8
CYCL DEF 2
BOREN
Q2
=2
;VEILIGHEIDSAFST.
Q2 1=-3
;DIEPTE
Q2 6=25
;AANZET DIEPTEVERPL.
Q2 2=3
;DIEPTE-INSTELLING
Q21 =
;ST.-TIJD BOVEN
Q2 3=+
;COÖRD. OPPERVL.
Q2 4=1
;2 VEILIGHEIDSAFST.
9
CALL LBL 1
1
L Z+25
R
F MAX M6
11 TOOL CALL 2 Z S4
12 FN
: Q2 1 = -25
13 FN
: Q2 2 = +5
14 CALL LBL 1
15 L Z+25
R
F MAX M6
16 TOOL CALL 3 Z S5
17
CYCL DEF 2 1 NABEWERKEN
Q2
=2
;VEILIGHEIDSAFST.
Q2 1=-15
;DIEPTE
Q2 6=25
;AANZET DIEPTEVERPL.
Q211= ,5
;ST.TIJD ONDER
Q2 8=4
;AANZET TERUGTREKKEN
Q2 3=+
;COÖRD. OPPERVL.
Q2 4=1
;2 VEILIGHEIDSAFST.
18 CALL LBL 1
19 L Z+25
R
F MAX M2
2
LBL 1
21 L X+15 Y+1
R
F MAX M3
22 CALL LBL 2
23 L X+45 Y+6
R
F MAX
24 CALL LBL 2
25 L X+75 Y+1
R
F MAX
26 CALL LBL 2
27 LBL
28 LBL 2
29 CYCL CALL
3
L IX+2
R
F MAX M99
31 L IY+2
R
F MAX M99
32 L IX-2
R
F MAX M99
33 LBL
34 END PGM UP2 MM
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
Cyclusdefinitie centreren
Onderprogramma 1 voor compleet boorpatroon oproepen
Gereedschapswissel
Gereedschapsoproep boor
Nieuwe diepte voor het boren
Nieuwe instelling voor het boren
Onderprogramma 1 voor compleet boorpatroon oproepen
Gereedschapswissel
Gereedschapsoproep ruimer
Cyclusdefinitie nabewerken
Onderprogramma 1 voor compleet boorpatroon oproepen
Einde van het hoofdprogramma
Begin van onderprogramma 1: compleet boorpatroon
Startpunt boorgroep 1 benaderen
Onderprogramma 2 voor boorgroep oproepen
Startpunt boorgroep 2 benaderen
Onderprogramma 2 voor boorgroep oproepen
Startpunt boorgroep 3 benaderen
Onderprogramma 2 voor boorgroep oproepen
Einde van onderprogramma 1
Begin van onderprogramma 2: boorgroep
1
boring met actieve bewerkingscyclus
e
2
boring benaderen, cyclus oproepen
e
3
boring benaderen, cyclus oproepen
e
4
boring benaderen, cyclus oproepen
e
Einde van onderprogramma 2
223