Om zelf in te stellen welke portieren
er ontgrendeld moeten worden bij
het openen van het bestuurderspor-
tier, zie "Opties voor portierontgren-
deling" onder Persoonlijke
instellingen op pagina 4‑45.
Vergrendelingssensor
Als alle portieren zijn gesloten en
het contact is uitgeschakeld, dan
kan de auto worden vergrendeld
door op dit gebied op de portier-
handgreep te drukken. Deze functie
is enkele minuten nadat de motor is
uitgeschakeld actief.
Keyless openen van het
kofferdeksel
Druk op het touchpad op het derde
remlicht om het kofferdeksel te
openen, op voorwaarde dat de
RKE-zender binnen bereik is.
Zenders voor de auto
programmeren
Alleen RKE-zenders die voor de
auto geprogrammeerd zijn, kunnen
worden gebruikt. Bij verlies of
diefstal van een zender, kan een
vervangende zender worden aange-
schaft en geprogrammeerd via uw
dealer. De auto kan zo worden
geprogrammeerd dat verloren of
gestolen zenders niet meer werken.
Alle andere zenders moeten
opnieuw geprogrammeerd worden.
Voor iedere auto kunnen maximaal
vijf zenders geprogrammeerd
worden.
Een nieuwe zender kan geprogram-
meerd worden voor de auto als er
meer dan een erkende zender
voorhanden is. Voor het program-
Sleutels, portieren en ruiten
meren moet de motor zijn uitgescha-
keld en moet u alle zenders, zowel
herkend als nieuw, bij u hebben.
1. Open de opbergruimte in de
armsteun en plaats de zender
in de zenderhouder met de
knoppen naar de voorkant van
de auto gericht.
2. Steek de sleutel van de nieuwe
zender in de slotcilinder aan de
buitenkant van het bestuurder-
sportier en draai de sleutel vijf
keer binnen 10 seconden naar
de ontgrendelde stand.
Op het Driver Information Center
(DIC) staat "READY FOR
REMOTE #2, 3, 4 or 5" (gereed
voor zender 2, 3, 4 of 5).
3. Verwijder de herkende zender
en plaats de nieuwe zender in
de zenderhouder.
4. Druk op het contact. Wanneer
de zender ingeleerd is, geeft het
DIC aan dat de volgende zender
kan worden geprogrammeerd.
1-5