10 PROGRAMMEREN: Q-PARAMETERS 225
10.1 Het principe en een functie-overzicht 226
10.2 Productfamilies – Q-parameters in plaats van getalwaarden 227
10.3 Contouren d.m.v. wiskundige functies beschrijven 228
10.4 Hoekfuncties (trigonometrie) 230
10.5 Indien/dan-beslissingen met Q-parameters 231
10.6 Q-parameters controleren en veranderen 232
10.7 Additionele functies 233
10.8 Formule direct ingeven 240
10.9 Vooraf bezette Q-parameters 243
Voorbeeld: ellips 244
10.10 Programmeervoorbeelden 245
Voorbeeld: cilinder concaaf met radiusfrees 246
Voorbeeld: kogel convex met stiftfrees 248
11 PROGRAMMATEST EN PROGRAMMA-AFLOOP 251
11.1 Grafische weergaven 252
11.2 Functies voor programmaweergave voor de PROGRAMMA-AFLOOP/PROGRAMMATEST 257
11.3 Programmatest 257
11.4 Programma-afloop 259
11.5 Regels overslaan 264
12 3D-TASTSYSTEMEN 265
12.1 Tastcycli in de werkstanden HANDBEDIENING en EL. HANDWIEL 266
12.2 Referentiepunt vastleggen met 3D-tastsystemen 271
12.3 Werkstukken meten met 3D-tastsystemen 274
13 DIGITALISEREN 279
13.1 Digitaliseren met schakelend of metend tastsysteem (optie) 280
13.2 Digitaliseringscycli programmeren 281
13.3 Meandervormig digitaliseren 285
13.4 Hoogtelijnen digitaliseren 287
13.5 Regel voor regel digitaliseren 289
13.6 Digitaliseren met rotatie-assen 291
13.7 Digitaliseringsgegevens in een bewerkings-programma toepassen 293
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
IX