voir tot aan het niveau dat de
pijlen op de voorkant van het
reservoir aangeven.
5. Plaats de dop terug. Zorg ervoor
dat de dop handvast wordt
aangedraaid en goed vastzit.
Mededeling: Indien de drukdop
niet goed is vastgedraaid, kan
koelvloeistof ontsnappen en de
motor mogelijk beschadigd raken.
Zorg ervoor dat de dop goed en
stevig is vastgedraaid.
Oververhitting motor
Op het instrumentenpaneel zit een
koelvloeistoftemperatuurmeter die
aangeeft of de motor oververhitting
vertoont. Zie Koelvloeistoftempera-
tuurmeter op pagina 4‑16 voor meer
informatie.
Als u besluit om de motorkap niet te
openen als deze waarschuwing
verschijnt, moet u direct servicehulp
inroepen.
Als u besluit om de motorkap wel te
openen, moet u ervoor zorgen dat
de auto op een vlakke ondergrond
staat geparkeerd.
Controleer vervolgens of de motor-
koelventilatoren draaien. Indien de
motor oververhit is, moeten de
ventilatoren draaien. Anders mag u
de motor niet meer starten en moet
u de auto laten repareren.
Mededeling: Motorschade die
voortkomt uit het laten draaien
van de motor zonder koelvloei-
stof, wordt niet gedekt door de
garantie.
Als stoom uit de motorruimte
vrijkomt
Zie Bedrijfsmodus oververhittingsbe-
veiliging motor op pagina 9‑22 voor
informatie over het rijden naar een
veilige plek in geval van nood.
Verzorging van de auto
Als geen stoom uit de motor-
ruimte vrijkomt
Wanneer een waarschuwing voor
een oververhitte motor wordt
weergegeven, maar er is geen
stoom zichtbaar of hoorbaar, is het
probleem mogelijk niet al te ernstig.
Soms kan de motor iets te warm
worden als de auto:
.
op een warme dag lange tijd
heuvelopwaarts moet rijden;
.
stopt nadat met hoge snelheid is
gereden;
.
lange tijd stationair draait in het
verkeer;
.
een aanhanger trekt.
Als de waarschuwing voor overver-
hitting wordt weergegeven zonder
dat er stoom wordt waargenomen:
1. Schakel de airconditioning uit.
2. Schakel de verwarming in op de
hoogste temperatuur en de
hoogste aanjagersnelheid. Open
zo nodig de ramen.
9-21