Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

2013 Instructieboekje Chevrolet Camaro
Kort en bondig . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . 1-2
Basisinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
Voertuigkenmerken . . . . . . . . . . . 1-11
Prestaties en onderhoud . . . . . 1-15
Sleutels, portieren en
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Sleutels en sloten . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Portieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
Autobeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
Binnenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
Ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
Dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-18
Stoelen en veiligheidssys-
temen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3
Achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . 3-7
Airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . 3-15
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-30
Opbergruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Opbergvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Extra opbergmogelijkheden . . . . 4-2
Instrumenten en knoppen . . . . 5-1
Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Waarschuwingslampjes, meters
en verklikkerlichtjes . . . . . . . . . . 5-6
Informatiedisplays . . . . . . . . . . . . 5-22
Boordberichten . . . . . . . . . . . . . . . 5-29
Persoonlijke instellingen . . . . . . 5-39
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Buitenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . 6-6
Extra verlichting . . . . . . . . . . . . . . . 6-6
Infotainmentsysteem . . . . . . . . . 7-1
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-8
Audiospelers . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-13
Stemherkenning . . . . . . . . . . . . . . 7-21
Personaliseren . . . . . . . . . . . . . . . 7-25
Telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-26
Handelsmerken en Licentie-
overeenkomsten . . . . . . . . . . . . 7-38
Klimaatregeling . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
Klimaatregelsystemen . . . . . . . . . 8-1
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-4
Rijden en bedienen . . . . . . . . . . . 9-1
Informatie over het rijden . . . . . . 9-2
Starten en bediening . . . . . . . . . 9-12
Motoruitlaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-22
Automatische versnel-
lingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-23
Handgeschakelde versnel-
lingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-28
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-29
Rijregelsystemen . . . . . . . . . . . . . 9-31
Cruise control . . . . . . . . . . . . . . . . 9-36
Obstakeldetectiesystemen . . . . 9-39
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-42
Slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-46
Aanpassingen en aanvul-
lingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-52

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Chevrolet Camaro 2013

  • Pagina 1 2013 Instructieboekje Chevrolet Camaro Kort en bondig ....1-1 Opbergruimte ....4-1 Klimaatregeling .
  • Pagina 2 2013 Instructieboekje Chevrolet Camaro Verzorging van het Informatie voor de klant ..13-1 voertuig ....10-1 Opnamen van voertuiggege- Algemene informatie .
  • Pagina 3: Gevaar, Waarschuwingen En Opmerkingen

    GM, het logo van GM, Chevrolet, Waarschuwing of Voorzichtig Bewaar deze handleiding onder het embleem van Chevrolet, geeft een gevaar aan dat persoonlijk handbereik in de auto.
  • Pagina 4 Inleiding Dit houdt in dat : Dit symbool wordt getoond als : Buitenverlichting persoonlijke eigendommen of de u de gebruikershandleiding dient te : Mistlampen auto beschadigd zouden kunnen raadplegen voor extra aanwijzingen raken. Dit valt niet onder de : Brandstofmeter of informatie.
  • Pagina 5: Kort En Bondig

    Kort en bondig Kort en bondig Voertuigkenmerken Radio('s) ..... 1-11 Draagbare audio-appa- ratuur ..... . . 1-12 Instrumentenpaneel Bluetooth®...
  • Pagina 6: Instrumentenpaneel

    Kort en bondig Instrumentenpaneel...
  • Pagina 7 Kort en bondig 1. Luchtroosters op pagina 8 3. 9. Diagnosedatastekker (DLC) (niet 17. Temperatuurmeter voor de zichtbaar). Zie Storingsindicatie- versnellingsbak op pagina 5 10 2. Richtingaanwijzerhendel. Zie lamp op pagina 5 14. (indien aanwezig). Richtingaanwijzers op pagina 6 5. 10.
  • Pagina 8: Basisinformatie

    Kort en bondig Basisinformatie Houd ingedrukt om de koffer- ruimte te openen. Dit hoofdstuk geeft u een kort overzicht van enkele van de Druk kort op om de voertuiglo- voornaamste kenmerken waarover cator te activeren. uw specifieke auto eventueel Houd minstens drie seconden beschikt.
  • Pagina 9: Portiersloten

    Kort en bondig Zie Remote Start op pagina 2 4. Elektrische portiervergren- 3. Houd direct na stap 2 deling minimaal twee seconden Portiersloten ingedrukt, of houd de toets Op het instrumentenpaneel en op ingedrukt totdat de richtingaan- de panelen van de voorportieren Een portier vergrendelen of ontgren- wijzerlichten knipperen.
  • Pagina 10: Verwarmde Stoelen

    Kort en bondig Zet de hele stoel omhoog of Stoelverstelling De motor moet draaien, anders omlaag door de hele horizontale werkt de functie niet. knop omhoog of omlaag te Elektrisch verstelbare stoelen Druk eenmaal op de knop voor de bewegen. hoogste stand.
  • Pagina 11: Spiegelverstelling

    Kort en bondig Veiligheidsgordels Spiegelverstelling 2. Druk op een van de vier zijden van de (bediening) om de Aan buitenzijde spiegel af te stellen. 3. Stel iedere spiegel zo in dat u een klein deel van de auto en het gebied erachter ziet. Zie Elektrische spiegelverstelling op pagina 2 13.
  • Pagina 12: Binnenverlichting

    Kort en bondig Stuurwielverstelling Binnenverlichting Voor meer informatie over de binnenverlichting, zie Knop voor Plafondverlichting instrumentenverlichting op pagina 6 6. Rijverlichting De knoppen voor de plafondverlich- ting bevinden zich in het plafond bij Verstellen van het stuurwiel: de achteruitkijkspiegel. 1. Zet de hendel omlaag. De lichtschakelaar zit op het instru- Druk op de volgende knoppen om mentenpaneel, aan de portierkant...
  • Pagina 13: Wis-/Wasinstallatie Voorruit

    Kort en bondig AUTO: Gebruik deze stand om de Wis-/wasinstallatie INT: Beweeg de hendel omhoog koplampen, parkeerlichten, achter- naar INT voor de intervalstand. voorruit lichten, kentekenverlichting en Draai vervolgens de ring instrumentenverlichting automatisch omhoog om de intervalstand te in te schakelen. verkorten, of omlaag om deze te verlengen.
  • Pagina 14 1-10 Kort en bondig Bedieningsorganen voor klimaatregeling Transmissie De verwarming, ontdooifunctie, koeling en ventilatie voor de auto kunnen Automatische versnellingsbak met dit systeem worden geregeld. Drukschakelknoppen Met de drukschakelknoppen kan de bestuurder de automatische versnel- lingsbak handmatig bedienen. Voor het gebruik van de drukschakel- knoppen moet de schakelhendel in de stand M (Manual) of D (Drive) staan.
  • Pagina 15: Voertuigkenmerken

    Kort en bondig 1-11 Voertuigkenmerken INFO: Indrukken om de beschik- Klok op tijd zetten bare informatie over de huidige Tijd instellen zender of het huidige nummer te Radio('s) bekijken. Het klokmenu kan alleen worden gebruikt als de radio is ingeschakeld VOL/ : Indrukken om het Voor meer informatie over deze en...
  • Pagina 16 1-12 Kort en bondig 6. Om de tijd of datum op te slaan Draagbare audio-appa- Stuurbedieningsknoppen en terug te gaan naar het menu ratuur Time and Date Settings (tijd- en datuminstellingen), moet u op de Sommige auto's hebben een extra ingang van 3,5 mm (1/8 inch) en knop BACK drukken.
  • Pagina 17 Kort en bondig 1-13 Cruise control RES/+: Draai het kartelwieltje (Einde gesprek / Mute): omhoog om de auto weer op een Druk op deze knop om een eerder ingestelde snelheid te laten inkomende oproep te weigeren of rijden of om naar een hogere uw huidige oproep te beëindigen.
  • Pagina 18 1-14 Kort en bondig Ultrasone parkeerhulp De accessoireaansluitingen werken niet als de sleutel niet in het contact Indien aanwezig, gebruikt dit is gestoken en het bestuurderspor- systeem sensoren op de achter- tier is geopend. Dit is om te bumper ter ondersteuning van voorkomen dat de accu van de auto parkeermanoeuvres en het snel leegloopt.
  • Pagina 19 Kort en bondig 1-15 Convertible Prestaties en onderhoud Het eventuele vouwdak kunt u laten zakken en opbergen onder het dekkleed achter de achterbank. Traction Control Voor de stapsgewijze instructies, zie System (TCS) Vouwdak op pagina 2 19. Het tractiecontrolesysteem beperkt de wielspin.
  • Pagina 20 1-16 Kort en bondig StabiliTrak®-systeem Bandenspanningscon- Het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning kan bij koud weer trole StabiliTrak biedt ondersteuning bij gaan branden als het voertuig wordt de besturing van de auto onder gestart, en vervolgens uitgaan als Deze auto kan voorzien zijn van een moeilijke rijomstandigheden.
  • Pagina 21: Controlesysteem Oliekwaliteit

    Kort en bondig 1-17 Vervang de banden door Indien de auto een reservewiel met Economisch rijden exemplaren met hetzelfde bijbehorend gereedschap heeft, zie Uw rijstijl kan van invloed zijn op het TPC-specificatienummer. Dit In het geval van een lekke band op brandstofverbruik.
  • Pagina 22 1-18 Kort en bondig AANTEKENINGEN...
  • Pagina 23: Inhoudsopgave

    Sleutels, portieren en ruiten Sleutels, portieren Buitenspiegels Sleutels en sloten Bolle spiegels ....2-13 en ruiten Elektrisch bediende buiten- Sleutels spiegels ....2-13 Verwarmde spiegels .
  • Pagina 24 Sleutels, portieren en ruiten Centraal vergrendelings- systeem (RKE) Voer geen wijzigingen uit aan de Keyless Entry. Als de actieradius van het RKE minder wordt: Controleer de afstand. De zender is wellicht te ver verwij- derd van de auto. Controleer de locatie. Andere auto's of voorwerpen kunnen het De sleutel maakt deel uit van de Druk op de knop op de RKE-zender...
  • Pagina 25: Bediening Van Remote Keyless Entry-Systeem (Rke)

    Sleutels, portieren en ruiten Bediening van Remote Als het bestuurdersportier is geopend terwijl er op wordt Keyless Entry-sys- gedrukt, dan worden alle portieren teem (RKE) behalve het bestuurdersportier vergrendeld, als dat is ingesteld via De RKE-zender werkt tot maximaal de persoonlijke instellingen. 20 m (65 ft) afstand van de auto.
  • Pagina 26: Batterijen Vervangen

    Sleutels, portieren en ruiten (ontgrendeling op afstand van Zenders voor de auto program- De batterij is niet oplaadbaar. Om de kofferbak): Houd de knop de batterij te vervangen: meren ingedrukt om de kofferbak te 1. Klap het sleutelblad uit en open Alleen RKE-zenders die voor deze ontgrendelen.
  • Pagina 27 Sleutels, portieren en ruiten Er zijn andere omstandigheden die Als de motor start, gaan de (Remote Start): Deze knop de werking van de zender kunnen parkeerlichten branden; ze bevindt zich op de RKE-zender als beïnvloeden. Zie Remote Keyless blijven branden zolang de motor uw auto voorzien is van de functie Entry-systeem (RKE) op pagina 2 2.
  • Pagina 28: Sleutels, Portieren En Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten Als de auto bijvoorbeeld vijf minuten Omstandigheden waaronder het Portiersloten heeft gedraaid en er worden starten op afstand niet werkt 10 minuten toegevoegd, dan draait De functie starten op afstand werkt WAARSCHUWING de motor in totaal 15 minuten. in de volgende gevallen niet: Niet vergrendelde portieren Tussen twee contactcycli zijn...
  • Pagina 29: Handmatige Portiersloten

    Sleutels, portieren en ruiten Handmatige portiersloten U kunt het slot weer resetten door WAARSCHUWING het met de juiste sleutel volledig in Vergrendel de portieren van (Vervolg) het slot gestoken in de verticale binnenuit door op de portiervergren- stand te draaien. Verwijder de Kleine kinderen die in een deling boven op het portier te sleutel en steek hem weer in...
  • Pagina 30: Vergrendelingen Elektrisch

    Sleutels, portieren en ruiten Vergrendelingen Beveiliging tegen buiten- elektrisch bediende sluiten portieren Als de schakelaar voor elektrische portiervergrendeling wordt ingedrukt wanneer de sleutel niet in het contact zit en een portier open is, worden alle portieren vergrendeld en zal alleen het bestuurdersportier worden ontgrendeld.
  • Pagina 31: Kofferdeksel

    Sleutels, portieren en ruiten Portieren WAARSCHUWING (Vervolg) KOFFERDEKSEL Stel de klimaatregeling zo in dat alleen lucht van buiten WAARSCHUWING naar binnen wordt geblazen en zet de ventilator op de Uitlaatgassen kunnen de auto hoogste stand. Zie "Klimaat- binnendringen als hierin wordt regelsystemen"...
  • Pagina 32: Noodontgrendeling Van De Kofferbak (Alleen Cabrio)

    2-10 Sleutels, portieren en ruiten Noodontgrendeling van de 3. Draai de sleutel stevig rechtsom om het kofferdeksel te ontgren- kofferbak (alleen cabrio) delen. 4. Verwijder de sleutel. Noodontgrendeling kofferbak Gebruik de hendel voor noodontgrendeling van de achterklep niet om voorwerpen in de kofferruimte aan vast te maken.
  • Pagina 33: Autobeveiliging

    Sleutels, portieren en ruiten 2-11 Autobeveiliging Het systeem activeren Het systeem uitschakelen U kunt het systeem als volgt U kunt het systeem als volgt deacti- Deze auto heeft antidiefstalfuncties, activeren: veren: al is het hierdoor niet onmogelijk de auto te stelen. 1.
  • Pagina 34: Het Systeemalarm Uitschakelen

    2-12 Sleutels, portieren en ruiten Het systeemalarm uitscha- Werking van startbevei- kelen liging U kunt het systeemalarm uitscha- Deze auto is uitgerust met een kelen aan de hand van een van de passief inbraakwerend systeem. volgende methoden: Het systeem hoeft niet handmatig Druk op op de RKE-zender.
  • Pagina 35: Bolle Spiegels

    Sleutels, portieren en ruiten 2-13 Als de motor nog steeds niet start Buitenspiegels Elektrisch bediende en het lampje blijft branden, probeer buitenspiegels dan een andere sleutel. Bolle spiegels Als de motor met de andere sleutel ook niet start, heeft de auto onder- WAARSCHUWING houd nodig.
  • Pagina 36: Spiegels

    2-14 Sleutels, portieren en ruiten Om iedere spiegel te verstellen: Zie Achterruitverwarming onder Binnenspiegels Klimaatregelsystemen op pagina 8 1. 1. Druk op de schakelaar om de spiegel aan bestuurders- of Automatisch ontspiege- passagierszijde te selecteren. lende achteruitkijkspiegel Automatisch gedimde 2. Druk op een van de vier zijden spiegel Om de binnenspiegel te verstellen, van de...
  • Pagina 37: Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten 2-15 Ruiten Elektrisch bedienbare ruiten WAARSCHUWING WAARSCHUWING Laat nooit een kind, een hulpe- loze oudere of een dier alleen Kinderen kunnen bekneld raken achter in een auto, vooral niet door een bewegende ruit, met de ramen gesloten bij warm waardoor ze ernstig of dodelijk of zeer warm weer.
  • Pagina 38: Raam Indexeren

    2-16 Sleutels, portieren en ruiten De schakelaars werken alleen Als de ruit is vastgevroren aan het Als u alle ruiten wilt sluiten, trekt u wanneer het contact in de stand portier, werkt deze functie mogelijk alle ruitschakelaars helemaal ON/RUN of ACC/ACCESSORY of in niet.
  • Pagina 39: Antiklemfunctie Bij Snel Openen Of Sluiten Van Ramen Uitschakelen

    Sleutels, portieren en ruiten 2-17 Antiklemfunctie bij snel In deze modus kan het raam ook De ruiten zijn nu opnieuw gepro- dicht als er een obstakel tussen zit. grammeerd. openen of sluiten van ramen Ga zorgvuldig om met het uitscha- uitschakelen Zonnekleppen kelen van de antiklemfunctie.
  • Pagina 40: Dak

    2-18 Sleutels, portieren en ruiten Snel openen: Druk de achterkant Bediening van de functie voor van de schakelaar kort twee keer in snel openen/sluiten van het om het zonnedak snel te openen. zonnedak Zonnedak Ventileren: Druk de achterkant van Bij auto's met zonnedak bevindt de de schakelaar kort in om het schakelaar zich in de dakconsole.
  • Pagina 41: Vouwdak

    Sleutels, portieren en ruiten 2-19 Druk kort op de achterkant van de Als u het zonnedak wilt sluiten, zo nu en dan om eventuele obsta- schakelaar om het zonnedak in de houdt u de voorkant van de schake- kels of loszittend vuil te verwijderen. ventilatiestand te zetten.
  • Pagina 42 2-20 Sleutels, portieren en ruiten Bedien het vouwdak aan de hand Als u het vouwdak Het vouwdak omlaag zetten van de volgende stappen: van uw voertuig bij koude weers- 1. Parkeer op een horizontaal omstandigheden (0 °C (32 °F), of Als u het vouwdak oppervlak.
  • Pagina 43 Sleutels, portieren en ruiten 2-21 Als het vouwdak meerdere keren wordt bediend, moet de motor draaien opdat de accu van de auto niet leeg raakt. Onder bepaalde omstandigheden verschijnt een bericht over het vouwdak op het Driver Information Center (DIC). Zie Berichten over vouwdak op pagina 5 30.
  • Pagina 44 2-22 Sleutels, portieren en ruiten Als u het dak 7. Als het vouwdak helemaal omhoog zet zonder dat het omhoog staat, laat u de knop dekkleed is verwijderd, kunnen de voor het vouwdak los. onderdelen van het dak en het dekkleed beschadigd raken.
  • Pagina 45 Sleutels, portieren en ruiten 2-23 Als het vouwdak in korte tijd Het vouwdak handmatig omhoog herhaaldelijk wordt geopend en niet zetten blijkt te werken, moet u vijf minuten Als u het dak wachten en daarna de knop voor omhoog zet zonder dat het het vouwdak opnieuw indrukken.
  • Pagina 46: Het Vouwdak Reinigen

    2-24 Sleutels, portieren en ruiten 6. Draai de drukontlastbout met 10. Vergrendel de voorste vergren- Als de accu losgekoppeld is maximaal één slag linksom met deling van het vouwdak door geweest, moeten de elektrisch daartoe bestemde sleutel. deze omlaag te trekken en bediende ruiten worden geïnitiali- linksom te trekken.
  • Pagina 47 Sleutels, portieren en ruiten 2-25 Maak de gehele auto nat en was het dak gelijkmatig om vlekken en ringen te voorkomen. Laat de zeep enkele minuten op het materiaal. Wanneer het dak erg vuil is, gebruik dan een zachte schuimreiniger. Spoel het dak grondig af en laat het daarna in direct zonlicht drogen.
  • Pagina 48 2-26 Sleutels, portieren en ruiten AANTEKENINGEN...
  • Pagina 49 Stoelen en veiligheidssystemen Stoelen en veilig- Controle van veiligheids- Gebruik van accessoires in systeem ....3-14 auto's met airbags ..3-28 heidssystemen Verzorging van veiligheids- Controle van airbag-...
  • Pagina 50: Stoelen En Veiligheidssystemen

    Stoelen en veiligheidssystemen Hoofdsteunen De voorstoelen van de auto hebben verstelbare hoofdsteunen op de buitenste zitplaatsen. WAARSCHUWING Wanneer de hoofdsteunen niet goed zijn gemonteerd en afgesteld, hebben de inzittenden bij een ongeval meer kans op nek-/rugletsel. Rijd niet weg Stel de hoofdsteun zo af dat de De hoogte van de hoofdsteun kan voordat de hoofdsteunen van alle bovenkant van de hoofdsteun even...
  • Pagina 51: Voorstoelen

    Stoelen en veiligheidssystemen Zet de voorkant van de zitting Om de hoofdsteun lager te zetten, Voorstoelen omhoog of omlaag door de drukt u de knop boven op de rugleu- voorkant van de horizontale ning in en duwt u de hoofdsteun Elektrische stoelver- knop omhoog of omlaag te omlaag.
  • Pagina 52: Verstelbare Rugleuningen

    Stoelen en veiligheidssystemen Verstelbare rugleuningen WAARSCHUWING Elektrisch verstelbare rugleu- Achterovergeleund zitten onder ningen het rijden kan gevaarlijk zijn. De veiligheidsgordels bieden bij gebruik in een dergelijke houding onvoldoende bescherming. De schouderband ligt niet plat tegen het lichaam. Maar zich juist voor u bevindt.
  • Pagina 53: Rugleuningvergrendelingen

    Stoelen en veiligheidssystemen Rugleuningvergrende- niet om de rugleuning omhoog te WAARSCHUWING zetten. Zie Verstelbare rugleuningen lingen op pagina 3 4. Zijn de rugleuningen niet vergren- deld, dan kunnen deze bij een Verwarmde voorstoelen noodstop of ongeval naar voren komen. Hierdoor kan de betref- WAARSCHUWING fende inzittende letsel oplopen.
  • Pagina 54: Achterbank

    Stoelen en veiligheidssystemen Achterbank Rugleuning neerklappen: Opmerking: Bij cabriomodellen bevindt er zich een luidspreker tussen de twee achterste zitpo- sitie, op de rugleuning. Als iemand op de luidspreker steunt, als er bagage op de luidspreker is geplaatst of als er vloeistof op wordt geknoeid, kan er schade Druk op om de stoelverwar-...
  • Pagina 55: Veiligheidsgordels

    Stoelen en veiligheidssystemen Veiligheidsgordels WAARSCHUWING WAARSCHUWING (Vervolg) Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de Een veiligheidsgordel die veiligheidsgordels veilig gebruikt. U Het is uiterst gevaarlijk om binnen verkeerd loopt, verkeerd is beves- leest ook wat u niet met de veilig- of buiten in de laadruimte mee te tigd of is verdraaid, zal bij een heidsgordels mag doen.
  • Pagina 56: Waarom Veiligheidsgordels Werken

    Stoelen en veiligheidssystemen Waarom veiligheidsgordels gordel, mits juist gedragen, Bovendien is het dragen van opvangen. Daarom is het dragen veiligheidsgordels in bijna alle werken van veiligheidsgordels zo nuttig. regio's bij wet verplicht. Vragen en antwoorden over Hoe u de veiligheids- veiligheidsgordels gordel goed draagt Q: Zit ik na een ongeval...
  • Pagina 57: Driepuntsgordel

    Stoelen en veiligheidssystemen De heupgordel moet laag en Er zijn een aantal belangrijke WAARSCHUWING strak tegen de heupen worden aandachtspunten wanneer het gaat gedragen en de bovenbenen nét om het op de juiste manier dragen U kunt ernstig, of zelfs dodelijk raken.
  • Pagina 58 3-10 Stoelen en veiligheidssystemen dat geval laat u de gordel helemaal teruglopen en begint u opnieuw. 1. Als de zitplaats een geleider 3. Pak de gesp vast en trek de voor de veiligheidsgordel heeft gordel over uw lichaam. Verdraai en de veiligheidsgordel niet door de gordel niet.
  • Pagina 59: Gordelspanners

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-11 5. Om de heupgordel aan te halen, Kijk dat er geen veiligheidsgordel in Gordelspanners kunnen maar trekt u de schoudergordel de weg zit voordat u een portier eenmaal afgaan. Als de gordelspan- omhoog. sluit. Komt een veiligheidsgordel ners bij een botsing in werking tussen een portier, dan kunnen treden, moeten ze worden...
  • Pagina 60 3-12 Stoelen en veiligheidssystemen Er is één geleider voor elke buitenste zitpositie op de achter- bank. Zo monteert u de comfortge- leider op de veiligheidsgordel: 2. Zet de geleider op de gordel en 3. De gordel mag niet gedraaid steek beide randen van de zitten en moet plat liggen.
  • Pagina 61: Gebruik Van Veiligheidsgordel Tijdens Zwanger- Schap

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-13 U verwijdert de comfortgeleider door WAARSCHUWING de randen van de gordel naar elkaar (Vervolg) toe te duwen, zodat u de gordel uit de geleider kunt halen. Schuif de uw borst lopen. Deze lichaams- geleider in de klem en zorg dat delen kunnen de krachten van de alleen de lus van de elastische band gordel het beste opvangen.
  • Pagina 62: Veiligheidsgordelverlenger

    3-14 Stoelen en veiligheidssystemen Veiligheidsgordelver- Controle van veiligheids- Verzorging van veilig- lenger systeem heidsgordels Wanneer de veiligheidsgordel lang Controleer nu en dan of de gordel- Houd de gordels schoon en droog. genoeg voor u is, moet u deze ook verklikker, veiligheidsgordels, gebruiken.
  • Pagina 63: Onderdelen Van Het Veilig

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-15 Onderdelen van het overbelast of beschadigd zijn. Laat Airbagsysteem uw dealer de veiligheidsgordels veiligheidsgordelsysteem De auto heeft de volgende airbags: controleren of vervangen. vervangen na een Een frontairbag voor de Vervangingen en reparaties kunnen ongeval bestuurder. zelfs noodzakelijk zijn wanneer het veiligheidsgordelsysteem bij het Een frontairbag voor de passa-...
  • Pagina 64 3-16 Stoelen en veiligheidssystemen Bij de frontairbag van de bestuurder Dit is het belangrijkste wat u over WAARSCHUWING staat het woord AIRBAG midden op het airbagsysteem moet weten: (Vervolg) het stuurwiel en bij de passagier rechtsvoor op het instrumenten- WAARSCHUWING de veiligheidsgordels.
  • Pagina 65: Waar Zitten De Airbags

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-17 Het systeem controleert het WAARSCHUWING WAARSCHUWING elektrisch gedeelte van de airbags (Vervolg) (Vervolg) op storingen. De lamp wijst u op elektrische storingen. Zie Airbag- bestuurder moet zo ver mogelijk auto is voor hen ontworpen. controlelampje op pagina 5 13 voor naar achteren zitten als de Jonge kinderen en baby's hebben meer informatie.
  • Pagina 66 3-18 Stoelen en veiligheidssystemen Coupémodellen, Bestuurderskant Cabriomodellen, Bestuurderskant De frontairbag van de passagier afgebeeld, passagierskant is afgebeeld, passagierskant is rechtsvoor zit in het instrumentenpa- vergelijkbaar vergelijkbaar neel aan de passagierskant. Bij coupémodellen zitten de zijair- Bij cabriomodellen zitten de zijair- bags in de stoelen van de bags in de stoelen van de bestuurder en passagier rechtsvoor...
  • Pagina 67: Wanneer Moet Een Airbag

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-19 Wanneer moet een airbag WAARSCHUWING afgaan? Zit er iets tussen inzittende en Frontairbags zijn ontworpen om af airbag, dan wordt de airbag te gaan bij zware frontale of eventueel niet goed opgeblazen halffrontale aanrijdingen, voorname- of wordt het voorwerp tegen de lijk om de kans op zwaar hoofd- en inzittende geduwd met zwaar of borstletsel bij de bestuurder en...
  • Pagina 68 3-20 Stoelen en veiligheidssystemen Frontairbags kunnen bij verschil- Frontairbags zijn niet bestemd om af nairbags gaan af wanneer de lende botssnelheden afgaan. te gaan wanneer de auto omslaat, drempelwaarde voor activering van Bijvoorbeeld: bij achteraanrijdingen en veel zijde- het systeem wordt overschreden. lingse aanrijdingen.
  • Pagina 69: Waardoor Gaat Een

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-21 Waardoor gaat een Hoe beschermt een Bij veel soorten aanrijdingen helpen de airbags echter niet, voornamelijk airbag af? airbag? doordat de inzittenden niet naar deze airbags toe bewegen. Zie Wanneer een airbag moet afgaan, Bij middelzware of zware frontale of Wanneer moet een airbag afgaan? stuurt het detectiesysteem een halffrontale aanrijdingen kunnen...
  • Pagina 70 3-22 Stoelen en veiligheidssystemen De delen van de airbag waarmee u WAARSCHUWING WAARSCHUWING in contact komt, kunnen warm zijn, (Vervolg) maar niet te warm om aan te raken. Een botsing die zwaar genoeg is Er kan wat rook en stof uit de krijgen.
  • Pagina 71: Passagiersdetectie

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-23 Laat alleen gekwalificeerde Bij veel ongevallen die zwaar systeemcontrole misschien niet technici aan de airbagsystemen genoeg zijn om de airbags te laten wordt weergegeven. Na afloop van werken. Na een onjuiste afgaan, breekt de voorruit door de de systeemcontrole ziet u het reparatie werkt een airbagsys- vervorming.
  • Pagina 72 3-24 Stoelen en veiligheidssystemen Volgens de ongevalstatistieken is WAARSCHUWING WAARSCHUWING het veiliger dat kinderen goed (Vervolg) (Vervolg) gezekerd op de achterbank zitten in een kinderzitje, passend bij hun gericht kinderzitje erg dicht bij de mogelijk naar achteren. Het is gewicht en grootte. airbag zou zitten.
  • Pagina 73 Stoelen en veiligheidssystemen 3-25 Er zit een kleinere persoon op Bij sommige kinderen die te groot Wanneer de AAN-indicatie de passagiersstoel voorin, zoals zijn geworden voor een kinderzitje brandt bij een kinderzitje een kind dat een kinderzitje is en erg kleine volwassenen wordt de Wanneer na montage van een ontgroeid.
  • Pagina 74 3-26 Stoelen en veiligheidssystemen 5. Brandt de AAN-indicatie na Wanneer de UIT-indicatie 2. Verwijder eventuele voorwerpen montage van het kinderzitje en van de stoel, zoals dekens, brandt bij een volwassene het starten van de auto nog kussens, stoelhoezen, verwar- steeds, zet dan het contact uit. mings- of massagekussens.
  • Pagina 75: Werken Aan Een Auto Met Airbags

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-27 Een dikke laag extra materiaal, Maak de nat geworden passagiers- Werken aan een auto met zoals een deken of kussen, maar stoel meteen droog. Brandt de airbags ook accessoires zoals stoelhoezen, airbagcontrolelamp, monteer dan verwarmings- en massagekussen geen kinderzitje en laat niemand op Airbags beïnvloeden de manier kunnen de goede werking van het...
  • Pagina 76: Gebruik Van Accessoires In

    3-28 Stoelen en veiligheidssystemen Gebruik van accessoires Daarnaast heeft de auto een Zie Van banden- en velgmaat passagiersdetectiesysteem voor veranderen op pagina 10 53 in auto's met airbags de rechter voorpassagier, voor belangrijke extra informatie waarvan de sensoren in de als de auto roll-over gordijnair- Q: Kan ik iets aan de auto passagiersstoel zitten.
  • Pagina 77: Controle Van Airbagsysteem

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-29 Controle van airbag- Onderdelen van het Wanneer de airbagcontrolelamp na het starten blijft branden of onder systeem airbagsysteem vervangen het rijden oplicht, werkt het airbag- na een ongeval systeem eventueel niet goed. Laat Het airbagsysteem behoeft geen de auto meteen repareren.
  • Pagina 78: Kinderzitjes

    3-30 Stoelen en veiligheidssystemen Valt de heupgordel laag en strak Kinderzitjes In de gebruiksaanwijzing van de om de heupen en raakt deze de fabrikant vindt u de gewichts- en bovenbenen? Zo ja, ga verder. lengtebeperkingen voor de zitting- Oudere kinderen Zo nee, blijf de zittingverhoger verhoger.
  • Pagina 79 Stoelen en veiligheidssystemen 3-31 Draag de gordel nooit over de WAARSCHUWING WAARSCHUWING buik. Hierdoor kan bij een ongeval zwaar of dodelijk Gebruik dezelfde veiligheids- Laat een kind nooit een veilig- inwendig letsel ontstaan. gordel nooit voor meer dan één heidsgordel dragen met de schou- Zie ook "Comfortgeleiders op veilig- kind tegelijk.
  • Pagina 80: Baby's En Jonge Kinderen

    3-32 Stoelen en veiligheidssystemen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Kinderen kunnen zwaar letsel Houd een baby of kind nooit vast oplopen of stikken wanneer een terwijl u in een auto rijdt. De baby schoudergordel rond hun hals is of het kind wordt bij een ongeval gedraaid en de gordel steeds door de botskrachten zo zwaar strakker wordt.
  • Pagina 81 Stoelen en veiligheidssystemen 3-33 De meeste basistypes van de WAARSCHUWING kinderzitjes zijn in talloze modellen (Vervolg) leverbaar. Overtuig u bij aanschaf van het kinderzitje dat het gericht kinderzitje op de passa- ontworpen is voor gebruik in giersstoel rechtsvoor, zet deze een auto.
  • Pagina 82: Kinderzitjes

    3-34 Stoelen en veiligheidssystemen Kinderzitjes WAARSCHUWING De heupbeenderen van een jong kind zijn nog zo klein dat de normale gordel van de auto eventueel niet laag op de heupen blijft zitten, zoals zou moeten. In plaats daarvan schuift de gordel naar de buik van het kind.
  • Pagina 83 Stoelen en veiligheidssystemen 3-35 Kinderzitjes in de auto zekeren Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het kinderzitje en/of de instruc- ties op het zitje zelf én de aanwij- WAARSCHUWING zingen in deze handleiding wanneer u een kinderzitje zekert. De Een kind kan bij een ongeval gebruiksaanwijzing van het kinder- zwaar of dodelijk letsel oplopen zitje is belangrijk.
  • Pagina 84: Waar U Het Zitje Plaatst

    3-36 Stoelen en veiligheidssystemen Kind in het kinderzitje zekeren WAARSCHUWING WAARSCHUWING (Vervolg) WAARSCHUWING Een kind in een achterwaarts Zeker de achterwaarts gerichte gericht kinderzitje kan zwaar of Een kind kan bij een ongeval kinderzitjes op de achterbank, dodelijk letsel oplopen wanneer zwaar of dodelijk letsel oplopen ook al is de airbag uitgeschakeld.
  • Pagina 85 Stoelen en veiligheidssystemen 3-37 Afhankelijk van de gekozen plaats en afmetingen van het kinderzitje, is het mogelijk dat veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingspunten niet meer bereikbaar zijn voor andere passagiers of kinderzitjes ernaast. U moet de zitplaatsen ernaast niet gebruiken als het kinderzitje de veiligheidsgordel onbereikbaar maakt of de doorvoer ervan belemmert.
  • Pagina 86 3-38 Stoelen en veiligheidssystemen Geschiktheid voor de montage van kinderzitjes - Coupé en Cabrio Gewichtscate- Zitplaatsen gorie Voorpassagier Stoepzijde Stoepzijde rechtsachter linksachter Categorie 0 Tot 10 kg Categorie 0 + Tot 13 kg Categorie I 9 tot 18 kg Categorie II 15 tot 25 kg Categorie III 22 tot 36 kg...
  • Pagina 87 Stoelen en veiligheidssystemen 3-39 Geschiktheid voor de montage van ISOFIX-kinderzitjes - Coupé Gewichtscate- Grootteklasse Bevestiging ISOFIX-plaatsen voertuig gorie Voorpassagier Passagier Passagier linksachterin rechtsachterin ISO/L1 Babyreiswieg ISO/L2 ISO/R1 IUF¹ IUF¹ (tot 10 kg) ISO/R1 IUF¹ IUF¹ ISO/R2 IUF² IUF² (tot 13 kg) ISO/R3 ISO/R2 IUF²...
  • Pagina 88 3-40 Stoelen en veiligheidssystemen Gewichtscate- Grootteklasse Bevestiging ISOFIX-plaatsen voertuig gorie Voorpassagier Passagier Passagier linksachterin rechtsachterin IUF: Geschikt voor naar voren gerichte 'universele' ISOFIX-kinderzitjes die voor gebruik in deze gewichtscategorie zijn goedgekeurd. X: ISOFIX-plaats is niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes in deze gewichtscategorie en/of grootteklasse. ¹: de zitplaats vóór de ISOFIX-positie moet 26 mm achterwaarts vanaf het maximale voorste verstelpunt worden ingesteld.
  • Pagina 89 Stoelen en veiligheidssystemen 3-41 Gewichtscate- Grootteklasse Bevestiging ISOFIX-plaatsen voertuig gorie Voorpassagier Passagier Passagier linksachterin rechtsachterin ISO/R1 (tot 10 kg) ISO/R1 ISO/R2 (tot 13 kg) ISO/R3 ISO/R2 ISO/R3 ISO/F2 (9 tot 18 kg) ISO/F2X ISO/F3 IUF: Geschikt voor naar voren gerichte 'universele' ISOFIX-kinderzitjes die voor gebruik in deze gewichtscategorie zijn goedgekeurd.
  • Pagina 90: Kinderzitjesverankering

    3-42 Stoelen en veiligheidssystemen Kinderzitjesverankering Als u het ISOFIX-systeem in uw voorschrijft dat de bovenste bevesti- auto wilt gebruiken, hebt u een gingsband moet worden verankerd, (ISOFIX-systeem) kinderzitje met ISOFIX-bevesti- gebruik dan geen kinderzitje in deze gingen nodig. De fabrikant van het auto omdat een bovenste bevesti- Het ISOFIX-systeem zekert een kinderzitje geeft u instructies over...
  • Pagina 91 Stoelen en veiligheidssystemen 3-43 Top Tether-verankering Het kinderzitje kan van een Posities van onderste veranke- enkele (3) of dubbele bevestigings- ringen en Top Tether-veranke- band (4) zijn voorzien. Beide versies ringen hebben één bevestiging (2) om de Achterbank - Coupé Top Tether aan de verankering te zekeren.
  • Pagina 92 3-44 Stoelen en veiligheidssystemen Achterbank - Cabrio Onderste verankeringen Top Tether-verankeringen U kunt de onderste verankeringen gemakkelijk vinden omdat bij elke zitplaats met onderste veranke- ringen twee labels bij de vouw tussen de rugleuning en de zitting zijn aangebracht. (onderste verankering): Bij coupémodellen bevinden de Zitplaatsen met onderste veranke- verankeringen voor de bovenste...
  • Pagina 93 Stoelen en veiligheidssystemen 3-45 Zeker het kinderzitje niet zonder Top WAARSCHUWING Tether-verankering wanneer de wet (Vervolg) voorschrijft dat de Top Tether gezekerd moet zijn of wanneer de een ISOFIX-kinderzitje op de gebruiksaanwijzing van het kinder- juiste wijze via de bevestigings- zitje vermeldt dat u de Top Tether punten of zet het vast met behulp moet zekeren.
  • Pagina 94 3-46 Stoelen en veiligheidssystemen beschadigd raken. Maak de heidsgordel en de bovenste WAARSCHUWING gordel los en laat deze terugkeren bevestigingsband, waar naar de opgeborgen positie aanwezig. Raadpleeg de Kinderen kunnen zwaar letsel voordat u de bank neerklapt. gebruiksaanwijzing van het oplopen of stikken wanneer een kinderzitje en de instructies in Indien u meer dan één kinderzitje...
  • Pagina 95: Delen Van Latch-Systeem Vervangen Na Een Ongeval

    Stoelen en veiligheidssystemen 3-47 Raadpleeg de gebruiksaanwij- Delen van LATCH-sys- zing van uw kinderzitje en doe teem vervangen na een het volgende: ongeval 2.1. Zoek de Top Tether-veran- kering. WAARSCHUWING 2.2. Volg de gebruiksaanwijzing van het kinderzitje en de Een ongeval kan het ISOFIX- volgende instructies om de systeem beschadigen.
  • Pagina 96: Kinderzitjes Zekeren

    3-48 Stoelen en veiligheidssystemen Kinderzitjes zekeren Heeft het kinderzitje geen ISOFIX- WAARSCHUWING systeem, dan gebruikt u de veilig- (achterbank) heidsgordel om het kinderzitje op Bij het afdanken van de auto of deze zitplaats te zekeren. Volg te Wanneer u een kinderzitje op de onderdelen ervan moeten de allen tijde de gebruiksaanwijzing achterbank zekert, kijk dan in de...
  • Pagina 97 Stoelen en veiligheidssystemen 3-49 3. Duw de gesp zo ver in het 4. Trek de schoudergordel 5. Trek de gordel strak door het gordelslot dat deze vastklikt. helemaal uit de oprolautomaat kinderzitje omlaag te duwen, trek om de blokkering te activeren. aan de schoudergordel om de Positioneer de ontgrendelknop Wanneer de blokkering is geacti-...
  • Pagina 98: Kinderzitjes Zekeren

    3-50 Stoelen en veiligheidssystemen Probeer de gordel uit de oprol- Om het kinderzitje te verwijderen, WAARSCHUWING automaat te trekken om te maakt u de veiligheidsgordel van de controleren of deze geblokkeerd auto los en laat u deze terugkeren Een kind in een achterwaarts is.
  • Pagina 99 Stoelen en veiligheidssystemen 3-51 Zeker het kinderzitje niet zonder Top WAARSCHUWING WAARSCHUWING Tether-verankering wanneer de wet (Vervolg) (Vervolg) voorschrijft dat de Top Tether gezekerd moet zijn of wanneer de Zeker de achterwaarts gerichte geldt vooral wanneer u achter- gebruiksaanwijzing van het kinder- kinderzitjes op de achterbank, waarts gerichte kinderveiligheids- zitje vermeldt dat u de Top Tether...
  • Pagina 100 3-52 Stoelen en veiligheidssystemen 2. Zet het kinderzitje op de stoel. Als de stoel is voorzien van een geleider voor de veiligheids- gordel, haal dan de veiligheids- gordel uit de geleider door de geleider op de stoel los te klikken. Zet het kinderzitje niet vast met de veiligheidsgordel door de geleider geleid.
  • Pagina 101 Stoelen en veiligheidssystemen 3-53 Probeer de gordel uit de oprol- Om het kinderzitje te verwijderen, automaat te trekken om te maakt u de veiligheidsgordel van de controleren of deze geblokkeerd auto los en laat u deze terugkeren is. Als de oprolautomaat niet naar de opgeborgen positie.
  • Pagina 102 3-54 Stoelen en veiligheidssystemen AANTEKENINGEN...
  • Pagina 103: Opbergvakken

    Opbergruimte Opbergruimte Opbergvakken Bevestigde positie Dashboardkastje Opbergvakken Open het handschoenenkastje door Dashboardkastje ....4-1 de hendel omhoog te trekken. Opbergruimte achteraan ..4-1 Gebruik de sleutel om het Opbergruimte midden- handschoenenkastje te vergren-...
  • Pagina 104 Opbergruimte 3. Verwijder voorwerpen van de Extra opbergmogelijk- bovenkant van de kofferbakaf- heden scheiding (2). Opgeborgen positie Dekkleed Montage 1. Verwijder de opbergzak voor het dekkleed uit de kofferbak en 3. Bevestig de hendel (1) aan de haal het dekkleed eruit. opgerolde kofferbakafscheiding (2) aan de voorkant van de kofferbak (3).
  • Pagina 105 Opbergruimte 5. Druk de buitenste rand (1) van het dekkleed aan beide zijden onder de lijst van de auto (2). 3. Vouw de zijkanten van het 4. Steek het lipje (1) aan beide dekkleed erover. Bevestig het zijden onder de lijst (2). koord (1) bij de voorste rand van het dekkleed aan beide zijden van de stijl (2) op het achterpa-...
  • Pagina 106 Opbergruimte Verwijderen 2. Vouw de zijkanten van het De bovenste (1) en onderste (3) dekkleed eroverheen en haken aan beide zijden van de verwijder het koord (1) aan beide opening van de kofferbak kunnen 1. Pak het dekkleed vast bij de zijden uit de stijl (2) op het worden gebruikt om het net vast te inkeping en trek het naar...
  • Pagina 107 Instrumenten en knoppen Instrumenten en Temperatuurmeter voor de Mistachterlicht ....5-21 versnellingsbak ... . . 5-10 Controlelampje voor de knoppen Spanningsmeter .
  • Pagina 108: Stuurwiel Verstellen

    Instrumenten en knoppen Berichten airbagsysteem ..5-36 Functies Stel het stuurwiel niet tijdens het Beveiligingsberichten ..5-36 rijden af. Onderhoudsberichten ..5-36 Stuurwiel verstellen Stuurwielknoppen Berichten banden .
  • Pagina 109: Instrumenten En Knoppen

    Instrumenten en knoppen Wis-/wasinstallatie (Einde gesprek / Mute): Druk op deze knop om een voorruit inkomende oproep te weigeren of uw huidige oproep te beëindigen. Druk op deze knop om het geluid uit de luidsprekers te dempen terwijl u het infotainmentsysteem gebruikt. Druk nogmaals om het geluid in te INT: (Intermittent Wipes - Interval- schakelen.
  • Pagina 110: Koplampsproeier

    Instrumenten en knoppen Beschadigde wisserbladen moeten Koplampsproeier (Voorruitensproeier): Trek de worden vervangen. Zie Ruitenwis- ruitenwisserhendel naar u toe om Bij voertuigen met koplampsproeiers serblad vervangen op pagina 10 27. ruitensproeiervloeistof op de voorruit bevinden de sproeiers zich aan de te sproeien en de wissers in te Bij veel sneeuw of ijs kan de ruiten- zijkant van de koplampen.
  • Pagina 111: Klok

    Instrumenten en knoppen Klok 6. U kunt de tijd of datum opslaan, 3. Selecteer Month & Day Format door terug te gaan naar het (maand- en dagnotatie). U kunt de bedieningsorganen van menu Time and Date Settings 4. Druk op de knop MENU/ het infotainmentsysteem gebruiken (tijd- en datuminstellingen) en op SELECT om MM/DD (maand/...
  • Pagina 112: Waarschuwingslampjes, Meters En Verklikkerlichtjes

    Instrumenten en knoppen Ga bij het aansluiten van extra Waarschuwings- Raadpleeg bij het onderweg perma- elektrische apparatuur altijd te werk nent oplichten van een van de lampjes, meters en volgens de betreffende montage-in- waarschuwingslampjes of het structie. Zie Extra elektrische uitslaan van een van de meters de verklikkerlichtjes apparatuur op pagina 9 52.
  • Pagina 113: Instrumentengroep

    Instrumenten en knoppen Instrumentengroep...
  • Pagina 114: Snelheidsmeter

    Instrumenten en knoppen Snelheidsmeter Dagteller Brandstofmeter De snelheidsmeter toont de De dagteller geeft de afgelegde voertuigsnelheid in ofwel kilometer afstand aan sinds de laatste reset per uur (km/h) als in mijl per van de dagteller. uur (mph). De dagteller is te bereiken en te resetten via het Driver Information Kilometerteller Center (DIC).
  • Pagina 115: Motoroliedrukmeter

    Instrumenten en knoppen Als de brandstoftank bijna leeg is, Motoroliedrukmeter Let op: Bij een onjuist motorolie- wordt er een bericht op het Driver peil kan de motor beschadigd Information Center (DIC) weerge- raken. Ritten bij een te geven. Zie Brandstofsysteembe- laag motoroliepeil kunnen richten op pagina 5 34 voor meer eveneens schade aan de motor...
  • Pagina 116: Motorolietemperatuur

    5-10 Instrumenten en knoppen Motorolietemperatuur- Zie Motorolie op pagina 10 6 voor Deze waarde geeft hetzelfde aan meer informatie. als het waarschuwingsbericht. Dit meter betekent dat de koelvloeistof Motorkoelvloeistofther- oververhit is geraakt. Als de auto onder normale rijomstandigheden mometer heeft gereden, moet u de weg verlaten, de auto stoppen en de motor zo snel mogelijk uitschakelen.
  • Pagina 117: Spanningsmeter

    Instrumenten en knoppen 5-11 keld. Als de meter in het rode Spanningsmeter Waarden in het lage waarschu- gebied staat en/of als er een bericht wingsgebied kunnen zich voordoen op het DIC wordt weergegeven, als er veel elektrische accessoires moet de auto worden gestopt en in de auto worden gebruikt en de moet de oorzaak worden achter- motor langere tijd stationair draait.
  • Pagina 118: Veiligheidsgordelwaarschuwingen

    5-12 Instrumenten en knoppen Veiligheidsgordelwaar- Als de veiligheidsgordel van de wordt herhaald als de passagier de bestuurder omgedaan is, is er geen gordel niet omdoet of deze afdoet schuwingen sprake van een geluidssignaal of terwijl het voertuig in beweging is. lampje.
  • Pagina 119: Paraatheidslampje Airbags

    Instrumenten en knoppen 5-13 Paraatheidslampje matie m.b.t. de veiligheid. De WAARSCHUWING dakconsole omvat een statusindi- airbags cator voor de passagiersairbag. Als het paraatheidslampje airbags Deze lamp wijst op een elektrische na het starten van de auto blijft storing in het airbagsysteem. De branden of onderweg oplicht, systeemcontrole omvat de airbag- werkt het airbagsysteem wellicht...
  • Pagina 120: Lampje Oplaadsysteem

    5-14 Instrumenten en knoppen Als het uitsymbool van de statusin- Lampje oplaadsysteem Zie Accuspannings- en oplaadbe- dicator voor de passagiersairbag richten op pagina 5 30. brandt, betekent dit dat het passa- Als er een korte afstand moet giersdetectiesysteem de passagiers- worden gereden terwijl het lampje airbag voorin heeft uitgeschakeld.
  • Pagina 121 Instrumenten en knoppen 5-15 Let op: Eventuele modificaties Ga als volgt te werk om ernstiger aan de motor, transmissie, uitlaat, schade aan de auto te voorkomen: inlaat of brandstofsysteem van de Verlaag uw snelheid. auto of het vervangen van de Accelereer niet krachtig.
  • Pagina 122: Emissietesten

    5-16 Instrumenten en knoppen Ga als volgt te werk om een storing Ga bij een of meerdere van deze in de emissieregeling eventueel te problemen over op een ander merk verhelpen: brandstof. Het lampje dooft pas na ten minste een volle tank met de Controleer of de tankdop goed is juiste brandstof.
  • Pagina 123: Waarschuwingslampje Remsysteem

    Instrumenten en knoppen 5-17 diagnosesysteem is ontworpen het pedaal verder tot de vloer wordt om kritieke emissieregelsys- gedrukt. Het kan langer duren temen tijdens reguliere ritten te voordat u kunt stoppen. Laat het analyseren. Dit kan een aantal voertuig naar de dealer slepen als dagen alledaagse ritten vergen.
  • Pagina 124: Waarschuwingslampje Antiblokkeersysteem

    5-18 Instrumenten en knoppen Het bericht voor de remmen blijft Als het lampje onder het rijden gaat Lampje Traction Off branden totdat er op de knop MENU branden moet u zodra dat veilig (tractie uit) wordt gedrukt. Het remlampje blijft mogelijk is de auto stoppen en de branden zolang het probleem niet is motor uitschakelen.
  • Pagina 125: Lampje Voor Traction Control (Tcs) Off/Stabili

    Instrumenten en knoppen 5-19 Als het lampje gaat branden en Laat uw auto door uw dealer onder- Lampje voor Traction langere tijd blijft branden terwijl het houden als dat niet het geval is. Als control (TCS) OFF/Stabili- systeem is ingeschakeld, moet u uw het systeem normaal werkt, gaat het Trak®...
  • Pagina 126: Lampje Bandenspanning

    5-20 Instrumenten en knoppen Voor SS-modellen: als dit lampje Lampje brandt ononderbroken Lampje motoroliedruk gaat branden, staat de auto in de Dit geeft aan dat de spanning in een Let op: Bij een onjuist motorolie- sportieve modus. Er wordt ook een of meer van de banden aanzienlijk peil kan de motor beschadigd waarschuwing op het DIC weerge-...
  • Pagina 127: Lampje Voor De Startbeveiliging

    Instrumenten en knoppen 5-21 Lampje voor de startbe- Lampje grootlicht aan veiliging Het oliedruklampje moet kort oplichten wanneer de motor wordt gestart. Als het niet brandt, moet u Dit lampje brandt na het inschakelen de auto door uw dealer laten van het grootlicht.
  • Pagina 128: Controlelampje Voor De Achterlichten

    5-22 Instrumenten en knoppen Controlelampje voor de Informatiedisplays en er verschijnen waarschuwingsbe- richten als een systeemstoring achterlichten wordt gedetecteerd. Driver Information Onderaan het DIC-display is de Center (DIC) stand van de schakelhendel en de kilometertellerstand te zien. Het DIC toont informatie over uw auto.
  • Pagina 129: Menuopties Rit/Brandstof

    Instrumenten en knoppen 5-23 Menuopties rit/brandstof Trip 1 en Trip 2 Average Fuel Consumption (gemiddeld brandstofverbruik) Het display Trip toont de momenteel Druk op de knop MENU op de afgelegde afstand in kilometers (km) Het display Average Fuel Consump- richtingaanwijzer totdat het informa- of miles (mi) sinds de laatste keer tion (gemiddeld brandstofverbruik) tiemenu Trip/Fuel (dagteller/brand-...
  • Pagina 130: Menuopties Boordinformatie

    5-24 Instrumenten en knoppen gemiddelde snelheid kan worden Eenheid Resterende olielevensduur gereset door op de knop SET te Beweeg het duimwieltje naar boven Dit display toont een schatting van drukken terwijl het display Average of naar beneden om te wisselen de resterende nuttige levensduur Vehicle Speed (gemiddelde rijsnel- tussen metrische eenheden en...
  • Pagina 131: Head-Up Display (Hud)

    Instrumenten en knoppen 5-25 Vergeet niet om na iedere oliever- afgelezen. Het laadsysteem van het Head-Up Display (HUD) versing het display Oil life (oliele- voertuig regelt de spanning af op vensduur) te resetten. Dat gebeurt basis van de accustatus. De WAARSCHUWING niet vanzelf.
  • Pagina 132 5-26 Instrumenten en knoppen Let op: Als u het HUD als De volgende controlelampjes gaan parkeerhulp probeert te na activering op het instrumenten- gebruiken, kunt u afstanden paneel branden en worden op het verkeerd inschatten en kan uw HUD weergegeven. auto beschadigd raken.
  • Pagina 133 Instrumenten en knoppen 5-27 Traction Control Active (traction OFF (uit): Draai de dimknop van het control actief) HUD helemaal linksom totdat het HUD-display wordt uitgeschakeld. Stability Control Active (stabili- teitsregeling actief) Helderheid: Draai de dimknop rechtsom of linksom om het display Als het HUD is ingeschakeld, wordt donkerder of lichter in te stellen.
  • Pagina 134 5-28 Instrumenten en knoppen De drie formaten zijn als volgt: Het HUD-display op de voorruit wordt automatisch gedimd en verlicht ter compensatie van de buitenverlichting. De helderheid van het HUD-display kan echter nog altijd waar nodig worden aangepast. Het HUD-beeld kan tijdelijk gaan Format Two (formaat twee): In branden, afhankelijk van de hoek en deze weergave wordt de informatie...
  • Pagina 135: Boordberichten

    Instrumenten en knoppen 5-29 U kunt de HUD-lens reinigen met Als het HUD-beeld niet duide- Boordberichten een zachte, schone doek, met lijk is Er worden berichten op het HUD daarop ruitenreiniger gesproeid. De Is het HUD-beeld te licht? weergegeven om de bestuurder te HUD-lens voorzichtig schoonvegen waarschuwen dat de status van de en drogen.
  • Pagina 136: Accuspannings- En Oplaadbe

    5-30 Instrumenten en knoppen die kunnen worden weergegeven, SERVICE BATTERY RELEASE PARKING BRAKE inclusief informatie over de CHARGING SYSTEM (ONDER- (handrem lossen) berichten, gesorteerd op onderwerp. HOUD ACCUOPLAAD- Dit bericht wordt weergegeven ter SYSTEEM) herinnering dat de handrem is Accuspannings- en ingeschakeld.
  • Pagina 137 Instrumenten en knoppen 5-31 CLOSE TRUNK TO OPERATE TEMPERATURE TOO LOW - TOP SYSTEM OVERHEATED, TOP (kofferdeksel sluiten om TOP DISABLED (temperatuur PLEASE WAIT (daksysteem dak te bedienen) te laag - dak uitgeschakeld) oververhit, een moment a.u.b.) Dit bericht wordt weergegeven als Dit bericht wordt weergegeven en er Dit bericht wordt weergegeven en er het kofferdeksel open is terwijl u...
  • Pagina 138: Cruise-Controlberichten

    5-32 Instrumenten en knoppen Cruise-controlberichten PASSENGER DOOR OPEN ratuur weer normaal is, gaat de aircocompressor weer werken. U (PASSAGIERSPORTIER OPEN) CRUISE SET TO XXX (cruise kunt verder rijden met de auto. Dit bericht wordt weergegeven als control ingesteld op xxx) Als dit bericht blijft verschijnen, moet het passagiersportier is geopend.
  • Pagina 139: Berichten Motorolie

    Instrumenten en knoppen 5-33 ENGINE OVERHEATED - STOP hoe u het systeem moet resetten. OIL PRESSURE LOW - STOP Zie Motorolie op pagina 10 6 en ENGINE (motor oververhit stop ENGINE (oliedruk laag, stop Periodiek onderhoud op pagina 11 1. motor) motor) Dit bericht verschijnt en er klinkt een...
  • Pagina 140: Berichten Brandstof

    5-34 Instrumenten en knoppen kunt u met beperkte snelheid met Berichten sleutel en slot AUTOMATIC LIGHT CONTROL het voertuig rijden. De maximum OFF (automatische verlich- NUMBER OF KEYS acceleratie en de snelheid kunnen ting uit) dan wel lager zijn. Raadpleeg uw PROGRAMMED (aantal gepro- Dit bericht wordt weergegeven als dealer zo spoedig mogelijk zodra dit...
  • Pagina 141: Berichten Objectdetectie

    Instrumenten en knoppen 5-35 CHECK LEFT REAR CHECK RIGHT REAR SERVICE PARK ASSIST INDICATOR LAMP (richting- INDICATOR LAMP (richting- (parkeerhulp laten nakijken) aanwijzer linksachter contro- aanwijzer rechtsachter contro- Dit bericht verschijnt bij een leren) leren) probleem met de ultrasone parkeer- hulp achter (URPA).
  • Pagina 142: Berichten Airbagsysteem

    5-36 Instrumenten en knoppen SERVICE TRACTION Raadpleeg uw dealer. Weliswaar Onderhoudsberichten kunt u veilig rijden, maar dan zonder CONTROL (ONDERHOUD SERVICE AC SYSTEM (airco StabiliTrak. Verlaag daarom uw TRACTIEREGELING) snelheid en pas uw rijgedrag aan. laten nakijken) Dit bericht verschijnt wanneer er Dit bericht verschijnt als er een een probleem is met het tractiecon- Berichten airbagsysteem...
  • Pagina 143: Berichten Banden

    Instrumenten en knoppen 5-37 Berichten banden Stop zo spoedig mogelijk als er een TYRE LEARNING ACTIVE bericht over de bandenspanning op (inleren banden actief) CHECK XXX TYRE PRESSURE het DIC verschijnt. Pomp de banden Dit bericht verschijnt wanneer de of TYRE PRESSURE LOW op tot de bandenspanning overeen- nieuwe banden worden ingeleerd komt met de waarden op het infor-...
  • Pagina 144: Herinneringsberichten

    5-38 Instrumenten en knoppen SERVICE TRANSMISSION TRANSMISSION HOT - IDLE TURN WIPER CONTROL TO (onderhoud aan versnel- ENGINE (transmissie warm, INTERMITTENT FIRST (zet lingsbak) motor stationair) wisser eerst op intervalstand) Dit bericht verschijnt als er een Dit bericht verschijnt en u hoort een Dit bericht verschijnt wanneer u probleem is met de versnellingsbak.
  • Pagina 145: Berichten Voor De Ruiten

    Instrumenten en knoppen 5-39 Berichten voor de ruiten Persoonlijke instel- 2. Draai aan de knop MENU/ SELECT om de Vehicle Settings lingen OPEN, THEN CLOSE DRIVER/ (voertuiginstellingen) te selec- PASSENGER WINDOW (ruit teren. De bedieningsorganen van het bestuurders-/passagierszijde audiosysteem worden gebruikt om 3.
  • Pagina 146 5-40 Instrumenten en knoppen Klimaat- en luchtkwaliteit Comfort en gemak Aanpassing door de bestuurder Waar aanwezig kunnen er met deze Selecteer het menu Climate and Air Selecteer het menu Comfort and functie persoonlijke instellingen voor Quality (klimaat- en luchtkwaliteit) Convenience (comfort en gemak) elke bestuurder of dezelfde instel- voor de volgende functies: voor de volgende functies:...
  • Pagina 147 Instrumenten en knoppen 5-41 Portugees Parkeerhulpsysteem Druk op de toets MENU/SELECT wanneer Exit Lighting (uitstapver- Noors Hiermee kunt u de functie Ultrasonic lichting) is geselecteerd. Draai aan Parking Assist (ultrasoon parkeer- Fins de knop om Uit, 30 seconden, hulpsysteem) in- of uitschakelen. 1 minuut of 2 minuten te selecteren.
  • Pagina 148: Elektrische Deurvergrendeling

    5-42 Instrumenten en knoppen Elektrische deurvergrendeling Auto Door Unlock (automatische Druk op de knop MENU/SELECT portierontgrendeling) wanneer Delayed Door Lock Selecteer Elektrische deurvergren- (vertraagd deurslot) is geselecteerd. De bestuurder kan dan kiezen welke deling voor de volgende functies: Draai aan de knop om Aan of Uit te portieren er automatisch worden Geen vergrendeling bij selecteren.
  • Pagina 149: Fabrieksinstellingen Herstellen

    Instrumenten en knoppen 5-43 Druk op de toets MENU/SELECT Fabrieksinstellingen herstellen wanneer Unlock Feedback (Lights) Selecteer Fabrieksinstellingen (feedback ontgrendelen (lampen)) is herstellen om alle persoonlijke geselecteerd. Draai aan de knop om instellingen terug te zetten op de Driver & Passenger (bestuurder en fabrieksinstellingen.
  • Pagina 150 5-44 Instrumenten en knoppen AANTEKENINGEN...
  • Pagina 151: Verlichting

    Verlichting Verlichting Buitenverlichting AUTO (Automatisch): Schakelt de koplampen automatisch in bij normale helderheid, samen met de Lichtschakelaar onderstaande lampen: Buitenverlichting Parkeerlichten Lichtschakelaar ....6-1 Grootlicht ..... 6-2 Achterlichten Lichtsignaal .
  • Pagina 152: Grootlicht

    Verlichting Dagrijlicht (DRL) (koplampen): Schakelt de koplampen in, samen met de onder- Met het dagrijlicht (DRL) wordt de staande lampen. voorkant van uw auto overdag beter Parkeerlichten door anderen waargenomen. Achterlichten Het dagrijlicht wordt ingeschakeld door een lichtsensor bovenop het Bij ingeschakeld grootlicht brandt Kentekenverlichting instrumentenpaneel.
  • Pagina 153: Automatische Koplampen

    Verlichting Afhankelijk van de helderheid van Automatische koplampen het omgevingslicht schakelen de Als het buiten donker genoeg is en koplampen automatisch om tussen de schakelaar voor de koplampen het dagrijlicht en het licht van de op AUTO staat, schakelt het gewone koplampen.
  • Pagina 154: Inschakeling Verlichting Met Ruitenwissers

    Verlichting minder goed als de lichtsensor een inschakelen van de lampen is Alarmknipperlichten verandering in het licht opmerkt die afhankelijk van de wissersnelheid. langer duurt dan de vertraging. Wanneer de ruitenwissers niet actief zijn, schakelen deze lampen uit. Bij het starten van de auto in een Draai de knop van de rijverlichting donkere garage gaan de automati- naar...
  • Pagina 155: Richtingaanwijzers

    Verlichting Richtingaanwijzers Als het pijltje bij het nemen van een Het contact en de koplampen bocht of het veranderen van rijst- moeten aanstaan, anders werkt het rook snel knippert of niet brandt, is mistachterlicht niet. er wellicht een richtingaanwijzer- : Druk erop om het mistachter- lamp doorgebrand.
  • Pagina 156: Interieurverlichting Regelbare Instrumentenver

    Verlichting Interieurverlichting Plafondverlichting Extra verlichting Regelbare instrumenten- Instapverlichting verlichting De verlichting in de auto gaat branden als een van de portieren is geopend. Ze blijven ongeveer 20 seconden branden. Als alle portieren zijn gesloten of als het contact naar ON/RUN is gedraaid, gaan ze geleidelijk uit.
  • Pagina 157: Interieurverlichting

    Verlichting Interieurverlichting Bij een zware elektrische belasting Gewoonlijk gebeurt dit in stappen of kan de accu bij stationair draaien standen en ongemerkt. In zeldzame Met deze functie wordt de interieur- worden ontladen. Dit geldt voor alle gevallen bij aanzienlijke correcties verlichting in drie tot vijf seconden voertuigtypen.
  • Pagina 158 Verlichting AANTEKENINGEN...
  • Pagina 159: Inleiding

    Infotainmentsysteem Infotainment- Telefoon Inleiding Bluetooth ....7-26 systeem Infotainment Handelsmerken en Licentie- overeenkomsten Lees de volgende pagina's om Handelsmerken en Licentie- bekend te raken met de functies van Inleiding overeenkomsten .
  • Pagina 160: Infotainmentsysteem

    Infotainmentsysteem Voer het volgende uit wanneer uw Antidiefstalfunctie Als de auto geparkeerd staat, zijn auto geparkeerd staat, zodat u niet alle functies beschikbaar. Doe De antidiefstalfunctie werkt door een wordt afgeleid tijdens het rijden. alvorens te gaan rijden het deel van het voertuigidentificatie- volgende: Zorg dat u bekend bent met de nummer (VIN) dat in het infotain-...
  • Pagina 161 Infotainmentsysteem Overzicht van infotainment- WAARSCHUWING systeem Als u te vaak of te lang naar Het infotainmentsysteem wordt door middel van toetsen, aanraakscherm, scherm van het infotainmentsys- stuurbedieningsknoppen en teem kijkt, verhoogt u het risico stemherkenning bediend. op ongevallen en (levensgevaar- lijk) letsel voor uzelf of voor Zie Systeem gebruiken op anderen.
  • Pagina 162 Infotainmentsysteem 1. VOL (volume / aan/uit) Druk hierop om het systeem aan of uit te schakelen. Draaien om het volume aan te passen. 2. BRON Indrukken om audiobron te veranderen in AM, FM, USB, AUX of Bluetooth® Audio. SEEK (Vorige/Terug) USB, Bluetooth Audio: Indrukken om naar het begin van de huidige of...
  • Pagina 163 Infotainmentsysteem AM of FM: Indrukken om de 7. CONFIG (configuratiemenu) (Telefoonmenu) vorige krachtige zender te Druk hierop om de functies Druk hierop om naar het zoeken. voor Languages (talen), hoofdscherm van de SEEK (volgende/vooruit) Time and Date (tijd en telefoonfunctie te gaan. datum), Radio Settings Houd de toets ingedrukt om USB, Bluetooth Audio:...
  • Pagina 164: Systeem Gebruiken

    Infotainmentsysteem Beginpagina Pagina 1 van het menu Beginpagina BACK (Terug) kan worden aangepast. In het Indrukken om naar een eerste scherm van Beginpagina vorig scherm in een menu kunnen maximaal acht picto- te gaan. grammen worden geselecteerd. 10. MENU/SELECT Druk op Menu en kies een van de volgende opties om de Beginpagina Druk op de knop om de aan te passen:...
  • Pagina 165: Functies In Beginpagina

    Infotainmentsysteem Functies in Beginpagina Tone Settings (geluidsinstel- Bluetooth Audio: Druk hierop om lingen): Druk hierop om de hoofd- de hoofdpagina Bluetooth Audio De aanraaktoetsen op het scherm pagina Tone Settings weer te geven en het huidige of lichten op als de bijbehorende (geluidsinstellingen) te bekijken.
  • Pagina 166: Radio

    Infotainmentsysteem Radio U kunt de radio inschakelen door op Audiobron de aan/uit-knop te drukken. De radio Druk op SOURCE (bron) om de blijft dan 10 minuten ingeschakeld. AM-FM-radio beschikbare bronnen AM, FM, USB, Wanneer op de aan/uit-knop is AUX en Bluetooth Audio te bekijken. gedrukt, zal de radio niet uitscha- Het gebruik van de radio kelen als het bestuurdersportier...
  • Pagina 167 Infotainmentsysteem EQ (equalizer): Druk op de multi- drukt u op FAV om door de favorie- 2. Druk op de schermtoets Menu functionele toets of op de toets tenpagina's te bladeren. Druk om de AM-zenders of -catego- MENU om door de voorkeuzeop- vervolgens op een voorkeuzetoets rieën te bekijken.
  • Pagina 168: Voorkeurzenders Opslaan

    7-10 Infotainmentsysteem 3. Druk op een toets om een optie Mixed-band voorkeuzezenders Een voorkeuzezender oproepen te selecteren. Druk op Refresh Voer een van de volgende stappen Op iedere favorietenpagina kunnen (verversen) om de zenderlijst bij uit om een voorkeuzezender vanuit zes voorkeuzezenders worden te werken.
  • Pagina 169: Radiodatasysteem (Rds)

    Infotainmentsysteem 7-11 Radiodatasysteem (RDS) Wanneer de huidige FM-zender informatie uitzendt, ziet u de naam FM-signalen hebben een bereik van RDS-functies zijn uitsluitend of afkorting van de zender op het slechts 16 tot 65 km (10 tot 40 mi). beschikbaar voor gebruik op audioscherm.
  • Pagina 170: Antenne In Achterruit

    7-12 Infotainmentsysteem Gebruik van mobiele telefoons Als u een scheer- Antenne voor meerdere mesje of ander scherp voorwerp systemen Het gebruik van mobiele telefoons gebruikt om de binnenkant van de kan interferentie veroorzaken met achterruit schoon te maken, kunt Bij voertuigen met een cabrioletdak de radio van de auto.
  • Pagina 171: Audiospelers

    Infotainmentsysteem 7-13 Audiospelers Gracenote® Met Gracenote begrijpt het systeem bijvoorbeeld artiestennamen als De embedded Gracenote-techno- "INXS" or "Mötley Crüe".Ook namen logie in de radio zorgt voor het als "The Boss", "G.N.R", "The Fab beheer van en de navigatie in de Four"...
  • Pagina 172 7-14 Infotainmentsysteem Albumhoes: De embedded Grace- media-apparaat gereed) klinkt, kunt note-database bevat de albumhoes- u met stemherkenning nummers op informatie van de muziek op het het apparaat zoeken. De volgende USB-apparaat. Indien muziek keer dat het apparaat wordt aange- zonder albumhoes door Gracenote sloten of het voertuig wordt gestart, wordt herkend, zal Gracenote de verschijnt "Indexing"...
  • Pagina 173 Infotainmentsysteem 7-15 Ondersteunde bestandssys- Ga als volgt te werk om een Stuur de USB-bron als deze actief is temen: FAT32, NTFS, Linux en USB-apparaat af te spelen: op de volgende wijze aan: HFS+ Sluit de USB aan en het De radio ondersteunt aansluiting De volgende beperkingen afspelen begint.
  • Pagina 174 7-16 Infotainmentsysteem USB-menu Artiesten: SEEK (Vorige/Terug): De volgende functies zijn beschik- 1. Druk hierop om de lijst met Indrukken om naar het begin baar via het USB-menu: artiesten op de USB te bekijken. van de huidige of vorige track terug te gaan. Als de track Shuffle: Indrukken om de nummers 2.
  • Pagina 175 Infotainmentsysteem 7-17 Nummers: Afspelen vanaf een iPod® iPod aansluiten 1. Druk hierop om een lijst met alle 1. Sluit het ene uiteinde van de Deze functie ondersteunt de nummers op de USB te standaard USB-kabel van de volgende iPod-modellen: bekijken. iPod aan op de ingebouwde iPod Classic (6e generatie) connector van de iPod.
  • Pagina 176 7-18 Infotainmentsysteem iPod-menu Artiesten: Genres: 1. Druk hierop om de artiesten op 1. Druk hierop om de genres op de de iPod te bekijken. iPod te bekijken. 2. Selecteer de artiestennaam om 2. Kies de naam van een genre om alle albums met nummers van alle artiesten in dat genre te die artiest te bekijken.
  • Pagina 177: Hulpapparatuur

    Infotainmentsysteem 7-19 Podcasts: Afspelen vanaf een iPhone teren, of de ingebouwde connector van het apparaat loskoppelen en of iPad® 1. Druk hierop om de podcasts op weer aansluiten. de iPod te bekijken. Deze functie ondersteunt iPhone Bluetooth Audio en stemher- 3G, iPhone 3GS, iPhone 4 en iPad.
  • Pagina 178: Bluetooth Audio

    7-20 Infotainmentsysteem Zeg "Play Front AUX" (AUX Druk op de SRC-toets van Deze aansluiting is geen audio- voorzijde afspelen) om met de stuurbedieningsknoppen uitgang. Sluit geen koptelefoon aan behulp van stemherkenning het totdat Bluetooth Audio is op de ingangsaansluiting voor externe apparaat af te spelen.
  • Pagina 179: Stemherkenning

    Infotainmentsysteem 7-21 Wanneer Bluetooth Audio wordt Om een Bluetooth-telefoon als Stemherkenning geselecteerd, kan de audiospeler audiobron af te spelen, moet deze Met stemherkenning kunt u de wellicht niet worden gestart. Het als actieve applicatie op het begin- functies van het infotainmentsys- starten en afspelen verloopt bij elk scherm staan ingesteld.
  • Pagina 180: Stemherkenning Annuleren

    7-22 Infotainmentsysteem Door achtergrondgeluid zoals Als er geen geluidssignaal is, Handige tips voor gesproken van een snel draaiende aanjager moet u controleren of het geluid opdrachten voor klimaatregeling, open is aangezet. Wanneer meerdere opdrachten ramen of hard doorklinkend Wanneer stemherkenning actief mogelijk zijn, kunt u de opdracht geluid van buiten, ook bij is, verschijnt rechtsboven op het...
  • Pagina 181 Infotainmentsysteem 7-23 Stemherkenningshulp Instellingen: Gebruik deze Telefooncommando's opdracht als u meer wilt weten over Spreek duidelijk een van de helpop- Nummer kiezen of bellen het in- en uitschakelen van drachten uit om de gesproken (telefoonnummer of naam): gesproken opdrachten of het helpfunctie te activeren.
  • Pagina 182 7-24 Infotainmentsysteem Redial (opnieuw kiezen) of Redial Play Artist (artist name) (artiest Instellingencommando's Last Number (laatste nummer afspelen (artiestennaam)): Verbose (set) on (mode) herhalen): Hiermee geeft u het Hiermee geeft u het systeem (gesproken (modus) aan), systeem opdracht om het laatst opdracht om nummers van een Verbose (set) off (mode) gebelde nummer opnieuw te bellen.
  • Pagina 183: Personaliseren Beginpagina Personali

    Infotainmentsysteem 7-25 Go Back (ga terug), Back (terug), Personaliseren 3. Druk op een schermtoets om Previous (vorige): Hiermee geeft u deze toe te voegen of te verwij- het systeem opdracht om naar een deren op de eerste Beginpagina. Beginpagina personali- vorig menu te gaan.
  • Pagina 184: Telefoon

    7-26 Infotainmentsysteem Het bellen van nummers met Telefoon Andere geregistreerde handels- gebruik van de oproepenlijst merken en handelsnamen zijn eigendom van de respectievelijke (Indrukken om te Bluetooth eigenaren. spreken): Indrukken voor het beantwoorden van inkomende Algemene informatie Bedieningselementen oproepen, voor het bevestigen van voor UHP Auto's met een telefoon met univer- systeeminformatie en om spraakher-...
  • Pagina 185 Infotainmentsysteem 7-27 Bedieningselementen van het 4. Selecteer Change Bluetooth Gebruik de VOL/ -knop tijdens infotainmentsysteem Code (wijzigen van een gesprek om het volumeniveau Bluetooth-code). te veranderen. Het aangepaste PHONE (Telefoon): Druk in om volumeniveau blijft in het geheugen naar het hoofdmenu van de 5.
  • Pagina 186: Uhp Gebruiken Met Bedieningselementen Van Infotain- Mentsysteem

    7-28 Infotainmentsysteem U hoeft normaliter maar één keer Paren 4. Selecteer Pair Device (apparaat te koppelen, tenzij de koppelin- paren) of Add new Hands-free Een voor Bluetooth geschikte formatie werd gewijzigd of de (HF) device (nieuw handsfree- mobiele telefoon moet eerst gekop- mobiele telefoon definitief werd apparaat toevoegen).
  • Pagina 187 Infotainmentsysteem 7-29 6. Herhaal de stappen 1 t/m 5 om 4. Selecteer Device List (appara- Als u wissen selecteert, wordt de extra mobiele telefoons te tenlijst). gemarkeerde mobiele telefoon koppelen. gewist. 5. Selecteer de mobiele telefoon die u wilt wissen en volg de Alle gekoppelde en verbonden Bellen met gebruik van contacten- aanwijzingen op het scherm.
  • Pagina 188 7-30 Infotainmentsysteem Via het Phone Book-menu (contac- Bellen via het Oproepenlijs- Een oproep beantwoorden of tenlijst) kunt u de contactenlijst ten-menu: afwijzen opgeslagen in de mobiele telefoon 1. Druk tweemaal op de Bij een inkomende oproep wordt het gebruiken om te bellen. PHONE-knop.
  • Pagina 189 Infotainmentsysteem 7-31 Als u de inkomende oproep wilt 2. Voer de tekenreeks in en selec- Een oproep stilschakelen aannemen, draait u de MENU/ teer dan Bellen. Druk op de MENU/SELECT-knop en SELECT-knop naar Answer 3. Nadat de oproep is gedaan, selecteer Mute Call (oproep (beantwoorden) of u drukt op drukt u op de MENU/SELECT-...
  • Pagina 190: Uhp Gebruiken Met Spraakherkenning

    7-32 Infotainmentsysteem UHP gebruiken met spraakher- Bij onjuist gebruik of onjuiste invoer Het volume van de stemuitvoer geeft de spraakherkenningsfunctie u instellen kenning gesproken feedback en zal deze u Draai aan de volumeknop van het Met de spraakherkenningsfunctie vragen om de gewenste instructie te infotainmentsysteem of druk op de van het UHP-systeem kunt u herhalen.
  • Pagina 191 Infotainmentsysteem 7-33 Opdrachten in hoofdmenu Vaak gebruikte opdrachten Telefoon in apparatenlijst koppelen, opslaan of verwijderen Het UHP-systeem heeft een aantal Hier volgt een lijst van vaak hoofdmenuopdrachten die meteen gebruikte opdrachten: Met het opdracht Pair (paren) kunt beschikbaar zijn zodra spraakher- u een mobiele telefoon bewaren in Help : de dialoog wordt beëin- kenning het eerst wordt gestart.
  • Pagina 192 7-34 Infotainmentsysteem Stemoutput: Using the pair function Telefoon in apparatenlijst selec- Gebruiker: Yes. in the external device, enter <1234> teren Stemoutput: One moment please, to pair. (met behulp van de koppel- De opdracht Select device the system searches for the functie in het externe apparaat voert (apparaat selecteren) kan worden selected device.
  • Pagina 193 Infotainmentsysteem 7-35 Beschikbare opdrachten: Het ingevoerde telefoonnummer Stemoutput: One one nine nine. mag maximaal 25 tekens lang zijn. (Een een negen negen) Dial (nummer kiezen): de invoer is geaccepteerd. Om met het buitenland te kunnen Gebruiker: Dial. (nummer kiezen) telefoneren, kunt u aan het begin Digit (cijfer): er wordt een cijfer- Stemoutput: The number is being van het telefoonnummer het woord...
  • Pagina 194 7-36 Infotainmentsysteem Re-dialing (opnieuw kiezen) (Zie voor informatie over naamtags Een naamtag opslaan onder Opslaan van een naamtag Help De opdracht Save (opslaan) wordt verderop in deze paragraaf.) gebruikt om een telefoonnummer Cancel (annuleren) als naamtag in de contactenlijst op Gebruiker: Name tag.
  • Pagina 195 Infotainmentsysteem 7-37 Om de naamtag onafhankelijk van Gebruiker: Save. (opslaan) Opgeslagen naamtags beluisteren de locatie, d.w.z. ook in andere Gebruiker: Name Tag (Zeg de De opdracht Directory (telefoon- landen, te kunnen gebruiken, naamtag). boek) wordt gebruikt om alle moeten alle telefoonnummers met opgeslagen naamtags te beluis- Stemoutput: Please, repeat the een plus en het betreffende...
  • Pagina 196: Handelsmerken En Licentie- Overeenkomsten

    7-38 Infotainmentsysteem Handelsmerken en Licentieovereen- komsten Gracenote Gracenote®, het Gracenote logo en beeldmerk en het logo "Powered by Gracenote" vormen een geregi- streerd handelsmerk of een gedepo- neerd handelsmerk van Gracenote, Inc. in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Bluetooth De naam Bluetooth®...
  • Pagina 197: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Klimaatregeling Klimaatregelsystemen De verwarming, ontdooifunctie, koeling en ventilatie voor de auto kunnen Klimaatregelsystemen met dit systeem worden geregeld. Klimaatregelsystemen ..8-1 Luchtroosters Luchtroosters ....8-3 Onderhoud Interieurluchtfilter .
  • Pagina 198 Klimaatregeling Temperatuurregeling: Draai de (Ontdooien): De voorruit wordt (Recirculatie): Druk op de knop knop om de temperatuur in de auto sneller condens- of ijsvrij gemaakt. om de recirculatiefunctie in te te verhogen of te verlagen. De De lucht wordt naar de luchtroosters schakelen.
  • Pagina 199: Achterruitontwaseming

    Klimaatregeling Achterruitontwaseming Gebruik geen Luchtroosters scheermesje of scherp voorwerp (ontwaseming achter): Druk Gebruik de luchtroosters in het om de achterruit vanbinnen vrij te op de knop om de achterruitontwa- midden en aan de zijkanten van het maken. Plak niets vast aan de seming aan of uit te zetten.
  • Pagina 200: Onderhoud

    Klimaatregeling Het gebruik van motorkapspoi- Onderhoud lers die niet door GM zijn goedgekeurd, kan de prestaties Interieurluchtfilter van het systeem negatief beïnvloeden. Raadpleeg uw Het interieurluchtfilter vangt dealer voordat u voorzieningen vrijwel alle stof en pollen uit de lucht aan de buitenkant van de auto die de auto binnenkomt.
  • Pagina 201 Rijden en bedienen Rijden en bedienen Schakelen naar Remmen stand Park ....9-18 Antiblokkeersysteem van de Schakelen uit parkeer- remmen (ABS) ... . . 9-29 stand .
  • Pagina 202: Informatie Over Het Rijden

    Rijden en bedienen Slepen Informatie over het Controle over een Algemene sleepinformatie . . . 9-46 voertuig rijden Rijeigenschappen en Remmen, sturen en accelereren zijn sleeptips ....9-46 Defensief rijden belangrijke factoren om een voertuig Trekken van een...
  • Pagina 203: Stuurinrichting

    Rijden en bedienen Nuttige remtips om te Stuurinrichting Ga in geval van problemen naar uw onthouden, zijn: dealer. Elektrische stuurbekrachtiging Houd voldoende afstand tussen Tips voor het nemen van De auto beschikt over elektrische uzelf en uw voorligger. bochten stuurbekrachtiging. Het systeem Voorkom onnodig hard Neem bochten met een redelijke heeft geen stuurbekrachtigingsvloei-...
  • Pagina 204: Reageren Bij Van De Weg Raken

    Rijden en bedienen Reageren bij van de weg 2. Draai het stuurwiel ongeveer Bestuurders die defensief rijden een achtste rond, totdat de vermijden slipsituaties door op de raken voorband de rand van de weg bestaande omstandigheden te letten raakt. en hun rijgedrag hieraan aan te passen.
  • Pagina 205: Wedstrijdrijden

    Rijden en bedienen sneeuw op de weg, zodat die Let op!: Wanneer u de auto Als de auto wordt gebruikt voor spiegelt) en verminder snelheid gebruikt voor wedstrijdrijden, kan races, sportief rijden, langdurig wanneer u twijfelt. de auto meer olie verbruiken dan rijden met hoge snelheden of in bij normaal gebruik.
  • Pagina 206: Op Een Natte Weg Rijden

    Rijden en bedienen Alleen bij gebruik op circuits wordt Aquaplaning WAARSCHUWING aanbevolen om de olieregelset te Aquaplaning is gevaarlijk. Er kan installeren om overmatig oliever- een film van water onder de banden Natte remmen kunnen bruik te voorkomen. Deze set is ontstaan, wat betekent dat het ongelukken veroorzaken.
  • Pagina 207: Slaperig Gevoel Op De

    Rijden en bedienen Neem goede banden met een Wegen door heuvels en WAARSCHUWING goede profieldiepte. Zie Banden bergen (Vervolg) op pagina 10 39. Rijden door een heuvel- of Schakel de cruise control uit. terug, zodat de motor de remmen bergachtig landschap is anders dan kan helpen bij het afrijden van rijden door een vlak of golvend Slaperig gevoel op de...
  • Pagina 208: Rijden In De Winter

    Rijden en bedienen Wissel niet van rijbaan. Ga niet Rijd voorzichtig, wat de omstandig- begaanbaar zijn. Vermijd plotselinge over het midden van de weg heden ook zijn. Accelereer stuurbewegingen en remacties op heen. Rijd met een zodanige langzaam, zodat de banden hun bevroren wegdek.
  • Pagina 209: Als De Auto Vastgeraakt Is

    Rijden en bedienen start de motor alleen als u het erg WAARSCHUWING WAARSCHUWING koud hebt. Beweging helpt ook om (Vervolg) (Vervolg) warm te blijven. bevatten koolmonoxide (CO) dat Open de luchtuitlaten op of o- Als het enige tijd duurt voordat hulp reukloos en onzichtbaar is.
  • Pagina 210: Maximum Laadvermogen

    9-10 Rijden en bedienen versnellingsbak wordt voorkomen. Maximum laadvermogen WAARSCHUWING Laat het gaspedaal los tijdens het voertuig schakelen en trap het gaspedaal Als de wielen van het voertuig lichtjes in als de versnellingsbak in Informatielabel voor banden en met hoge snelheid ronddraaien, de versnelling staat.
  • Pagina 211 Rijden en bedienen 9-11 bandenspanning, zie Banden op Certificeringslabel Het gebruik van zwaardere pagina 10 39 en Bandenspan- ophangingsonderdelen voor Een voertuigspecifiek certifice- ning op pagina 10 42. extra duurzaamheid hoeft niet ringslabel bevindt zich onder het van invloed te zijn op de Dit label bevindt zich nabij het portierslotmechanisme op het gewichtsklasse.
  • Pagina 212: Starten En Bediening

    9-12 Rijden en bedienen Wanneer u niet zeker bent van Starten en bediening WAARSCHUWING de vooras-, achteras- of totale (Vervolg) belasting van de auto, weegt u Nieuw voertuig inrijden bagageruimte. Probeer het de auto bij een weegstation. Uw Let op!: Volg deze aanbevolen gewicht gelijkmatig te dealer kan u hierbij van richtlijnen tijdens de eerste...
  • Pagina 213: Contactstanden

    Rijden en bedienen 9-13 Voorkom terugschakelen om Om nieuwe banden in te Contactstanden af te remmen of de auto te rijden, rijdt u met gematigde vertragen wanneer het snelheden en voorkomt u motortoerental hoger is dan scherpe bochten gedurende 4000 tpm. de eerste 322 km (200 mijl).
  • Pagina 214 9-14 Rijden en bedienen De sleutel moet geheel zijn Schakel de motor niet uit als het 2. Schakel het voertuig naar ingestoken om de auto te kunnen voertuig nog in beweging is. De neutraal. Dit kan worden gedaan starten. bekrachtiging van het remsysteem terwijl het voertuig in beweging en de stuurinrichting werkt dan niet is.
  • Pagina 215 Rijden en bedienen 9-15 3 (ON/RUN) (aan/rijden): Het 4 (START): In deze positie start de WAARSCHUWING contactslot staat in deze stand motor. Laat de sleutel los zodra de (Vervolg) terwijl de motor draait. U kunt deze motor start. De contactschakelaar stand gebruiken om elektrische keert terug naar ON/RUN om het voertuig tijdens het rijden...
  • Pagina 216: Ontgrendeling Van Contactsleutel

    9-16 Rijden en bedienen Ontgrendeling van contact- De contactsleutelontgrendeling Automatische versnellingsbak functioneert altijd, tenzij de accu sleutel Beweeg de schakelhendel naar leeg is of een lage spanning heeft stand P (Park) of N (Neutraal). In (minder dan 9 volt). Als de voertuig- een andere stand zal de motor niet accu niet geladen is of een lage starten.
  • Pagina 217 Rijden en bedienen 9-17 Startprocedure stoppen om motorschade te maximaal 15 seconden lang de voorkomen. Dit systeem sleutel in de stand START houdt. 1. Houd uw voet van het gaspe- voorkomt ook dat de motor wordt Wacht minimaal 15 seconden na daal, draai de contactsleutel gestart als de motor al draait, dit elke poging, zodat de startmotor...
  • Pagina 218: Ingeschakelde Accessoirevoeding (Rap)

    9-18 Rijden en bedienen Ingeschakelde accessoi- Schakelen naar Voertuig verlaten met draai- ende motor revoeding (RAP) stand Park Deze voertuigaccessoires kunnen Gebruik deze procedure om naar P WAARSCHUWING tot 10 minuten na het uitschakelen (Parkeren) te schakelen: van de motor worden gebruikt: Het kan gevaarlijk zijn om een 1.
  • Pagina 219: Koppelvergrendeling

    Rijden en bedienen 9-19 Koppelvergrendeling Schakelen uit parkeer- WAARSCHUWING stand Koppelvergrendeling is wanneer het (Vervolg) gewicht van de auto teveel kracht Dit voertuig is uitgerust met een schakelhendel naar stand P uitoefent op de parkeerpal in de elektronisch schakelblokkeringssys- (Park) bewegen. Zie Schakelen versnellingsbak.
  • Pagina 220 9-20 Rijden en bedienen Als de voertuigaccu niet geladen is 3. Beweeg de schakelhendel naar Gebruik van handmatige ontgrende- of een lage spanning heeft, moet u de gewenste stand. ling van schakelhendelblokkering: proberen om de accu te laden of Als de schakelhendel steeds niet uit 1.
  • Pagina 221: Parkeren (Handgeschakelde Versnellingsbak)

    Rijden en bedienen 9-21 8. Plaats het consolebekledingspa- Als u op een helling geparkeerd neel weer in de oude positie en staat of wanneer de auto een breng de bevestigingen op het aanhangwagen trekt, zie dan onder paneel in lijn met de sleuven in Rijeigenschappen en tips voor het de console.
  • Pagina 222: Active Fuel Management

    9-22 Rijden en bedienen Active Fuel Motoruitlaat WAARSCHUWING Management® (Vervolg) WAARSCHUWING Voertuigen met een V8-motor en het uitlaatsysteem van het een automatische versnellingsbak voertuig is gewijzigd, bescha- De uitlaatgassen bevatten zijn uitgerust met Active Fuel digd of verkeerd is gerepa- koolmonoxide (CO) dat reukloos Management®.
  • Pagina 223: Draaiende Motor Bij Geparkeerd Voertuig

    Rijden en bedienen 9-23 Draaiende motor bij Automatische P (Park): In deze stand worden de achterwielen vergrendeld. Deze geparkeerd voertuig versnellingsbak stand kan het beste worden gebruikt wanneer het voertuig wordt gestart, Het is beter om de motor niet te De versnelling die momenteel is aangezien het voertuig dan niet laten draaien als het voertuig is...
  • Pagina 224 9-24 Rijden en bedienen en beweeg de keuzehendel in een het voertuig al in beweging is. N WAARSCHUWING andere versnelling. Zie Schakelen (Neutraal) kunt u ook gebruiken als (Vervolg) uit parkeerstand op pagina 9 19. het voertuig wordt gesleept. schakelhendel naar stand P R (Reverse, Achteruit): Gebruik WAARSCHUWING (Park) bewegen.
  • Pagina 225 Rijden en bedienen 9-25 Zorg ervoor dat de motor niet met daal blijft intrappen, schakelt de Als de schakelhendel in stand M een hoog toerental draait versnellingsbak terug naar de 3e (Handmatige modus) staat en de wanneer u schakelt. (Derde) versnelling. drukschakelknoppen op het stuur- wiel niet worden gebruikt, zal de D (Drive): Deze stand wordt...
  • Pagina 226: Handmatige Modus

    9-26 Rijden en bedienen afremmen zal de versnellingsbak Handmatige modus schakelen en op het rechter bedie- automatisch terugschakelen naar de ningselement om omhoog te Drukschakelknoppen aangrenzende lagere versnelling, schakelen. Het DIC-display geeft zodat het toerental boven circa aan welke versnelling is 3000 omw/min blijft.
  • Pagina 227 Rijden en bedienen 9-27 Wanneer de drukschakelfunctie De bestuurder kan dit gebruiken Tijdens het vrij uitrollen tot stilstand actief is, kan de bestuurder de voor sportief rijden of tijdens het met actieve drukschakelfunctie zal drukschakelfunctie uitschakelen heuvelop of heuvelaf rijden, om de versnellingsbak automatisch door de rechter knop (opschakelen) langer in een versnelling te blijven...
  • Pagina 228: Handgeschakelde Versnellingsbak

    9-28 Rijden en bedienen Handgeschakelde U kunt in de 1e (eerste) versnelling Om te stoppen, laat u het gaspedaal schakelen wanneer u langzamer opkomen en drukt u op het rempe- versnellingsbak dan 64 km/h (40 mph) rijdt. daal. Vlak voordat de auto tot Wanneer u volledig tot stilstand stilstand komt, drukt u het koppe- komt en de 1e (eerste) versnelling...
  • Pagina 229: Remmen (Abs)

    Rijden en bedienen 9-29 Remmen Wanneer er geremd wordt, blijft de computer updates ontvangen over de wielsnelheid en regelt hij de Antiblokkeersysteem van remdruk dienovereenkomstig. de remmen (ABS) Let op: ABS verandert de tijd niet die nodig is om een voet op het De auto is uitgerust met een Als er een probleem is met ABS, antiblokkeersysteem van de...
  • Pagina 230: Parkeerrem

    9-30 Rijden en bedienen Parkeerrem De handrem vrijgeven: Tijdens rijden met aangetrokken handrem geeft het systeem een 1. Houd het rempedaal ingetrapt. geluidssignaal ter waarschuwing en 2. Trek de handremhendel omhoog verschijnt de melding RELEASE totdat u de ontgrendelknop kunt PARKING BRAKE (handrem indrukken.
  • Pagina 231: Hellingrem (Hsa)

    Rijden en bedienen 9-31 vertragen. De hydraulische regelmo- bestuurder het rempedaal lost en Rijregelsystemen dule van het stabiliteitssysteem begint te versnellen om weg te verhoogt de remdruk op elke hoek rijden op een helling, houdt HSA de Traction Control-sys- van de auto tot de ABS geactiveerd remdruk vast om ervoor te zorgen teem (TCS) wordt.
  • Pagina 232: Stabilitrak®-Systeem

    9-32 Rijden en bedienen het systeem uit te schakelen, wanneer de auto vastzit in zand, modder of sneeuw en deze moet worden vrijgemaakt. Zet TCS ook af terwijl u rijdt in diepe sneeuw of op los grind, om de verplaatsing van de auto bij lagere snelheden te verbe- Het waarschuwingslampje TCS/ Het waarschuwingslampje van TCS...
  • Pagina 233 Rijden en bedienen 9-33 StabiliTrak wordt geactiveerd wanneer de computer een discre- pantie detecteert tussen de weg die u van plan was te nemen en de richting die de auto in werkelijkheid uitrijdt. StabiliTrak oefent selectief remdruk uit op een van de remmen De knop voor het Traction Control- Wanneer er binnen StabiliTrak een van de auto als ondersteuning bij...
  • Pagina 234: Wielsnelheidsregeling (Edc)

    9-34 Rijden en bedienen Wielsnelheidsregeling (EDC) circuit en zijn niet bedoeld voor gebruik op de openbare weg. De EDC (Engine Drag Control) verbe- systemen compenseren niet het tert de voertuigstabiliteit door na te gebrek aan ervaring van de gaan of er een verschil bestaat in bestuurder of het gebrek aan circuit- draaisnelheid tussen de vrije kennis.
  • Pagina 235: Modus Voor Wedstrijdrijden (Alleen Ss)

    Rijden en bedienen 9-35 Modus voor wedstrijdrijden Deze lampjes branden wanneer de van Traction Control waarbij modus voor wedstrijdrijden wielspin wordt geregeld tijdens het (alleen SS) ingeschakeld is. optrekken met de auto. Deze functie In de modus voor wedstrijdrijden is is bedoeld voor gebruik op gesloten Deze optionele rijmodus kan worden het volledige motorvermogen...
  • Pagina 236: Cruise Control

    9-36 Rijden en bedienen de koppeling, terwijl het gaspedaal Achteras met sperdiffe- Cruise control volledig ingedrukt blijft, zorg ervoor rentieel Met cruise control kan de auto een dat doorslippende banden beheers- snelheid handhaven van circa baar blijven. De volledige schakel- Auto's met een achteras met 40 km/u (25 mph) of meer, zonder handelingen staan beschreven in...
  • Pagina 237 Rijden en bedienen 9-37 SET/- (instellen/uitrollen): Draai Een ingestelde snelheid opnieuw het kartelwieltje omlaag om een instellen snelheid in te stellen of de auto te Als cruise control op een gewenste vertragen. snelheid is ingesteld en u daarna remt, wordt de cruise control Cruise control instellen gedeactiveerd zonder dat de aan is terwijl het systeem niet...
  • Pagina 238 9-38 Rijden en bedienen Om in kleinere stappen te Snelheid verhogen terwijl u cruise auto te handhaven. Wanneer u vertragen, drukt u het kartel- control gebruikt remt, wordt de cruise control uitge- wieltje kort even naar SET/-. schakeld. Als het cruise control-systeem al Telkens u dit doet, vertraagt de geactiveerd is: Cruise control beëindigen...
  • Pagina 239: Ultrasone Parkeerhulp

    Rijden en bedienen 9-39 Obstakeldetectiesys- broken pieptoon over in een WAARSCHUWING continue pieptoon van vijf temen (Vervolg) seconden. bij snelheden groter dan 8 km/h De voorwerpen moeten zich Ultrasone parkeerhulp (5 mph). Om, ook met URPA, minstens 20 cm (8 inch) boven de lichamelijk of dodelijk letsel of grond en onder het niveau van de Met het ultrasone parkeerhulpsys-...
  • Pagina 240: Achteruitrijcamera (Rvc)

    9-40 Rijden en bedienen Andere omstandigheden, zoals URPA gaat standaard aan telkens hebt gewassen. Het bericht trillingen door een drilboor of wanneer de automotor wordt verdwijnt mogelijk niet wanneer ontsnappende perslucht uit het gestart. de rijp of ijs gesmolten is. remsysteem van zeer grote Indien de bovenstaande zaken niet Wanneer het systeem niet...
  • Pagina 241: Achteruitrijcamera (Locatie)

    Rijden en bedienen 9-41 Achteruitrijcamera (Locatie) De volgende illustratie toont het WAARSCHUWING gezichtsveld dat de camera geeft. (Vervolg) tijdens langere manoeuvres, het achteruitrijden met hogere snelheid of bij situaties met kruisend verkeer. Indien niet de nodige voorzichtigheid in acht wordt genomen, kan dit lichame- lijk of dodelijk letsel of schade aan de auto tot gevolg hebben.
  • Pagina 242: Brandstof

    9-42 Rijden en bedienen IJs, sneeuw, modder of iets Brandstof anders op de cameralens zitten. Reinig de lens, spoel ze met Het gebruik van de aanbevolen water en droog ze af met een brandstof is een belangrijk onder- zachte doek. deel van het juiste onderhoud van deze auto, het houdt de motor De achterzijde van het voertuig...
  • Pagina 243: Benzineadditieven

    Rijden en bedienen 9-43 benzine met een octaangehalte van ethanol, zoals E85 (85% ethanol) of van het benzinedampafzuigsysteem 98 RON of hoger gebruikt, moet de meer dan 15% MTBE (een ether) nadelig beïnvloeden. Het storingsin- motor worden nagekeken. gebruiken in auto's die niet dicatielampje kan gaan branden.
  • Pagina 244 9-44 Rijden en bedienen Zorg ervoor dat u geen brandstof WAARSCHUWING morst. Vul de tank niet tot de rand (Vervolg) bij of overvul ze niet en wacht enkele seconden nadat u klaar bent Stap niet in uw auto wanneer met tanken voordat u het tankpistool u brandstof tankt.
  • Pagina 245 Rijden en bedienen 9-45 Let op!: Wanneer een nieuwe Een draagbaar brandstof- WAARSCHUWING tankdop nodig is, dient u ervoor reservoir vullen (Vervolg) te zorgen dat u de juiste dop bestelt bij uw dealer. Een Steek het vulpistool in de vul- WAARSCHUWING verkeerd type tankdop past opening van de jerrycan voor-...
  • Pagina 246 9-46 Rijden en bedienen Auto's met een automatische Slepen Rijeigenschappen en versnellingsbak kunnen in stand sleeptips D (Drive) trekken, maar de stand Algemene sleepinfor- M (handmatige modus) wordt Rijden met een aanhanger matie aanbevolen. Zie Handmatige Houd rekening met de volgende modus op pagina 9 26.
  • Pagina 247 Rijden en bedienen 9-47 vertrouwd met de rij- en remeigen- maken van bochten. Dit is normaal WAARSCHUWING schappen van de combinatie bij het trekken van zware (Vervolg) voordat u de weg opgaat. aanhangers. Houd rekening met de volgende Voordat u begint, controleert u alle Tussenafstand zaken wanneer u een aanhanger trekhaakonderdelen en bevesti-...
  • Pagina 248: Achteruitrijden

    9-48 Rijden en bedienen Achteruitrijden richtingaanwijzer goed op voorhand Wanneer u niet omlaagschakelt, en vermijd schokkerige of bruuske moeten de remmen zoveel worden Houd de onderkant van het stuur- manoeuvres. gebruikt dat ze heet kunnen worden wiel vast met een hand. Om de en niet meer goed werken.
  • Pagina 249: Parkeren Op Heuvels

    Rijden en bedienen 9-49 Parkeren op heuvels 3. Wanneer de wielblokken op hun 4. Stop en laat iemand de blokken plaats staan, laat u het rempe- inzamelen en opbergen. daal los tot de blokken het WAARSCHUWING Onderhoud bij het trekken van gewicht opvangen.
  • Pagina 250: Trekken Van Een Aanhanger

    9-50 Rijden en bedienen Trekken van een kelijk zijn van eventuele speciale Gewicht van de aanhange- uitrusting in de auto en de hoeveel- rdissel aanhanger heid disselgewicht waarmee de auto Het disselgewicht (1) van een belast mag worden. Zie "Gewicht Voordat u een aanhanger gaat aanhanger is een belangrijk gewicht van de aanhangerdissel"...
  • Pagina 251: Totaalgewicht Op Uw Voertuigbanden

    Rijden en bedienen 9-51 Worden er gaten in de carros- Totaalgewicht op uw voertuig- serie van de auto gemaakt banden wanneer de trekhaak wordt Zorg ervoor dat de bandenspanning gemonteerd? Dicht in dat geval van het voertuig de hoogste waarde de gaten af wanneer de trekhaak voor koude banden bereikt.
  • Pagina 252 9-52 Rijden en bedienen Aanhangerremmen Aanpassingen en Heeft de aanhanger zijn eigen aanvullingen remmen? Zorg ervoor dat u de instructies voor de aanhange- Toegevoegde elektrische rremmen leest en opvolgt, zodat ze accessoires correct ingebouwd, afgesteld en onderhouden worden. Let op!: Bepaalde elektrische Omdat de auto voorzien is van ABS, apparaten kunnen schade aan de mogen ze niet worden aangesloten...
  • Pagina 253 Verzorging van het voertuig 10-1 Verzorging van het Remvloeistof ....10-22 Elektrisch systeem Accu ..... . . 10-23 Overbelasting elektrisch voertuig Achteras .
  • Pagina 254: Algemene Informatie

    10-2 Verzorging van het voertuig Verschillende banden- en Algemene informatie Schade aan voertuigonderdelen die velgmaat ....10-53 het gevolg is van gebruik van niet Bezoek uw dealer voor service en Wieluitlijning en bandbalan- door GM goedgekeurde onderdelen...
  • Pagina 255: Verzorging Van Het Voertuig

    Verzorging van het voertuig 10-3 Voertuigcontroles Dit voertuig beschikt over een Motorkap airbagsysteem. Raadpleeg Controle Openen van de motorkap: airbagsysteem op pagina 3 29 Werkzaamheden voordat u zelf servicewerkzaam- uitvoeren heden tracht uit te voeren. Registreer alle ontvangen onder- WAARSCHUWING delen en stel een lijst op met de kilometerstand en de datum van alle Het uitvoeren van werkzaam-...
  • Pagina 256 10-4 Verzorging van het voertuig 2. Trek de tweede motorkapont- grendeling omhoog. De hendel zit bij het middenpunt van de motorkap. 3. Til de motorkap op. Verzeker u ervan dat alle vuldoppen goed zijn geplaatst, voordat u de motorkap sluit. Breng dan de motorkap omhoog om de druk af te laten.
  • Pagina 257: Overzicht Motorruimte

    Verzorging van het voertuig 10-5 Overzicht motorruimte 6.2L V8-motor (L99-motor getoond, LS3 gelijkwaardig)
  • Pagina 258: Motorolie

    10-6 Verzorging van het voertuig Ververs de motorolie op de 1. Elektrisch centrum in motor- 9. Externe pluspool (+). Zie Accu voorgeschreven tijden. Zie ruimte. Zie Zekeringenkast in op pagina 10 23. Controlesysteem van de motorruimte op pagina 10 32. 10.
  • Pagina 259 Verzorging van het voertuig 10-7 Een nauwkeurige aflezing van het 2. Trek de peilstok uit de opening, Let op: Vul niet te veel olie bij. oliepeil is van essentieel belang: reinig deze met een papieren Als het oliepeil zich boven of handdoek of doek en plaats onder het aanvaardbare bedrijfs- 1.
  • Pagina 260: Toevoegingen Aan De Motorolie/Motorolie Doorspoelen

    10-8 Verzorging van het voertuig Keuze van de juiste motorolie Viscositeitsgraad Het doorspoelen van het motorolie- systeem wordt afgeraden. Dit kan SAE 5W-30 is de beste viscositeits- De keuze van de juiste motorolie is schade aan de motor veroorzaken graad voor het voertuig. Gebruik afhankelijk van de voorgeschreven die niet door de autogarantie wordt geen olie met een andere viscosi-...
  • Pagina 261: Controlesysteem Van De Oliekwaliteit

    Verzorging van het voertuig 10-9 bodem, in het riool of in het opper- Zodra het systeem heeft berekend Indien het systeem per ongeluk vlaktewater wegstromen. Voer het af dat het einde van de levensduur van wordt gereset, moet de olie naar een verzamelpunt voor recyc- de olie is bereikt, geeft het aan dat worden vervangen zodra 5000 km...
  • Pagina 262: Vloeistof Automatische Versnellingsbak

    10-10 Verzorging van het voertuig Vloeistof automatische Olie voor handgescha- Controlepunten en hulpmid- delen versnellingsbak kelde versnellingsbak Het is niet nodig om het vloeistofpeil Werkwijze voor controle vloei- van de handgeschakelde versnel- stof automatische versnel- lingsbak te controleren. De enige lingsbak reden voor olieverlies is een trans- Het is niet nodig om het transmissie-...
  • Pagina 263: Motorluchtfilter

    Verzorging van het voertuig 10-11 Controleren en vloeistof (50.000 mijl) bij de eerste olieverver- singsbeurt. Zie Periodiek onderhoud bijvullen op pagina 11 1. In geval van stoffige Controleer het reservoir voor of vuile rijomstandigheden moet het rem-/koppelingsvloeistof visueel om filter bij elke olieverversingsbeurt er zeker van te zijn dat het vloeistof- worden gecontroleerd.
  • Pagina 264: Koelsysteem

    10-12 Verzorging van het voertuig 4. Ontgrendel de borgklemmen aan Koelsysteem WAARSCHUWING het luchtfilter/filterhuis. 5. Haal de kap nabij de borgklem Indien de motor zonder luchtfilter ver genoeg omhoog zodat deze wordt gestart, bestaat er verbran- de borgklemmen kan passeren dingsgevaar voor uzelf en en trek de kap naar buiten, zodat anderen.
  • Pagina 265: Koelvloeistof

    Verzorging van het voertuig 10-13 Let op: Het gebruik van andere WAARSCHUWING WAARSCHUWING koelvloeistof dan DEX-COOL® kan voortijdige corrosie van de De elektrische motorkoelventilator Verwarmings- en radiateurs- motor, verwarmingsradiateur en onder de motorkap kan zelfs langen en andere motoronder- radiateur tot gevolg hebben. inschakelen als de motor niet delen kunnen erg heet zijn.
  • Pagina 266 10-14 Verzorging van het voertuig tast aluminium onderdelen Hieronder wordt het koelsysteem WAARSCHUWING niet aan; toegelicht en wordt uitgelegd hoe de (Vervolg) koelvloeistof moet worden gecontro- zorgt voor handhaving van de leerd en zo nodig bijgevuld. waarschuwing voor oververhitting juiste motortemperatuur. Raadpleeg in geval van een krijgt.
  • Pagina 267: Koelvloeistof Controleren

    Verzorging van het voertuig 10-15 Koelvloeistof controleren Werkwijze voor toevoegen van koelvloeistof aan het expansie- Als het koelvloeistofpeil wordt reservoir gecontroleerd, moet het voertuig moet op een vlakke ondergrond staan. WAARSCHUWING Controleer de koelvloeistof als volgt: U kunt zich verbranden als u 1.
  • Pagina 268 10-16 Verzorging van het voertuig Let op: Als een verkeerd Werkwijze voor toevoegen van WAARSCHUWING koelvloeistofmengsel wordt koelvloeistof aan de radiator gebruikt, kan de motor oververhit De elektrische motorkoelventilator raken en ernstig beschadigen. De WAARSCHUWING onder de motorkap kan zelfs reparatiekosten zullen niet inschakelen als de motor niet worden gedekt door de autoga-...
  • Pagina 269 Verzorging van het voertuig 10-17 4. Start de motor. WAARSCHUWING 5. Laat de motor stationair draaien (Vervolg) en vul koelvloeistof bij via de teem, met inbegrip van de radiatordopopening tot het drukdop van de buffertank, heet systeem vol is. is. Laat het koelsysteem en de Wacht 30 seconden totdat de drukdop van de buffertank eerst 2.
  • Pagina 270: Oververhitting Motor

    10-18 Verzorging van het voertuig Oververhitting motor Controleer vervolgens of de motor- koelventilatoren draaien. Indien de De auto heeft een controlelampje motor oververhit is, moeten beide dat u waarschuwt bij oververhitting ventilatoren draaien. Als dit niet het van de motor. geval is, mag u de motor niet meer starten en moet u het voertuig laten Op het instrumentenpaneel is een...
  • Pagina 271 Verzorging van het voertuig 10-19 Als stoom uit de motorruimte Indien de waarschuwing voor WAARSCHUWING oververhitting verschijnt, zonder dat vrijkomt (Vervolg) stoom wordt waargenomen: oververhit raakt en blijf uit het WAARSCHUWING 1. Schakel de airconditioning uit. voertuig totdat de motor is 2.
  • Pagina 272: Sproeiervloeistof

    10-20 Verzorging van het voertuig Indien de waarschuwing terugkeert, Sproeiervloeistof bijvullen onderdelen van het sproeier- moet u onmiddellijk naar de kant systeem beschadigd kunnen gaan, stoppen en het voertuig raken. parkeren. Vul het sproeiervloeistofre- Als geen stoom wordt waarge- servoir slechts tot driekwart nomen, laat u de motor gedurende als het erg koud is.
  • Pagina 273: Onderdelen Remsysteem Vervangen

    Verzorging van het voertuig 10-21 worden waargenomen als met de De wielmoeren moeten met het Onderdelen remsysteem auto wordt gereden, tenzij het juiste aanhaalmoment zijn vastge- vervangen rempedaal stevig wordt ingetrapt. draaid om trillingen tijdens het Het remsysteem van een voertuig is remmen te voorkomen.
  • Pagina 274: Remvloeistof

    10-22 Verzorging van het voertuig Een vloeistoflek in het hydrau- Remvloeistof WAARSCHUWING lisch rem-/koppelingssysteem kan eveneens een laag vloeistof- Als te veel remvloeistof wordt peil tot gevolg hebben. Repareer toegevoegd, kan het op de motor het hydraulisch rem-/koppelings- terechtkomen en verbranden, systeem.
  • Pagina 275: Accu

    Verzorging van het voertuig 10-23 Wat toe te voegen? Let op WAARSCHUWING Gebruik uitsluitend DOT 3-remvloei- De onderdelen van het stof uit een afgesloten verpakking. hydraulisch rem-/koppelings- Afgewerkte remvloeistof mag niet systeem kunnen ernstig met het gewone afval worden Reinig altijd eerst de dop van het beschadigen als de afgevoerd.
  • Pagina 276 10-24 Verzorging van het voertuig WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING Accu's nooit bij het normale afval Gebruik geen lucifers of open De accu's bevatten zuur dat afvoeren. Zorg ervoor dat oude vuur in de buurt van een voertuig- brandwonden kan veroorzaken en accu's in overeenstemming met accu.
  • Pagina 277: Auto Stallen

    Verzorging van het voertuig 10-25 Auto stallen Controle contactslot 3. Probeer de motor in elke versnelling te starten als uw auto Onregelmatig gebruik: Verwijder de met een automatische versnel- zwarte minkabel (-) van de accu om WAARSCHUWING lingsbak is uitgerust. Het te voorkomen dat accu ontlaadt.
  • Pagina 278: Controle Schakelblokkerings- Regeling Automatische Versnellingsbak

    10-26 Verzorging van het voertuig Controle schakelblokke- 3. Schakel het contact in met uitge- Neem contact op met uw dealer als schakelde motor, maar start de service nodig is. ringsregeling automati- motor niet. Probeer de schakel- sche versnellingsbak Controle handrem en hendel met normale inspanning uit de stand P (Park) te P-mechanisme (Park)
  • Pagina 279: Wisserblad Vervangen

    Verzorging van het voertuig 10-27 Parkeer op een redelijk steile heuvel Er zijn verschillende soorten vervan- 3. Open het lipje en trek het wisser- met de neus van het voertuig gende bladen die op verschillende blad ver genoeg naar beneden omlaag.
  • Pagina 280: Koplampen Afstellen

    10-28 Verzorging van het voertuig Koplampen afstellen Gloeilamp vervangen Als de gloeilamp van een HID-kop- lamp is vervangen, heeft de straal De koplamp is reeds afgesteld en Voor het voorgeschreven type gloei- misschien een iets andere kleur dan hoeft niet te worden bijgesteld. lampen, zie Gloeilampen ter vervan- oorspronkelijk het geval was.
  • Pagina 281: Richtingaanwijzer Voor En Parkeerlichten

    Verzorging van het voertuig 10-29 Eén van deze gloeilampen Richtingaanwijzer voor en vervangen: parkeerlichten In de gasontladingskoplampen van deze auto is eveneens een richtingaanwijzerlamp onderge- bracht. Ook het parkeerlicht is een functie van de gasontladingskop- lamp. Zie High Intensity Discharge-- verlichting (HID) op pagina 10 28 voor meer informatie.
  • Pagina 282: Kentekenverlichting

    10-30 Verzorging van het voertuig 7. Trek het luchtkanaal terug uit het 3. Draai de lampfitting linksom en luchtfilter/filterhuis totdat de trek de gloeilamp recht uit de lipjes aan het luchtkanaal weer lampfitting. vastklikken in positie. 4. Monteer de nieuwe gloeilamp. 5.
  • Pagina 283: Elektrisch Systeem Overbelasting Elektrisch

    Verzorging van het voertuig 10-31 Elektrisch systeem Als zich onderweg een probleem Hoewel het circuit is beschermd voordoet en er moet een zekering tegen elektrische overbelasting, kan worden vervangen, kan tijdelijk een overbelasting door zware sneeuwval Overbelasting elektrisch andere zekering met dezelfde of ijs schade aan het stangenstelsel systeem stroomsterkte worden gebruikt.
  • Pagina 284: Zekeringenkast In Motorruimte

    10-32 Verzorging van het voertuig U kunt een zekering controleren aan Zekeringenkast in motor- de hand van de zilverkleurige band ruimte in de zekering. Als deze stroom gebroken of gesmolten is, moet u de zekering vervangen. Zorg ervoor dat een defecte zekering wordt vervangen door een nieuw exemplaar met dezelfde maat en codering.
  • Pagina 285 Verzorging van het voertuig 10-33...
  • Pagina 286 10-34 Verzorging van het voertuig Het voertuig beschikt mogelijk niet Minizekeri- Functie Minizekeri- Functie over alle getoonde zekeringen, ngen ngen relais en functies. Koppeling airconditi- Detectie-/ J-case Functie oningscompressor diagnosemodule/ zekeringen Contactsysteem Transmissieregel- Ruitenwisser module Run/Crank-carros- Startmotor serie Koplampsproeier Remvacuümpomp Transmissieregelmo- Motorregelmodule dule/...
  • Pagina 287: Tenpaneel

    Verzorging van het voertuig 10-35 Zekeringenkast instru- Minizekeri- Functie Minirelais Functie mentenpaneel ngen Aandrijflijn Adaptief rijlicht Draaien/tornen (AFL)/actieve ko- Achterruitver- plampuitrichting, accu warming K612 Koelventilator hoog Kleppen antiblok- keerremsysteem K614 Koelventilatorre- geling Gasontladingskop- lamp - linksvoor Microrelais Functie Gasontladingskop- lamp - rechtsvoor Koplampsproeier Mistlampen Startmotor...
  • Pagina 288 10-36 Verzorging van het voertuig Zekeringen Functie Carrosserieregelmo- dule 2 Accu Reserve Reserve Reserve Reserve Display Universele OnStar® handsfree telefoon (indien aanwezig) Carrosserieregelmo- dule 3 Het voertuig beschikt mogelijk niet Zekeringen Functie Carrosserieregelmo- over alle getoonde zekeringen, dule 4 Airbag relais en functies.
  • Pagina 289 Verzorging van het voertuig 10-37 Zekeringen Functie Stroom- Functie kringon- Reserve derbrekers Reserve Voorpassagiersstoel Reserve CB26 Bestuurdersstoel Kofferbak Relais Functie Automatische inzit- tendendetectie Aan-functie acces- soirevoeding Carrosserieregelmo- dule 1 K609 Kofferbak Carrosserieregelmo- SPARE SPARE dule 8 Verwarming, ventilatie en aircon- ditioning voorzijde Carrosserieregelmo- dule 5...
  • Pagina 290: Zekeringenkast In Bagageruimte

    10-38 Verzorging van het voertuig Zekeringenkast in bagageruimte In de kofferbak zit het zekeringen- blok aan de rechterzijde, achter een afdekking. Verwijder de bagagenet- Het voertuig beschikt mogelijk niet Zekeringen Functie bevestigingen, de achterste dorpel- over alle getoonde zekeringen, balkplaat en de Versterker relais en functies.
  • Pagina 291: Wielen En Banden

    Verzorging van het voertuig 10-39 Wielen en banden Zekeringen Functie WAARSCHUWING Real-time demping Banden Slecht onderhouden en Actief uitlaateind- verkeerd gebruikte banden Elk nieuw GM-voertuig beschikt klepje leveren gevaar op. over hoogwaardige banden, Reserve 4 Overbelaste banden kunnen afkomstig van een vooraan- oververhit raken omdat ze te Motorregelmodule/ staande bandenfabrikant.
  • Pagina 292: Vierseizoenenbanden

    10-40 Verzorging van het voertuig Vierseizoenenbanden WAARSCHUWING WAARSCHUWING (Vervolg) (Vervolg) Deze auto kan met vierseizoenen- banden worden geleverd. Deze Bij te hard opgepompte Banden die niet op de juiste banden bieden goede algemene banden is de kans groter dat wijze zijn gerepareerd, kunn- rijprestaties voor de meeste banden insnijden, lek raken en een aanrijding tot gevolg...
  • Pagina 293: Winterbanden

    Verzorging van het voertuig 10-41 Winterbanden Indien winterbanden worden Zomerbanden gebruikt: Dit voertuig is oorspronkelijk niet Deze auto wordt eventueel geleverd Gebruik banden van hetzelfde uitgerust met winterbanden. Winter- met High Performance zomer- merk en met hetzelfde type banden zijn bedoeld voor meer grip banden.
  • Pagina 294: Bandenspanning

    10-42 Verzorging van het voertuig Onnodige schade Bandenspanning Wanneer controleren? vanwege slecht wegdek. Controleer de banden minimaal Voor een optimale werking Op het informatielabel voor eenmaal per maand. Vergeet moeten de banden op de juiste banden en laadvermogen van het compacte reservewiel niet, spanning zijn gebracht.
  • Pagina 295: Bandenspanning Bij Hoge Snelheden

    Verzorging van het voertuig 10-43 Verwijder het ventieldopje van Bandenspanning bij hoge WAARSCHUWING het ventiel. Druk de banden- snelheden (Vervolg) spanningsmeter stevig op het verkeren en de juiste koude ventiel om de spanning te WAARSCHUWING bandenspanning voor de belading meten. Indien de koude banden- hebben.
  • Pagina 296: Systeem

    10-44 Verzorging van het voertuig Bandenspanningscontro- het voertuigplaatje of bandenspan- Houd er rekening mee dat het ningslabel, moet u zelf de juiste TPMS geen vervanging is voor het lesysteem bandenspanning voor deze banden voorgeschreven bandenonderhoud. achterhalen.) De bestuurder blijft verantwoordelijk Let op: Wijzigingen aan het voor handhaving van de banden- bandenspanningscontrolesys-...
  • Pagina 297: Bediening Bandenspanningscontrole

    Verzorging van het voertuig 10-45 Bij een brandende storingsindicator wielen zijn hiervoor uitgerust met Op het display van het Driver Infor- is het systeem mogelijk niet in staat TPMS-sensoren, met uitzondering mation Center (DIC) verschijnt een om een lage bandenspanning te van het reservewiel met reserve- bericht voor controle van de detecteren of te melden.
  • Pagina 298: Tpms-Storingslampje En -Bericht

    10-46 Verzorging van het voertuig Het informatielabel voor banden en goedgekeurde bandenafdicht- ongeveer één minuut knipperen en laadvermogen specificeert de origi- ingsmiddel dat door uw dealer daarna blijven branden tot het einde nele banden van het voertuig en de wordt geleverd of in het voertuig van de ontstekingscyclus.
  • Pagina 299 Verzorging van het voertuig 10-47 Het afstemmingsproces van de Wanneer elektronische door een rijband met TPMS-sensor. TPMS-sensor is niet uitgevoerd apparaten worden gebruikt of de Het waarschuwingslampje en het of niet succesvol voltooid na het auto zich in de buurt bevindt van DIC-bericht moeten bij de volgende rouleren van de wielen.
  • Pagina 300: Banden Controleren

    10-48 Verzorging van het voertuig 3. Selecteer met de knop MENU 7. Start met de band bestuurders- LEARNING ACTIVE (band het menu Voertuiginformatie op zijde voor. leren actief) in het DIC-scherm het Driver Information dooft. 8. Plaats het relearn tool naast de Center (DIC).
  • Pagina 301: Banden Roteren

    Verzorging van het voertuig 10-49 Vervang de band als: Banden roteren Directionele banden mogen niet worden gerouleerd. Elke band/ De indicators op drie of meer Als het voertuig niet-directionele wiel mag alleen op deze positie plekken op de band zicht- banden heeft, moeten deze worden gebruikt.
  • Pagina 302 10-50 Verzorging van het voertuig Banden met verschillende maten Nadat de banden zijn gerou- WAARSCHUWING mogen niet van voor naar achter leerd, moet u de bandenspan- gerouleerd worden. ning van de voor- en Roest of vuil op een wiel of op achterbanden aanpassen, dit delen waaraan het bevestigd is, volgens de aanbevolen banden-...
  • Pagina 303: Wanneer Het Tijd Is Voor Nieuwe Banden

    Verzorging van het voertuig 10-51 Wanneer het tijd is voor profiel over is. Zie Banden contro- Auto stallen leren op pagina 10 48 en Banden nieuwe banden Banden verouderen wanneer ze rouleren op pagina 10 49. gemonteerd onder een auto worden De snelheid waarmee de banden Het rubber in de banden veroudert opgeslagen.
  • Pagina 304: Nieuwe Banden Kopen

    10-52 Verzorging van het voertuig Nieuwe banden kopen GM staat in de wang van de worden vervangen, monteer de band geperst, naast de banden- nieuwe banden dan op de GM heeft banden ontwikkeld die maat. Wanneer de banden een achteras. speciaal zijn afgestemd op het vierseizoenenprofiel hebben, Er zijn mogelijk geen winter-...
  • Pagina 305: Verschillende Banden- En Velgmaat

    Verzorging van het voertuig 10-53 Het informatielabel voor banden WAARSCHUWING WAARSCHUWING en laadvermogen vermeldt de (Vervolg) originele banden van het Als banden met verschillende Gebruik alleen diagonaal- voertuig. Zie Maximum laadver- maten of van verschillende banden bij de velgen van deze mogen op pagina 9 10 voor de merken of typen worden auto.
  • Pagina 306: Wieluitlijning En Bandbalancering

    10-54 Verzorging van het voertuig Wieluitlijning en bandba- Wiel vervangen WAARSCHUWING lancering Vervang wielen die verbogen, Als er bij velgen met verschillende gebarsten of ernstig verroest of De banden en wielen zijn in de maten, is gekozen voor banden gecorrodeerd zijn. Wanneer fabriek uitgelijnd en gebalanceerd die niet voor de betreffende wielmoeren los blijven raken,...
  • Pagina 307: Sneeuwkettingen

    Verzorging van het voertuig 10-55 Zie In het geval van een lekke band Gebruik alleen 11 mm tractiekabels WAARSCHUWING op pagina 10 56 voor meer infor- die voldoen aan de vereisten matie. volgens SAE Klasse "S" en die de Het gebruik van de verkeerde correcte maat hebben voor de Gebruikte velgen als vervangende velgen, wielbouten...
  • Pagina 308: In Het Geval Van Een Lekke Band

    10-56 Verzorging van het voertuig In het geval van een getrokken. Dit kan erg hobbelig WAARSCHUWING aanvoelen en veel lawaai veroor- lekke band zaken. Kom voorzichtig tot stilstand, Een auto omhoogbrengen en op veilige afstand van de weg, Een klapband komt zelden voor hieronder kruipen om onderhoud indien mogelijk.
  • Pagina 309 Verzorging van het voertuig 10-57 mogelijk. Schakel de alarmknipper- Wanneer de auto een lekke band WAARSCHUWING lichten in. Zie Alarmknipperlichten (2) heeft, gebruik dan het volgende (Vervolg) op pagina 6 4. voorbeeld als leidraad om u te helpen bij het plaatsen van 3.
  • Pagina 310: Bandenreparatieset Met Compressor

    10-58 Verzorging van het voertuig Bandenreparatieset met Als deze auto is voorzien van een WAARSCHUWING bandenreparatieset met compressor, compressor is er mogelijk geen reservewiel en Een te hoge bandenspanning kan uitrusting voor het verwisselen van ervoor zorgen dat de band WAARSCHUWING een band aanwezig en bij sommige scheurt en dat u of anderen...
  • Pagina 311: De Bandenreparatieset Met

    Verzorging van het voertuig 10-59 De set omvat het volgende: Bandafdichtmiddel De bandenreparatieset met compressor gebruiken voor Lees de instructies voor veilig het tijdelijk afdichten en werken op het label op de oppompen van een lekke band compressor en volg deze instructies.
  • Pagina 312: Compressor Opbergen

    10-60 Verzorging van het voertuig Wanneer een band lek raakt, 4. Verwijder de dop van het ventiel 8. Draai de keuzeschakelaar (2) voorkomt u verdere schade aan van de lekke band door deze rechtsom in de stand Afdicht- band en wiel door langzaam naar linksom te draaien.
  • Pagina 313 Verzorging van het voertuig 10-61 De drukmeter (4) kan een 11. Druk op de aan/uitknop (1) om 15. Plaats de afdichtmiddel-/lucht- hogere waarde aangeven dan de bandenreparatieset met slang (6) en de stekker (7) de werkelijke bandenspanning compressor uit te schakelen. terug op de oorspronkelijke wanneer de compressor is locaties.
  • Pagina 314 10-62 Verzorging van het voertuig 18. Rijd daarna meteen 8 km om de band op te pompen tot De bandenreparatieset met (5 mijl) met de auto om het de aanbevolen banden- compressor zonder afdicht- afdichtmiddel in de band te spanning. middel gebruiken om een band verspreiden.
  • Pagina 315 Verzorging van het voertuig 10-63 Zie In het geval van een lekke band 6. Steek de stekker (7) in de acces- 10. Pomp de band op tot de op pagina 10 56 voor andere soirestekkerdoos in de auto. aanbevolen bandenspanning belangrijke veiligheidswaarschu- Haal de stekkers van andere met behulp van de drukmeter...
  • Pagina 316: De Bus Met Afdichtmiddel Verwijderen En Monteren

    10-64 Verzorging van het voertuig Deze optie werkt alleen als u De bus met afdichtmiddel 4. Vervang deze door een nieuwe de slang voor alleen lucht (5) bus, verkrijgbaar bij uw dealer. verwijderen en monteren gebruikt. 5. Druk de nieuwe bus op zijn De bus met afdichtmiddel verwij- 11.
  • Pagina 317: De Bandenreparatieset Met Compressor Opbergen

    Verzorging van het voertuig 10-65 De bandenreparatieset 4. Verwijder de bandenreparatieset met compressor uit de schuim- met compressor houder. opbergen Voer de stappen in de omgekeerde volgorde uit om de bandenrepara- tieset met compressor weer op te bergen. Wiel verwisselen Het reservewiel en de gereed- schappen verwijderen 3.
  • Pagina 318 10-66 Verzorging van het voertuig 1. Gereedschapsberging Puntkopkrik met tweedelige Krik met zeskante kop en driede- sleutel lige sleutel 2. Krik 1. Gereedschapsberging 1. Gereedschapsberging 3. Uiteinde van de krik 2. Tweedelige sleutel 2. Driedelige sleutel 1. Draai het uiteinde van de krik (3) linksom om deze los te maken.
  • Pagina 319: De Lekke Band Verwijderen En Het Reservewiel Monteren

    Verzorging van het voertuig 10-67 De lekke band verwijderen en 3. Gebruik de volledig verlengde 4. Plaats de hefkop van de krik op wielsleutel om alle wielmoeren het krikpunt het dichtst bij de het reservewiel monteren één halve slag linksom te lekke band.
  • Pagina 320 10-68 Verzorging van het voertuig 5. Als u een puntkopkrik heeft, WAARSCHUWING bevestig dan het krikhendelver- lengstuk eraan door de haak via Door de auto omhoog te brengen het uiteinde van de krik in te met een verkeerd geplaatste krik, schuiven en steek het andere kan de auto beschadigd raken en uiteinde van de krikhendel in de...
  • Pagina 321 Verzorging van het voertuig 10-69 8. Verwijder eventuele roest of vuil WAARSCHUWING van de wielbouten, de bevesti- (Vervolg) gingsoppervlakken en het reser- vewiel. eventuele roest of vuil van plaatsen waar het wiel contact 9. Plaats het compacte reservewiel maakt met de auto. In geval van op het wielmontagevlak.
  • Pagina 322 10-70 Verzorging van het voertuig 10. Plaats de wielmoeren weer WAARSCHUWING terug met het afgeronde (Vervolg) uiteinde van de moeren naar het wiel gericht. Draai elke leutel. Volg de aanhaalspecificatie wielmoer zo stevig mogelijk van de aftermarketfabrikant op vast met de wielsleutel, totdat wanneer wielslotmoeren als after- het wiel stevig tegen de naaf marketaccessoire worden...
  • Pagina 323: Een Lekke Band, Reserveband Of Gereedschappen Opbergen

    Verzorging van het voertuig 10-71 Een lekke band, reserveband 4. Leg de vloerbedekking terug in Compact reservewiel de kofferbak. of gereedschappen opbergen 5. Plaats het losgehaalde wiel met WAARSCHUWING WAARSCHUWING de buitenzijde omhoog op de Wanneer u met meer dan een kofferbakbodem.
  • Pagina 324: Starthulp Gebruiken

    10-72 Verzorging van het voertuig Rij zo min mogelijk met dit Let op: Er passen geen sneeuw- Starthulp gebruiken compacte reservewiel en controleer kettingen op het compacte reser- Voor meer informatie over de of het wiel de juiste spanning heeft vewiel.
  • Pagina 325 Verzorging van het voertuig 10-73 Op het aansluitpunt voor de WAARSCHUWING positieve startkabel zit een rode (Vervolg) dop. Verwijder deze dop om de aansluitklem vrij te maken. Wanneer u deze stappen niet exact opvolgt, kunnen sommige 1. Controleer de andere auto. Deze of al deze elementen letsel moet voorzien zijn van een veroorzaken.
  • Pagina 326 10-74 Verzorging van het voertuig 3. Trek de handrem stevig aan. Bij WAARSCHUWING WAARSCHUWING een auto met automatische (Vervolg) versnellingsbak moet de keuze- Een elektrische ventilator kan hendel in de stand P (Park) ingebouwd. Maar als een accu zelfs starten wanneer de motor staan.
  • Pagina 327: Slepen

    Verzorging van het voertuig 10-75 9. Start de motor in de auto met de Slepen WAARSCHUWING goede accu en laat de motor (Vervolg) minstens vier minuten stationair De auto slepen draaien. zaken. Houd uw handen uit de Let op: Om schade te buurt van bewegende onderdelen 10.
  • Pagina 328: Slepen/Trekken Van Recreatievoertuigen

    10-76 Verzorging van het voertuig Sleepoog voor Om de auto door een andere auto Verzorging van het te laten slepen/trekken voor recrea- Open de afdekking voorzichtig met uiterlijk tiedoeleinden, zoals achter een behulp van de kleine inkeping camper, raadpleegt u Slepen/ waarachter de aansluiting van het Trekken van recreatievoertuigen in Verzorging exterieur...
  • Pagina 329 Verzorging van het voertuig 10-77 Let op: Voorkom dat een Verzorging van de laklaag Breng geen was of polijstmiddelen hogedrukreiniger dichter dan aan op niet-gecoat kunststof, vinyl, Het aanbrengen van in de handel 30 cm (12 inch) bij het oppervlak rubber, stickers, houtimitatie of verkrijgbare transparante vernis/ van de auto wordt gebruikt.
  • Pagina 330: Verzorging Van Vouwdak

    10-78 Verzorging van het voertuig Gebruik nooit carrosseriewas, Breng de kap pas omlaag als deze middel. Was de voorruit grondig chroompoets, stoom of bijtende helemaal droog is. Voorkom dat de wanneer de ruitenwisserbladen zeep om aluminium te reinigen. Een kap gedurende langere tijd omlaag worden gereinigd.
  • Pagina 331 Verzorging van het voertuig 10-79 Banden wanneer de auto niet wordt Stuurinrichting, wielophanging gewassen nadat er op wegen is en chassisonderdelen Gebruik een harde borstel met gereden die bespoten zijn met bandenreinigingsmiddel om de Controleer de voor- en achterwielo- magnesium-, calcium- of natrium- banden schoon te maken.
  • Pagina 332: Onderhoud Aan Onderzijde Auto

    10-80 Verzorging van het voertuig Onderhoud aan onder- Lakschade ring van woningen, ook permanent kunnen afgeven op het voertuiginte- zijde auto Herstel kleine afgebrokkelde stukjes rieur. en krassen tijdig met reparatiemate- Gebruik schoon water om vuil en Gebruik een zachte borstel om stof riaal dat door uw dealer wordt restmateriaal weg te spoelen van de te verwijderen van de knoppen en...
  • Pagina 333: Luidsprekerroosters

    Verzorging van het voertuig 10-81 Gebruik geen wasmiddelen of Reinigingsmiddelen kunnen oplos- Let op: Om krassen te vaatwasmiddelen met ontvetters. middelen bevatten. Hiervan kunnen voorkomen, autoruiten nooit met Gebruik van vloeibare reinigings- hoge concentraties ontstaan in de schurende middelen reinigen. middelen ongeveer 20 druppels passagiersruimte.
  • Pagina 334: Lijsten Met Coating

    10-82 Verzorging van het voertuig Verwijder vast vuil zo veel Lijsten met coating 5. Indien het vuil niet volledig is mogelijk voordat u gaat verwijderd, moet u gebruik Lijsten met een coating moeten stofzuigen. maken van een milde zeepop- worden gereinigd. lossing.
  • Pagina 335 Verzorging van het voertuig 10-83 Hoogglansoppervlakken, Instrumentenpaneel, opper- het leder of zachte bekleding veranderen en zijn niet aanbe- infodisplays en radiodisplays vlakken van leer, vinyl en volen. reinigen ander kunststof Gebruik geen reinigingsmiddelen Gebruik een microvezeldoek om de Gebruik een zachte, met water die de glans verhogen.
  • Pagina 336: Bagageruimteafdekking En Bagagenet

    10-84 Verzorging van het voertuig Bagageruimteafdekking en Vloermatten belemmering vormen voor de pedalen. Controleer altijd of de bagagenet vloermat geen belemmering WAARSCHUWING Was deze met warm water en een vormt voor de pedalen. zacht wasmiddel. Gebruik geen Wanneer een vloermat de Gebruik de vloermat met de bleekmiddelen met chloor.
  • Pagina 337 Verzorging van het voertuig 10-85 De vloermatten verwijderen en terugplaatsen 1. Trek de achterzijde van de mat omhoog om deze uit de haken los te halen. 2. Plaats de mat terug door de bevestigingsopeningen vin de vloermat over de bevestigingen in de vloerbekleding uit te lijnen en de mat vast te haken.
  • Pagina 338 10-86 Verzorging van het voertuig AANTEKENINGEN...
  • Pagina 339: Service En Onderhoud

    Service en Onderhoud 11-1 Service en Algemene informatie Gepland onderhoud Onderhoud Het is essentieel dat uw auto Motorolie verversen volgens de beschrijvingen op de Wanneer de tekst CHANGE volgende pagina's wordt onder- ENGINE OIL SOON (motorolie houden, zodat de oorspronkelijke Algemene informatie spoedig verversen) verschijnt, laat veiligheid, betrouwbaarheid en...
  • Pagina 340 11-2 Service en Onderhoud Visueel op vloeistoflekkages Inspectie elke 15.000 km of bers zorgt ervoor dat ze langer controleren. Een eventueel lek in meegaan, beter afdichten en niet elk jaar een systeem moet worden plakken of piepen. Motorolie en filter vervangen. gerepareerd en het vloeistofni- Controle componenten gordel- Waarschuwingssysteem voor...
  • Pagina 341: Extra Onderhoud Elke

    Service en Onderhoud 11-3 Proefrit. Controleer of alle Extra onderhoud elke achtig of bergachtig terrein, die systemen goed functioneren/ vaak met aanhanger rijden of 30.000 km of elke 2 jaar presteren. worden gebruikt als taxi, politie- Naast de punten die onder auto of bezorgauto.
  • Pagina 342 11-4 Service en Onderhoud Extra onderhoud elke 250.000 km of elke 5 jaar, wat het eerst van toepassing is Koelsysteem van motor aftappen, spoelen en opnieuw vullen (of elke 5 jaar, wat het eerst van toepassing is). Omstandigheden die meer onder- houd vereisen (zware bedrijfsom- standigheden) Extreme temperaturen...
  • Pagina 343: Aanbevolen Vloeistoffen, Smeermiddelen En Onderdelen

    Service en Onderhoud 11-5 Aanbevolen vloeistoffen, smeermiddelen en onderdelen Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen Vloeistoffen en smeermiddelen die hieronder met naam, onderdeelnummer of specificatie worden vermeld, zijn verkrijgbaar via uw dealer. Gebruik Vloeistof/Smeermiddel Motorolie Voor de motor is goedgekeurde motorolie volgens de dexos 2 specificatie vereist.
  • Pagina 344 11-6 Service en Onderhoud Gebruik Vloeistof/Smeermiddel Handgeschakelde versnellingsbak Manual Transmission Fluid (GM-onderdeelnr. 88861800). (V8-motor) Automatische versnellingsbak DEXRON® -VI automatische transmissieolie. Sleutelcilinders Multi-Purpose Lubricant, Superlube (GM-onderdeelnr. 12346241). Achteras (V6-motor met Achterdifferentieelvloeistof 75W-90 (GM-onderdeelnr. 89021677). automatische versnellingsbak) Achteras (V6-motor met handgescha- Achterdifferentieelvloeistof 75W-90 Limited Slip (GM-onderdeelnr. kelde versnellingsbak) 89021677 en Friction Modifier 1052358).
  • Pagina 345: Onderhoud Vervangingsonderdelen

    Service en Onderhoud 11-7 Onderhoud vervangingsonderdelen Vervangingsonderdelen die hieronder met naam, onderdeelnummer of specificatie worden gegeven, zijn verkrijgbaar via uw dealer. ACDelco-onderdeel- Onderdeel GM-onderdeelnummer nummer Motorluchtreiniger/-filter 92196275 A3137C Motoroliefilter 6.2 liter V8-motor 89017524 PF48 Luchtfilter inzittendencompartiment 92234714 Ontstekingsbougies 6.2 liter V8-motor 12621258 41-110 Ruitenwisserbladen...
  • Pagina 346 11-8 Service en Onderhoud AANTEKENINGEN...
  • Pagina 347: Technische Gegevens

    Technische gegevens 12-1 Technische Voertuigidentificatie Motoridentificatie Het achtste teken van het VIN is de gegevens Voertuigidentificatie- motorcode. Deze code identificeert de motor van de auto, de specifica- nummer (VIN) ties en de vervangonderdelen. Zie Voertuigidentificatie Motorspecificaties onder Capaci- Voertuigidentificatienummer teiten en specificaties op (VIN) .
  • Pagina 348: Voertuiggegevens

    12-2 Technische gegevens Voertuiggegevens Capaciteiten en specificaties Capaciteiten Toepassing Metrisch Engels Koelmiddel airco R134a Voor de hoeveelheid bij te vullen aircokoelmiddel, kijkt u op de koelmiddellabel dat zich onder de motorkap bevindt. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie. Motorkoelsysteem 6.2L V8-motor (L99) met automatische versnellingsbak 10,8 L 11,4 qt 6.2L V8-motor (LS3) met handgeschakelde versnel-...
  • Pagina 349 Technische gegevens 12-3 Capaciteiten Toepassing Metrisch Engels V8-motor, handgeschakelde 6-bak 3,9 L 4,2 qt Koppel wielmoer 110 lb ft *Voeg 3,3 oz. (98 ml) friction modifier toe aan de gespecificeerde hoeveelheid assmeermiddel. **Zie Automatische transmissievloeistof op pagina 10 10 voor informatie over het vloeistofniveau controleren. Alle capaciteiten zijn benaderde waarden.
  • Pagina 350 12-4 Technische gegevens Brandstofverbruik- en emissie-informatie In de stad Buiten de stad Gecombineerd 6.2L V8-motor (L99) Koolstofdioxide (g/km) Brandstofverbruik (l/100 km) 18,9 13,1 6.2L V8-motor (LS3) Koolstofdioxide (g/km) Brandstofverbruik (l/100 km) 20,9 10,2 14,1...
  • Pagina 351 Technische gegevens 12-5 Routing aandrijfriem motor 6.2L V8-motoren...
  • Pagina 352 12-6 Technische gegevens AANTEKENINGEN...
  • Pagina 353: Informatie Voor De Klant

    Informatie voor de klant 13-1 Disfuncties en defecten van Informatie voor de Opnamen van belangrijke systeemcompo- voertuiggegevens en klant nenten. privacy Voertuigreacties in bepaalde rijomstandigheden (bijv. afgaan Gebeurtenisgegevensre- Opnamen van voertuiggege- van een airbag, activering van de stabiliteitsregeling). corders vens en privacy Opnamen van voertuiggege- Omgevingsomstandigheden Datageheugenmodules in de auto.
  • Pagina 354: Radiofrequentie-Identificatie (Rfid)

    - eventueel m.b.v. RFID-technologie in Chevrolet-au- van een expert. to's gebruikt of registreert geen Wanneer de klant dit contractueel persoonlijke gegevens en maakt overeenkomt (bijv.
  • Pagina 355 INDEX Achteruitkijkspiegels Airbagsysteem (Vervolg) Waardoor gaat een air- Automatisch gedimd ..2-14 Aan/Uit Achteruitrijcamera (RVC) ..9-40 bag af? ..... .3-21 Ingeschakelde acces- Wanneer moet een airbag Active Fuel Management®...
  • Pagina 356 INDEX Audiosysteem Banden (Vervolg) Wiel vervangen ... . . 10-54 Antenne in achterruit ..7-12 Baby's en jonge kinderen, Antenne voor meerdere Wieluitlijning en bandba- Veiligheidssystemen .
  • Pagina 357 INDEX Berichten (Vervolg) Buitenverlichting Controle van veiligheids- Transmissie ....5-37 LED ......10-28 systeem .
  • Pagina 358 INDEX Driepuntsgordel ....3-9 Driver Information Filter, Handgeschakelde versnel- Center (DIC) ....5-22 Motorluchtfilter .
  • Pagina 359 INDEX Interieurluchtfilter ....8-4 Koelsysteem ....10-12 Interieurverlichting ....6-7 Motorberichten .
  • Pagina 360 INDEX Lampjes (Vervolg) Motor (Vervolg) Koelsysteem ....10-12 Traction control (TCS)/Sta- Meters biliTrak® ....5-19 Koelvloeistof .
  • Pagina 361 INDEX Opbergruimtes Persoonlijk Bagagenet ..... 4-4 Boord ......5-39 Olie Dashboardkastje .
  • Pagina 362 INDEX Reiniging Rijden (Vervolg) Slaperig gevoel op de Verzorging exterieur ..10-76 Schakelen Verzorging interieur ..10-80 snelweg ..... . 9-7 Naar stand Park .
  • Pagina 363 INDEX Slepen/Trekken van recre- Stekkerdozen Terrein atievoertuigen ....10-76 Aan/Uit ......5-5 Van de weg raken .
  • Pagina 364 i-10 INDEX Vergrendeling Verzorging van het uiterlijk Beveiliging tegen buiten- Exterieur ....10-76 Veiligheid sluiten ......2-8 Interieur .
  • Pagina 365 INDEX i-11 Waar u het zitje plaatst ..3-36 Zekeringen Waarschuwing Zekeringen en stroom- Lampje remsysteem ..5-17 kringonderbrekers ..10-31 Waarschuwingen .
  • Pagina 366 i-12 INDEX AANTEKENINGEN...

Inhoudsopgave