen rekening gehouden te worden met de
machinegeometrie.
Als de lengtecorrectie van het gereedschap door de TNC
uitgevoerd wordt, relateert de geprogrammeerde aanzet zich aan
de gereedschapspunt, anders aan het referentiepunt van het
gereedschap.
Wanneer de machine een gestuurde zwenkkop heeft,
kan de programma-afloop onderbroken en de positie van
de zwenkas veranderd worden (b.v. met het handwiel).
Met de functie RESTORE POS. AT N kan het bewerkings-
programma op de plaats van de onderbreking verdergaan.
De TNC houdt dan automatisch rekening met de nieuwe
positie van de zwenkas.
Werking
M114 wordt werkzaam aan het begin van de regel, M115 aan het
einde van de regel.
M114 wordt met M115 teruggezet. Aan het einde van het
programma wordt M114 eveneens opgeheven.
De machinegeometrie moet door de machinefabrikant in
de machineparameter 7510 e.v. vastgelegd zijn.
132
B
B
Z
dx
dB
7 Programmeren: additionele functies
dz
X