Voorbeeld: kamer uitruimen en naruimen 182
Voorbeeld: overlappende contouren voorboren, voorbewerken, nabewerken 184
Voorbeeld: contourreeks 186
Voorbeeld: cilindermantel 188
8.6 Cycli voor het affrezen 191
DIGITALISERINGSGEGEV.AFWERKEN (cyclus 30) 191
AFFREZEN (cyclus 230) 193
RECHTLIJNIG AFVLAKKEN (cyclus 231) 195
Voorbeeld: affrezen 196
8.7 Cycli voor coördinatenomrekening 198
NULPUNT-verschuiving (cyclus 7) 199
NULPUNT-verschuiving met nulpuntstabellen (cyclus 7) 200
SPIEGELEN (cyclus 8) 202
ROTATIE (cyclus 10) 203
MAATFACTOR (cyclus 11) 204
MAATFACTOR ASSP . (cyclus 26) 205
BEWERKINGSVLAK (cyclus 19) 206
Voorbeeld: coördinatenomrekeningscycli 208
8.8 Speciale cycli 211
STILSTANDSTIJD (cyclus 9) 211
PROGRAMMA-OPROEP (cyclus 12) 211
SPILORIËNTATIE (cyclus 13) 212
9 PROGRAMMEREN: ONDERPROGRAMMA'S EN HERHALING VAN PROGRAMMADELEN 213
9.1 Onderprogramma's en herhaling van programmadelen kenmerken 214
9.2 Onderprogramma's 214
9.3 Herhaling van programmadeel 215
9.4 Willekeurig programma als onderprogramma 216
9.5 Nestingen 217
Onderprogramma in een onderprogramma 217
Herhaling van programmadelen herhalen 218
Onderprogramma herhalen 219
Voorbeeld: contourfrezen in meerdere verplaatsingen 220
Voorbeeld: boorgroepen 220
Voorbeeld: boorgroepen met meerdere gereedschappen 222
VIII
Inhoud