Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Noodstop - Universal Robots UR3 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor UR3:
Inhoudsopgave

Advertenties

1.8 Noodstop

van de robotinstallatie afhankelijk is van hoe de robot ge¨ ı ntegreerd wordt (bijv. ge-
reedschap, obstakels en andere machines).
De integrator wordt aangeraden de richtlijnen te gebruiken van ISO 12100 en ISO
10218-2 voor het uitvoeren van een risicobeoordeling.
In de risicobeoordeling dient rekening gehouden te worden met twee scenario's:
Als de robot ge¨ ı nstalleerd is in een niet-gecombineerde installatie (bijv. bij gebruik
van een gevaarlijk gereedschap) kan uit de risicobeoordeling naar voren komen dat
de integrator extra veiligheidsapparatuur moet installeren (bijv. een inschakelap-
paraat) om hem te beschermen tijdens het programmeren.
Universal Robot heeft de onderstaande potenti¨ e le significante gevaren aangemerkt
als gevaren waar de integrator rekening mee moet houden. Let op: er kunnen
andere significante gevaren aanwezig zijn in een specifieke robotinstallatie.
1. Beknelling van vingers tussen robot en basis (gewricht 0).
2. Beknelling van vingers tussen de pols 1 en pols 2 (gewricht 3 en gewricht 4).
3. Penetratie van de huid door scherpe randen en scherpe punten op gereed-
4. Penetratie van de huid door scherpe randen en scherpe punten op obstakels
5. Kneuzing door botsing met de robot.
6. Verstuiking of botbreuk door botsingen tussen een zware lading en een hard
7. Gevolgen voortvloeiend uit losse bouten waar de robotarm of het gereedschap
8. Objecten vallen uit gereedschap, bijvoorbeeld als gevolg van een slechte grip
9. Fouten door verschillende noodstopknoppen voor verschillende machines.
Informatie over stoptijden en stopafstanden zijn te vinden in bijlage A.
1.8 Noodstop
Druk de noodstopknop in om direct alle beweging van de robot te stoppen.
De noodstop mag niet gebruikt worden als middel om het risico te verlagen, alleen
als tweede beschermingsmiddel.
De risicobeoordeling van de robotapplicatie stopt als er meerdere noodstopknop-
pen aangesloten moeten worden. Noodstopknoppen dienen te voldoen aan IEC
60947-5-5, zie voor meer informatie paragraaf 4.3.2.
Versie 3.1
(rev. 18026)
• programmeren van de robot tijdens het ontwikkelen van de robotinstallatie;
• normale werking van de robotinstallatie.
schap of gereedschapsconnector.
in de buurt van het robottraject.
oppervlak.
vastzit.
of stroomonderbreking.
I-9
UR3/CB3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cb3

Inhoudsopgave