In het onderste gedeelte van het smalle venster toont de TNC alle
directories
van het gekozen loopwerk. Een directory wordt altijd
door een ordner-symbool (links) en de naam van de directory
(rechts) aangeduid. Subdirectories zijn naar rechts ingesprongen.
De gekozen (actieve) directory wordt gekleurd weergegeven.
Het rechter, brede venster toont alle bestanden
gekozen directory opgeslagen zijn. Van elk bestand wordt
uitgebreidere informatie getoond, beschreven in de tabel rechts.
Loopwerken, directories en bestanden kiezen
Bestandsbeheer oproepen
<
Gebruik de pijltoetsen, om de lichtbalk naar de gekozen plaats op
het beeldscherm te verplaatsen:
Verplaatst de lichtbalk in een venster op en neer
Verplaatst de lichtbalk van het rechter naar het
linker venster en omgekeerd
Eerst loopwerk kiezen:
Loopwerk in het linker venster markeren:
<
of
Vervolgens de directory kiezen:
Directory in het linker venster markeren:
het rechter venster toont alle bestanden van de gemarkeerde
directory
<
Kies een bestand of maak een nieuwe directory, zoals navolgend
wordt omschreven.
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
, die in de
Loopwerk kiezen: softkey SELECT of
ENT-toets indrukken
Weergave
Betekenis
BESTANDSNAAM
Naam met maximaal 8 tekens
en bestandstype
BYTE
Omvang bestand in byte
STATUS
Eigenschap van het bestand:
E
Programma werd in de
werkstand PROGRAMME-
REN/BEWERKEN gekozen
S
Programma werd in de
werkstand PROGRAMMA-
TEST gekozen
M
Programma werd in een
programma-afloop-werkstand
gekozen
P
Bestand is tegen wissen en
wijzigen beveiligd (protected)
IN
Bestand met maateenheid in
inches
W
Overdracht van bestand naar
extern geheugen onvolledig
(write-error)
DATUM
Datum, waarop het bestand
voor het laatst gewijzigd werd
TIJD
Tijdstip waarop het bestand
voor het laatst gewijzigd werd
35