Bewerking onderbreken
De programma-afloop kan op verschillende manieren onderbroken
worden:
Geprogrammeerde onderbrekingen
Externe STOP-toets
Doorschakelen op PROGRAMMA-AFLOOP REGEL VOOR REGEL
Wanneer de TNC tijdens de programma-afloop een fout registreert,
dan wordt de bewerking automatisch onderbroken.
Geprogrammeerde onderbrekingen
Onderbrekingen kunnen direct in het bewerkingsprogramma
vastgelegd worden. De TNC onderbreekt de programma-afloop,
zodra het bewerkingsprogramma tot en met de regel is uitgevoerd,
die één van de onderstaande ingaven bevat:
STOP (met en zonder additionele functie)
additionele functie M0, M2 of M30
additionele functie M6 (wordt door machinefabrikant vastgelegd)
Onderbreking d.m.v. een externe STOP-toets
Externe STOP-toets indrukken: de regel, die de TNC – op het
moment dat er op de knop gedrukt wordt – afwerkt, wordt niet
volledig uitgevoerd; in de statusweergave knippert het
„∗"-symbool.
Wanneer de bewerking niet voortgezet moet worden, dan
de TNC met de softkey INTERNAL STOP terugzetten: het
„∗"-symbool in de statusweergave verdwijnt. Programma in dit
geval vanaf het begin van het programma opnieuw starten.
Bewerking onderbreken door het doorschakelen naar
werkstand PROGRAMMA-AFLOOP REGEL VOOR REGEL
Terwijl een bewerkingsprogramma in de werkstand AUTOMATI-
SCHE PROGRAMMA-AFLOOP wordt afgewerkt, PROGRAMMA-
AFLOOP REGEL VOOR REGEL kiezen. De TNC onderbreekt de
bewerking, nadat de actuele bewerkingsstap is uitgevoerd.
260
11 Programmatest en programma-afloop