Werking
M112 werkt alleen in bedrijf met snelheidsvoorbesturing en in
sleepbedrijf.
M112 gaat werken aan het begin van de regel.
Werking opheffen: M113 ingeven.
NC-voorbeeldregel
L X+123.723 Y+25.491 R0 F800 M112 T0.01
Geen rekening houden met de punten bij de
berekening van de afrondingscirkel met M112: M124
Standaardinstelling
Voor de berekening van de afrondingscirkel tussen rechten met
M112 wordt rekening gehouden met alle beschikbare punten.
Instelling met M124
Vooral bij het afwerken van gedigitaliseerde 3D-vormen kan het
gebeuren, dat bij sterke richtingsveranderingen de puntafstand
voor een afrondingscirkel met M112 te krap wordt. Zulke punten
worden er door de functie M124 uitgefilterd. Daarvoor moet M124
geprogrammeerd en via parameter T een minimale puntafstand
ingegeven worden.
Als de afstand tussen twee punten kleiner is dan de ingegeven
waarde, houdt de TNC bij de berekening van de afrondingscirkel
geen rekening met het tweede punt, maar met het volgende punt.
M124 ingeven
Wanneer in een positioneerregel M124 ingegeven wordt, dan gaat
de TNC verder met de dialoog voor deze regel en vraagt de minima-
le puntafstand T.
T kan ook via Q-parameters vastgelegd worden. Zie „10 Programme-
ren: Q-parameters" .
Werking
M124 wordt werkzaam aan het begin van de regel en alleen als
M112 actief is. M124 en M112 worden d.m.v. M113 teruggezet.
NC-voorbeeldregel
L X+123.723 Y+25.491 R0 F800 M124 T0.01
126
10
7 Programmeren: additionele functies