Inhoudsopgave
Advertenties
4-18
Instrumenten en knoppen
Als een veiligheidsgordel niet
meteen wordt vastgemaakt, wordt
het veiligheidsgordelsymbool op het
combi-instrument rood. Tijdens het
rijden, als een passagier op de
tweede rij een vastgemaakte gordel
losmaakt, gaat het bijbehorende
veiligheidsgordelsymbool enkele
seconden rood knipperen en er kan
een geluidssignaal klinken.
Paraatheidslampje
airbags
Het systeem controleert het
elektrisch circuit van de airbag op
mogelijke storingen. Een lampje
dat blijft branden, duidt op een
elektrisch probleem. De systeem-
controle omvat de airbagsensor(s),
de gordelspanners (waar aanwezig),
de airbagmodules, de bekabeling en
de aanrijdingsdetectie- en diagnose-
module. Zie Airbagsysteem op
pagina 2‑20 voor meer informatie
over het airbagsysteem.
Het airbag gereed-lampje knippert
gedurende enkele seconden
wanneer de motor wordt gestart. Als
het lampje op dat moment niet gaat
branden, moet u het onmiddellijk
laten herstellen.
{
WAARSCHUWING
Als het paraatheidslampje airbags
na het starten van de auto blijft
branden of onderweg oplicht,
werkt het airbagsysteem wellicht
niet goed. In dat geval ontplooien
de airbags bij een botsing wellicht
niet of zonder botsing wellicht
wel. Laat de auto meteen onder-
houden om letsel te voorkomen.
Als er een probleem is met het
airbagsysteem, is het mogelijk dat
er een Driver Information Center
(DIC)-bericht over de airbag
verschijnt. Zie Boordinformatie
(uitgebreide uitvoering) op
pagina 4‑35 of Boordinformatie
(basisuitvoering) op pagina 4‑34
voor meer informatie.
Lampje Airbag-deacti-
vering
Als de auto is voorzien van een
schakelaar voor deactivering van de
auto, bevat het instrumentenpaneel
ook een statusindicator voor de
passagiersairbag.
Bij het starten van de auto lichten
de statuscontrolelampjes ON en
OFF van de passagiersairbag
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
