Maximale verplaatsingsbereik bepalen en ingeven
POSITIEWEERGAVE REF kiezen.
Gewenste positieve en negatieve eindposities van de
X-, Y- en Z-as benaderen.
Waarden met voorteken noteren.
MOD-functies kiezen: toets MOD indrukken.
Begrenzing van het verplaatsingsbereik ingeven: softkey
AXIS LIMIT indrukken. Genoteerde waarden voor de
assen als BEGRENZINGEN ingeven.
MOD-functie verlaten: END-softkey indrukken.
Met radiuscorrecties van gereedschap wordt bij
begrenzingen van verplaatsingsbereik geen rekening
gehouden.
Met begrenzingen van het verplaatsingsbereik en
software-eindschakelaars wordt rekening gehouden,
nadat de referentiepunten gepasseerd zijn.
Weergave van het nulpunt
De op het beeldscherm linksonder getoonde waarden zijn de
handmatig vastgelegde referentiepunten gerelateerd aan het
machinenulpunt. Deze kunnen niet op het beeldscherm worden
veranderd.
14.12 HELP-bestanden tonen
HELP-bestanden ondersteunen de gebruiker in situaties, waarbij
vastgelegde handelwijzen, b.v. het terugtrekken van de machine na
een stroomonderbreking, vereist zijn. Ook additionele functies
kunnen in een HELP-bestand worden beschreven. De afbeelding
rechts geeft een HELP-bestand weer.
De HELP-bestanden zijn niet op elke machine
beschikbaar. De machinefabrikant kan nadere informatie
geven.
HELP-BESTANDEN kiezen
MOD-functie kiezen: toets MOD indrukken.
Het laatst geactiveerde HELP-bestand kiezen: softkey
HELP indrukken.
Indien nodig, bestandsbeheer oproepen en bestand
kiezen.
304
14 MOD-functies