Inhoudsopgave
Advertenties
Hevige sneeuw of ijs kunnen de
ruitenwissers overbelasten. Ze
worden uitgeschakeld door een
stroomonderbreker terwijl de motor
afkoelt.
Wissers naar ruststand
Wanneer het contact naar LOCK/
OFF (vergrendel/uit) is gedraaid
terwijl de wissers in stand 1,
3
2 of
staan, zullen ze direct
stoppen.
Als de ruitenwisserhendel vervol-
gens binnen 10 minuten, of voordat
het bestuurdersportier is geopend,
9
in stand
(uit) wordt gezet, zullen
de wissers opnieuw starten en naar
de onderkant van de voorruit
bewegen.
Als het contact tijdens het wissen in
stand LOCK/OFF wordt uitgezet,
stoppen de wissers zodra ze de
onderkant van de voorruit bereiken.
Rainsense™
Bij auto's met Rainsense detecteert
een sensor boven aan de voorruit,
in het midden, de hoeveelheid
neerslag op de voorruit. De
frequentie van de voorruitenwisser
wordt automatisch op basis hiervan
geregeld.
Houd dit gedeelte van de voorruit
schoon om het systeem optimaal te
laten functioneren.
3
(gevoeligheidsinstelling):
Beweeg de ruitenwisserhendel
3
naar
. Draai aan de ring op de
wisserhendel om de gevoeligheid
aan te passen.
.
Draai de ring naar boven om de
gevoeligheid voor neerslag te
verhogen.
Instrumenten en knoppen
.
Draai de ring naar beneden om
de gevoeligheid voor neerslag te
verlagen.
.
Beweeg de ruitenwisserhendel
3
uit de stand
uit te schakelen.
Bescherming van wisserarm
Zet de ruitenwisserhendel in de
9
stand
(uit), voordat u een
automatische wasstraat inrijdt. De
ruitenwissers met Rainsense
worden dan uitgeschakeld.
Wanneer de versnellingsbak in
stand N (Neutraal) staat en de auto
erg langzaam rijdt, zullen de wissers
met Rainsense automatisch stoppen
aan de onderkant van de voorruit.
De regeling van de wissers wordt
weer hervat wanneer de versnel-
lingsbak niet meer in stand
N (Neutraal) staat of als de auto
sneller is gaan rijden.
4-7
om Rainsense
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
