Kalibreerwaarden weergeven
De TNC slaat de correctiefactoren en de krachtsverhoudingen
op en houdt met deze waarden rekening wanneer het metende
tastsysteem opnieuw wordt ingezet.
De opgeslagen waarden worden door het indrukken van softkey
3D CAL op het beeldscherm weergegeven.
Scheve ligging van het werkstuk compenseren
Een scheve opspanning van het werkstuk wordt door de TNC
rekenkundig door een „basisrotatie" gecompenseerd.
Hiervoor wordt de rotatiehoek op de hoek ingesteld, die een
werkstukoppervlak met de hoekreferentie-as van het
bewerkingsvlak moet insluiten. Zie afbeelding rechts in het
midden.
Tastrichting voor het meten van de scheve ligging van
het werkstuk altijd loodrecht op de hoekreferentie-as
kiezen.
Om ervoor te zorgen, dat de basisrotatie tijdens de pgm.-
afloop juist verrekend wordt, moeten in de eerste
verplaatsingsregel beide coördinaten van het
bewerkingsvlak geprogrammeerd worden.
Tastfunctie kiezen: softkey PROBING ROT indrukken.
Tastsysteem naar positie in de buurt van het eerste
tastpunt verplaatsen.
Tastrichting loodrecht op hoekreferentie-as kiezen: as en
richting via softkey kiezen.
Tasten: externe START-toets indrukken.
Tastsysteem naar positie in de buurt van het tweede
tastpunt verplaatsen.
Tasten: externe START-toets indrukken.
De TNC slaat de basisrotatie op, beveiligd tegen stroomuitval.
De basisrotatie werkt voor alle volgende pgm.-aflopen.
Basisrotatie weergeven
De hoek van de basisrotatie wordt na opnieuw kiezen van
PROBING ROT in de rotatiehoekweergave getoond. De TNC toont
de rotatiehoek ook in de additionele statusweergave (STATUS POS.)
In de statusweergave verschijnt een symbool voor de basisrotatie,
wanneer de TNC de machine-assen overeenkomstig de basisrotatie
verplaatst.
270
Y
Y
PA
X
X
A
B
12 3D-tastsystemen